Middels dit onderzoek wordt getracht de vraag te beantwoorden wat het effect is van een dagalarmtraining in de thuissituatie, waardoor deze behandeloptie mogelijk vaker en sneller ingezet zou kunnen worden binnen het bestaande aanbod van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Blaas- en blaashalsaandoeningen (excl. stenen)
Synoniemen aandoening
Aandoening
urine-incontinentie bij kinderen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
In dit onderzoek wordt gemeten wat de procentuele verbetering in incontinentie
klachten zullen zijn door het inzetten van het dagalarm.
Daarnaast worden enkele relevante patiëntenkenmerken geregistreerd: Geslacht,
leeftijd bij start onderzoek, gebruik van blaasondersteunende medicatie
(spasmolyticum) ten tijde van de training, gebruik van andere medicatie ten
tijde van de training, aantal dagen opvang per week (zowel intern eigen huis
als extern zoals bv. de BSO), trainen met tril- of geluidsfunctie, sprake van
enuresis nocturna, sprake van een overactieve blaas (OAB) en of er sprake is
van AD(H)D of ASS.
De uitkomstmaat van dit onderzoek is het bereiken van continentie van urine
volgens de opgestelde richtlijnen van de International Children's Continence
Society (ICCS).
Een succesvol resultaat wordt behaald als het kind volledig droog is na 6 weken
follow-up na beëindiging van de behandeling (T2) ten opzichte van T0,
gedeeltelijk succesvol wanneer er bij T2 meer dan 50% verbetering in de
incontinentieklachten overdag zijn ten opzichte van T0 en niet-succesvol
wanneer er geen veranderingen bemerkt worden in de urine-incontinentieklachten
overdag in vergelijking met de gegevens uit het dagboekje bij T0. Daarnaast is
ook de frequentie van urine-incontinentie een uitkomstmaat in dit onderzoek.
Secundaire uitkomstmaten
nvt
Achtergrond van het onderzoek
Dit onderzoek wordt uitgevoerd als opdracht voor de onderzoeker voor de Master
Advanced Nursing Practice opleiding (tot verpleegkundig specialist) aan de Hoge
school Arnhem/Nijmegen. Er waren in dit onderzoek geen conflicterende belangen.
Incontinentie voor urine overdag zonder onzindelijkheid *s nachts komt in
Nederland voor bij ruim 6% van de 4-7-jarigen. De combinatie van urine
incontinentie overdag en *s nachts komt voor bij zo*n 4% van de 4-7-jarigen
(Leerdam van, 2005). Op de polikliniek kindergeneeskunde van het Jeroen Bosch
ziekenhuis te *s-Hertogenbosch worden op jaarbasis zo*n 150 tot 200 kinderen
behandeld met urine-incontinentie overdag, al dan niet met nachtelijke
urine-incontinentie. Ongeveer 30 % van deze kinderen wordt doorgestuurd naar
het Kinder Incontinentie Team (KIT). Wanneer een kind doorverwezen is naar het
KIT kunnen er verschillende poliklinische behandelingen ingezet worden,
afhankelijk van de oorzaak van de urine incontinentie. Indien dit niet
resulteert in een verbetering van de klachten, kan er overwogen worden om een
klinische blaastraining in te zetten. Dit betreft een 10-daagse training op de
afdeling kindergeneeskunde waarbij het kind middels een pieperbroekje
(dagalarm) leert om op tijd bij het toilet te komen als er aandrang voor mictie
is. Dit is een zeer intensieve en kostbare training die in de laatste jaren
minimaal is gebruikt (binnen het JBZ zo*n 10 patiëntjes in de afgelopen 10
jaar). Op dit moment wordt er binnen het JBZ voor gekozen om eventuele
kandidaten voor een klinische blaastraining, te verwijzen naar het
Incontinentieteam Medische Psychologie en maatschappelijk werk van het UMCU/WKZ
te Utrecht. Daar bevindt zich een gespecialiseerd team dat vooral de complexere
kinderen, vanuit alle delen van Nederland, behandelt. Blaastraining middels een
pieperbroekje (dagalarmtraining) in de thuissituatie is een mogelijkheid die
eerder ingezet zou kunnen worden dan een klinische blaastraining, maar wordt in
Nederland binnen de verschillende incontinentiepoli*s nog weinig ingezet.
