Doel van de studie: Te onderzoeken of spironolacton de extra cellulaire matrix positief kan veranderen, dit wordt gedaan door veranderingen in de fibrose bio-marker Procollagen Type III N-Terminale Peptide (PIIINP) te bepalen, in patiënten met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Veranderingen in serum concentratie van PIIINP (RI assay, centraal
laboratorium) tussen baseline en na 9 maaanden. Een periode van 9 maanden wordt
voldoende geacht om cardiale fibrose, waarvoor PIIINP een algemeen
geaccepteerde marker is, te beïnvloeden. Serum PIIINP concentratie wordt
verlaagd door MRA's: verlaging van serum PIIINP wordt geassocieerd met meer
gunstige klinische uitkomsten
Secundaire uitkomstmaten
Veranderingen in serum of plasma gehalte van biomarkers voor extracellulaire
matrix turnover. PICP (synthese) en ICTP (afbraak), van baseline tot 9 maanden
(RIA central laboratorium)
Cardiale remodellering, vastgesteld door echocardiogram, waaronder atriaal
volume, linker ventrikel massa en Doppler metingen van rechter en linker
ventrikel functie and NT-pro BNP (ELISA, centraal laboratorium) van baseline
tot 9 maanden (gecertificeerde centra en centrale beoordeling)
Afstand gelopen op de shuttle loop test waarbij maximale hartslag en
ademfrequentie worden bepaald.
Vasculaire functie bepaald door niet-invasieve technieken
Aantal klinische klusters van ontwikkeling van hartfalen of atrium fibrilleren,
niet fatale myocard infarcten of beroerte of cardiovasculair overlijden van
baseline tot 9 maanden. De HOMAGE clinical event committee (geblindeerd) zal
alle serious adverse events beoordelen.
Veiligheids eindpunten: Door onderzoeker gerapporteerde adverse events worden
verzameld door een ad hoc rapportage systeem. Verder worden van te voren
vastgestelde AEs gevolgd:
-verslechtering van nierfunctie (verlaging van eGFR >20%)
-Hyperkalaemie (verhoging van serum kalium boven 5.5 mmol/l)
-Gynaecomastie en of pijn in borstweefsel
-Veranderingen in serum kalium en eGFR worden bij dag 7, maand 1, 3, 6 en 9
bepaald
-Hypotensie, valpartijen en fracturen
Achtergrond van het onderzoek
Ondanks vooruitgang in behandeling, blijft de prognose slecht voor patiënten
met hartfalen. Preventie is het meest efficiënt wanneer het gericht is op
patiënten met verhoogd risico en wanneer het is gericht is op patiënten die
meest waarschijnlijk zullen reageren op de behandeling. Een belangrijke
determinant voor de overgang naar hartfalen is een verhoging in myocardiaal en
vasculair collageen gehalte (fibrosis). In patiënten met hypertensie en
diabetes, twee belangrijke risico factoren voor hartfalen, komen veranderingen
in biomarkers voor fibrose voor, voordat hartfalen zich klinisch openbaart.
Deze markers zijn ook gerelateerd aan de prognose.
In de algemene populatie is Galectin-3 (Gal-3), een mogelijke marker voor
fibrose, geassocieerd met cardiovasculaire risicofactoren, en voorspelt de
ontwikkeling van hartfalen. In diermodellen speelt Gal-3 een sleutelrol voor
aldosteron-geïnduceerde CV- en nierfibrose en nierfalen.
Onze hypothese is dat de mineralocorticoid receptor antagonist (MRA),
spironolactone, hartfalen kan voorkomen door te acteren op de extracellulaire
matrix remodellering, vooral in patiënten met actieve fibrogenese, dit wordt
bepaald aan de hand van (hoge) Gal-3 waarden. De ratio tussen voordelen en
nadelen voor spironolacton kunnen hoger zijn in patiënten met hogere
concentraties Gal-3 ten opzichte van patiënten met een lage concentratie.
Doel van het onderzoek
Doel van de studie: Te onderzoeken of spironolacton de extra cellulaire matrix
positief kan veranderen, dit wordt gedaan door veranderingen in de fibrose
bio-marker Procollagen Type III N-Terminale Peptide (PIIINP) te bepalen, in
patiënten met verhoogd risico op ontwikkelen van hartfalen en om te kijken of
dit effect groter is in patiënten met verhoogde plasma concentraties van Gal-3.
Secundair doel: De interactie tussen spironolacton en plasma concentratie van
Gal-3 te onderzoeken:
-op cardiale remodellering, vast te stellen via echocardiografie, omvattende
linker atrium volume, linker ventrikel massa, Doppler metingen van linker en
rechter ventrikel functie.
-op cardiorespiratoire prestatie gedurende inspanning
-op N-terminale pro-B-type natriuretische peptide (NT_ProBNP), een bepaling
voor haemodynamische stress.
-op clinische uitkomsten voor ontwikkeling van HF or boezemfibrilleren,
niet-fataal myocard infarct, beroerte of CV overlijden.
Beschrijving van de interactie tussen de veranderingen in PIINP, Procollagen
Type 1C terminaal peptide (PICP), 1-collageen telopeptide (ICTP) en baseline
waarden van Gal-3 en/of andere biomarkers betrokken bij het aan aldosteron
gerelateerde fibrose proces, onder andere:
-Cardiotrophine-1
- In serum opgelost interleukin-1 receptor family member (ST-2)
- Neutrofiel gelatinase-geassocieerde lipocalin (NGAL)
-Andere omics-gebaseerde biomarkers, waaronder genomische, momenteel onder
klinische evaluatie in de andere HOMAGE workpackages.
