Doelstellingen: Primaire doelstelling:* Evalueren van het effect van subcutane (s.c.) toediening van XmAb5871 om de andere week op de tijd tot opflakkeren van IgG4 gerelateerde ziekte (IgG4 RD) na een eerste kuur met corticosteroïdtherapie bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Eindpunten: Primair werkzaamheidseindpunt:
* Tijd tot opflakkering van IgG4 RD (time to disease flare, TDF), gedefinieerd
als het opnieuw optreden van tekenen/symptomen van IgG4-RD of het optreden van
nieuwe tekenen/symptomen van IgG4-RD waarvoor IgG4-RD-rescuebehandeling vereist
is. Proefpersonen die op een willekeurig tijdstip tijdens het onderzoek, na
randomisatie, tot en met onderzoeksdag 701 (week 101) aan de volgende criteria
voor opflakkering van IgG4 RD hebben voldaan:
1. er is een verslechtering van de RI van de IgG4-RD geweest van ten minste 1 EN
2. er zijn aanwijzingen voor verergering van de ziekte door een verandering bij
lichamelijk onderzoek, een verandering bij beeldvormend onderzoek of een
verandering in biochemische parameters EN
3. de onderzoeker oordeelt dat er rescuebehandeling moet worden ingesteld
(d.w.z. een op IgG4 RD gerichte behandeling, waaronder een hogere dosis of
langere duur van de corticosteroïdtherapie dan in het protocol wordt
gespecificeerd, methotrexaat, azathioprine, mycofenylaatmofetil, B-celdepletie
door middel van behandeling, of andere experimentele behandeling)
Secundaire uitkomstmaten
Secundair werkzaamheidseindpunt:
* Het percentage proefpersonen bij wie van randomisatie tot onderzoeksdag 701
(week 101) geen opflakkering van IgG4 RD optreedt
* Type en cumulatieve hoeveelheid gebruikte rescuebehandeling voor IgG4 RD
vanaf de randomisatie tot onderzoeksdag 701 (week 101)
* Aantal en frequentie van opflakkeringen van IgG4 RD vanaf de randomisatie tot
onderzoeksdag 701 (week 101) of terugtrekking uit het onderzoek
Achtergrond van het onderzoek
IgG4-RD is momenteel niet te genezen. Huidige behandelingen voor de symptomen
hebben bijwerkingen en/of kunnen leiden tot terugval wanneer de behandeling
wordt gestopt of afgebouwd.
XmAb5871 wordt ontwikkeld voor de behandeling van autoimmuun ziektes inclusief
IgG4-RD. Gezien de gevestigde rol van B cellen in de pathogenese van IgG4-RD
en de effecten van XmAb5871 op B-cell functioneren, biedt XmAb5871 misschien
een aantrekkelijke therapeutische optie voor deze conditie.
Doel van het onderzoek
Doelstellingen: Primaire doelstelling:
* Evalueren van het effect van subcutane (s.c.) toediening van XmAb5871 om de
andere week op de tijd tot opflakkeren van IgG4 gerelateerde ziekte (IgG4 RD)
na een eerste kuur met corticosteroïdtherapie bij proefpersonen met actieve
IgG4 RD
Secundaire doelstellingen:
* Evalueren van het effect van s.c. toediening van XmAb5871 om de andere week
op het percentage proefpersonen bij wie van randomisatie tot onderzoeksdag 701
(week 101) geen opflakkering van IgG4 RD optreedt
* Evalueren van het effect van s.c. toediening van XmAb5871 om de andere week
op het type en de cumulatieve hoeveelheid rescuebehandeling voor IgG4 RD die
wordt toegediend van randomisatie tot onderzoeksdag 701 (week 101)
* Evalueren van het effect van s.c. toediening van XmAb5871 om de andere week
op het aantal en de frequentie van opflakkeringen van IgG4 RD van randomisatie
tot onderzoeksdag 701 (week 101)
* Evalueren van de verschillen tussen de behandelingsgroepen wat betreft
corticosteroïd-gerelateerde toxiciteit, gemeten aan de hand van de
toxiciteitsindex voor glucocorticoïden (GTI)
* Evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van s.c. toediening van
XmAb5871 om de andere week bij proefpersonen met actieve IgG4 RD
Verkennende doelstellingen:
