Om de effectiviteit van Diacereïne 1% zalf te vergelijken met controle zalf wanneer eenmaal daags aangebracht bij proefpersonen met EBS.Om de effecten van Diacereïne 1% zalf te vergelijken met controle zalf bij proefpersonen met EBS met betrekking…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Epidermale en dermale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire onderzoeksdoeleinde is gebaseerd op de ITT populatie, en is het
deel van de proefpersonen die een *40% reductie in BSA van EBS laesies bereikt,
beginnend van bezoek 2 (week 0) tot aan bezoek 8 (week 16).
Secundaire uitkomstmaten
- Het deel van de proefpersonen die succes behaald op de IGA, met succes
gedefinieerd als op zijn minst een verlaging van 2 punten, van bezoek 2 (week
0) tot bezoek 8 (week 16).
- Het deel van de proefpersonen die een * 40% verlaging in BSA van EBS laesies
behalen van bezoek 2 (week 0) tot bezoek 6 (week 8).
- Het deel van de proefpersonen die succes behaald op de IGA, met succes
gedefinieerd als op zijn minst een verlaging van 2 punten, van bezoek 2 (week
0) tot bezoek 6 (week 8).
- Het deel van de proefpersonen met een verlaging van algehele pijnintensiteit
van bezoek 2 (week 0) tot bezoek 6 (week 8).
- Het deel van de proefpersonen met een verlaging van algehele jeukintensiteit
van bezoek 2 (week 0) tot bezoek 6 (week 8).
Als de vergelijking voor het primaire onderzoeksdoeleinde significant is
(dubbelzijdige p-waarde <0.05), zal het testen doorgaan voor de belangrijkste
secundaire eindpunten. De belangrijkste secundaire eindpunten worden
geanalyseerd op eenzelfde manier als het primaire onderzoeksdoeleinde. Om de
hoeveelheid type 1 fouten in te perken voor het testen van meerdere belangrijke
secundaire doeleinden, zal de aanpak van de belangrijkste secundaire doeleinden
een vaste volgorde hebben.
Achtergrond van het onderzoek
Epidermolysis bullosa simplex (EBS) is een zeldzame genetische huidaandoening
die gekarakteriseerd wordt door de fragiliteit van de huid en slijmvliezen,
resulterend in pijnlijke blaren en erosies al na klein trauma, en is
geassocieerd met significante morbiditeit en mortaliteit. EBS is zowel een
kinder- als een volwassenenziekte die doorgaans jongere patiënten het ergst
treft.
Diacereïne 1% zalf is een topische zalf die diacereïne
(4,5-bis[acetyloxy]-9,10-dihydro-9,10-dioxo-2-anthraceen carboxylzuur, ook
bekend als diacetyl-rheïne) bevat, een uiterst gezuiverd antrachinon derivaat,
en wordt ontwikkeld voor de behandeling van EBS.
Diacereïne in topische formulering wordt gehydrolyseerd naar rheïne in de
opperhuid en lederhuid na toediening. Het is aangetoond dat diacereïne en
rheïne de in vitro en in vivo productie en activiteit van interleukine-1*
(IL-1*) en andere pro-inflammatoire cytokines remt. IL-1* is een
pro-inflammatoir cytokine dat is gerelateerd aan een aantal inflammatoire en
autoimmuunziektes, waaronder reumatoïde artritis (RA), OA, hemofiele
artropathie, jicht, type 2 diabetes mellitus (T2DM), diabetische nefropathie
(DN) en EBS. In vitro en in vivo dierproeven hebben aangetoond dat zowel
diacereïne als de actieve metaboliet rheïne de productie en activiteit van
pro-inflammatoire en pro-katabolische cytokines zoals IL-1 en IL-6, kunnen
remmen, net als de expressie van induceerbare stikstofoxide (iNOS) en tumor
necrose factor-* (TNF-*).
Doel van het onderzoek
Om de effectiviteit van Diacereïne 1% zalf te vergelijken met controle zalf
wanneer eenmaal daags aangebracht bij proefpersonen met EBS.
