Deze grote prospectieve cohort studie heeft als doel patiënt karakteristieken te identificeren die significante invloed hebben op de ovariële respons bij milde hyperstimulatie bij een vaste dosering van 75 IU recFSH per dag.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Seksuele functie- en fertiliteitsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De relatie bepalen tussen AMH serum waarden en ovariële respons (gedefinieerd
als het aantal dominante follikels > 15 mm) in IUI cycli gestimuleerd met een
vaste dosis van 75 IU recFSH.
Secundaire uitkomstmaten
- De relatie bepalen tussen leeftijd, gewicht, BMI, roken, AFC, FSH, oestrogeen
waarden op cyclus dag 3 en ovariële respons (gedefinieerd als het aantal
dominante follikels > 15 mm) in IUI cycli gestimuleerd met een vaste dosis van
75 IU recFSH.
- Aantal zwangerschappen per gestarte cyclus
- Aantal meerling zwangerschappen per gestarte cyclus
- Aantal miskramen per gestarte cyclus
- Aantal afgebroken cycli per gestarte cyclus
- Correlatie tussen ovariele respons en aantal zwangerschappen na IUI.
- Correlatie tussen ovariele respons en live birth na IUI.
Achtergrond van het onderzoek
Intra-uteriene inseminatie in combinatie met milde ovariële hyperstimulatie is
effectief gebleken in paren met onverklaarde subfertiliteit (inclusief minimale
tot milde endometriose) en milde mannelijke subfertiliteit. Gonadotrofines
lijken het meest effectief om milde stimulatie te bereiken. (Succesvolle
stimulatie is gedefinieerd als het stimuleren van 2 tot maximaal 3 dominante
follikels > 15 mm op het moment van hCG toediening. Het ontstaan van
meerlingzwangerschappen zal moeten worden beperkt tot een minimum en strikte
aflast criteria zijn noodzakelijk.
Retrospectief onderzoek laat zien dat stimulatie met een vaste dosering van 75
IU recFSH (follikel stimulerend hormoon) per dag in de meeste gevallen leidt
tot groei van een enkel dominante follikel (in 49% van alle gestimuleerde
cycli) en alleen bij uitzondering leidt tot excessieve follikel groei. (8% alle
cycli) (ongepubliceerde data). Om behandeling te kunnen optimaliseren zou men
vooraf de ovariële reactie moeten kunnen voorspellen. Een kleine studie uit
Denemarken liet zien dat antrale follikel telling (AFC) en gewicht de ovariële
stimulatie respons significant beïnvloeden. Een trend werd gezien voor
Anti-Mullerian hormone (AMH). Echter de onderzoekspopulatie was dermate klein
dat er geen conclusies aan verbonden konden worden
Doel van het onderzoek
Deze grote prospectieve cohort studie heeft als doel patiënt karakteristieken
te identificeren die significante invloed hebben op de ovariële respons bij
milde hyperstimulatie bij een vaste dosering van 75 IU recFSH per dag.
Onderzoeksopzet
Een grote multicenter open-label, prospectieve cohort studie. Patiënten met een
regulaire indicatie voor milde ovariële hyperstimulatie zullen voor deelname
worden gevraagd. Patiënt karakteristieken zullen worden gedocumenteerd zoals:
leeftijd, gewicht, BMI, waist- hip ratio, rookgewoonte, cyclus dag 2 of 3 FSH/
oestradiol waarden, antrale follikel telling, en AMH waardes. AMH, FSH en
oestrogeen waardes zullen centraal bepaald worden na het bereiken van alle
inclusies. Alle patiënten ontvangen een vaste dosering van 75 IU recFSH per dag
volgens normaal protocol vanaf dag 3,4 of 5. Vooraf hieraan worden ovariële
cysten uitgesloten doormiddel van echografisch onderzoek. Ovariële respons
wordt gedocumenteerd aan de hand van echografisch onderzoek. Wanneer een
dominante follikel of follikels (max 2) een gemiddelde diameter van 16-18 mm
bereikt, zal hCG (5000IU of 250 mcg) toegediend worden. Inseminatie wordt voor
36-42 uur later gepland. Aflast criteria worden geformuleerd conform de NVOG
richtlijnen. Er wordt een normaal behandel protocol gevolgd, waaraan een iets
verlengde (enkele minuten) vaginale echo en een bloedafname worden toegevoegd.
