Het gebruik van populatie PK/PD modellen bij onderzoek naar optimale dosering van geneesmiddelen bij kinderen, staat toe met een beperkt aantal proefpersonen en samples tot conclusies te komen over de werkzaamheid en veiligheid. Toepassing hiervan…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Convulsies (incl. subtypes)
- Luchtwegaandoeningen bij neonaten
Synoniemen aandoening
Aandoening
Pijn en sedatie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1) Farmacokinetische uitkomstmaten zijn klaring en verdelingsvolume.
Secundaire uitkomstmaten
Farmacodynamische eigenschappen van de geneesmiddelen worden onderzocht in alle
geincludeerde premature neonaten. Zowel geneesmiddelgerelateerde effecten als
bijwerkingen en korte termijn effecten op morbiditeit en uitkomstmaten worden
onderzocht. De additionele PD uitkomstmaat voor de 8 van de 9
onderzoeksgeneesmiddelen betreft het vaststellen van een target concentratie
waarbij het onderzochte medicijn voldoende effectivieteit bereikt. Van
fluconazol wordt enkel de PK bestudeerd.
De parameters om het effect van deze geneesmiddelen te beoordelen zijn:
a) Fentanyl en paracetamol, toegepast als analgetica; klinische eindpunt is
verlichting van de pijn, gemeten met de gevalideerde COMFORTneoscore en de NRS
score.
b) Midazolam, fenobarbital en levetiracetam, toegepast als anti-convulsieve
middelen; klinisch eindpunt is de controle van de convulsies, gemeten door
Cerebral Function Monitoring met amplitude-integrated EEG (aEEG).
c) Midazolam en fentanyl, toegepast als sedativa tijdens endotracheale
intubatie; klinisch eindpunt is intubation readiness score (IRS) en een
kwalitatieve intubatie score.
d) midazolam en fentanyl, toegepast als sedativa verpleegkundige zorg; klinisch
eindpunt is gemeten met de COMFORTneo score.
e) Doxapram, ter behandeling van neonatale apneus; klinisch eindpunt is de
controle van de neonatale apneus en endotracheale intubatie in geval van falen
van de doxapram therapie. Het eerste eindpunt kan gemeten worden middels
moderne monitoring techniek, waarbij het effect van doxapram op reductie of
eliminatie van de apneus vastgesteld kan worden op basis van centrale
post-monitoring data die opgeslagen is sinds de start van de behandeling.
f) Sildenafil, ter behandeling van Persiterent Pulmonary Hypertension of the
Newborn (PPHN); klinische eindpunten zijn de benodigde ondersteuning van de
ademhaling, zuurstofbehoefte (herhaalde bepaling van de oxygenation index) en
de ontwikkeling van Bronchopulmonale Dysplasie (BPD).
g) Ibuprofen, ter behandeling van patent ductus arteriosus (PDA); klinische
eindpunt is het sluiten van de ductus arteriosus. Middels echocardiografische
beeldvorming wordt de diameter van de ductus gemeten en de LA/AO ratio (left
atrial to aortic root ratio) berekend.
Inter- en intrapatient variabiliteit van de PK en PD parameters van de
onderzoeksgeneesmiddelen. Parameters worden geidentificeerd die effect hebben
op deze variabiliteit.
Tertiare doelen:
a) Ontwikkeling Dried Blood Spot analyse als minimale invasieve methode voor
toekomstig onderzoek bij neonaten.
b) Invloed van specifieke polymorfismen betrokken bij het metabolisme van de
onderzoeksgeneesmiddelen.
Achtergrond van het onderzoek
Ongeveer 60% van de geneesmiddelen wordt off label gebruikt bij ernstig zieke
neonaten op de Neonatal Intensive Care Unit (NICU). Dit geldt te meer voor
premature neonaten waar de farmacokinetiek van deze middelen sterk kan
verschillen door een immature eliminatie. Door het gebrek aan gegevens over de
werkzaamheid en veligheid is het moeilijk tot evidence based doseerrichtlijnen
te komen voor deze middelen. Dit wijst op het grote belang van meer
geneesmiddelonderzoek in deze populatie.
De farmacokinetiek (PK) en farmacodynamiek (PD) van geneesmiddelen in premature
neonaten zijn verschillend ten opzichte van aterme neonaten, kinderen en
volwassenen. Deze verschillen vinden hun oorsprong in de lichaamssamenstelling,
de immature nierfunctie, leverfunctie, receptoren en transporters. Na de
geboorte vindt er een snelle ontwikkeling plaats van deze functies, welke een
frequente dosisaanpassing behoeven in de eerste levensweken . Afgezien van
leeftijd en groei, kunnen co-morbiditeit, co-medicatie en genetische
heterogeniteit een grote invloed hebben op de inter-individuele variabiliteit
in PK en PD bij prematuren. Er bestaat een groot kennisgebrek over geneesmiddel
toepassing bij (extreem) premature neonaten.
