Het doel van deze studie is om de neurale correlaten van sociale uitsluiting en sociale besluitvorming te vergelijken tussen kinderen die chronisch afgewezen zijn door klasgenoten, met kinderen die stabiel geaccepteerd zijn door klasgenoten. Het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
neural correlates of social decision making
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. De verandering in het keuzegedrag (Dictator Game) voor en na de Cyberball
Game tussen chronisch afgewezen en stabiel geaccepteerde kinderen. Keuzegedrag
zal worden bepaald via het aantal gedoneerde munten (max 10 munten) door de
proefpersoon voor zichzelf en de ontvanger (dat wil zeggen, een beste vriend,
een anonieme (neutraal) ontvanger, of een sex geëvenaard excluder van de
Cyberball Game). Deelnemers kunnen kiezen uit drie vaste verhoudingen, te
weten: 7 voor zichzelf, en 3 voor de ontvanger (7/3); 5 zelf, 5 voor de
ontvanger (05/05); of 3 voor zichzelf, 7 voor de ontvanger (3/7).
2. Verschil in Blood Oxygen Dependent (BOLD) signaal veranderingen gedurende de
sociale keuzetaak (Dictator game) van voor tot na Cyberball exclusie tussen
afgewezen en geaccepteerde kinderen.
Secundaire uitkomstmaten
1. Functionele connectiviteit tussen verschillende hersengebieden gedurende rust
2. brain*s default mode network (DMN)
3. anatomische (frontostriatal) connectiviteit
Achtergrond van het onderzoek
Sociale uitsluiting is zeer stresserend en leidt tot gevoelens van pijn, die
wordt weerspiegeld in de activiteit in hersengebieden die betrokken zijn bij de
verwerking van affectieve en lichamelijke pijn. Kinderen en adolescenten die
door de leeftijdsgenoten in de klas worden afgewezen kunnen last krijgen van
verschillende geestelijke gezondheidsproblemen, zoals externalizerende en
internalizerende problemen en school uitval. Een potentiële mechanisme waardoor
afgewezen kinderen psychische problemen kunnen ontwikkelen, is een verhoogde
emotionele en neurale reactiviteit op de negatieve ervaringen die afgewezen
kinderen meemaken (bijv genegeerd, uitgesloten). Dergelijke psychosociale
stress kan nadelige effecten op keuzegedrag en prosociaal gedrag hebben.
Onduidelijk is echter of deze responsen worden opgeroepen pas na een acute
beleving van sociale afwijzing, en of dit gelijkelijk is over alle kinderen, of
dat eerdere ervaringen van sociale afwijzing in klas kinderen gevoelig maakt
voor een nieuwe sociale afwijzing. Onze hypothese is dat eerdere ervaringen van
sociale afwijzing kinderen gevoelig maakt voor toekomstige afwijzing.
Onderzoek naar brein responses op sociale afwijzing hebben gebruik gemaakt van
volwassenen en adolescenten. Echter, afwijzing door leeftijdgenoten start
direct na de overgang naar de basisschool. Deze periode is tevens de periode
waarin het ontstaan en de ontwikkeling van depressieve gevoelens en angst
start. Daarnaast wijken kinderen af van adolescenten op een aantal cruciale
factoren. Zo leidt de overgang naar de middelbare school, welke adolescenten
meemaken, tot een verandering van de sociale netwerken, en wordt de
adolescentie gekenmerkt door een toename van peer-oriëntatie. Dit leidt tot een
verschuiving van de behoefte voor peer acceptatie. Deze veranderingen in deze
maatschappelijke heroriëntatie vallen samen met structurele en functionele
veranderingen in de hersenen. De resultaten van studies die zich richten op
peer-oriëntatie bij jonge adolescenten zijn daarom niet noodzakelijk
overdraagbaar naar de lagere school kinderen. Het lijkt daarom van cruciaal
belang om te bestuderen wat de rol is van de peer-afwijzing op de sociale
besluitvorming in de late kindertijd.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is om de neurale correlaten van sociale uitsluiting en
sociale besluitvorming te vergelijken tussen kinderen die chronisch afgewezen
zijn door klasgenoten, met kinderen die stabiel geaccepteerd zijn door
klasgenoten. Het tweede doel is te onderzoeken of verschillen in de
gevoeligheid voor afwijzing ook terug te vinden zijn in taak onafhankelijke
functionele connectiviteit verschillende hersengebieden die betrokken zijn bij
sociale afwijzing.
Het doel van de 2e meting binnen dezelfde proefpersonen is om te kijken of
verschillen tussen de 2 groepen, die gevonden zijn in W1 bestendigen, of zelfs
toenemen met een interval van één jaar.
Onderzoeksopzet
Gecontroleerde, niet gerandomiseerde observationele exploratieve fMRI studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
De Cyberball game (Williams & Jarvis, 2006) wordt tijdens de fMRI sessie gebruikt als een experimentele manipulator. De Cyberball game is gekozen omdat dit slechte een tijdelijk effect op de gemoedstoestand van proefpersonen zoals voorgesteld in de onderhavige studie heeft (Will, van Lier, Crone, & Güro>lu, 2015). Uit deze studie bleek immers dat afgewezen en geaccepteerde adolescenten een daling in hun gemoedstoestand lieten zien direct na Cyberball exclusie. Echter, 30 minuten na Cyberball exclusie wat het niveau van gemoetstoestand voor beide groepen weer op het niveau van voor Cyberball exclusie.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn, gegeven de exclusiecriteria, geen risico*s bekend voor deelname aan de
studie. De belasting voor deelname is minimaal. Op de testdag zullen de
deelnemers vragenlijsten invullen over hun sociale ervaringen en
gemoedstoestand en is er een oefensessie in een mock fMRI-scanner. Daarna
voltooien kinderen de computer taken (Dictator Game en Cyberball Game) in de
fMRI-scanner (tijd in scanner max. 50 min). Het bezoek zal 2 uur in totaal
duren. De risico's van MRI scans zijn verwaarloosbaar. Dit onderzoek is van
belang om meer inzicht te krijgen in het functioneren van de hersenen van
kinderen die zijn verworpen of geaccepteerd zijn door hun leeftijdgenoten.
Publiek
Burgemeester Oudlaan 50
Rotterdam 3062 PA
NL
Wetenschappelijk
Burgemeester Oudlaan 50
Rotterdam 3062 PA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
10 jaar oude jongens met een lage (30% laagste) and hoge (30% hoogste) gemiddelde sociale preferentie score over groep 2-5 van de basisschool
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Intelligentieniveau < 75
- Leerproblemen
- Neurologische afwijkingen
- fMRI exclusie condities: metale objecten in/op lichaam (beugel, pacemaker, metaal deeltjes, hoortoestel)
- claustrofobie
- Linkshandigheid
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL53637.000.15 |