Het hoofddoel is het onderzoeken van determinanten van fysiek gedrag bij patiënten die een SAB hebben gehad (primair in A-SAB patiënten en secundair in PM-SAB patiënten).Secundair zullen voorkeuren voor een therapie om vermoeidheid te verminderen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Vasculaire hemorragische aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om determinanten van fysiek gedrag te onderzoeken zal fysiek gedrag objectief
en subjectief (self-reported) bepaald worden (activiteiten monitoring met
accelerometrie en elektronisch dagboek, respectievelijk). Als mogelijke
determinanten van fysiek gedrag zullen de volgende uitkomsten bepaald worden
(vragenlijsten, semigestructureerd interview): vermoeidheid (2 uitkomsten),
slaapkwaliteit, activiteiten, participatie, kwaliteit van leven, sociale steun,
angst (2 uitkomsten), ziekte perceptie, depressie, coping-stijl, motivatie (2
uitkomsten), zelf-effectiviteit en gezondheidsstaat (3 uitkomsten).
Secundaire uitkomstmaten
Secundair zullen voorkeuren voor een therapie om vermoeidheid te verminderen
worden onderzocht, betreffende tijdsinvestering, locatie, type, frequentie en
duur van een therapie (semigestructureerd interview). Daarnaast zullen fysieke
fitheid in termen van cardiorespiratoire fitheid (cardiopulmonaire
inspanningstest) en spierkracht (spierkracht test) worden vastgesteld.
Achtergrond van het onderzoek
Met een prevalentie tussen de 31% en 90% is vermoeidheid een van de meeste
voorkomende restverschijnselen bij patiënten die een aneursymale of
peri-mesencephale subarachnoïdale bloeding (A-SAB en PM-SAB) hebben gehad.
Vermoeidheid bij deze patiënten is sterk gerelateerd aan een verminderde
kwaliteit van leven en slechtere scores op cognitief functioneren, depressie en
comorbiditeit. Er is geen revalidatieprogramma (fysiek, cognitief of
multidisciplinair) dat specifiek ontwikkeld is om vermoeidheid bij patiënten
met een SAB te behandelen. Therapieën om vermoeidheid te verminderen in
patiënten met een andere neurologische aandoening laten tegenstrijdige effecten
zien. Dit kan te wijten zijn aan het multifactoriële karakter van vermoeidheid,
wat het moeilijk maakt om de beste behandelprocedure te bepalen. Voorgaande
studies indiceren dat er een fysieke oorsprong is van vermoeidheid bij
patiënten die een A-SAB hebben gehad. Gezien deze uitkomsten kan het opnemen
van fysieke activiteit (inclusief trainen van fysieke fitheid) in een
revalidatieprogramma bijdragen aan het verminderen van vermoeidheid. Echter,
voordat er zo een revalidatieprogramma ontwikkeld wordt, is het een voorwaarde
is inzicht te hebben in determinanten van fysiek gedrag in deze populatie.
Daarom is het primaire doel van deze studie het onderzoeken van determinanten
van fysiek gedrag bij SAB patiënten. Deze studie is gebaseerd op het 'Physical
Activity for people with a Disability' (PAD), welke determinanten omvat van
fysiek actief gedrag bij mensen met een beperking. Daarnaast zullen voorkeuren
voor een therapie om vermoeidheid te verminderen worden onderzocht bij deze
patiënten in termen van tijdsinvestering, locatie, type, frequentie en duur van
de therapie. Om te onderzoeken of een revalidatieprogramma (inclusief fysieke
activiteit) zich ook moet richten op patiënten die een PM-SAB hebben gehad,
zullen fysieke fitheid en fysiek gedrag en hun relatie met vermoeidheid worden
onderzocht in deze subgroep.
Doel van het onderzoek
Het hoofddoel is het onderzoeken van determinanten van fysiek gedrag bij
patiënten die een SAB hebben gehad (primair in A-SAB patiënten en secundair in
PM-SAB patiënten).
Secundair zullen voorkeuren voor een therapie om vermoeidheid te verminderen
worden onderzocht in SAB patiënten en zullen fysieke fitheid en fysiek gedrag
en hun relatie met vermoeidheid worden onderzocht bij patiënten die een PM-SAB
hebben gehad.