* Evalueren van de ziekteactiviteit van IgG4 RD, gemeten aan de hand van de
IgG4 RD-responderindex (RI) bij baseline en in de loop van de tijd, en het
verband met de tijd tot opflakkering van IgG4 RD, de frequentie van
opflakkeringen van IgG4 RD en de cumulatieve hoeveelheid en het type
rescuebehandeling
* Evalueren van het effect van s.c. toediening van XmAb5871 om de andere week
op metingen van specifieke uitkomsten met betrekking tot de kwaliteit van leven
(quality of life, QoL) en gezondheidsuitkomsten
* Evalueren van de dalconcentraties XmAb5871 in serum en de immunogeniciteit
van s.c. toediening van XmAb5871 om de andere week bij proefpersonen met
actieve IgG4 RD
* Karakteriseren van de farmacodynamiek (PD) van s.c. toediening van XmAb5871
om de andere week bij proefpersonen met actieve IgG4 RD als volgt:
* Evalueren van het effect van XmAb5871 op veranderingen in het absolute aantal
B-cellen (absolute B-cell count, ABC) en de bezettingsgraad (receptor
occupancy, RO) van B cel-differentiatiecluster 19 (CD19)-receptor
* Evalueren van het effect van XmAb5871 op veranderingen in de
serumconcentratie IgG4
* Evalueren van het effect van XmAb5871 op veranderingen in de verhouding van
ribonucleïnezuur (RNA) coderend voor IgG4/IgG-B-celreceptor (BCR) in
circulerende B-cellen (er kunnen verkennende onderzoeken worden uitgevoerd op
dit monster om een beter beeld te krijgen van de repertoires aan B- en T-cellen
en allelen van het major histocompatibility complex; als dit gebeurt, kunnen
deze in een afzonderlijk rapport worden vermeld)
* Evalueren van het effect van XmAb5871 op de exocriene en endocriene functie
van de pancreas
* Evalueren van het effect van XmAb5871 op veranderingen in het aantal
circulerende plasmablasten en CD4+ cytotoxische T lymfocyten (CTL's); (kan in
bepaalde centra worden uitgevoerd)
* Evalueren van het effect van verschillende genotypen van Fc gammareceptor
(Fc*R) IIa en Fc*RIIb op de dalconcentraties in serum, de PD en de werkzaamheid
van XmAb5871
Onderzoeksopzet
Onderzoeksprocedures:
Na het verkrijgen van geïnformeerde toestemming (begin van deelname aan het
onderzoek) worden alle screeningprocedures en tests om vast te stellen of de
persoon in aanmerking komt voor deelname, uitgevoerd binnen een periode van 28
dagen vóór randomisatie. Corticosteroïdtherapie is de behandeling volgens de
standaardzorg voor IgG4-RD. Het staat de onderzoekers daarom vrij
corticosteroïdtherapie in te zetten als behandeling volgens de standaardzorg
voordat de proefpersoon met het onderzoek begint. Bij proefpersonen die
langdurig corticosteroïdtherapie met * 10 mg prednisonequivalent per dag hebben
gekregen en bij wie verergering van de tekenen/symptomen van IgG4 RD is
opgetreden, kan de dosis corticosteroïden ook vóór het begin van deelname aan
het onderzoek worden verhoogd. Proefpersonen komen in aanmerking om tot de
screening te worden toegelaten nadat geïnformeerde toestemming is verkregen,
zolang er aan de volgende criteria wordt voldaan:
1. de corticosteroïdtherapie vóór het onderzoek is niet langer dan 14 dagen
vóór het begin van de screening begonnen (of verhoogd na een eerdere
langetermijndosis van * 10 mg prednisonequivalent per dag);
2. het in het protocol bepaalde dosisbereik voor de begindosis corticosteroïden
is niet overschreden (60 mg/dag prednisonequivalent oraal toegediend);
3. er zijn geen corticosteroïden intraveneus (i.v.) of intramusculair (i.m.)
toegediend binnen 14 dagen vóór de screening en deze zullen tijdens de
screening niet via deze toedieningswijze worden toegediend en
4. alle voor geschiktheid voor het onderzoek vereiste screeningprocedures
kunnen binnen 28 dagen vóór randomisatie worden voltooid.
