1. Het aantonen van non-inferioriteit van Kortdurende Psychodynamische Steungevende Psychotherapie (KPSP) ten opzichte van Cognitieve Gedragstherapie zodat KPSP kan worden opgenomen als eerste keuze behandeling in de behandelrichtlijn depressie.2.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat ofwel afhankelijke variabele is de ernst van de
depressie na afronding van de behandeling gemeten door een
depressievragenlijst (zelfrapportage).
Secundaire uitkomstmaten
Er wordt gebruik gemaakt van twee secundaire uitkomstmaten. Ten eerste wordt de
mate van welbevinden gemeten en ten tweede de ervaren beperkingen in
functioneren aan het eind van de behandeling. Beide worden gemeten door
zelfrapportagevragenlijsten.
Achtergrond van het onderzoek
Depressie heeft niet alleen grote gevolgen voor het welbevinden van mensen,
maar ook economische gevolgen. Gelukkig zijn in de afgelopen jaren, naast
medicamenteuze behandeling, verschillende soorten psychotherapie effectief
bevonden in de behandeling van depressie. Kortdurende psychodynamische
steunende psychotherapie (KPSP) is vooralsnog een van de nog minder goed
onderzochte behandelopties, maar wel veelbelovend. Er is nog een goed opgezette
RCT nodig om KPSP als specifieke variant van kortdurende psychodynamische
psychotherapie (KPP) op te nemen als eerste keuze interventie in de
multidisciplinaire behandelrichtlijn voor depressie.
Ondanks de beschikbare bewezen effectieve behandelingen, herstelt een groot
deel van de patiënten die behandeling zoekt voor een depressieve stoornis niet
(volledig). Voorafgaand aan behandeling is het nog nauwelijks mogelijk
voorspellingen te doen ten aanzien van welke patiënten al dan niet gaan
profiteren van een bewezen effectieve behandeling (prospectieve variabelen) en
of er verschil is in behandeleffect voor specifieke patiëntkenmerken of een
combinatie daarvan, bijvoorbeeld bij behandeling met Cognitieve
Gedragstherapie danwel Kortdurende Psychodynamische Psychotherapie. Gerichte
indicatiestelling is dan ook nog niet mogelijk.
Een andere manier om behandeleffectiviteit te vergroten is het beantwoorden van
de vraag wat de beste stap is als wordt vastgesteld dat psychologische
behandeling onvoldoende effect heeft. In de richtlijn wordt op basis van het
advies van experts geadviseerd om van soort behandeling te wisselen, maar hier
is wetenschappelijk nog geen evidentie voor. Een overweging op grond van
recente literatuur is om bij een non-respons na toepassen van een eerste
psychotherapeutische behandelmethode, de patiënt over te dragen aan een andere
therapeut.
Met betrekking tot de therapeutische relatie tussen therapeut en patiënt is ook
nog onvoldoende bekend over of deze invloed heeft op het behandeleffect en zo
ja, wanneer. Deze informatie is relevant voor het beantwoorden van de vraag of
binnen een behandeltraject niet eerder veranderingen kunnen worden aangebracht
om alsnog vermindering van depressieve klachten te bewerkstelligen,
bijvoorbeeld door het op tijd wisselen van therapeut.
Doel van het onderzoek
1. Het aantonen van non-inferioriteit van Kortdurende Psychodynamische
Steungevende Psychotherapie (KPSP) ten opzichte van Cognitieve Gedragstherapie
zodat KPSP kan worden opgenomen als eerste keuze behandeling in de
behandelrichtlijn depressie.
2. Het identificeren van prognostische en prescriptieve variabelen die de mate
van effect voorspellen van psychotherapeutische behandeling bij depressie in
het algemeen en specifiek voor CGT versus KPSP.
3. Kennis vergaren over op welk tijdstip individuele variantie in affect en
emoties in de eerste fase van de behandeling de behandelrespons in algemene zin
voorspellen en differentieel de behandelrespons op CGT versus KPSP (mist hier
niet nog een werkwoord?) en zo ja, op welk tijdstip (bij een kleine additionele
groep patiënten; middels de Experience Sampling Method)
4. Het vergroten van kennis over de invloed van de therapeutische relatie op
het behandeleffect.
5. Het vergaren van kennis over effectief beleid (wisselen van therapeut en/of
wisselen van behandelmethode) bij een initiële non-respons bij een
psychotherapeutische behandeling bij depressie.