Binnen het Jeroen Bosch Ziekenhuis werd deze dagalarmtraining in de
thuissituatie eerder bij 5 kinderen succesvol ingezet door de urotherapeut (VS
i.o), waardoor er binnen het KIT de vraag ontstond waarom deze behandeloptie
niet vaker ingezet zou kunnen worden.
Doel van het onderzoek
Middels dit onderzoek wordt getracht de vraag te beantwoorden wat het effect is
van een dagalarmtraining in de thuissituatie, waardoor deze behandeloptie
mogelijk vaker en sneller ingezet zou kunnen worden binnen het bestaande aanbod
van zindelijkheidstrainingen van het JBZ. Daarbij is het van belang te weten of
het dagalarm een toepasbaar hulpmiddel is gedurende de training van kinderen
(5-12 jaar) met urine incontinentie overdag. Er is in de literatuur weinig
evidence te vinden betreffende het effect en het toepasbaar gebruik van een
dagalarm in de thuissituatie. Middels dit onderzoek wordt getracht een
aanvulling te geven op de minimaal beschikbare onderzoeken betreffende dit
onderwerp.
Middels 3 meetmomenten (T0 aan het begin van de training, T1 na 3 weken
training en T2 na 6 weken follow-up na beëindiging van de training) wordt
gekeken naar het effect van de training op de incontinentie. Aanvullend wordt
op T1 met de wettelijk vertegenwoordigers (dit zijn meestal de ouders)
geëvalueerd wat hun ervaring is met het dagalarm en of zij het een toepasbaar
hulpmiddel vinden in de behandeling van de urine incontinentie van hun kind.
Onderzoeksopzet
Quasi-experimenteel onderzoek met pre- en posttest metingen.
Het zal een feasibility trial (pilot studie) zijn waarbij gekeken gaat worden
naar mogelijke effecten, maar ook naar de toepasbaarheid van de
dagalarmtraining bij kinderen (5-12 jaar).
In samenwerking met het UMCU/WKZ te Utrecht is overeengekomen dat in navolging
op deze pilot studie er een multicenter RCT-onderzoek zal plaatsvinden.
Hiervoor zijn reeds voorbereidende maatregelen getroffen. Er zal dan een
grotere onderzoekspopulatie beschikbaar zijn waardoor er een gepowerde trail
kan plaatsvinden
Inschatting van belasting en risico
T-1 Inclusie na diagnostiek, intakegesprek en instructies ophoudtechniek door
onderzoeker
T0 Na informed consent van beide wettelijke vertegenwoordigers en 4 dgn.
dagboek bijhouden>> start 3 wkn. dagalarmtraining
T1 Controle visite na 3 wkn. training, evaluatie met wettelijk
vertegenwoordiger(s)
T2 Afsluitende visite/ follow-up na 6 wkn., bespreken van de behaalde
resultaten
Publiek
Henri Dunantstraat 1
's-Hertogenbosch 5223 GZ
NL
Wetenschappelijk
Henri Dunantstraat 1
's-Hertogenbosch 5223 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Jongens en meisjes tussen de 5 en 12 jaar met urine incontinentie overdag
2. Er is sprake van een functioneel urine-incontinentie probleem
3. De patiënt heeft een basistraining doorlopen binnen het KIT
4. Informed consent van beide ouders
5. Nederlandse taal machtig
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Indien er sprake is van obstipatie
2. Indien er sprake is van anatomische afwijkingen aan blaas, nieren en/of urethra
3. Geen stabiele thuissituatie waardoor geen goed trainingsklimaat
4. Indien er geen motivatie is om aan de training te beginnen
5. Gelijktijdige deelname aan een ander wetenschappelijk onderzoek
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL56153.028.15 |