Evalueren of het toevoegen van peginterferon alfa-2a bij patienten met een chronische hepatitis B virusinfectie, die zijn voorbehandeld met nucleos(t)ide analogen en dus een lage virale load hebben, kan leiden tot een hogere kans op kwantitatieve…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
kwantitatieve HBsAg afname > 1 log op week 48
Secundaire uitkomstmaten
Secondaire uitkomsten
• kwantitatieve HBsAg afname > 1 log op week 24 en 72
• kwantitatieve HBsAg afname > 0.5 log op week 24 en 48
• HBsAg verlies op week 48 en 72
Achtergrond van het onderzoek
Nucleos(t)ide analogen vormen tegenwoordig een veilig en effectief alternatief
voor interferon bij de behandeling van chronische hepatitis B. Het zijn potente
antivirale middelen die bij de meeste patienten leiden tot een ondetecteerbare
virale load, en zodoende progressie van de leverziekte kan voorkomen. Echter,
slechts bij een klein gedeelte van de patienten resulteert het ook in een
blijvende respons na het
stoppen van behandeling, hetgeen dus betekent dat deze personen langdurig, en
mogelijk zelfs levenslang, moeten worden behandeld. Peginterferon heeft
daarentegen een veel minder direct antiviraal effect, maar door de
immunomodulatoire eigenschappen van dit middel resulteert het wel in een
duurzame onderdrukking van virale replicatie na het stoppen van de behandeling.
Een groot nadeel is
alleen dat slechts 30% van de patienten deze respons laat zien na een
standaardbehandeling peginterferon.
De HBV-specifieke T-celrespons is gewoonlijk zwak of zelfs afwezig bij
patienten met een chronische hepatitis B virusinfectie. Behandeling met
nucleos(t)ide analogen en de bijbehorende virale loadreductie leidt enigszins
tot herstel van de immuunrespons. Mogelijk dat de toevoeging van peginterferon
dit proces verder kan stimuleren en leidt tot een hogere blijvende respons na
het stoppen van de behandeling.
Doel van het onderzoek
Evalueren of het toevoegen van peginterferon alfa-2a bij patienten met een
chronische hepatitis B virusinfectie, die zijn voorbehandeld met nucleos(t)ide
analogen en dus een lage virale load hebben, kan leiden tot een hogere kans op
kwantitatieve HBsAg daling, een voorspeller voor HBsAg verlies, het ultieme
doel van behandeling.
Onderzoeksopzet
Internationale, multicenter, gerandomiseerde, open-label studie met twee
behandel armen.
60 patienten zullen na randomisatie gedurende 48 weken behandeld worden met
PEG-IFN naast hun 'eigen' nucleos(t)ide analogen
30 patienten zullen na randomisatie hun 'eigen' nucleos(t)ide analogen
monotherapie continueren
Onderzoeksproduct en/of interventie
het toevoegen van PEG-IFN alfa-2a voor 48 weken bij patienten met chronische hepatitis B die reeds behandeld worden met nucleos(t)ide analogen
Inschatting van belasting en risico
Patienten zullen worden behandeld met peginterferon alfa-2a, een antiviraal
middel met veel
bijwerkingen. Patienten zullen frequenter naar het ziekenhuis en frequenter
bloed moeten afgeven om dit
te monitoren gedurende de peginterfeonbehandeling (elke 4 weken gedurende
behandeling met
peginterferon vs. elke 12 weken gedurende behandeling met alleen nucleos(t)ide
analogen). Een
venapunctie kan leiden tot pijn, zwelling, een blauwe plek of infectie.
Publiek
's Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015 CE
NL
Wetenschappelijk
's Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015 CE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Chronische hepatitis B (HBsAg positief > 6 maanden)
• HBeAg negatief gedurende 6 maanden voor start van peginterferon alfa-2a
• HBV DNA < 200 IU/ml onder behandeling met een nucleos(t)ide analoog (met uitzondering van Telbivudine) binnen een maand voor start van peginterferon alfa-2a
• zowel naieve als niet naieve Peginterferon patienten mogen deelnemen
• patienten moeten minimaal 1 jaar onderbehandeling zijn met nucleos(t)iden analogen op het moment van screenen
• gebruik van anticonceptie
• gecompenseerde leverziekte
• leeftijd > 18 jaar
• geschreven informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Behandeling met een medicijn in onderzoeksverband in de 30 dagen voorafgaand aan het onderzoek.
• Behandeling met Telbivudine
• Ernstige hepatitis, ALAT>10 x ULN
• voorgeschiedenis met gedecompenseerde cirrose (gedefineerd als geelzucht, ascites, oesophagus varices bloeding, encephalopathie)
• Pre-existente neutropenie (neutrophielen <1,500/mm3) of thrombocytopenie (trombocyten <90,000/mm3)
- Co-infectie met hepatitis C virus, hepatitis D virus of human immunodeficiency virus (HIV)
• aanwezigheid van een tweede leverziekte
• AFP > 50 ng/ml
• Hyper- or hypothyroidie
• Immunosuppressieve behandeling in de zes maanden voor start van PEG-IFN
- Contra-indicaties voor alfa-interferon therapie
• zwangerschap, borstvoeding
• andere significante comorbiditeiten die kunnen interfereren met deelname aan deze studie
- elke medische aandoening waarbij chronische behandeling met corticosteroiden geindiceerd is gedurende de studie
• bekende afhankelijkheid van alcohol abusus (>80 g/day), I.V. drugsgebruik in de laatste 2 jaar, huidig methadon gebruik is toegestaan
• elke andere conditie die de patient naar de mening van de investigator ongeschikt maakt voor deelname aan deze studie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-002010-37-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01373684 |
CCMO | NL36655.078.11 |