Ook kunnen de onderzoekers op elk moment tijdens de screeningperiode beginnen
met corticosteroïden als behandeling volgens de standaardzorg, d.w.z. de
onderzoekers hoeven niet te wachten tot is vastgesteld of de proefpersoon in
aanmerking komt voor deelname aan het onderzoek, voordat er wordt begonnen met
corticosteroïdtherapie volgens de standaardzorg. Alle overige op IgG4 RD
gerichte behandelingen moeten tijdens de screening worden gestaakt, tenzij
anders vermeld onder toegelaten gelijktijdige medicatie. Er moet vóór
randomisatie een ingevuld arbitrageformulier (zie Bijlage 1) aan de sponsor
worden voorgelegd voor beoordeling en goedkeuring. Een RI score voor IgG4 RD en
verslagen van eventueel beeldvormend onderzoek dat is uitgevoerd in de 2 weken
vóór het begin van de corticosteroïdtherapie volgens de standaardzorg (zelfs
als deze is uitgevoerd vóór het ondertekenen van het toestemmingsformulier)
dienen te worden bijgevoegd als nulwaarden voor het screeningsbezoek (de
proefpersonen geven hiervoor toestemming door ondertekening van het
toestemmingsformulier).
Nadat de proefpersoon een eerste behandelingskuur met corticosteroïden heeft
gekregen om de ziekteactiviteit van IgG4 RD te stabiliseren of verbeteren,
wordt de proefpersoon gerandomiseerd en begint hij/zij aan een in het protocol
bepaalde afbouwperiode voor corticosteroïden. Proefpersonen die tot het
onderzoek worden toegelaten zonder op IgG4 RD gerichte behandeling of
proefpersonen wiens dosis corticosteroïden moet worden verhoogd, krijgen een
orale dosis van 20 tot 60 mg/dag prednisonequivalent. De dosis orale
corticosteroïden moet tijdens de screeningperiode van 28 dagen gedurende 14 tot
28 dagen stabiel blijven. Zowel de dosis corticosteroïden als de duur van de
toedieningsperiode vóór randomisatie zijn ter beoordeling van de onderzoeker.
De duur moet echter minimaal 14 dagen en maximaal 28 dagen bij de stabiele
dosis corticosteroïden zijn. Na deze beginperiode met stabiele
corticosteroïdtherapie bepalen de onderzoekers wanneer de proefpersoon klaar is
om met de in het protocol bepaalde afbouwperiode te beginnen en wordt de
proefpersoon gerandomiseerd, met een verhouding van 1:1 naar behandeling met
250 mg XmAb5871 s.c. of placebo. Op dag 1 (bezoek 2) van het onderzoek krijgt
de proefpersoon de eerste s.c. dosis (XmAb5871 of placebo) toegediend en begint
een in het protocol gespecificeerde afbouw van corticosteroïden van 8 tot 12
weken, afhankelijk van de stabiele dosis corticosteroïden.
Alle proefpersonen worden gedurende ten minste 2 uur na het voltooien van de
eerste s.c. toediening geobserveerd en gedurende deze tijd zullen er
veiligheidsbeoordelingen worden uitgevoerd.
De volledige behandelingsperiode bestaat uit 51 doses die gedurende 101 weken
om de andere week worden gegeven. De proefpersonen komen om de 2 weken naar het
centrum van de onderzoeker op onderzoeksdag 15, 29, 43, 57, 71 en 85 (bezoek 3
tot en met 8) voor hun injecties, instructies voor het afbouwen van
corticosteroïden en geplande beoordelingen van de veiligheid, farmacokinetiek
(PK), PD en IgG4 RD-ziekterespons. De proefpersonen moeten na afloop van de
injecties bij bezoek 3 tot en met 8 ten minste 30 minuten ter observatie in het
onderzoekscentrum blijven. Bij volgende toedieningen is geen verplichte
observatieperiode na toediening. Vanaf bezoek 9 op dag 99 kunnen de
proefpersonen ervoor kiezen om de injecties voor de bezoeken met een oneven
nummer door thuiszorgverpleegkundigen te laten toedienen. Voor de bezoeken met
een even nummer (bezoek 10, 12, 14 etc.) komen de proefpersonen naar het
centrum van de onderzoeker voor hun injecties en geplande beoordelingen.
