De specifieke doelstellingen van het SCOPE project zullen zijn:1. Het beoordelen van bestaande methodieken voor het screenen op chronische nierziekte bij ouderen met behulp van real life data van een cohort van 75 plussers. 2. Het onderzoeken van de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nefropathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire eindpunten zullen de mate van nierfunctie achteruitgang zijn en de
incidentie van eind stadiumnierfalen
- Creatinine gebaseerde eGFR zal worden berekend met de Berlin Initive Study 1
(BIS1) vergelijking, welke de enige methode is die specifiek ontwikkeld is voor
70 plussers.
- Eindstadium nierfalen zal worden gedefinieerd als een GFR < 15ml/min/1.72 m²
of dialyse
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten omvatten conventionele en geriatrische uitkomstmaten
zoals:
I. nierfunctie achteruitgang geschat door nieuwe toepassing van bestaande
biomarkers (cystatin C, beta2-microglobulin, beta-trace protein) of nieuwe
biomarkers (proteomic/metabolomic)
II. veranderingen in de biologische en moleculaire markers verbonden met het
verouderingsproces
III. complicaties bij chronische nierziekten (anemie, hyperfosfatemie, acidose,
hypoalbuminemie, hyperparathyreoidie, hyperkaliemie)
IV. incidentie van ernstige comorbiditeit (cardiovasculaire events:
myocardinfarct, ziekenhuisopname voor instabiele angina, TIA/CVA, hartfalen,
cardiologische interventies, perifere vasculaire interventies en stent trombose
V. Totale en cardiovasculaire mortaliteit (inclusief overlijden door acuut
myocardinfarct, plotseling cardiale hartdood, hartfalen, CVA, cardiovasculaire
procedures, cardiovasculaire bloedingen)
VI. geneesmiddelbijwerkingen
VII. Zelf gerapporteerd onvermogen en objectief gemeten achteruitgang van
fysieke prestaties, cognitieve beperking, depressie, ondervoeding
VIII. gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven
IX. Gezondheidszorg gebruik, waaronder ook de schatting van belasting van
mantelzorger en op model gebaseerde kosteneffectiviteit.
Achtergrond van het onderzoek
De toenemende vergrijzing van de bevolking in Westerse landen gaat gepaard met
een toename in de prevalentie van chronische ziekten, waaronder chronische
nierziekten. Eerdere studies toonden aan dat de prevalentie van stadium 3-5
chronische nierziekte (dat wil zeggen ten minste een matige ernst van
nierziekte) 6.1% is bij mannen en 12.1% bij vrouwen van 55-64 jaar, terwijl de
cijfers in de populatie van 75-84 jaar respectievelijk 33,2% en 41,7% zijn. Ook
de prevalentie van eGFR <60/ml/min/1.72m² neemt toe met de leeftijd zowel bij
mannen als vrouwen, van 1% onder 18-25 jarigen en meer dan 30% onder mensen van
75 jaar en ouder. Daarmee is chronische nierziekte een relevant
volksgezondheisprobleem in de oudere populatie, wat resulteert in een verhoogd
risico op eind stadium nierfalen, morbiditeit en mortaliteit. Daarnaast
beinvloedt chronische nierziekte ook andere voor ouderen relevante uitkomsten.
Een lager eGFR is geassocieerd met lagere scores in subjectief fysiek
functioneren en lichamelijke activiteit. In de cardiovascular health study een
cohort van 5888 personen van 65 jaar en ouder was de prevalentie van beperking
in activiteiten van dagelijks levensverrichtingen (ADL) 12% onder deelnemers
met chronische nierziekte en 7% onder deelnemers zonder chronische nierziekte.
Daarnaast was een lage eGFR geassocieerd met een verhoogd risico op toename van
afhankelijkheid, gedefinieerd als het verlies van 1 of meer ADLs in 6 jaar
follow up, onder zelfstandig wonende ouderen die deelnamen in de InChianti
studie. Tot slot, liet een recente systematische review zien dat chronische
nierziekte geassocieerd is met toegenomen kwetsbaarheid of verminderd fysiek
vermogen. Bovendien was kwetsbaarheid geassocieerd met een meer dan 2 maal
hoger risico op dialyse en/of de dood bij patienten met chronische nierziekte.
