Primaire doel: Bepalen van de incidentie van Clostridium difficile infection (CDI) bij in het ziekenhuis opgenomen patienten van 50 jaar en ouder die orale of intraveneuze fluorchinolonen, cefalosporinen, penicillinen + beta-lactamaseremmers,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselinfecties
- Bacteriële infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Incidentie van CDI binnen 28 dagen na start van antibioticabehandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Secondaire uitkomstmaten:
1. Incidentie van CDI binnen 90 dagen na start van antibioticabehandeling.
2. Incidentie van AAD binnen 28 dagen na start van antibioticabehandeling.
3. Incidentie van AAD binnen 90 dagen na start van antibioticabehandeling.
4. Incidentie van CDI en AAD binnen 28 en 90 dagen na start van
antibioticabehandeling gestratificeerd voor antibioticaklassen.
5. Incidentie van CDI en AAD binnen 28 en 90 dagen na start van
antibioticabehandeling gestratificeerd voor C. difficile colonisatiestatus bij
start van de antibioticabehandeling.
6. Tijd tot ontstaan van CDI.
7. Incidentie van CDI bij patienten met voorgeschiedenis van CDI.
8. Bacteriele diversiteit van het intestinale microbioom, zoals bepaald met de
Shannon diversity index, op basis van 16S rRNA gene profiling, bij aanvang van
de antibioticabehandeling bij patienten die CDI ontwikkelen, patienten die AAD
(incl. CDI) ontwikkelen, patienten die non-CDI AAD ontwikkelen, en patiënten
die geen diarree krijgen.
9. Change from baseline to day 6 of bacterial diversity and composition of the
intestinal microbiome as assessed respectively by the Shannon diversity index
and the Spearman rank correlation coefficient of the relative abundance of OTUs
between the start of the antibiotic treatment and day 6 measured by 16S rRNA
gene sequencing, by antibiotic class.
10. 3-3-indoxyl sulfate levels in urine at the start of antibiotic treatment in
patients developing CDI, patients developing AAD (including CDI), patients
developing non-CDI AAD, and non-diarrheic patients.
11. Relationship between 3-3-indoxyl sulfate levels in urine and bacterial
diversity and composition of the intestinal microbiome, both at the start of
antibiotic treatment and at day 6.
Exploratory endpoints:
1. Number and proportion of study sites/hospitals which included patients in
the present study within the desired time window, overall and by country.
2. Number and proportion of study sites/hospitals able to collect the required
information on study outcomes (occurrence of AAD/CDI) during hospitalisation
and after discharge from hospital, overall and by country.
3. Description of the identified potential bottlenecks for successful execution
of the DAV132 RCT, overall and by country.
4. Antibiotic consumption, length of stay in hospital, length of stay in ICU,
and mortality in patients with CDI compared to patients not developing CDI,
overall and by country.
5. Estimated costs of CDI management, overall and by country.
Achtergrond van het onderzoek
Tijdens en na antibioticabehandeling, verstoren antibioticaresiduen het
intestinale microbioom (darmflora) en leiden ze tot negatieve effecten zoals de
ontwikkeling van antibioticaresistentie of het optreden van
antibiotica-geassocieerde diarree, waaronder antibiotica-geïnduceerde
Clostridium difficile infectie (CDI). De verspreiding van resistente
gram-negatieve bacteriën en de toename van aantal en ernst van CDI worden
beschouwd als een wereldwijde bedreiging voor de volksgezondheid.
Da Volterra is een biotechnologisch bedrijf dat een nieuw product ontwikkeld,
"DAV132 (a medical device in Europe)", met als doel deze negatieve effecten van
antibiotica te voorkomen. Da Volterra bereid zich voor op een fase 2-3
randomized controlled trial (RCT) van DAV132 ter preventie van
antibiotica-geïnduceerde CDI. De onderzoekspopulatie van de RCT zal bestaan uit
in het ziekenhuis opgenomen patienten van 50 jaar en ouder die worden behandeld
met vooraf bepaalde antibioticaclassen waarvan bekend is dat ze het risico op
CDI vergroten. De incidentie van CDI in deze populatie is onbekend, echter, de
incidentie is een belangrijke bepaler van de benodigde onderzoeksgrootte.
Daarom is de hoofddoel van de huidige studie om de incidentie van CDI te
bepalen bij patienten van 50 jaar en ouder die behandeld worden met vooraf
gedefinieerde antibioticaclassen tijdens een ziekenhuisopname.