De behandeling zal worden beschouwd als 'niet aangeslagen' voor het primaire
eindpunt 'tijd tot opflakkering van IgG4 RD' en voor het eerste secundaire
eindpunt 'percentage proefpersonen bij wie van randomisatie tot onderzoeksdag
701 (week 101) geen opflakkering van IgG4 RD optreedt' als op welk moment dan
ook tijdens het onderzoek na randomisatie zich het volgende voordoet:
1. er is een verslechtering van de RI van de IgG4-RD geweest van ten minste 1 EN
2. er zijn aanwijzingen voor verergering van de ziekte door een verandering bij
lichamelijk onderzoek, een verandering bij beeldvormend onderzoek of een
verandering in de biochemische parameters EN
3. de onderzoeker oordeelt dat er rescuebehandeling moet worden ingesteld
(d.w.z. een op IgG4-RD gerichte behandeling, waaronder, maar niet beperkt tot,
een hogere dosis of langere duur van de corticosteroïdtherapie dan in het
protocol wordt gespecificeerd, methotrexaat, azathioprine, mycofenylaatmofetil,
behandeling gericht op B celdepletie of een andere experimentele behandeling).
Wanneer een proefpersoon een opflakkering van IgG4 RD vertoont, moet er een
lichamelijk en beeldvormend onderzoek worden uitgevoerd en moeten er
biochemische parameters worden verkregen die specifiek zijn voor het gebied van
de opflakkering (bv. creatinine, C3, C4 voor opflakkering in de nieren), naast
de vooraf gespecificeerde bepalingen voor het betreffende bezoek, om de
symptomen te correleren en de verergering van de ziekte te documenteren.
Proefpersonen die een andere rescuebehandeling krijgen dan middelen voor
B-celdepletie krijgen ook verder het toegewezen onderzoeksgeneesmiddel om
gegevens te verzamelen over de overige secundaire en verkennende eindpunten,
zoals het aantal en de frequentie van opflakkeringen van IgG4 RD en de
cumulatieve hoeveelheid en de typen IgG4-RD-rescuebehandeling. Een belangrijk
onderdeel van het onderzoek is het verzamelen van gegevens over het natuurlijke
beloop met betrekking tot het gebruik van corticosteroïden en eventuele daarmee
verband houdende toxiciteit bij IgG4 RD gedurende de behandelingsperiode van 2
jaar.
IgG4-RD-rescuebehandeling dient te bestaan uit het opnieuw instellen van
corticosteroïdtherapie. Bij proefpersonen met gedocumenteerde
corticosteroïdentoxiciteit of -intolerantie kunnen andere immunosuppressiva
worden gebruikt. Als er voor B-celdepletie wordt gekozen (bv. behandeling met
rituximab), wordt de proefpersoon beschouwd als proefpersoon bij wie de
behandeling niet is aangeslagen, en beëindigt deze het onderzoek vroegtijdig.
De onderzoekers zijn vrij in hun keuze van het type rescuebehandeling dat
tijdens het onderzoek wordt toegediend.