Cognitieve stoornissen worden vaak gezien bij patienten met chronische
nierziekte, met name bij oudere patienten. Chronische nierziekte is gerelateerd
aan een breed scala van beperkingen in cognitief functioneren, waaronder
verbaal en visueel geheugen en organiseren, componenten van executief
functioneren en intellect. Small vessel disease (aandoening van de kleine
bloedvaten), waarvan bekend is dat het bijdraagt aan de pathofysiologie van
chronische nierziekte, kan leiden tot cerebrale ischemische lesies, waardoor
het risico op cognitieve achteruitgang en dementie bestaat. Depressie wordt ook
vaak waargenomen bij ouderen patienten met chronische nierziekte. Dit is zeer
relevant omdat de aanwezigheid van depressie bij chronische nierziekte,
geassocieerd is met slechtere uitkomsten zoals ziekenhuisopnames,
verslechtering tot dialyse en verhoogde morbiditeit en mortaliteit. Ongeveer
20-30% van de patienten met chronische nierziekte hebben een klinische
depressie. Naast de negatieve impact op cognitie en stemming kan chronische
nierziekte ook de sensorische functies aantasten. Chronische nierziekte wordt
beschouwd als een relevante risicofactor voor retinale afwijkingen die de visus
kunnen bedreigen, waardoor de kwaliteit van leven verslechterd wordt en
afhankelijkheid veroorzaakt kan worden. Voeding is ook een groot probleem voor
patienten met chronische nierziekte. Een afname in nierfunctie wordt meestal
gevolgd door een afname in energie en eiwitintake als ook een afname in
lichaamsmaten, wat vervolgens kwetsbaarheid en afhankelijkheid bij ouderen kan
veroorzaken. Sarcopenie, gedefinieerd als verlies van spiermassa met beperkte
mobiliteit en verminderde spierfunctie (loopsnelheid, hand knijpkracht) is een
veelvoorkomende bevinding bij ouderen en de prevalentie neemt toe met het
afnemen van de nierfunctie. Cachexie is een belangrijke doodsoorzaak bij
ouderen met chronische nierziekte. Tenslotte verhoogt het hebben van chronische
nierziekte het risico op bijwerkingen door geneesmiddelen. Wanneer de
nierfunctie afneemt, zullen veel geneesmiddelen en hun actieve metabolieten die
afhankelijk zijn van renale klaring kunnen opstapelen. Daarom kunnen patienten
met chronische nierziekte gevoeliger zijn voor een bepaald geneesmiddel en
kunnen zij dus potentieel worden blootgesteld aan een verhoogd risico op
toxiciteit. Om deze reden, zal vroegtijdige opsporing van chronische nierziekte
ook een belangrijke stap vormen in het reduceren van de risico's op
bijwerkingen en het verhogen van de veiligheid bij oudere complexe patienten
met multimorbiditeit en mortaliteit.
(zie protocol C1. voor bijpassende literatuur)
Doel van het onderzoek
De specifieke doelstellingen van het SCOPE project zullen zijn:
1. Het beoordelen van bestaande methodieken voor het screenen op chronische
nierziekte bij ouderen met behulp van real life data van een cohort van 75
plussers.
2. Het onderzoeken van de nieuwe en mogelijk nuttige toepassing van bestaande
en nieuwe biomarkers van chronische nierziekte bij ouderen.
3. Het evalueren van de kosten-effectiviteit van bestaande en nieuwe
screeningsstrategien op chronische nierziekte in een populatie met hoog risico
op het ontwikkelen van nierfunctie achteruitgang en eindstadium nierfalen
(inclusief de nieuwe toepassing van bestaande biomarkers, het gebruik van
nieuwe biomarkers en cognitive geriatric assessment tools)
4. Het leveren van bewijs voor verdere ontwikkeling van Europese aanbevelingen
en richtlijnen, alsook een Europees educatie programma op dit gebied.
