Het eerste doel van deze studie is kwantificeren van problemen in functionele loopvaardigheid bij kinderen met DCD en ten tweede het evalueren of deze loopvaardigheid te verbeteren is door middel van training.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bewegingsstoornissen (incl. parkinsonisme)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Case-control study (deel 1)
Het looppatroon wordt gemeten tijdens het lopen over de grond en op de C-mill.
De C-mill is een lopende band met ingebouwde krachtenplaten waarop afbeeldingen
geprojecteerd kunnen worden. Tijdens het onverstoord lopen worden
loopkarakteristieken, zoals staplengte, breedte en variabiliteit bepaald. Op de
C-mill wordt een obstakelontwijktaak uit gevoerd, met en zonder dubbeltaken.
Foutpercentage is hierbij de primaire uitkomstmaat.
Voor al deze metingen worden de scores van de kinderen met DCD vergeleken met
de referentiedata.
Interventie study (deel 2)
Veranderingen in de metingen zoals beschreven in deel 1 zijn de primaire
uitkomstmaten om de interventie te evalueren. Deze uitkomstmaten zullen direct
na de interventie en na 6 maanden follow-up gemeten worden.
Secundaire uitkomstmaten
case control study (deel 1)
Secundaire uitkomstmaten worden bepaald tijdens een motor plan taak en een
online stap correctie taak. Tijdens de motor plan taak worden staplengte,
-breedte en - tijd (gemiddelde en standaarddeviatie) in de twee stappen voor
contact met het doelvlak en de stap naar het doelvlak gemeten. Ook wordt de
toenaderingsafstand tot het doelvlak gemeten. De belangrijkste uitkomstmaat bij
de online correctie taak is de fout in voetplaatsing ten opzichte van het
doelvlak.
Om de resultaten van de loopmetingen op de C-mill te vergelijken worden ook
loop- en obstakelontwijktaken op de vlakke grond gemeten. Dit zijn een 10 meter
looptest (comfortabel en snel lopen), een gestandaardiseerd obstakel parcours
gebaseerd op de obstakel subtaak van de Emory Functional Ambulation Profile en
het stappen in een stapladder met steeds kleiner wordende sporten. Voor al deze
drie metingen wordt de tijd bepaald, en voor de laatste twee ook het aantal
vouten en balansverlies.
Zie paragraaf 6.2 in het protocol voor een beschrijving van de genoemde taken
en metingen.
Tenslotte, wordt de Motorische Competentiebelevingsschaal voor Kinderen(CBSK-M)
ingevuld. Hierbij wordt de beleefde competentie van de kinderen bij diverse
beweegactiviteiten gemeten.
Interventie studie (deel 2):
Tijdens dit gedeelte van de studie wordt valincidentie gemeten als secundaire
uitkomstmaat. De ouders (en kinderen) worden gevraagd naar valproblemen van het
kind, met betrekking tot de valfrequentie en blessures door vallen in de 6
maanden voor deelname aan de studie. Tijdens de 6 maanden follow-up na de
interventie worden de ouders gevraagd om valincidenten van hun kinderen te
registreren door middel van maandelijke val kalenders. Op deze kalenders
schrijven ze elke dag op of er een valincident heeft plaats gevonden. Deze
manier van valregistratie wordt geadviseerd door Prevention of Falls Network
Europe (ProFaNe). Indien er een val heeft plaatsgevonden worden ze gevraagd om
een vragenlijst in te vullen over de omstandigheden, oorzaken en gevolgen van
de val.
Achtergrond van het onderzoek
Kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD) hebben problemen met het
leeftijdsadequaat coördineren van hun bewegingen, zowel in de grove als in de
fijne motoriek. Zij ervaren hierdoor o.a. beperkingen bij alledaagse
activiteiten, zoals sport-, spel- en schoolactiviteiten. Ouders rapporteren met
name dat hun kinderen erg onhandig zijn en vaak vallen en struikelen. De meeste
studies en meetinstrumenten tot nu toe zijn gericht op de fijn motorische
activiteiten (zoals schrijfvaardigheid), terwijl de genoemde problematiek wijst
op problemen met de totale lichaamscoördinatie bij ambulante taken. Het is
daarom van belang duidelijkheid te krijgen over de aard van de gemelde
problemen bij kinderen met DCD in meer dynamische situaties zoals bij het lopen
en obstakel vermijding. Daarnaast is het relevant om inzicht te krijgen of deze
problemen reageren op training hetgeen kan leiden tot verbetering in de
participatie bij ADL activiteiten en vermindering van valproblematiek.
