Bestuderen van renale veiligheid wanneer HIV-patienten met TDF-gerelateerde nefrotoxiciteit switchten naar TAF, in vergelijking met de huidige standard: switchen van TDF naar ABC.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Immunodeficiëntiesyndromen
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Herstel van nierfunctie in de TAF-arm versus de ABC-arm na 48 weken na switch
van TDF naar TAF of ABC. Hierbij wordt de tijd tot de eerste eGFR tijdens
follow-up binnen 75% van de eGFR op het moment van start van TDF gebruikt.
Secundaire uitkomstmaten
Renaal:
- verschillen tussen groepen (TAF vs ABC) met oog op tijd tot herstel van
nierfunctie (eGFR verbetering tot binnen 75% van eGFR op moment van start TDF)
op week 96, waarbij corrective voor mogelijk belangrijke confounders.
- Gemiddelde eGFR op week 48 en 96 op ABC en TAF in vergelijking met week 0. De
hellingen van eGFR-daling of -stijging tussen week 0, 48 en 96 zullen tussen de
groepen worden vergeleken.
- gemiddelde (en interkwartielrange) van uPCR, uACR, uAPR, uB2MG/CR
veranderingen op week 48 en 96 in vergelijking met week 0 binnen de ABC en TAF
groep en het verschil in verandering tussen beide groepen.
- Veranderingen in aantallen patiënten met minimaal 2 parameters van PTD van
week 0 tot week 48 binnen de ABC en TAF groep en het verschil in verandering
van PTD-parameters tussen beide groepen.
Anders:
- HIV-RNA suppressive <50 c/ml in de ABC versus de TAF groep op week 48 en week
96.
- Tolerabiliteit van TAF versus ABC, uitgedrukt in termen van adverse events
(%).
- Verandering in Framingham risk score, bloeddruk, lipiden en
inflammatieparameters op week 0, 48 en 96 binnen de ABC en TAF groep en
vergelijking van verschillen tussen beide groepen van deze parameters.
Achtergrond van het onderzoek
De meerderheid van HIV-1 geinfecteerde patienten gebruikt de tenofovir-prodrug
tenofovir disoproxil fumaraat (TDF) als onderdeel van hun gecombineerde
antiretrovirale therapie (cART) tegen HIV-1. Langdurige blootstelling aan TDF
is geassoceerd met een versnelde daling van estimated glomerulaire
filtratiesnelheid (eGFR) en proximale tubulaire dysfunctie (PTD) bij een
significant deel van deze patienten. Tot voor kort was het huidige beleid met
patienten met TDF-gerelateerde nefrotoxiciteit is om abacavir (ABC) te geven in
plaats van TDF. Echter, ABC is gecontraindiceerd bij patienten die HLA-B5701
positief zijn en ABC is geassocieerd met een verhoogd risico op
cardiovasculaire aandoeningen. Recent is er een nieuwe prodrug ontwikkeld door
Gilead Sciences, tenofovir alafenamide fumaraat (TAF). TAF is beschikbaar in
een combinatietablet met emtricitabine (FTC). Door zeer doelmatige opname van
tenofovir in de CD4-positieve cel door deze prodrug is slechts 25 mg TAF nodig
voor hetzelfde antivirale effect als bij patienten die 250 mg TDF gebruiken. In
recente fase III studies waarin patienten met een normale nierfunctie zijn
geincludeerd, resulteerde de lagere tenofovir-blootstelling door TAF in
preventive van renale en bot-toxiciteit in vergelijking met patienten die TDF
namen. Desalneittemin moet nog worden aangetoond of bevestigde TDF-gerelateerde
nefrotoxiciteit bij HIV-patienten kan herstellen na een switch naar TAF.
Doel van het onderzoek
Bestuderen van renale veiligheid wanneer HIV-patienten met TDF-gerelateerde
nefrotoxiciteit switchten naar TAF, in vergelijking met de huidige standard:
switchen van TDF naar ABC.
Onderzoeksopzet
96 weken open label multicenter gerandomiseerd non-inferieuriteit klinisch
onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Vervangen van TDF door TAF (interventiegroep) of ABC (controlegroep).
