Doel van dit project om kinderen met meervoudige risico*s voor de ontwikkeling van gedragsproblemen vroegtijdig te identificeren. Er zijn goed gevalideerde instrumenten zijn om gedragsproblemen bij kinderen te meten (bv. CBCL/TRF, SDQ). Deze…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
gedrags en emotionele problemen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Gedrags- en emotionele problemen
Secundaire uitkomstmaten
Sociale ontwikkeling
Schoolse ontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
DNA methylatie
Cortisol
Achtergrond van het onderzoek
Kinderen die vroeg in de basisschool gedragsproblemen hebben, lopen een groot
risico op het ontwikkelen van ernstig negatieve uitkomsten in de adolescentie
en volwassenheid, zoals delinquentie, vroegtijdige schooluitval, werkloosheid,
justitiële veroordelingen, middelenmisbruik, psychiatrische aandoeningen,
vroegtijdig ouderschap, en het gaan mishandelen van eigen kinderen. Daarnaast
neemt de effectiviteit van geboden hulp af naarmate risicokinderen later
geïdentificeerd worden. Tegelijk blijkt vroegtijdig ingrijpen zeer
kosteneffectief.
Een vroegtijdige identificatie van risicokinderen lijkt dus potentieel zeer
effectief te zijn. Echter, zelfs de best presterende gedragsvragenlijsten
blijken zeer beperkt in staat de ontwikkeling van risicokinderen daadwerkelijk
te voorspellen. Het gevolg is dat kinderen ten onterechte in contact kunnen
komen met de JGZ, wat naast inefficiënt ook onwenselijk is. Daarnaast worden
echte risicokinderen te laat geïdentificeerd, of krijgen te laat zorg op maat
omdat er te weinig inzicht is de meervoudige risico*s waarbinnen de
gedragsproblemen van deze kinderen zich hebben kunnen ontwikkelen.
In dit onderzoek zetten wij het risicokind, niet het instrument, centraal door
te onderzoeken hoe kinderen met het risico op ernstige gedragsproblemen tijdens
de basisschool zo goed mogelijk geïdentificeerd kunnen worden.
Naast het vroegsignaleren van risicokinderen richt het project zich op het
begrijpen van de ontwikkelingspaden richting psychopathologie. Een mogelijk
ontwikkelpad is de invloed van sociale ervaringen in de schoolcontext op stress
regulatie.
Doel van het onderzoek
Doel van dit project om kinderen met meervoudige risico*s voor de ontwikkeling
van gedragsproblemen vroegtijdig te identificeren. Er zijn goed gevalideerde
instrumenten zijn om gedragsproblemen bij kinderen te meten (bv. CBCL/TRF,
SDQ). Deze instrumenten zijn echter slecht in staat om de ontwikkeling van
risicokinderen te voorspellen. De meerderheid van de geïdentificeerde
risicokinderen heeft * achteraf gezien - geen hulp nodig (positieve
predicatieve waarde, PPW = ongeveer 40%), en een gering, maar belangrijk
gedeelte van de kinderen die wel hulp nodig heeft wordt gemist (negatieve
predicatieve waarde, NPW = 90%)(Bennett et al., 1998). Omdat gedragsproblemen
zich ontwikkelen in de context van (meervoudige) risicofactoren, is een
acceptabele predictieve accuratesse alleen te verkrijgen wanneer rekening
gehouden wordt met deze factoren. Tijdens de basisschoolperiode vallen
gedragsproblemen samen met problematisch relaties met leerkrachten, ouders, en
medeleerlingen, en een problematische academische ontwikkeling. Daarnaast
spelen contextuele factoren (bv. lage SES) mee (Bronfenbrenner, 1986). Echter,
welke factoren wanneer bijdragen aan de ontwikkeling van gedragsproblemen in
grotendeels onbekend.
De taakstelling is te komen tot een effectieve identificatie van
risicokinderen. 1330 kinderen op reguliere basisscholen in Nederland worden
gevolgd van groep 1 t/m 5. Als criterium voor wel/geen hulp nodig worden drie
indicatoren gebruikt: 1. score in klinische range van gestandaardiseerde
instrumenten, 2. oordeel van een expertgroep, en 3. JGZ oordeel.
De verwachting is dat naast persistentie in gedragsproblemen, falen in
(sociale) relaties), en falen in schoolfunctioneren en verschillende context
variabelen unieke predictieve waarde ten opzichte van benodigde hulp hebben.
Het onderzoek resulteert in een praktisch toepasbaar identificatiesysteem van
risicokinderen.
Naast het vroegsignaleren van risicokinderen richt het project zich op de
ontwikkelingspaden naar psychopathologie. Een mogelijk ontwikkelpad is de
invloed van sociale ervaringen in de schoolcontext op stress regulatie. Dit pad
kan lopen via de invloed van aversieve sociale ervaringen op DNA methylatie van
promotor regio's van genen die verantwoordelijk zijn voor stress regulatie, wat
leidt tot veranderingen in de reactie van de HPA-as op stress.
Onderzoeksopzet
Longitudinale observationele studie onder kinderen van reguliere basisscholen
Inschatting van belasting en risico
de belasting is minimaal, de risico's zijn nihil tot afwezig
Publiek
Kloveniersburgwal 29
Amsterdam 1011 JV
NL
Wetenschappelijk
Kloveniersburgwal 29
Amsterdam 1011 JV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Kinderen uit groep 1, 2 en 3 van deelnemende scholen bij start studie
675 kinderen die gevolgd zijn vanaf het begin van de studie worden vanaf 2017 benaderd om mee te doen aan de middelbare school metingen. De beste vriend in de klas van de target adolescent wordt ook gevraagd om mee te doen aan de studie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
geen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL37788.029.11 |