Alle proefpersonen die de behandelingsperiode voltooien, hebben 4 weken en 8
weken na de laatste injectie follow-upbezoeken ten behoeve van de veiligheid,
waarbij gegevens over de beoordelingen van de veiligheid, PK, PD en
ziekterespons worden verzameld. De deelname van de proefpersoon zal als
voltooid worden beschouwd nadat de follow-upbezoeken hebben plaatsgevonden of
wanneer de proefpersoon met het onderzoek stopt, afhankelijk van wat zich het
eerst voordoet. Alle informatie over ongewenste voorvallen (adverse events,
AE's, inclusief ernstige ongewenste voorvallen [serious AE's, SAE's] en
overlijdensgevallen) en gebruik van gelijktijdige medicatie zal worden
verzameld zolang het onderzoek duurt, van screening tot en met beëindiging van
het onderzoek. Proefpersonen bij wie tijdens de behandeling optredende AE's
(treatment-emergent AE's, TEAE's) of klinisch significante
laboratoriumafwijkingen, waaronder antigeneesmiddelantilichamen (anti-drug
antibodies, ADA's) worden geconstateerd, zullen worden gevolgd tot verdwijning
of tot stabilisering van de AE's/afwijkingen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Onderzoeksproduct, dosering en wijze van toediening: De formulering voor s.c. toediening van geneesmiddelproduct XmAb5871 is een steriele vloeistof die wordt geleverd in glazen flacons voor eenmalig gebruik. Elke glazen flacon van 2 ml is gevuld met 1,0 ml geneesmiddelproduct dat 125,0 mg/ml (± 10%) XmAb5871, 20 mM natriumacetaat, 3% (gewicht per volume; w/v) proline en 0,01% (w/v) polysorbaat 80 bevat met een pH van 5,5. Dosering en wijze van toediening: XmAb5871 (250 mg) wordt gegeven als s.c. injecties om de andere week tot maximaal 51 doses. Alle proefpersonen krijgen bij elke toediening 2 s.c. injecties met een volume van 1 ml. De glazen flacon voor eenmalig gebruik is gemaskeerd om te zorgen dat deze niet te onderscheiden is van de placebo. De toediening gebeurt met een eveneens gemaskeerde spuit. Placebo, dosering en wijze van toediening: De placebo voor s.c. toediening is een steriele vloeistof die wordt geleverd in glazen flacons voor eenmalig gebruik. Elke glazen flacon van 2 ml is gevuld met 1,0 ml placebo die 20 mM natriumacetaat, 3% (gewicht per volume; w/v) proline, 0,01% (w/v) polysorbaat 80 en 11,5% dextraan-40 bevat met een pH van pH 5,5. Dosering en wijze van toediening: De placebo wordt gegeven als s.c. injecties om de andere week tot maximaal 51 doses. Alle proefpersonen krijgen bij elke toediening 2 s.c. injecties met een volume van 1 ml. De glazen flacon voor eenmalig gebruik is gemaskeerd om te zorgen dat deze niet te onderscheiden is van het geneesmiddelproduct XmAb5871. De toediening gebeurt met een eveneens gemaskeerde spuit. Placebo, dosering en wijze van toediening: De placebo voor s.c. toediening is een steriele vloeistof die wordt geleverd in glazen flacons voor eenmalig gebruik. Elke glazen flacon van 2 ml is gevuld met 1,1 ml placebo die 20 mM natriumacetaat, 3% (gewicht per volume; w/v) proline, 0,01% (w/v) polysorbaat 80 en 11,5% dextraan-40 bevat met een pH van pH 5,5. Dosering en wijze van toediening: De placebo wordt gegeven als s.c. injecties om de andere week tot maximaal 51 doses. Alle proefpersonen krijgen bij elke toediening 2 s.c. injecties met een volume van 1 ml. De glazen flacon voor eenmalig gebruik is gemaskeerd om te zorgen dat deze niet te onderscheiden is van het geneesmiddelproduct XmAb5871. De toediening gebeurt met een eveneens gemaskeerde spuit. Duur van de behandeling: Na een screeningperiode van maximaal 28 dagen worden proefpersonen die in aanmerking komen voor deelname gerandomiseerd naar XmAb5871 of placebo (1:1). Ze krijgen om de andere week s.c. doses tot in totaal maximaal 51 doses (101 weken). De proefpersonen worden in het onderzoek gedurende 8 weken na de laatste dosis gevolgd, zodat de onderzoeksperiode in totaal maximaal 113 weken duurt.
Inschatting van belasting en risico
Zie sectie 7 en bijlage D van het informatieblad voor patienten voor een
overzicht van de bijwerkingen en mogelijke risico's van het onderzoek.
Publiek
West Lemon Avenue 111
Monrovia CA 91016
US
Wetenschappelijk
West Lemon Avenue 111
Monrovia CA 91016
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen komen in aanmerking voor deelname aan het klinisch onderzoek als ze aan de volgende criteria voldoen:
1. Man of vrouw, 12 jaar of ouder. In NL, hebben beide ziekenhuizen bevestigd dat ze alleen volwassenen 18 jaar en ouder zullen includeren.