Om de effecten van Diacereïne 1% zalf te vergelijken met controle zalf bij
proefpersonen met EBS met betrekking op:
- Veiligheid en verdraagbaarheid
- Pruritus
- Pijn
- Mobiliteit
- Vermindering in BSA of EBS laesies
- Verkleining in laesie oppervlakte van de referentie laesie.
Onderzoeksopzet
Dit is een internationaal, multicentrum, gerandomiseerd, dubbel-blind,
vehikel-gecontroleerd en parallel groep onderzoek om de veiligheid en
effectiviteit van topische diacereïne zalf te evalueren voor de behandeling van
personen met EBS. Randomisatie van het proefpersoon zal gestratificeerd worden
aan de hand van het genotype (KRT5 en/of KRT14 of ander genotype) en
leeftijdsgroep (<8 en *8 jaar oud).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Proefpersonen die participeren zullen diacereïne 1% zalf of placebo aanbrengen op EBS laesies
Inschatting van belasting en risico
Risico*s: mogelijke neveneffecten van het onderzoeksmiddel
Lasten: bloedmonsters, invullen van vraaglijsten, instructies omtrent het
onderzoeksmiddel
Publiek
Century Drive 6
Parsippany NJ 07054
US
Wetenschappelijk
Century Drive 6
Parsippany NJ 07054
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Proefpersoon is een man of vrouw van ten minste 4 jaar oud bij bezoek 1
2. Proefpersoon heeft een gedocumenteerde genetische mutatie consistent met EBS. Een bloed of speekselmonster zal worden verzameld voor genetische bevestiging als er geen gedocumenteerde genmutatiedata beschikbaar is. Genmutaties die worden geaccepteerd voor inclusie zijn: KRT5, KRT14, PLEC1, TGM5, PKP1, DSP, FERMT1, EXPH5, DST, KLHL24.
3. Proefpersoon heeft een onderzoekoppervlakte van te behandelen EBS-laesies dat *2% van het lichaamsoppervlakte (body surface area, BSA) bedekt en de EBS-laesies zijn te vinden op een of beide van de volgende gebieden van het lichaam:
- Gelokaliseerd: plantaire en/of palmaire gebieden
- Gegeneraliseerd: armen, benen, torso, handen en voeten (hoofd en kruis zijn gebieden waar, naar de mening van de onderzoeksarts, het onderzoeksmiddel niet helemaal kan worden opgenomen en kunnen niet worden geïncludeerd in het onderzoeksgebied)
4. De te behandelen EBS-laesies van de proefpersonen hebben een *Investigator*s Global Assessment*-score (IGA) van *3
5. Proefpersoon/verzorger moet ermee instemmen om geen topische middelen aan te brengen naast het onderzoeksmiddel welke de status van de EBS laesies gedurende de tijdsduur van het onderzoek zouden kunnen beïnvloeden (bijv. Medicinale reinigingsmiddelen, CBD olie, MediHoney, Silvadine crème 1%); de onderzoeksarts dient de Medische Toezichthouder raad te plegen aangaande therapiën die niet gespecificeerd worden in het protocol.
6. Proefpersoon/verzorger moet ermee instemmen om de instructies omtrend het aanbrengen van topische middelen te volgend gedurende de tijdsduur van het onderzoek.
7. Als de proefpersoon een vrouw is die kinderen kan krijgen, moet ze een negatieve urine-zwangerschapstest hebben en ermee instemmen gedurende het hele onderzoek een goedgekeurde effectieve anticonceptiemethode te gebruiken, zoals gedefinieerd door dit protocol (zie sectie 10.6).
