Onderzoek naar de werking van een CYP3A4-remmer (itraconazole) op de PK van AZD9291.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om het effect van itraconazol op de blootstelling van AZD9291 (AUC and Cmax) te
onderzoeken, na orale toediening van de tabletvorm bij patiënten met EGFRm +
NSCLC met progressie tijdens EGFR TKI.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstelling: Om de farmacokinetiek van AZD9291 en metabolieten
(AZ5104 en AZ7550) na orale toediening van de tablet formulering in de
aanwezigheid en afwezigheid van itraconazol te karakteriseren.
Veiligheid Doelstellingen: Deel B: Om de veiligheid en verdraagbaarheid van
AZD9291 na vervolg toediening bij patiënten met EGFRm + NSCLC te onderzoeken.
Verkennende Doelstellingen: Deel A: Om genetisch onderzoek uit te voeren in
het AZD9291 klinische farmacologie ontwikkelings programma, om te bekijken hoe
genetische variaties invloed kunnen hebben op de klinische farmacokinetiek van
AZD9291.
Achtergrond van het onderzoek
AZD9291 is een krachtige irreversibele remmer van zowel de enkele EGFRm+
(TKI-sensitiviteitoverdragende mutatie) en dubbele EGFRm+/T790M+
(TKI-resistentieoverdragende mutatie) receptorvormen van EGFR met een
significante selectiviteitsmarge bij een wildtype-gen voor EGFR. AZD9291 heeft
daarom de potentie klinisch voordeel te bieden aan patiënten met gevorderde
NSCLC met zowel de enkele sensitiviteitmutaties als de resistentiemutatie na
eerdere behandeling met een EGFR-TKI. Het klinisch ontwikkelingsprogramma met
AZD9291 beoordeelt in eerste instantie de veiligheid en effectiviteit van
AZS9291 bij patiënten met gevorderde NSCLC bij wie de kanker gevorderd is
volgens een EGFR-TKI-behandelschema (met of zonder aanvullende
chemotherapiekuren), omdat deze patiënten een grote populatie met een
onvervulde medische behoefte vertegenwoordigen. De belangrijkste
P450-iso-enzymen die verantwoordelijk zijn voor humaan metabolisme van AZD9291,
AZ5104 en AZ7550 in recombinante microsomen waren CYP3A4 en/of CYP3A5. Daarom
is het huidige onderzoek ontwikkeld om de werking van een CYP3A4-remmer
(itraconazole) op de PK van AZS9291 te onderzoeken.
Doel van het onderzoek
Onderzoek naar de werking van een CYP3A4-remmer (itraconazole) op de PK van
AZD9291.
Onderzoeksopzet
Deel A beoordeelt de werking van itraconazol op de PK-parameters van AZD9291 en
metabolieten AZ5104 en AZ7550 na multipele orale doseringen van zowel
itraconazol en AZD9291. Deel B verleent patiënten verdere toegang tot AZD9291
na de PK-fase (deel A) en levert verdere informatie voor de aanvullende
inzameling van veiligheidsgegevens.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In deel A ontvangt elke patiënt 2 enkelvoudige doses AZD9291 80 mg (dag 1 en dag 10) en herhalen de dosering met itraconazol (dag 6 tot dag 18: itraconazol 200 mg bd). In deel B ontvangt elke patiënt een continue dosering van AZD9291 80 mg eenmaal daags voor de duur van hun deelname.
Inschatting van belasting en risico
Risico's die in verband worden gebracht met AZD9291: De hieronder opgesomde
bijwerkingen zijn de bijwerkingen die het meest voorkomen met AZD9291 of het
meest kunnen voorkomen door het werkingsmechanisme van AZD: Diarree - komt zeer
vaak voor (bij meer dan 1 op 10 patiënten).
• Uitslag en acne - komt vaak (bij meer dan 1 op 100 patiënten en minder dan 1
op 10 patiënten) tot zeer vaak (bij meer dan 1 op 10 patiënten) voor.
• Droge huid - komt vaak (bij meer dan 1 op 100 patiënten en minder dan 1 op 10
patiënten) tot zeer vaak (bij meer dan 1 op 10 patiënten) voor. Deze typen
huideffecten kunnen worden behandeld met crèmes en lotions, of met antibiotica.
