Evalueren of liposomaal prednisolon effectief is ter verbetering van shuntmaturatie na chirurgische aanleg van een radio-cephalica shunt.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
- Vaataandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Aandoening
vaattoegang bij hemodialyse
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De diameter van de vena cephalica, zes weken na chirurgie, is het primaire
eindpunt.
Secundaire uitkomstmaten
Echo-duplex metingen 6 weken en 3 maanden na chirurgie:
- Vena cephalica diameter (waar 6 weken het primaire eindpunt is).
- Per-patient verandering van vena cephalica diameter.
- Arteria radialis diameter.
- Arteria radialis flow.
Achtergrond van het onderzoek
De natieve arterioveneuze shunt is de eerste keuze vaattoegang bij chronische
hemodialyse. In 30-50% van de gevallen is er onvoldoende maturatie, met de
hoogste incidentie hiervan in radio-cephalica shunts. Inflammatoire cytokines
zijn betrokken in dit proces van nonmaturatie. Door een anti-inflammatoire
werking kunnen corticosteroïden de maturatie mogelijk verbeteren, ten koste van
belangrijke systemische bijwerkingen. Liposomaal prednisolon is een lang
circulerend corticosteroïd dat zijn werking heeft in ontstoken weefsel, met een
lage systemische concentratie en beperkte bijwerkingen. In een
proefdieronderzoek verbeterde liposomaal prednisolon de maturatie van shunts.
Op dit moment is er nog geen therapie beschikbaar die gericht is op het
verbeteren van shuntmaturatie. Deze studie zal evalueren of liposomaal
prednisolon effectief is ter verbetering van shuntmaturatie na toediening aan
mensen na een chirurgische aanleg van een radio-cephalica shunt.
Doel van het onderzoek
Evalueren of liposomaal prednisolon effectief is ter verbetering van
shuntmaturatie na chirurgische aanleg van een radio-cephalica shunt.
Onderzoeksopzet
Multi-center, dubbelgeblindeerde, gerandomiseerde klinische studie met 1:1
randomisatie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De proefpersonen worden 1:1 gerandomiseerd in twee groepen. Een groep zal worden behandeld met twee doses van elk 150mg liposomaal prednisolon, op dag 1 en dag 15 geteld vanaf de dag van chirurgie. De andere groep wordt op dezelfde tijdstippen behandeld met een placebo (500 ml fysiologische zoutoplossing).
Inschatting van belasting en risico
De proefpersonen worden belast met twee intraveneuze behandelingen, een
echografie extra ten opzichte van standaard zorg, en vier bloedafnames. Bij de
screening wordt een lichamelijk onderzoek verricht. Het risico geassocieerd met
deelname is de kans op bijwerkingen. Voordeel en relevantie voor de groep: als
liposomaal prednisolon shuntmaturatie verbetert, kunnen patiënten die met het
middel behandeld zijn potentieel minder worden blootgesteld aan aanvullende
chirurgische behandelingen ter bevordering van shuntmaturatie of ter vervanging
van een gefaalde shunt. Daarnaast hebben deze patiënten in de toekomst meer
opties voor eventuele volgende shunts.
Publiek
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patiënten bij wie de aanleg van een radio-cephalica shunt voor chronische hemodialyse gepland is.
2. Mannen of vrouwen met een leeftijd >= 18 jaar.
3. Patiënten zijn in staat en bereid om schriftelijke toestemming (informed consent) te geven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Een ziekte, handicap of klinisch belangrijke afwijking die, naar het oordeel van de onderzoeker, de interpretatie van klinische effectiviteits- of veiligheidsgegevens kan beïnvloeden of veilige deelname aan de onderzoekshandelingen kan beperken.
2. Gelijktijdige deelname in een ander klinisch interventie-onderzoek of personen die minder dan 30 dagen voor screening een ander onderzoeksgeneesmiddel toegediend hebben gekregen.
3. Psychose in de voorgeschiedenis.
4. Osteonecrose in de voorgeschiedenis.
5. Eerdere aanwezigheid van een arterioveneuze shunt in de ipsilaterale extremiteit.
6. Actuele aanwezigheid van een centraalveneuze catheter aan de ipsilaterale zijde met centraalveneuze obstructie.
7. Behandeling met orale, rectale of injecteerbare (inclusief intra-articulaire) glucocorticoïdenminder dan zes weken voor de screening. Inhalatieglucocorticoïden zijn toegestaan. Dermale glucocorticoïden zijn toegestaan, mits de totale dosis minder is dan 100 gram per week voor mild (klasse 1) tot matig (klasse 2) werkende glucocorticoïden, 50 gram per week voor sterk (klasse 3) werkende glucocorticoïden of 30 gram per week voor zeer sterk (klasse 4) werkende glucocorticoïden in de vier weken voor de screening.
8. Behandeling met immunosuppressiva. Behandeling met NSAIDs.
9. Proefpersonen waarvan het onwaarschijnlijk is dat zij de onderzoekshandelingen volledig zullen ondergaan (bijvoorbeeld door comorbiditeiten waarbij een langdurige onderbreking of staken van de onderzoekshandelingen te verwachten is of een voorgeschiedenis van middelenmisbruik of therapie-ontrouw).
10. Vrouwen die borstvoeding geven, zwanger zijn (positieve zwangerschapstest bij screening) of voornemens zijn zwanger te worden gedurende het onderzoek.
11. Onbereidheid om veilige en acceptabele anticonceptiva te gebruiken gedurende het onderzoek tot drie maanden na de laatste behandeling, behalve voor vrouwen die chirurgisch onvruchtbaar zijn (bilaterale tubaligatie, bilaterale oophorectomie, hysterectomie) of tenminste een jaar postmenopauzaal zijn.
12. Maligniteit, tenzij gecureerd. Een actueel prostaatcarcinoom zonder actuele of geplande chemotherapie is toegestaan.
13. Ongecontroleerde Diabetes mellitus.
14. Tekenen van een actieve infectie, waarvoor systemische behandeling noodzakelijk is.
15. Positieve Quantiferon-test.
16. Proefpersonen met een positieve hepatitis-screening (waaronder Hepatitis B oppervlakte-antigeen (HBsAg) en/of anti-hepatitis B kern-antistoffen en/of hepatitis C antistoffen (anti-HCV).
17. Voorgeschiedenis van anafylaxie of ernstige allergische reacties, waaronder tegen contrastmiddelen.
18. Geplande vaccinaties met levend virus-vaccins.
19. Geplande chirurgische ingrepen of geplande electieve ziekenhuisopnames binnen zes weken na shuntchirurgie. Geplande hemodialyse-sessies gelden niet als exclusiecriterium.
20. Afwijkende leverfunctietests (ASAT/ALAT of bilirubine >2 x bovengrens van referentiewaarden) bij screening.
21. Klinisch belangrijk afwijkende waarden in de bloedceltelling, naar het oordeel van de onderzoeker.
22. Actueel middelenmisbruik, waaronder alcoholmisbruik.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-002488-40-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02495662 |
CCMO | NL53850.058.15 |