Het doel van dit onderzoek is om de volgende hypothese te toetsen:De hierboven beschreven protocollaire CGT (cognitieve therapie & binge cue exposure met responspreventie & body exposure met attentiereallocatie training) is effectiever dan…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Eetstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Specifieke eetpsychopathologie (eetgedrag, frequentie eetbuien (= binge
frequency), inadequate compensatiegedragingen, piekeren over eetgedrag,
lichaamsvormen en gewicht) dmv interview Eating Disorder Examination, zie voor
de vertaling van dit Britse interview: Jansen, 2000.
- Lichaamstevredenheid en lichaamswaardering (vragenlijsten ASI-R short, EDI
Body Image subschaal, Body Checking Scale)
- Eetgedrag (mbv Nederlandse Vragenlijst voor Eetstoornissen (NVE) en de Power
of Food Scale (PFS)).
- Zelfwaardering (RSE)
- Stemming (depressie, positief en negatief affect) (vragenlijsten: Beck
Depression's Inventory-II (Beck, 1987, vertaling van der Does, 2002) en PANAS;
Positive and Negative Affect Schedule - vertaling Peeters et al., 1999)
- Body Mass Index (BMI) (bepaling lichaamsgewicht en lichaamslengte)
Secundaire uitkomstmaten
procesvariabelen (16 x gemeten tijdens behandeling voorafgaande aan elke
sessie):
- Positief en Negatief Affect (PANAS) (procesvariabele)
- Drang om te eten afgelopen week (visueel analoog schaal - VAS)
- Geloofwaardigheid idiosyncratische irrationele cognities (VASsen)
- Angst controleverlies eetgedrag/voedselinname (VAS)
- Angst voor en afkeer van het eigen lichaam (VAS)
- general well-being van afgelopen week (VAS)
procesvariabele 2 x gemeten (VM & NM):
- Persoonlijkheidsproblematiek (interview SCID-II)
- Impulsiviteit (inhibitiecapaciteit) (mbv de Stop Signal Task = computertaak)
secundaire maten (VM, NM, FU's):
- Zelfwaardering (vragenlijst; Rosenberg Self-Esteem Scale (RSE)
- Dichotoom Denken (vragenlijst DTS)
- Algemene psychische klachtenlijst (vragenlijst; BSI)
- Treatment credibility; geloofwaardigheid van de behandeling (3 items)
- Treatment integrity; alle sessies worden op audiotape opgenomen. Mbv een
protocolmanual wordt getoetst of de therapeuten in de protocollaire condities
zich aan het protocol gehouden hebben.
Achtergrond van het onderzoek
Op dit moment is cognitieve gedragstherapie (CGT: een therapie waarin zowel
elementen van cognitieve therapie (CT) zitten als elementen van gedragstherapie
(GT)) de voorkeursbehandeling voor bulimia nervosa en eetstoornissen niet
anders omschreven. CGT is de voorkeursbehandeling omdat zij tot nu toe de meest
effectieve therapie is. Er is echter 'room for improvement'; deze CGT leidt tot
aanzienlijke verbetering bij ongeveer 2/3 van de patienten, maar 1/3 van de
patienten die behandeld wordt met CGT geneest niet voldoende. In experimentele
voorstudies van aanvragers werden aanwijzingen gevonden dat klassiek
geconditioneerde drang een pathogene rol speelt bij het ontstaan van eetbuien.
Uit meer recent onderzoek van aanvragers werd duidelijk dat de kenmerkende
lichaamsontevredenheid bij deze stoornissen samenhangt met een disfunctionele
stijl van informatieverwerking, zoals selectieve visuele aandacht voor lelijke
lichaamsdelen. Vanuit deze empirische gegevens over instandhoudende factoren
werd een meer toegespitste CGT ontwikkeld. De C van CGT betreft een gedegen CT
zoals de afdeling volwassenenzorg kort (VZK) van de RIAGG Maastricht die al
vele jaren met veel succes toepast, en die in eerder onderzoek effectief
gebleken is. Tijdens deze cognitieve interventie worden disfunctionele
cognities en onderliggende disfunctionele cognitieve schema's uitgedaagd. De G
is exposure in twee vormen: 1) exposure aan eetbuicues zonder te mogen eten
(cue exposure met responspreventie) en 2) exposure aan het eigen lichaam,
waarbij er een hertraining van aandachtsallocatie plaatsvindt. De G heeft tot
doel de drang om te overeten te verminderen (dmv de cue exposure met
responspreventie) en om de selectieve aandachtsbias voor 'lelijke'
lichaamsdelen te veranderen in selectieve aandacht voor mooie lichaamsdelen,
dus om te leren kijken naar het eigen lichaam op een manier zoals gezonde
vrouwen dat ook doen (zie Jansen et al., 2005). De nieuwe CGT is dus een
combinatie/integratie van cognitieve therapie met exposure. Op grond van onze
ervaring en empirische data verwachten we van de graduele exposure aan
eetbui-uitlokkers we een snelle reductie van het aantal eetbuien, aan het begin
van de therapie. In eerder onderzoek in de RIAGG Maastricht bleek de exposure
aan eetbuicues uiterst effectief in de reductie van eetbuien. Van de exposure
aan het lichaamsbeeld + attentional retraining verwachten wij een grote afname
van de lichaamsontevredenheid. De onderzoeksvraag is of deze nieuwe CGT sneller
en beter werkt dan pure CT zonder gedagsinterventies (exposure).
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om de volgende hypothese te toetsen:
De hierboven beschreven protocollaire CGT (cognitieve therapie & binge cue
exposure met responspreventie & body exposure met attentiereallocatie training)
is effectiever dan een protocollaire CT zonder bijkomende gedragstherapie.
Onderzoeksopzet
Het betreft een gerandomiseerde klinische trial (open).
Onderzoeksproduct en/of interventie
De interventie bestaat uit 16 sessies pure cognitieve therapie (CT) ofwel 16 sessies cognitieve gedragstherapie (CGT). Elke sessie duurt 60 minuten. Deelnemers aan de CT en CGT krijgen ook huiswerk (het bijhouden van een gedachtendagboek en het doen van gedragsexperimenten). Dit huiswerk kost ongeveer 15 - 30 minuten per dag, gedurende 5 dagen per week.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen risico's aan deelname verbonden. Deelname kost evenwel wel meer
tijd (wegens invullen vragenlijsten en deelname aan interviews en
computertaak). Deelname behelst 13 of 14 uur tijd, o.i. is deze belasting die
verdeeld is over 1,5 jaar en 4 meetmomenten acceptabel in het licht van de
vraagstelling.
Publiek
Universiteitssingel 40
Maastricht 6229ER
NL
Wetenschappelijk
Universiteitssingel 40
Maastricht 6229ER
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Diagnose BN of EDNOS (bulimisch type) volgens de DSM-IV (APA, 1994)
2. BMI tussen 18 en 30
3. geslacht: vrouw
4. leeftijd: tussen 18 en 40 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Een primaire AS-1 diagnose anders dan eetstoornissen (eetstoornis moet primaire diagnose zijn)
2. BMI < 18, BMI > 30
3. Anorexia Nervosa
4. Gelijktijdige andere behandeling van psychische problemen
5. IQ minder dan 80
6. Nederlandse taal niet kunnen spreken en/of schrijven
7. Acuut suicidegevaar
8. Zodanig huidig alcohol- en/of drugsgebruik dat dit een eerste aanpak vereist
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL17291.068.07 |
OMON | NL-OMON27127 |