De doelstelling van dit event-driven onderzoek is het aantonen van de superioriteit van 10 mg empagliflozine versus placebo als aanvulling op de medische behandeling volgens de richtlijn bij patiënten met symptomatisch chronisch HF en een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het samengestelde primaire eindpunt voor dit onderzoek is de tijd tot het
eerste optreden van geadjudiceerd CV overlijden of geadjudiceerde HHF bij
patiënten met HFrEF.
Secundaire uitkomstmaten
De belangrijkste secundaire eindpunten die onderdeel uitmaken van de
teststrategie zijn als volgt:
* Optreden van geadjudiceerde HHF (eerste keer en recidiverend);
* verandering eGFR (CKD-EPI)cr-curve ten opzichte van baseline.
Overige secundaire eindpunten zijn:
* tijd tot eerste optreden van een aanhoudende vermindering van chronische
dialyse of nier transplantatie or een blijvende vermindering van *40% eGFR
(CKD-EPI)cr
of
* aanhoudende eGFR (CKD-EPI)cr <15 ml/min/1,73 m2 bij patiënten met een
baseline eGFR *30 ml/min/1,73 m2
* aanhoudende eGFR (CKD-EPI)cr <10 ml/min/1,73 m2 bij patiënten met een
baseline eGFR <30 ml/min/1,73 m2
Chronische dialyse wordt als chronisch beschouwd indien the frequentie van de
dialyse 2 of meer keer per week omvat voor tenminste 90 dagen.
* tijd tot eerste geadjudiceerde HHF;
* tijd tot geadjudiceerd CV overlijden
* tijd tot mortaliteit ongeacht de oorzaak
* tijd tot aanvang van diabetes mellitus (DM) bij patiënten met pre-DM;
* verandering ten opzichte van baseline van de klinische samenvattingsscore
(symptomen van HF en
domeinen met betrekking tot lichamelijke beperkingen) van de KCCQ in week 52;
* ziekenhuisopname ongeacht de oorzaak (eerste keer en recidiverend).
Achtergrond van het onderzoek
Chronisch hartfalen (HF) is een progressieve aandoening waarbij het hart niet
in staat is
om voldoende bloed aan te voeren om te voldoen aan de metabolische behoeften
van verschillende weefsels of waarbij het deze bloedtoevoer mogelijk maakt door
een verhoogde vullingsdruk in het linkerventrikel. HF is een veel voorkomende
aandoening die naar schatting zo'n 26 miljoen mensen wereldwijd treft. Alleen
al in de Verenigde Staten is de prevalentie 5,7 miljoen, met 670.000 nieuwe
gevallen per jaar. HF hangt samen met premature mortaliteit en frequente
ziekenhuisopname. Ongeveer 50% van de patiënten die HF ontwikkelen, overlijdt
binnen 5 jaar na de diagnose. Jaarlijks worden er meer dan 1 miljoen patiënten
opgenomen in het ziekenhuis met de primaire diagnose HF. Op basis van de LV
ejectiefractie (EF) en in mindere mate op basis van andere structurele
veranderingen in de hartspier zijn er twee vormen van HF gedefinieerd, namelijk
hartfalen met een verminderde EF (HFrEF) *40% en hartfalen met een behouden EF
(HFpEF)>40%
Ongeveer 25 tot 45% van de patiënten met HF heeft daarnaast diabetes mellitus
type 2 (T2DM) en bijna 15-25% heeft borderline DM (prediabetes), wat duidt op
een mogelijk verband tussen de HF-aandoeningen en verstoringen van het
glucosemetabolisme.
Empagliflozine is een oraal beschikbare remmer van glucose co-transporter 2
(SGLT-2) die geïndiceerd is voor het verlagen van de bloedglucose bij patiënten
met T2DM door de uitscheiding van glucose via de urine te stimuleren. Ook
verlaagt het de bloeddruk, vermindert het arteriële stijfheid en de gemeten
myocardiale belasting, waarschijnlijk door verschillende mechanismen, en
verbetert het andere CV risicofactoren (urinezuur, viscerale vetmassa,
albuminurie).
Doel van het onderzoek
De doelstelling van dit event-driven onderzoek is het aantonen van de
superioriteit van 10 mg empagliflozine versus placebo als aanvulling op de
medische behandeling volgens de richtlijn bij patiënten met symptomatisch
chronisch HF en een verminderde ejectiefractie (LVEF * 40%).
Onderzoeksopzet
In dit gerandomiseerde, dubbelblinde, multinationale onderzoek wordt 10 mg
empagliflozine eenmaal daags vergeleken met placebo als aanvulling op de
standaardbehandeling voor patiënten met HFrEF.
Onderzoeksproduct en/of interventie
> screeningsperiode van 4-21 dagen; > dubbelblinde behandeling van ongeveer 20-38 maanden tot het vereiste aantal geadjudiceerde primaire gebeurtenissen wordt bereikt met empagliflozine of placebo; vervolgafspraak (30 dagen na het einde van de behandeling). Het onderzoek loopt door tot het vereiste aantal geadjudiceerde gebeurtenissen voor het primaire eindpunt is opgetreden om te kunnen voldoen aan de doelstelling van het onderzoek. De deelnemers worden eenmaal daags behandeld met empagliflozine of placebo in tabletvorm
Inschatting van belasting en risico
mogelijke bijwerkingen;
- hypoglykemie;
- ernstige hypoglykemie (hulp vereist);
- urineweginfecties;
- vaginale moniliasis, vulvovaginitis, balanitis en andere genitale infecties;
- toegenomen urineren;
- volumedepletie;
- toename van creatinine in bloed en afgenomen glomerulaire filtratiesnelheid.
