Geautmatiseerde immunofenotypering van neutrofiele granolucyten in geriatrische heupfractuur patiënten, de AQUIOS studie

Het functionele fenotype van circulerende neutrofielen (witte bloedcellen) is
een adequate meting van de amplitude van de immunologische respons na trauma.
Het (on) vermogen van neutrofielen om direct na trauma (dag 0) te reageren op
bacteriële stimuli is gerelateerd aan de ontwikkeling van late infectieuze
complicaties, zoals septische shock (> dag 5).
Besmettelijke complicaties zijn heterogeen in hun presentatie en vereisen zowel
lokale, gastheer- als omgevingsfactoren. De incidentie van de ernstigste
infectieuze complicaties is het afgelopen decennium afgenomen.
Daarom is de analyse van infecties na trauma nog complexer geworden en is een
grote steekproefomvang vereist om ook patiënten te omvatten die de ernstigste
infectieuze complicaties zullen ontwikkelen. Tot nu toe was zo'n groot
onderzoek niet mogelijk, omdat de analyse van verschillen in de responsiviteit
van neutrofielen normaal gesproken werd uitgevoerd met klassieke
flowcytometrie. Dit is tijdrovend, arbeidsintensief en gevoelig voor menselijke
fouten. Dit is de reden waarom deze kennis nog niet is geïmplementeerd in de
dagelijkse klinische zorg. De analyse van neutrofielen kan nu echter 24/7
automatisch worden uitgevoerd door een volledig geautomatiseerde point-of-care
flowcytometer (AQUIOS).

1. Implementatie van een volledig geautomatiseerde point-of-care analyse van
neutrofielen in de traumakamer van de afdeling spoedeisende hulp bij patiënten
met monotrauma geriatrische heupfracturen.

2. Om te bepalen of patiënten die infectieuze complicaties ontwikkelen een
verminderde respons op neutrofielen en eiwitexpressie vertonen in vergelijking
met traumapatiënten zonder infectieuze complicaties

3. Om te bepalen of patiënten die infectieuze complicaties ontwikkelen
verschillen in pH, PvO2, PvCO2 of HCO3 vertonen in vergelijking met
traumapatiënten zonder infectieuze complicaties

prospectieve cohort studie, diagnostisch

Er zal 8 milliliter bloed bij de patiënt worden afgenomen na presentatie in de
traumakamer op de afdeling spoedeisende hulp, meestal binnen de eerste 5
minuten na presentatie. Dit wordt gecombineerd met reguliere diagnostische
bloedafname, zodat er geen extra venapunctie nodig is. Afname van deze
hoeveelheid bloed zal het totale volume van het circulerende bloed in de
bloedvaten van deze patiënten niet verminderen. Het extra risico op klinische
tekenen en symptomen als gevolg van bloedarmoede is nihil. De patiënten die aan
dit onderzoek deelnemen, zullen niet profiteren van deze meting.