Onderzoeksopzet
De SCOPE studie zal een observationele , multinationale , multicenter ,
prospectieve cohort studie zijn die zich richt op het screenen op chronische
nierziekte bij ouderen van 75 jaar en ouder. Deelnemers zullen een klinische
evaluatie ondergaan (vragenlijsten, lichamelijke beoordeling en bloed/urine
onderzoek) bij begin van deelname en na 12 en 24 maanden. Een tussentijdse
telefonische follow-up zal na 6 en 18 maanden plaatsvinden. De studie opzet
voldoet aan de Verklaring van Helsinki en de Good Clinical Practice
richtlijnen.
Inschatting van belasting en risico
1. Drie bezoeken bij de artsonderzoeker met geschatte tijdsduur (inclusief
bloedafname) van maximaal 1 uur per bezoek.
Bij plannen van bezoek bij baseline, na 12 maanden en na 24 maanden wordt zo
veel mogelijk rekening gehouden met reguliere bezoeken bij de specialist. Bij
deze bezoeken worden de volgende zaken verricht:
- Vragenlijsten: demografische gegevens, voorgeschiedenis en medicijn gebruik,
Minimal Mental State Examination (MMSE), Geriatric Depression Scale (GDS),
Activity of Daily Living (ADL), Instrumental Activities of Daily Living (IADL),
Mini Nutritional Assessment (MNA), 24-uurs dieet recall, voorgeschiedenis
vallen, socioeconomische status, kwaliteit van leven (Euro-Qol 5D), gebruik
gezondheidzorg < 6 maanden, mantelzorg burden interview (zarit burden
interview), gebeurtenissen (nieuwe diagnoses, bijwerkingen medicatie,
overlijden bij follow up)
- lichamelijk onderzoek/fysieke beoordeling: lengte, gewicht, taille/heup
omtrek, bloeddruk en vasculaire functionele eigenschappen m.b.v. Mobil-O-Graph
® (Mobil-o-graph alleen in Nederland = non-invasieve meting met bloeddrukband
om bovenarm), algeheel lichamelijk onderzoek, Short Physical Performance
Battery (SPPB), Bio-elektrische Impedantie Analyse (BIA), hand knijp kracht
- invasief onderzoek: venapunctie waarvoor bij voorkeur nuchter bezoek
2. Twee telefonische interviews (na 6 maanden en na 18 maanden)
- Vragenlijsten: Activity of Daily Living (ADL), Instrumental activities of
daily living (IADL), gebruik gezondheidzorg < 6 maanden, gebeurtenissen (nieuwe
diagnoses, bijwerkingen medicatie, overlijden)
Ons inziens is het uitvoeren van het onderzoek gerechtvaardigd in het licht van
de belasting en risico*s. De potentiele nadelen zijn de tijdsinvestering en
risico's van venapunctie. De tijdsinvestering van de 3 bezoeken kan echter ook
gezien worden als een 'totale check up van zowel lichamelijke als mentale
gezondheid'. Bovendien zijn de risico's van de bloedafname beperkt gezien het
feit dat het slechts milde discomfort kan veroorzaken en zelden een infectie.
Bovendien wordt de venapunctie verricht door geschoold personeel en wordt de
venapunctie indien mogelijk gepland bij al geplande bloedafname.
Publiek
's Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015CE
NL
Wetenschappelijk
's Gravendijkwal 230
Rotterdam 3015CE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Alle patiënten en hun partners van 75 jaar en ouder, die een polikliniek bezoeken van deelnemende instellingen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Alleen patiënten met eindstadium nierfalen of dialyse , geschiedenis van orgaan- of beenmergtransplantatie, actieve maligniteit binnen de 24 maanden voorafgaand aan de screening of uitgezaaide kanker, levensverwachting van minder dan 6 maanden, ernstige cognitieve stoornissen ( MMSE < 10 ) , een medische of andere reden (bv bekend of vermeend onvermogen van de patient om te voldoen aan de procedure ), waardoor de onderzoeker van mening is dat de patient niet geschikt is voor de studie , en patiënten die niet bereid zijn om toestemming te geven en degenen die niet kunnen worden opgevolgd zullen uit de studie worden uitgesloten.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL56039.078.15 |