8. Proefpersoon is niet zwanger, geeft geen borstvoeding en is niet van plan tijdens de onderzoeksperiode zwanger te worden
9. Proefpersoon heeft een goede algemene gezondheid en heeft geen bekende ziekte of lichamelijke aandoening die, naar het oordeel van de onderzoeker, de beoordeling van de te behandelen EBS-laesies kan bemoeilijken of waardoor de proefpersoon bij onderzoeksdeelname wordt blootgesteld aan een onaanvaardbaar risico
10. Proefpersoon is bereid en in staat om alle onderzoeksinstructies op te volgen en naar alle onderzoeksbezoeken te komen
11. Proefpersoon/verzorger is in staat een toestemmings- en/of instemmingsformulier te begrijpen en bereid dit te ondertekenen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Proefpersoon heeft ontstoken EBS-laesies die behandeld moeten worden (bijv. EBS laesies die therapie nodig hebben om een infectie te behandelen)
2. Proefpersoon heeft in de 6 maanden voor bezoek 1 een middel met diacereïne gebruikt
3. Proefpersoon heeft in de 60 dagen voor bezoek 1 systemische immunotherapie of een cytotoxische chemokuur ondergaan
4. Proefpersoon heeft een systemische therapie met steroïden gebruikt of heeft in de 30 dagen voor bezoek 2 een behandeling met lokale steroïden gebruikt op de te behandelen EBS-laesies (NB: middelen met steroïden bedoeld voor inhalatie en het oog zijn wel toegestaan)
5. Proefpersoon heeft bewijs van een systemische infectie of heeft in de 7 dagen voor bezoek 1 systemische antibiotica gebruikt
6. Proefpersoon gebruikt op dit moment systemische pijnstillers en/of antihistaminebehandeling, tenzij op een stabiel behandelregime gedurende ten minste 4 weken voor bezoek 1.
Let op: Indien nodig (PRN) is het gebruik van acetaminophen/paracetamol of NSAIDs binnen de 4 weken voor bezoek 1 toegestaan als de behandeling niet gerelateerd was aan EBS symptoombestrijding.
7. Proefpersoon heeft binnen 30 dagen voor bezoek 1 systemische diuretica or hartglycosiden of enig systemisch product waardoor, naar de mening van de onderzoeker, de proefpersoon bij onderzoeksdeelname een onaanvaardbaar risico loopt of waardoor het aanbrengen van het onderzoeksmiddel of het uitvoeren van de onderzoeksbeoordelingen belemmerd wordt
9. Proefpersoon heeft in de 30 dagen voor bezoek 1 een topisch middel met allantoïne gebruikt op de te behandelen EBS-laesies
10. Proefpersoon heeft nu een maligniteit of een voorgeschiedenis van een behandeling voor een maligniteit in de 2 jaar voor bezoek 1 (NB: dit geldt niet voor non-melanoma huidkanker)
11. Proefpersoon lijdt nu aan diabetes mellitus (hbA1c *6.5%). Let op: gecontroleerde diabetes (HbA1c < 6.5%) wordt ook uitgesloten.
12. Proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van een hart-, lever- (ALT en of AST >2x ULN, Totaal bilirubine >1.5x ULN bij bezoek 1) of nierziekte (eGFR <30ml/min/1.73 m2) waardoor, naar de mening van de onderzoeker, de proefpersoon bij onderzoeksdeelname een onaanvaardbaar risico loopt of waardoor het aanbrengen van het onderzoeksmiddel of het uitvoeren van de onderzoeksbeoordelingen belemmerd wordt
13. Proefpersoon heeft een non-EBS huidziekte (bijv. psoriasis, atopische dermatitis, eczeem, schade door de zon, enz.) of toestand (bijv. zonnebrand) waardoor, naar de mening van de onderzoeker, de proefpersoon bij onderzoeksdeelname een onaanvaardbaar risico loopt of waardoor het aanbrengen van het onderzoeksmiddel of het uitvoeren van de onderzoeksbeoordelingen wordt belemmerd
14. Proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van gevoeligheid voor een van de bestanddelen van de onderzoeksmiddelen
15. Proefpersoon heeft in de 30 dagen voor bezoek 1 meegedaan aan een experimenteel geneesmiddelenonderzoek waarbij een experimenteel onderzoeksmiddel werd toegediend.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-004427-24-NL |
CCMO | NL61598.042.17 |