Doel van het onderzoek
Het eerste doel van deze studie is kwantificeren van problemen in functionele
loopvaardigheid bij kinderen met DCD en ten tweede het evalueren of deze
loopvaardigheid te verbeteren is door middel van training.
Onderzoeksopzet
De studie bestaat uit twee delen: een case-control studie en een interventie
studie. In het eerste gedeelte van de studie wordt de functionele
loopvaardigheid bij kinderen met DCD gemeten. Hiermee wordt bedoeld het lopen
in complexe situaties, waarbij gereageerd moet worden op de omgeving, bijv.
door obstakelontwijking en dubbeltaken. De uitkomst zal vergeleken worden met
data van een referentiegroep, welke bestaat uit kinderen van vergelijkbare
leeftijd met een reguliere ontwikkeling. De data van deze referentiegroep is
verzameld voor aanvang van de huidige studie.
inderen met DCD die slechter presteren dan de referentiegroep worden
uitgenodigd voor het tweede gedeelte van de studie waarbij ze 3 weken lang 2x
per week 30 minuten training krijgen op de C-mill. Na de training en na 6
maanden follow-up zullen de metingen herhaald worden.
Inschatting van belasting en risico
De belasting en risico van deelname aan deze studie zijn minimaal. De
materialen en testen die gebruikt worden voor de metingen bij de kinderen zijn
gebruikelijke klinische testen binnen de revalidatie setting. Alle deelnemers
worden gevraagd om te deelnemen aan de eerste meting van maximaal 2 uur.
Kinderen waarbij verwacht wordt dat zij mogelijk voordeel hebben bij de
training, worden een interventie aangeboden (6X30 minuten). Na deze interventie
worden zij uitgenodigd voor een na meting en follow-up meting. Hierdoor wordt
voor hen de totale belasting van de studie 9 uur, verspreid over 7 tot 8
maanden.
Alle opdrachten zijn speels en, in onze ervaring, kinderen vinden het erg leuk
om zowel de metingen en training op de C-mil als de overige metingen uit te
voeren.
Het doel van de interventie is om de loopvaardigheid bij kinderen met DCD te
verbeteren De hypothese is dan ook dat zij voordeel zullen hebben van deelname
aan de studie.
Omdat er nauwelijks onderzoek is gedaan naar loopvaardigheid en valproblematiek
bij kinderen met DCD is deze studie daarom van belang. Het is niet mogelijk om
de studie bij andere patientengroepen, bijvoorbeeld volwassenen, uit te voeren
omdat de resultaten dan geen externe validiteit zullen hebben voor kinderen met
DCD.
Publiek
reinier postlaan 4
Nijmegen 6525 JV
NL
Wetenschappelijk
reinier postlaan 4
Nijmegen 6525 JV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- leeftijd 6 tot en met 12 jaar
- voldoen aan de DSM-V criteria voor DCD:
1. met de Movement Assesment Battery for Children (mABC 2e editie) wordt de motorische vaardigheden van kinderen in kaart gebracht. Kinderen kunnen alleen deelnemen aan de studie als ze lager scoren dan het 16e percentiel, of op een van de drie componenten van de mABC-2 op of onder het vijfde percentiel.
2. de motorische beperking moet significant interfereren met het dagelijks leven en-of de schoolvaardigheden. De medisch specialist kan dit beoordelen en verder vaststellen met behulp van de Developmental Coordination Disorder Questionnaire (DCD Q) of Groninger Motoriek Observatieschaal (GMO)
3. de motorische beperking wordt niet veroorzaakt door een medische aandoening. De diagnose wordt niet gesteld als het IQ 70 of lager is.;Deelnemers aan de studie dienen gediagnosticeerd te zijn met DCD volgens de bovenstaande DSM-V criteria. Of er moet sprake zijn van verdenking op DCD op basis van de research criteria, zoals opgesteld voor eerdere studies bij kinderen met DCD.;Deze research criteria weerspiegelen de criteria uit de DSM V als volgt: ;- M-ABC-2: totaal percentielscore <= 16 of een percentielscore op het onderdeel balans <= 5.
- Score op *indicatie voor DCD* of *verdenking op DCD* op de Nederlandse versie van de DCD-Q, ingevuld door ouders.
- Door navraag aan de ouders wordt vastgesteld dat de symptomen al vanaf de vroege ontwikkelingsperiode bestaan, dat het kind regulier basisonderwijs volgt en niet is blijven zitten, en dat er geen sprake is van een visusstoornis of neurologische aandoening.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- neurologische, orthopedische of ernstige visuele problemen
- ernstige gedragsproblemen
- tijdelijke fysieke klachten die het lopen kunnen beïnvloeden.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL59150.091.16 |