2. In staat zijn schriftelijk geïnformeerde toestemming te geven. Voor proefpersonen van 12 tot 18 jaar ondertekent de adolescent een instemmingsformulier voor de patiënt en moet de ouder of wettelijk voogd het toestemmingsformulier ondertekenen. n NL, hebben beide ziekenhuizen bevestigd dat ze alleen volwassenen 18 jaar en ouder zullen includeren. Geinformeerde toestemming voor minderjarigen is in Nederland niet van toepassing.
3. Voldoen aan de classificatiecriteria van het American College of Rheumatology (ACR)/European League Against Rheumatism (EULAR) voor IgG4 RD met een score * 20 (zieBijlage 1).
4. Moet tekenen/symptomen van IgG4 RD hebben waarvoor, naar het oordeel van de onderzoeker, corticosteroïdtherapie moet worden ingezet of de langetermijn-achtergrondbehandeling met corticosteroïden moet worden verhoogd (indien de proefpersoon eerder een stabiele dosis van * 10 mg/dag prednisonequivalent kreeg).
5. Een orale dosis corticosteroïden moet tijdens de screeningperiode van 28 dagen vóór randomisatie gedurende 14 tot 28 dagen stabiel worden gehouden.
6. Moet in staat en bereid zijn corticosteroïdtherapie te krijgen tijdens de inductiefase van het onderzoek en moet in staat zijn eventuele systemische corticosteroïdtherapie af te bouwen volgens het protocol.
7. Moet bereid zijn te stoppen met andere op IgG4 RD gerichte medicatie tijdens de screening (bv. methotrexaat, mycofenolaatmofetil, 6 mercaptopurine of azathioprine).
8. Moeten een negatieve serum zwangerschapstest hebben binnen 14 dagen voor randomizatie.
9. Vrouwelijke proefpersonen die kinderen kunnen krijgen moeten instemmen met het gebruik van een zeer doeltreffende anticonceptiemethode vanaf de screening tot 8 weken na toediening van de laatste dosis XmAb5871/placebo. Vrouwen worden beschouwd als in staat om kinderen te krijgen tenzij gedocumenteerd is dat ze premenarchaal zijn OF postmenopauzaal zijn op basis van een voorgeschiedenis zonder menstruatie gedurende 1 jaar en bevestigd aan de hand van een bepaling van follikelstimulerend hormoon (FSH) OF eerder een hysterectomie en/of tweezijdige oöforectomie hebben ondergaan OF eerder tweezijdige salpingectomy hebben ondergaan. Zeer doeltreffende anticonceptiemethoden zijn gecombineerde hormonale anticonceptie (oraal, intravaginaal, transdermaal) of hormonale anticonceptie met alleen progestageen die gepaard gaat met ovulatieremming (oraal, injecteerbaar, intra-uterien), spiraaltjes, hormoonspiraaltje, bilaterale tubaligatie, vasectomized partner (op voorwaarde dat partner de enige seksuele partner is en er is een medische beoordeling van een chirurg), of seksuele onthouding (wanneer dit in overeenstemming is met de voorkeurs- en gebruikelijke levensstijl van patient).
10. Geen voorgeschiedenis van ernstige allergische reacties op monoklonale antilichamen.
11. In staat en bereid het gehele onderzoek te voltooien in overeenstemming met het onderzoeksschema.
12. Bereid zijn tijdens het onderzoek af te zien van andere vormen van experimentele behandeling.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen komen niet in aanmerking voor deelname aan het klinisch onderzoek als ze aan 1 of meer van de volgende criteria voldoen:
1. Exclusiecriteria die worden vermeld in de ACR/EULAR IgG4-RD Classification Criteria (zie Bijlage 1).
2. Inzetten van corticosteroïdtherapie (of verhoging van langetermijn-corticosteroïdtherapie) voor nieuwe of verergerde tekenen/symptomen van IgG4-RD > 14 dagen vóór het begin van deelname.