Onderzoeksopzet
PROBE - Open label gerandomiseerde klinische trial met geblindeerde evaluatie
(phase II)
Onderzoeksproduct en/of interventie
Experimentele groep: Spironolacton getitreerd van 25 mg per dag (in sommige gevallen om de dag) tot 50 mg per dag, aangepast (verlaagde dosering, stoppen of opnieuw starten met de dosering) volgens een gespecificeerde algoritme afhankelijk van het optreden/ verdwijnen van hyperkaleamie en/ of verslechtering van nier functie. Controle groep_ achtergrond therapie, geen extra behandeling Achtergrond behandeling kan bestaan uit elk middel anders dan loop diuretica of kalium sparende diuretica, waaronder mineralo-corticoiden antagonisten (eg. ACE inhibitors, angiotensine blocker inhibitors, beta blokkers en thiazide of thiazide-gelijkende diuretica)
Inschatting van belasting en risico
Voordelen: In patiënten met risico op hartfalen kan mechanisme gedreven,
doelgerichte therapeutische interventie de progressie van cardiovasculaire
ziekte en het optreden van hartfalen en cardiovasculaire events vertragen in
vergelijking met de standaard behandeling. Onze studie zal een katalysator zijn
voor het ontwikkelen van biomarkers/ biotargets die specifieke biologische
pathways kunnen identificeren die kunnen helpen in het leveren van
gepersonaliseerde therapie.
Gepersonaliseerde medicatie zou de klinische uitkomst kunnen verbeteren door
het vermijden van therapie in patiënten met hoge waarschijnlijkheid op lage
therapeutische respons en hoge waarschijnlijkheid op adverse events. Deze
specifiek aangepaste therapie verbeteren ook de kosten effectiviteit.
Vergeleken met de oncologie, waar gepersonaliseerde therapie meer en meer
gewoon en succesvol is, is het targeten van specifieke middelen voor patiënten
die het meest waarschijnlijk baat erbij hebben, nog steeds een niet ingevulde
behoefte.
Risico's: spironolacton wordt sinds 1959 gebruikt. De bijwerkingen zijn wel
bekend, reversibel en infrequent bij voorgenomen dosering en bewaakte regimen.
Risico's omvatten hyperkalaemie, verslechtering van nier functie, gynaecomastie
en pijn in borstweefsel. Patiënten worden gemonitord voor adverse events op dag
7, maand 1, 3, 6 en 9 (laatste visite) met een klinische bepaling en evaluatie
van kalium gehalte in serum en eGFR. Venapunctie kan blauwe plekken
veroorzaken. Er zijn geen andere invasieve procedures.
Publiek
Meibergdreef 39
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 39
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Getekend informed consent verkregen voorafgaand aan studieprocedure
2. Leeftijd >65 jaar
3. Klinische risicofactoren voor ontstaan van hartfalen, of:
coronaire hartziekten (bv. myocard infarct, angioplastiek of kransslagader bypass)
of
Tenminste twee van de volgende criteria:
-Diabetes Mellitus waarvoor hypoglycemische pharmacotherapie noodzakelijk is
-Pharmacologische therapie voor hypertensie
-Microalbuminurie, gedefinieerd als kreatinine >30 mg/g ongeacht sexe
- Abnormaal ECG (linkerventrikel hypertrofie, QRS>120 msec, abnormale Q-waves)
4. Biologische risico: NT-pro BNP waarden tussen 125 en 1000 ng/l of BNP waarden tussen 35 en 28 pg/ml (overeenkomstig met de ESC richtlijnen, wijzend op risico op hartfalen, maar die prevalent hartfalen of boezemfibrileren helpen uitsluiten, die geassocieerd zijn met verhogingen in NT-pro BNP/BNP en deze moeten dan verder onderzocht worden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. recente wondheling/ ontstekingen:
- Operaties, coronair, cerebraal of perifere vasculaire events of infectie in voorafgaande 3 maanden
- Kanker (levensbeperkend of minder dan 2 jaar in remissie)
-Autoimmuun ziekten
-Aandoeningen aan lever
2. Eerdere diagnose van klinisch hartfalen:
3. Gemiddelde tot ernstige LV Systolische vertriculaire disfunctie (bv LVEF<45%)
4. Gemiddelde of ernstig vaatlijden (volgens mening onderzoeker)
5. gecorrigeerde eGFR< 30ml/min/ 1.73m2, gebruikmakend van MDRD vier variabele berekening)
6. Kalium gehalte in serum >5.0 mmol/L en natrium <125 mmol/l (ongeacht associatie met lever cirrhose)
7. Behandeling met MRA of diuretica (furosemide, bumetanide, ethacrynezuur of torasemide) in de voorgaande 3 maanden
8. Kalium supplementen of kalium sparende diuretica gebruik tijdens inclusie
9. Atrium fibrilleren in voorgaande maand voor inclusie (AF durende , 60 seconde op ambulatory ECG is toegestaan)
10. Bekende hypersensitiviteit voor Spironolacton of hulpstoffen in Spironolacton
11. Patienten die behandeling nodig hebben met niet toegestane medicatie volgens bijsluiter behalve ACE inhibitors of angiotensine receptor blokkers, maar niet in combinatie van de laatste
12. Patiënten die geen informed consent kunnen geven
13. Deelname aan een andere interventie studie in de voorgaande maand
14. Vermogen om te lopen is volgens de onderzoeker's mening duidelijk gelimiteerd door gewrichtsaandoeningen of andere locomotoire problemen of longziekten anders dan cardiorespiratoire fitheid
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-000413-48-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02556450 |
CCMO | NL52729.068.15 |