• Veranderingen in nagels; nagelinfecties of veranderingen in wimpers. Deze
typen effecten kunnen worden behandeld met crèmes en lotions, en moeten
mogelijk worden behandeld met antibiotica.
• Hartklachten. Breng uw arts onmiddellijk op de hoogte als u symptomen van een
hartklacht hebt, zoals nieuwe of erger wordende kortademigheid in rust of
tijdens activiteit, hoesten, vermoeidheid, zwelling van uw enkels, voeten of
benen, gevoel dat uw hart bonst, het gevoel dat uw hart op hol slaat
(hartkloppingen), of onregelmatige hartslag, plotselinge gewichtstoename. U
staat tijdens het hele onderzoek onder nauwlettend toezicht en uw
onderzoeksarts kan u opdragen om te stoppen met het nemen van het
onderzoeksmiddel, of hij/zij kan u een specifieke behandeling voorschrijven.
• Droogheid van de ogen of dunner worden van de voorste ooglaag. U moet uw
onderzoeksarts onmiddellijk op de hoogte stellen als u tijdens het onderzoek
oogsymptomen hebt (zoals een brandend gevoel, irritatie of pijn, jeuk, wazig
zien, roodheid met of zonder afscheiding, gevoeligheid voor licht).
• Veranderingen in het slijmvlies van de darmen die kunnen leiden tot
problemen met diarree, slikken, onwel voelen (misselijkheid of braken),
brandend maagzuur of indigestie.
• Longontsteking (symptomen omvatten mogelijk buiten adem zijn, een nieuwe of
erger wordende hoest of kortademigheid, mogelijk met koorts). Breng uw
onderzoeksarts onmiddellijk op de hoogte als u een van deze symptomen ervaart.
• Mogelijk risico van schade aan ongeboren baby's. Risico's die in verband
worden gebracht met rifampicine Bij patiënten die rifampicine ontvingen zijn
een aantal mogelijk ernstige bijwerkingen gemeld, waaronder allergie,
geelzucht, blauwe plekken, anemie, bloed in de urine, hoofdpijn, hallucinaties,
diarree, griepachtige verschijnselen, vochtretentie, spierzwakte en
duizeligheid.
Publiek
Tommasini, Ivan -
Sodertalje SE-151-85
SE
Wetenschappelijk
Tommasini, Ivan -
Sodertalje SE-151-85
SE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Man of vrouw, in de leeftijd van ten minste 18 jaar.
• Histologische of cytologische bevestiging van diagnose NSCLC.
• Radiologische documentatie van progressie, tijdens een eerdere behandeling met een EGFR TKI, bijvoorbeeld, gefitinib of erlotinib. Aanvullend kunnen er ook andere vormen van therapie zijn gegeven. Alle patiënten moeten gedocumenteerde radiologische progressie hebben tijdens de laatst gegeven behandeling voorafgaand aan deelname aan de studie.
• Bevestiging dat de tumor een EGFR mutatie bevat die geassocieerd wordt met EGFR TKI gevoeligheid (inclusief G719X, exon 19 deletie, L858R, L861Q).
• Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) 0-1 zonder verslechtering in de 2 weken voorafgaande aan deelname aan de studie.
• Patiënten moeten een levensverwachting van >= 12 weken hebben zonder achteruitgang op het moment van screening. ;Voor alle Inclusie criteria, zie sectie 3.1 van het protocol.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Eerdere deelname en dosering in de huidige studie. Patiënten die geincludeerd werden, gescreend maar geen studie medicatie hebben gekregen (dat wil zeggen; trok zich terug uit de studie vóór de toediening) kunnen opnieuw worden ingeschreven en opnieuw gescreend indien naar het oordeel van de onderzoeker, de reden (en) voor eerdere intrekking niet langer van toepassing is.
• Deelname aan een andere klinische studie met studie medicatie tijdens de laatste 14 dagen voorafgaande aan de studie (of langer, afhankelijk van de gedefinieerde eigenschappen van de gebruikte middelen).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-001557-16-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02157883 |
CCMO | NL49872.031.14 |