Inschatting van belasting en risico
belasting: maximaal 4 extra bezoeken voor bloedafname en drug accountability
voor alle studiepatienten. De andere bezoeken zijn hetzelfde als standard zorg,
waarbij patienten iedere 24 weken hun HIV-behandelaar bezoeken.
Risico's: risico's geassocieerd met de studie zijn de bijwerkingen van TAF en
ABC. ABC en TAF zijn EMC- en FDA-toegepast en worden aangeraden door
international richtlijnen voor gebruik in HIV-patienten. Alle patienten worden
getest op HLA-B5701, wat geassocieerd is met een hypersensitiviteitsreactie en
patienten die positief getest worden, worden niet gerandomiseerd. ABC is
veilig, en de belangrijkste bijwerkingen zijn gastro-intestinale
verschijnselen. TAF is bewezen veilig in 2 geregistreerde, 96-weken durende,
fase III gerandomiseerde studies. Buiten de context van deze studie zijn zowel
een switch naar ABC als naar TAF in de richtlijnen geadviseerde
switch-strategieën bij patienten met TDF-gerelateerde nefrotoxiciteit. De
virologische eigenschappen van TAF en het lage risico van verworven resistentie
toont aan dat TAF non-inferieur is ten opzichte van huidige behandeling (TD)
maar met lagere eGFR-daling over 48 weken. Het veiligheidsprofiel van TAF was
excellent in deze studies en beter dan TDF. Desalniettemin, omdat patiënten
worden blootgesteld aan een lage dosis van het nefrotoxische agens, is het
mogelijk dat er een vertraagd herstel of zelfs verdere verslechtering van de
eGFR optreedt. Het risico geassocieerd met standaard bloedafname is erg klein
(blauwe plekken, collaps) en bloedafname wordt altijd in liggende positie om
eventueel letsel in geval van syncope te voorkomen. Patienten zullen 1-pil-cART
vervangen door 2-pillen-cART, maar dit is ook gebruikelijk wanneer patienten
buiten de context van een studie behandeld worden.
Voordelen: we kunnen geen specifieke voordelen voor patienten garanderen.
Echter, ABC en TAF stoppen of verbeteren vermoedelijk nefrotoxiciteit. Als dit
inderdaad zo is, zal het voordeel voor patienten zijn dat als zij op TAF staan,
ze geen ABC nemen, een medicijn wat geassocieerd is met een verhoogd risico op
myocardinfarcten.
Publiek
's Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015CE
NL
Wetenschappelijk
's Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015CE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
18 jaar of ouder
Stabiel op TDF/FTC of TDF/3TC voor meer dan 12 maanden/365 dagen in combinatie met een 3e middel (NNRTI, INI of PI) met onveranderd 3e middel voor minimal 1 maand.
HIV-RNA <50 kopieen voor minimal 6 maanden
Bevestigde of vermoedelijke TDF-gerelateerde eGFR-daling
Overige medicatie interfereert niet met trial-procedures
Patient is negatief voor het HLA-B5701 allel
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Waarschijnlijk een andere oorzaak van eGFR-daling dan TDF-gerelateerd:
- diabetes-patienten
- patienten met hypertensie, gedefinieerd als gebruik van >2 antihypertensiva of onbehandelde systolische (>=160 mmHg) of diastolische (>=95mmHg) hypertensie of hypertensie met gebruik van antihypertensiva en proteinurie op de screeningsvisit
- Nefrotische syndromen/nephrotic range proteinurie (uACR >mg/mmol en uAPR>=0.4, of 24 uurs proteinurie meer dan 3,5g/24 uur of biopt-bewezen
-Duidelijke nefrotoxische effecten gerelateerd aan lifestyle of medicatie (gebruik van bijv creatine) vermoed door de onderzoekers of biopt-bewezen.
HLA-B5701 positiviteit
Chronische hepatitis B of C
Intermediaire of hoge resistentie tegen ABC
eGFR<30 ml/minuut
Symptomatisch arterieel vaatlijden, zoals bijvoorbeeld een voorgeschiedenis van coronairlijden, ischemisch CVA of claudicatio intermittens.
Een andere ziekte of lichamelijke conditie die in de ogen van de onderzoekers zal interfereren met de veiligheid van de deelnemer of de procedures van de trial.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-005045-31-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02957864 |
CCMO | NL55668.078.16 |