Na een eventuele partus wordt een vragenlijst toegezonden.
Inschatting van belasting en risico
Op cyclus dag 2 of 3 zal bloed worden afgenomen voor bepaling van FSH,
oestrogeen en AMH. Vragenlijsten over patiënt karakteristieken moeten worden
ingevuld aan het begin van de studie. Patiënten bezoeken de kliniek op cyclus
dag 2,3 of 4 voor een eerste echo tijdens de cyclus en opmeten van de waist-
hip ratio. Als er geen contra-indicaties worden gevonden ontvangen patiënten
een vaste dosis van 75 IU recFSH per dag conform normaal stimulatie protocol.
Na 5 tot 7 dagen zal een tweede echo worden gemaakt, deze zullen worden
herhaald tot het moment van ovulatie inductie. RecFSH wordt toegediend via
subcutane injecties. Er is in dit onderzoek geen extra belasting voor de
patiënt vergeleken met de dagelijkse praktijk anders dan het afnemen van een
bloedmonster op cyclus dag 2 of 3 en een iets langer durende echo bij het meten
van de antrale follikel telling. Na een eventuele partus ontvangen patienten
van fertiliteitsklinieken meestal een vragenlijst, bij dit onderzoek wordt ook
een korte vragenlijst opgestuurd die overeenkomt met de standaard vragenlijst.
Publiek
dr. v Heesweg 2
Zwolle 8026 AB
NL
Wetenschappelijk
dr. v Heesweg 2
Zwolle 8026 AB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Subfertiele paren die verwezen worden naar een fertiliteit kliniek met een indicatie voor IUI in een gestimuleerde cyclus. Hieronder vallen paren met onverklaarde subfertiliteit of milde mannelijke subfertiliteit en een spontane kans op conceptie lager dan 30% (Hunault score)of hoger indien paren 6 maanden hebben gewacht na het berekenen van de initiële Hunault score. Onverklaarde subfertiliteit inclusief minimale tot milde endometriose (AFS graad 1 of 2) wordt gedefinieerd als het onvermogen om zwangerschap te bewerkstelligen na minimaal 1 jaar onbeschermde coïtus waarbij er tijdens oriënterend fertiliteit onderzoek geen factoren gevonden werden die de fertiliteit negatief zouden kunnen beïnvloeden. Daarnaast moet minimaal 1 semen analyse normaal zijn conform WHO standaarden. Ovulatie is gedocumenteerd doormiddel van temperatuur curves, echografie of normale luteale progesteron waarden. In principe volstaat een negatieve anamnese (o.a. voor doorgemaakte genitale infecties) in combinatie met een negatieve Chlamydia Antistoftiter ter uitsluiting van tubapathologie. Bij twijfel van de doorgankelijkheid of indien het lokale protocol dit vereist, zal tubadiagnostiek verricht worden (HSG, fertiloscopie of laparoscopie). Als een post-coitum test is verricht moet een cervicale factor zijn uitgesloten. Milde mannelijke subfertiliteit is gedefinieerd als abnormaal volgens WHO richtlijnen met een minimaal gemiddelde VCM (=volume x concentratie x motiliteit) voor opwerking van 10 miljoen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Hunault score * 30 %
- Endometriose AFS graad 3 of 4
- Contra-indicaties voor het gebruik van gonadotrofines (cysten > 2 cm, allergie voor gonadotrofines)
- VCM na opwerking lager dan 1 miljoen.
- Vrouwen jongen dan 18 of ouder dan 43.
- Eerdere behandeling doormiddel van ovariële hyperstimulatie en IUI tijdens huidige subfertiliteit.
- Onvermogen om Nederlands te kunnen verstaan of lezen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT01662180 |
CCMO | NL41198.075.12 |