Daarnaast, on de doelpopulatie van de DAV132 RCT te optimalizeren, zal het
effect van de bedoelde antibiotica op het intestinale microbioom worden
bepaald. Tenslotte kunnen biomarkers die het optreden van CDI voorspellen,
helpen om patiënten te identificeren met een hoog risico op CDI, wat kan helpen
de RCT verder te optimaliseren. Er zijn vooralsnog geen gevalideerde biomarkers
beschreven in de literatuur. Bepaling van mogelijke biomarkers is daarom een
derde doel van de huidige studie.
Doel van het onderzoek
Primaire doel:
Bepalen van de incidentie van Clostridium difficile infection (CDI) bij in het
ziekenhuis opgenomen patienten van 50 jaar en ouder die orale of intraveneuze
fluorchinolonen, cefalosporinen, penicillinen + beta-lactamaseremmers,
carbapenems, en/of clindamycine krijgen.
Secondaire doelen:
1. Bepalen van de incidentie van antibiotica-geaccocieerde diarree (AAD).
2. Kwantificeren van de voorspellende waarde van asymptomatisch dragerschap van
toxine-producerende C. difficile bij de start van antibioticabehandeling op het
optreden van CDI of AAD.
3. Bepalen van de incidentie van CDI bij patienten met voorgeschiedenis van CDI.
4. Bepalen of de bacteriele diversiteit van het intestinale microbioom bij de
start van antibioticabehandeling voorspelt voor het optreden van CDI / AAD.
5. Bepalen van de verandering van de bacteriele diversiteit en compositie van
het intestinale microbioom bij toediening van verschillende antibioticaclassen.
6. Bepalen of 3-indoxyl sulfaat levels in de urine bij de start van
antibioticabehandeling voorspelt op het optreden van CDI / AAD.
7. Kwantificeren van de correlatie tussen 3-indoxyl sulfate levels in de urine
en de verstoring van het intestinale microbioom bij de start van en tijdens
antibioticabehandeling.
Exporatieve doelen:
Ter voorbereiding van een fase II/III RCT van DAV132 zijn de volgende
exploratieve doelen vastgesteld:
1. Bepalen van de mogelijkheid van studiesites / ziekenhuizen om patienten te
includeren in de huidige studie binnen het vereiste tijdskader.
2. Bepalen van de mogelijkheid van studiesites / ziekenhuizen om de benodigde
informatie over uitkomsten (optreden van CDI/AAD) te verzamelen tijdens
ziekenhuisopname en na ontslag uit het ziekenhuis.
3. Het identificeren en beschrijven van mogelijke bottlenecks (en oplossingen)
voor het succesvol uitvoeren van de RCT.
4. Beschrijven van de uitkomst van CDI.
5. Evalueren van de zorggerelateerde kosten geassocieerd met CDI.
Onderzoeksopzet
Europees, multicenter, prospectief, observationeel cohortonderzoek.
Inschatting van belasting en risico
Belasting: afname van drie rectale swabs op twee tijdstippen. Afname van twee
urinemonsters op twee tijdstippen. Verzamelen van een fecesmonster in geval van
diarree. Gedurende 90 dagen bijhouden van het patientendagboek waarin dagelijks
3 ja-neevragen worden gesteld.
Risico: tijdelijk ongemakkelijk gevoel door de rectale swabs.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannelijke of vrouwelijke in het ziekenhuis opgenomen patiënt.
2. Leeftijd >= 50 jaar.
3. Start van intraveneuze of orale behandeling met beoogde duur van minimaal 5 dagen (minimaal 1 dag voor clindamycine) met minimaal een van de volgende antibiotica-classen, of behandeling gepland binnen de komende 72 uur:
- Derde- of vierdegeneratie cefalosporinen
- Fluorchinolonen
- Penicillinen + beta-lactamaseremmers
- Clindamycine
- Carbapenems
4. Getekend informed consent voorafgaand aan inclusie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Voortgaande antibioticabehandeling met een van de hiervoor beschreven classen, gestart meer dan 6 uur voor inclusie in de studie.
2. ICU opname op het moment van inclusie of verwacht binnen 48 uur.
3. Verdenking op of gediagnosticeerde Clostridium difficile infectie (CDI), voortgaande behandeling voor CDI, of diaree op het moment van inclusie.
4. Deelnemer is eerder in deze studie geïncludeerd.
5. Behandeling met probiotica om CDI te voorkomen.
6. Patiënt met een sociale of logistieke conditie die, naar de meding van de onderzoeker, kan interfereren met de uitvoering van het onderzoek, zoals dat de patiënt moeilijk te instrueren is, niet bereid is tot medewerking, of moeilijk te bereiken is na ontslag.
7. Deelnemer van zijn/haar vrijheid beroofd door een justitieel of administratief besluit.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT02896244 |
CCMO | NL57769.041.16 |