Doel van het onderzoek
Het gebruik van populatie PK/PD modellen bij onderzoek naar optimale dosering
van geneesmiddelen bij kinderen, staat toe met een beperkt aantal proefpersonen
en samples tot conclusies te komen over de werkzaamheid en veiligheid.
Toepassing hiervan bij premature neonaten, met de grootste variabiliteit in PK
van geneesmiddelen en het grootste kennisgebrek in onderzoeksdata, kan
bijdragen aan ede ontwikkeling van geindividualiseerde veilige
doseerrichtlijnen.
Het doel van dit onderzoek is het karakteriseren van de PK, veiligheid en
werkzaamheid van off label geneesmiddelen bij premature neonaten. Hierbij is
een selectie gemaakt van veel gebruikte geneesmiddelen of wiens toepassing
veelbelovend is: doxapram, fentanyl, midazolam, paracetamol, fenobarbital,
sildenafil, levetiracetam, ibuprofen en fluconazol. PK/PD analyse zal
resulteren in (aangepaste) doseerrichtlijnen in het landelijk kinderformularium
(NKFK) en verbetering van de kwaliteit van de patientenzorg. Daarnaast zal het
ontwikkelen van een Dried Blood Spot analyse (DBS) voor deze geneesmiddelen
onderzocht worden, zodat een minimale hoeveelheid bloed kan volstaan voor het
routine behandeling en toekomstig onderzoek.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is opgezet als een prospectieve observationeel multi-center
onderzoek naar de PK en PD van doxapram, fentanyl, midazolam, paracetamol,
fenobarbital, sildenafil, levetiracetam en ibuprofen, en de PK van fluconazol
welke onderdeel uitmaken van standaard behandelprotocollen. Het behandelbeleid
van de proefpersoon is de verantwoordelijkheid van de arts en dient in
overeenstemming te zijn met de geldende protocollen en richtlijnen. Tijdens
deelname aan het onderzoek is een beperkte bloedafname ten behoeve van PK
analyse de enige interventie bij de patient. De totale hoeveelheid additioneel
afgenomen bloed voor onderzoek zal nooit meer zijn dan 3% per 4 weken en 1% per
afnamemoment.
De gegevens die verzameld worden tijdens het standaard bezoek op de polikliniek
2 jaar na geboorte van elk prematuur geboren kind, worden gebruikt voor het
onderzoek. Het gaat hierbij om de groei, fysiologische, neurologische en
psychologische ontwikkeling die inzicht kunnen geven in de veiligheid van de
geneesmiddelen in het onderzoek.
Inschatting van belasting en risico
Het risico en de belasting van deelname aan dit onderzoek zijn minimaal
aangezien de afname van een beperkte hoeveelheid bloed de enige interventie is.
Er zal geen invasieve procedure worden gebruikt om bloedmonsters voor dit
onderzoek te verkrijgen (zoals een hiel prik). Bloedmonsters worden verkregen
uit een reeds aanwezige infuuslijn of in combinatie met routinematige afnames.
Bloedafname wordt uitsluitend gedaan door ervaren professionals in
overeenstemming met het beleid van de NICU, die zich richten op het
minimaliseren van bijkomende pijn en onrust. Daarnaast worden bloedmonsters
verkregen uit restmateriaal dat beschikbaar is in de ziekenhuislaboratoria.
Om in te staan voor een minimaal risico en belasting van de proefpersoon is het
totaal af te nemen bloedvolume voor onderzoek gesteld op 3% van het circulerend
volume per 4 weken, en niet meer dan 1% per keer. Dit is in overeenstemming met
de regels die de EMA stelt aan het verrichten van onderzoek bij neonaten. De
onderzoeker en behandelend artsen kunnen beslissen om af te zien van een
geplande additionele bloedafname op medische gronden, bijvoorbeeld bij een te
laag Hb.
Volgens de richtlijn van de Nederlands Federatie voor Universitair Medische
Centera *Kwaliteitsborging mensgebonden onderzoek 2.0*, wordt het risico van
deelname voor de proefpersoon aan dit onderzoek geclassificeerd als
verwaarloosbaar.
Publiek
Dr Molenwaterplein 60
Rotterdam 3015 GJ
NL
Wetenschappelijk
Dr Molenwaterplein 60
Rotterdam 3015 GJ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* Gestational age < 32 weken
* Opgenomen op 1 van de deelnemende NICUs
* Gebruik van één van de bestudeerde medicijnen als onderdeel van de standaard behandeling
* Getekend Informed Consent door beide ouders of verzorgers
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Geen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL47409.078.14 |