De mogelijke bijwerkingen worden beschreven in de onderzoekersbrochure.
Publiek
Binger Strasse 173
Ingelheim am Rhein 55216
DE
Wetenschappelijk
Binger Strasse 173
Ingelheim am Rhein 55216
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* patiënten bij wie ten minste 3 maanden vóór bezoek 1 chronisch HF is vastgesteld en die momenteel tot NYHA-klasse II-IV behoren;
* chronisch HF met verminderde EF, gedefinieerd als een LVEF * 40% bij plaatselijke meting (verkregen bij een stabiele aandoening d.m.v.echocardiografie, radionuclide ventriculografie, invasieve angiografie, MRI of CT). Een eerdere LVEF kan worden gebruikt als het werd gemeten binnen 6 maanden voorafgaand aan bezoek 1 of de LVEF kan worden gemeten na consent van de studie. De LVEF moet voorafgaand aan randomisatie in een officieel rapport worden gedocumenteerd.
* de patiënt moet ten minste één van de onderstaande aangetoonde kenmerken van HF hebben:
- Bij een EF *36 tot *40: Verhoogd NT-proBNP bij bezoek 1 *2500 pg/ml bij patiënten zonder AF, OF *5000 pg/ml bij patiënten met AF, geanalyseerd in het centrale laboratorium,
- bij een EF *31 tot *35: verhoogd NT-proBNP bij bezoek 1 *1000 pg/ml bij patiënten zonder AF, OF *2000 pg/ml bij patiënten met AF, geanalyseerd in het centrale laboratorium;
- bij een EF * 40% en gedocumenteerde HHFc binnen 12 maanden voorafgaand aan bezoek 1,
verhoogde NT-proBNP bij bezoek 1 * 600 pg / ml voor patiënten zonder AF en * 1200 pg / ml voor patiënten met AF, geanalyseerd in het Centraal Laboratorium.
. Juiste dosis medische therapie voor HF (zoals ACEi, ARB, *-blokkers, orale diuretica, MRA's, ARNI's, ivabradine) en behandeling met een passend apparaat, consistent met de heersende CV richtlijnen, stabiel gedurende ten minste 1 week voorafgaand aan bezoek 1 (screening) en tijdens de screeningsperiode tot bezoek 2 (randomisatie), m.u.v. diuretica, die slechts één week voor bezoek 2 stabiel moeten worden gebruikt om de symptomen te reguleren. De onderzoeker moet documenteren waarom de patiënt niet de doeldosis volgens de plaatselijke richtlijnen gebruikt;;* passend gebruik van medische apparaten, zoals een cardioverter-defibrillator (ICD) of een apparaat voor cardiale resynchronisatietherapie (CRT), in overeenstemming met de heersende plaatselijke of internationale CV richtlijnen, tenzij het is geïmplanteerd in de 3 maanden voorafgaand aan bezoek 1, of indien de intentie bestaat om een ICD of CRT te implanteren;
* eGFR * 20 ml/min/1,73m2 bij bezoek 1.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
* myocardinfarct (toename van de concentratie hartenzymen in combinatie met symptomen van ischemie of onlangs ontwikkelde ischemische veranderingen in het ECG), coronaire bypassoperatie of andere ingrijpende cardiovasculaire chirurgie, beroerte of TIA in de 90 dagen voorafgaand aan bezoek 1;
* ontvanger van een donorhart of op de wachtlijst voor harttransplantatie;
* geïmplanteerd steunhart (LVAD);
* restrictieve cardiomyopathie als gevolg van bijv. amyloïdose of stapelingsziekten als hemochromatose of de ziekte van Fabry, spierdystrofie, cardiomyopathie met omkeerbare oorzaak (bijv. stresscardiomyopathie), hypertrofische obstructieve cardiomyopathie of bekende pericarditis constrictiva;
* ernstige (obstructieve of insufficiëntie veroorzakende) hartklepaandoening die naar mening van de onderzoeker tijdens het onderzoek zal leiden tot chirurgie;
* acuut gedecompenseerd HF (verergering van chronisch HF) waarvoor intraveneuze toediening van diuretica, inotrope middelen of vaatverwijders of implementatie van een LVAD nodig was en de patiënt uit het ziekenhuis werd ontslagen binnen 1 week vóór bezoek 1 (screening) en tijdens de screeningsperiode tot bezoek 2 (randomisatie);
* atriumfibrilleren of atriumflutter met een hartslag in rust >110 bpm, gedocumenteerd d.m.v. een ECG bij bezoek 2 (randomisatie);
* niet-behandelde ventriculaire aritmie met syncope bij patiënten zonder ICD, gedocumenteerd in de 3 maanden voorafgaand aan bezoek 1;
* diagnose van cardiomyopathie als gevolg van chemotherapie of peripartum in de 12 maanden voorafgaand aan bezoek 1;
* symptomatische bradycardie of tweede- of derdegraads hartblok zonder pacemaker na het aanpassen van de behandeling met bètablokkers, indien van toepassing;
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-002280-34-NL |
CCMO | NL59668.056.17 |