Secundair willen we kennis vergaren over welke beoordelingen (van therapeut of
patiënt), indien significant, (het meest) voorspellend zijn voor de invloed van
de therapeutische relatie op het behandeleffect, welke therapeutvariabelen
significant voorspellend zijn voor de kwaliteit van de therapeutische relatie
en of protocol adherence (de mate waarin de therapeut trouw is aan het
behandelprotocol) en allegiance (de mate waarin de therapeut gelooft in een
bepaalde soort behandeling) invloed hebben op het welslagen van de therapie.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek betreft allereerst een gerandomiseerde non-inferioriteitsstudie
waarbij de te onderzoeken interventie, Kortdurende Psychodynamische
Steungevende Psychotherapie (KPSP) zal worden vergeleken met Cognitieve
Gedragstherapie (CGT; een veel onderzochte en bewezen effectieve vorm van
behandeling bij depressie). Middels post-hocanalyses zal worden bekeken of
prescriptieve en prognostische factoren uit eerder onderzoek inderdaad effect
hebben op het algemene behandelresultaat of specifiek voor dat van de beide
therapievormen. De proefpersonen die in de eerste fase van het onderzoek
onvoldoende hebben gereageerd op de aangeboden psychotherapie (non-responders),
zullen in de tweede fase van het onderzoek at random worden verdeeld over drie
groepen. De eerste groep zal wisselen van therapeut, de tweede groep zal
wisselen van therapeut en van methode en voor een derde groep verandert niets.
Er zal tevens een post hoc analyse plaatsvinden t.a.v. de mate waarin de
werkrelatie en therapeutkenmerken invloed hebben op het therapieresultaat. Bij
een additionele groep van 30 patiënten (15 patiënten per behandelarm in fase 1)
meten we de variatie in affect/emoties in de eerste weken voorafgaand aan de
start van de behandeling (twee tot vier weken) en de eerste vier weken tijdens
de behandeling middels een speciaal ontwikkelde app.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers krijgen 16 behandelsessies Kortdurende Psychodynamische Steungevende Psychotherapie (KPSP) of Cognitieve Gedragstherapie (CGT) aangeboden binnen een tijdsduur van 8 weken. In fase 2 worden nog eens 16 behandelsessies aangeboden als sprake is van een non-respons op de behandeling.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen risico's verbonden aan de behandelmethoden. De grootste belasting
t.a.v. het onderzoek vergeleken met reguliere behandeling is het invullen van
vragenlijsten t.a.v. de verschillende onafhankelijke variabelen. Dit neemt voor
de deelnemers die uitsluitend behandeling krijgen in fase I van het onderzoek,
ongeveer 3 uur in beslag, verdeeld over 6 meetmomenten. Voor de deelnemers die
ook behandeling krijgen in fase II van het onderzoek neemt het invullen 3,5 tot
4 uur in beslag. Patienten krijgen twee keer in de week een behandelsessie
aangeboden, dit tegenover de reguliere behandeling relatief intensief. Hierdoor
wordt een sneller effect van de behandeling verwacht. Patienten mogen geen
medicatie gebruiken of moeten goed zijn ingesteld op medicatie voor ze beginnen
aan het onderzoek. Gevraagd wordt tijdens de behandeling de medicatie niet te
wijzigen, uiteraard tenzij noodzakelijk. Ten aanzien van de Experience Sampling
Method (toegevoegd voor een groep van 30 patiënten): dit betreft korte
herhaalde vragen aan de hand van de app over de stemming (positief en
negatief), 10 keer per dag gedurende 3 dagen per week, ongeveer twee weken
voorafgaand aan de behandeling en de eerste vier weken van de behandeling.
Publiek
Burg Roelenweg 9
Zwolle 8021 EV
NL
Wetenschappelijk
Burg Roelenweg 9
Zwolle 8021 EV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten die zich aanmelden op een van de deelnemende locaties van Dimence en
voldoen aan de criteria voor een matige tot ernstige depressie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• taalproblemen
• aanwezigheid van psychotische symptomen
• dusdanig gebruik van middelen dat voldaan wordt aan de criteria voor een
middelenafhankelijkheid (m.u.v. nicotine)
• aanwezigheid van ernstige suïcidaliteit welke acuut ingrijpen vereist.
• proefpersonen die om redenen het behandelprotocol niet kunnen volgen
(bijvoorbeeld door langdurige afwezigheid
• geen informed consent willen tekenen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL56047.099.16 |
OMON | NL-OMON26978 |