3. De dosis corticosteroïden is hoger geweest dan 60 mg/dag prednisonequivalent oraal toegediend binnen 14 dagen vóór de screening, of zal tijdens de screeningperiode hoger worden dan 60 mg/dag.
4. Corticosteroïden zijn i.v. of i.m. toegediend binnen 14 dagen vóór de screening of zullen via deze toedieningswijze worden toegediend tijdens de screeningperiode.
5. IgG4 RD waarvoor langdurige corticosteroïdtherapie met een dosis > 10 mg/dag prednisonequivalent nodig is.
6. Proefpersonen met ziekte in slechts 1 orgaansysteem met als primaire manifestatie fibrose (bijvoorbeeld aandoening van het neuromeningeaal systeem, retroperitoneale fibrose, fibroserende of scleroserende mesenteritis) worden uitgesloten.
7. Voorgeschiedenis van of aanwijzingen voor een klinisch instabiele of niet onder controle gebrachte stoornis, aandoening of ziekte (waaronder, maar niet beperkt tot cardiopulmonale, oncologische, renale, hepatische, metabole, hematologische of psychiatrische stoornissen, ziekten of aandoeningen) anders dan IgG4 RD die, naar de mening van de onderzoeker, een risico zou vormen voor de veiligheid van de proefpersoon, of de evaluatie, procedures of voltooiing van het onderzoek zou verstoren.
8. Maligniteit in de voorgaande 5 jaar (met uitzondering van met succes behandeld cervixcarcinoom in situ, gereceseerd plaveiselcel- of basaalcelcarcinoom van de huid, borstkanker zonder recidief * 5 jaar na behandeling of prostaatkanker zonder recidief * 3 jaar na prostatectomie).
9. Aanwezigheid van recidiverende of chronische infecties, gedefinieerd als * 3 infecties waarvoor antimicrobiële middelen vereist zijn, in de afgelopen 6 maanden vóór screening.
10. Actieve infectie waarvoor ziekenhuisopname of behandeling met parenterale antimicrobiële middelen vereist is in de 30 dagen vóór randomisatie of orale antimicrobiële middelen in de 14 dagen vóór randomisatie.
11. Eerder gebruik van rituximab (of andere middelen voor B-celdepletie) binnen 5 maanden vóór randomisatie.
12. Gebruik van een experimenteel middel binnen 5 halfwaardetijden van het middel (of 3 maanden als de halfwaardetijd [t*] niet bekend is) vóór randomisatie.
13. Aantal witte bloedcellen < 2,5 × 103/µl.
14. Absoluut aantal neutrofielen (ANC) < 1,0 × 103/µl.
15. Verhoogde serumcreatininespiegel > 2,5 × bovengrens van normaal (ULN) OF geschatte creatinineklaring (CL) < 40 ml/minuut, berekend bij de screening aan de hand van de formule van Cockroft-Gault.
16. Hemoglobine < 10 g/dl.
17. Aantal bloedplaatjes < 75 × 109/l.
18. Positief testresultaat voor antilichamen tegen humaan immunodeficiëntievirus (hiv) I en II, hepatitis B-oppervlakteantigeen (HBsAg), antilichamen tegen het hepatitis B-core antigeen (HBcAb) of antilichaam tegen hepatitis C (HCV Ab).
19. Heeft levende vaccins gekregen in de 4 weken vóór randomisatie.
20. Niet in staat op betrouwbare wijze met de onderzoeker te communiceren.
21. De proefpersoon is zwanger of geeft borstvoeding of is van plan zwanger te worden tijdens haar deelname aan het onderzoek.
22. Positieve zwangerschapstest bij de screening of te allen tijden tijdens het onderzoek.
23. Proefpersonen die niet akkoord gaan met het gebruik van medisch aanvaardbare anticonceptiemethoden.
24. Bekende of vermoede overgevoeligheid voor uit zoogdiercellen verkregen producten of voor bestanddelen van het onderzoeksgeneesmiddel.
25. Niet in staat zijn of niet bereid zijn deel te nemen aan follow-upbeoordelingen of verplichte procedures van het protocol.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-002214-31-NL |
CCMO | NL66482.091.18 |