Onderzoeksopzet
Cross-sectioneel design met metingen in de thuissituatie en in het klinisch
bewegingslaboratorium.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten zullen eenmalig (2,5 uur) thuis worden bezocht voor het invullen van
vragenlijsten en het beantwoorden van aanvullende vragen in een
semigestructureerd interview. Zo nodig krijgen patiënten rust tussen het
invullen van de vragenlijsten, daarom is de belasting laag. Vergelijkbare
(aantallen) vragenlijsten zijn eerder afgenomen bij patiënten die een SAB
hebben gehad, dit is uitvoerbaar bevonden. Daarnaast zullen patienten 7
opeenvolgende dagen een accelerometer dragen op hun bovenbeen en zullen een
elektronisch dagboek invullen tijdens deze 7 dagen. Het dragen van de
accelerometer gedurende 7opeenvolgende dagen zal het risico of de belasting van
de patiënt niet verhogen, omdat de accelerometer klein en licht is en omdat de
patiënten geen andere activiteiten hoeven te ondernemen dan in het dagelijks
leven. Het invullen van het dagboek is uitvoerbaar gebleken in een
vergelijkbare studie van onze onderzoeksgroep met CVA patiënten. Voor het
testen van fysieke fitheid en fysiek gedrag zal een subgroep van patiënten een
progressieve cardiopulmonaire inspanningstest (CPET) en een spierkrachttest
(MST) uitvoeren. Patiënten zullen voorafgaan aan de CPET en MST gescreend
worden dooreen arts op medische contra-indicaties. Als er enig vermoeden is van
een onderliggende cardiovasculaire of pulmonaire pathologie, zal de test niet
uitgevoerd worden. Gedurende de CPET zal de bloeddruk en hartfunctie gemonitord
worden en zal een sportarts aanwezig zijn voor noodgevallen. De patiënten
zullen voldoende rust krijgen tussen de testen. Zowel de CPET als de MST kunnen
tijdelijke vermoeidheid veroorzaken, maar het risico is laag. Alle testen zijn
voorheen uitgevoerd in patiënten die een A-SAB hebben gehad, zonder nadelige
bijwerkingen. De patiënten zullen niet direct profiteren van deelname aan de
studie, ze zullen inzicht krijgen in fysiek gedrag en determinanten en hun
fysieke fitheid. De resultaten zullen dienen als input voor de ontwikkeling van
een revalidatieprogramma om vermoeidheid te verminderen. Als er een
revalidatieprogramma getest zal worden in een vervolgstudie, dan kan een
subgroep patiënten uitgenodigd worden om deel te nemen.
Publiek
Westersingel 300
Rotterdam 3015 LJ
NL
Wetenschappelijk
Westersingel 300
Rotterdam 3015 LJ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Opgenomen op de afdeling neurologie of neurochirurgie van het Erasmus MC of Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis en/of revaliderend in Rijndam Revalidatie of Libra Revalidatie en Audiologie;
- Tussen 3 en 12 maanden na de A-SAB
- Tenminste 3 maanden na de PM-SAB
- Thuiswonend
- Alleen voor A-SAB patiënten; ervaren en aangeven van vermoeidheidsklachten;
- SAB gediagnosticeerd met computertomografie als dit negatief is met een lumbaal punctie gevolgd door computertomografie angiografie of digitale substractie angiografie om de het aneurysma te detecteren (aneursmale SAB, A-SAB). Perimesencefale SAB (PM-SAB) gediagnosticeerd met een ophoping van bloed rondom het mesencephalon op computertomografie en een normaal 'four vessel' angiogram;
- Tenminste 18 jaar oud.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Eerdere CVA
- Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal;
- Serieuze chronische aandoening (inclusief neurologische aandoening)
- Wilsonbekwaamheid (klinisch oordeel door de neuroloog) ;Extra exclusie criteria betreffende de cardiopulmonaire fitheidstest en spierkracht test bij patienten met PM-SAB.
- Leeftijd >= 70 jaar
- Niet in aanmerking komende voor maximale inspanningstesten, zoals vastgesteld door de behandeld arts, de 'Physical Activity Readiness Questionnaire (PAR-Q)' en een checklist voor medische contra-indicaties gebaseerd op de ACSM richtlijnen voor inspanningstesten en voorschrijvingen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL62745.078.17 |