Het doel van deze pilot studie is om de effectgrootte te verifiëren van een onderzoek naar het gebruik van aprotinine vergeleken met het feitelijke systemische gebruik van tranexaminezuur, bij patiënten die dubbele plaatjesremming krijgen (hoog…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hart therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Postoperatieve bloedverlies: gemeten door de drainproductie in milliliters
tussen het sluiten van de thorax en de 12 uur na de operatie of totdat de drain
verwijderd wordt indien dit binnen 12 uur gedaan wordt.
Secundaire uitkomstmaten
1. Postoperatieve bloedverlies, gemeten als bloedverlies op de Intensive Care
afdeling tussen het sluiten van de thorax en:
a. Eerste uur
b. Tweede uur
c. Derde uur
d. Vierentwintigste uur
e. Op het moment van het verwijderen van de thoraxdrain.
2. Bloedingsklasse gedefinieerd door de Universal Definition of Postoperative
Bleeding
3. Aantal eenheden van allogene bloedproducten (trombocyten, FFP, RBCs)
toegediend aan de proefpersonen tussen toediening van de studie medicatie en
het sluiten van de thorax.
4. Aantal eenheden van allogene bloedproducten (trombocyten, FFP, RBCs)
toegediend aan de proefpersonen tussen toediening van de studie medicatie en de
24 uur erna.
5. Aantal eenheden van allogene bloedproducten (trombocyten, FFP, RBCs)
toegediend aan de proefpersonen tussen de aankomst op de IC en de overplaatsing
naar de verpleegafdeling.
6. Aantal eenheden fibrinogeen, PCC of novoseven gegeven in de peri- en
postoperatieve periode.
7. Tijdsduur van de post hartlongmachine fase, van infusie van het studie
medicijn tot de transfer naar IC.
8. Ventilatietijd tijdens het verblijf op de IC.
9. Tijdsduur van het verblijf op de IC vanaf de initiële operatie.
10. Tijdsduur van het verblijf in het ziekenhuis vanaf de initiële operatie.
11. Deel van de patiënten dat een vervolg operatie krijgen om een onacceptabele
bloeding te stelpen binnen 5 dagen na de operatie.
12. Wondinfectie, sternaal of andere types.
13. Grote klinische gebeurtenissen:
a. Mortaliteit op 30 dagen postoperatief
b. Grote nadelige cardiale gebeurtenis (Major adverse clinical event /MACE)
c. Cerebrovasculair accident/ transient ischemische attack (TIA)
d. Nierinsufficiëntie of nierfalen
e. Veneuze trombose / longembolie
f. Allergische of andere systemische reactie op het studiemedicijn
14. Totale kosten van de procedure worden berekend van data gegeneraliseerd
door de ziekenhuisadministratie en bestaan uit:
a. OK-tijd
b Dagen op IC
c Totaal aantal dagen in het ziekenhuis
d consumptie van bloedproducten en hemostatische middelen
e gebruik van additionele medische behandeling bijv dialyse.
Achtergrond van het onderzoek
Uit onderzoek blijkt dat therapie met dubbele plaatjesremming, de combinatie
van aspirine met clopidogrel, ischemische complicaties reduceert bij patiënten
met acuut coronair syndroom (ACS).
ACS patiënten worden vaak behandeld met urgente of acute angiografie, gevolgd
door percutane interventie (PCI) of coronaire bypass chirurgie (CABG). In deze
patiënten geeft langdurige dubbele plaatjesremming een reductie in het risico
op nadelige ischemische gebeurtenissen. Hoewel het preoperatief gebruik van
aspirine alleen geen effect heeft op postoperatief bloeden, kan het gebruik in
combinatie met clopidogrel meer bloedverlies, meer transfusies en re-operaties
geven met mogelijk meer kans op verdere complicaties als gevolg. Patiënten die
hartchirurgie ondergaan behouden een significant risico op grote bloeding en
expositie aan bloedproducten. Ernstige bloeding en de noodzaak voor
peroperatieve transfusies zijn geassocieerd met een slechtere uitkomst.
Verschillende bloed-besparende strategieën laten een belangrijke verlaging zien
in de noodzaak voor allogene bloedproducten en zijn geïmplementeerd als
toevoeging op het profylactische gebruik van antifibrinolytische middelen.
Echter, dubbele plaatjesremming heeft als nadeel dat patiënten meer risico
hebben op bloedingen, met name als ze urgente of acute hartchirurgie nodig
hebben. Het is aangetoond dat clopidogrel in combinatie met aspirine voor een
CABG geassocieerd is met meer postoperatief bloedverlies en meer gebruik van
bloedproducten. De 2015 ESC richtlijnen voor het behandelen van ACS in
patiënten zonder persisterend ST-segment elevatie bevelen aan dat, bij
patiënten zonder tekenen van terugkerende of persisterende ischemie, het
verrichten van een CABG met 5 dagen uitgesteld kan worden voor het tijdelijk
staken van Clopidogrel of Ticagrelor of met 7 dagen uitgesteld kan worden voor
het tijdelijk staken van Prasugel. Aspirine moet gecontinueerd worden tijdens
de chirurgie, behalve in patiënten met een sterk verhoogd bloedingsrisico
(bijv. re-CABG of complexe gecombineerde procedures) of in patiënten die
bloedtransfusies weigeren. Voor deze groep mensen is het verstandig om de
aspirine 3-5 dagen voor de operatie te staken.
De recent gecombineerde EACTA-EACTS richtlijnen geven de aanbeveling om dubbele
plaatjesremming >5 dagen voor hartchirurgie te staken en antifibrinolytica
tranexaminezuur en aprotinine te gebruiken tijdens de operatie. Aprotinine
heeft laten zien dat het bloedverlies en de noodzaak tot transfusies verlaagd
in patiënten die een CABG ondergaan bij wie de dubbele plaatjesremming
gecontinueerd wordt tot binnen de 5 dagen voor de operatie. Een recente
prospectieve studie concludeerde echter dat ondanks het gebruik van
profylactisch tranexaminezuur, het bloedverlies bij met clopidogrel behandelde
patiënten met 22% was verhoogd. Dit geeft aan dat aprotinine de voorkeur geniet
bij patiënten behandeld met dubbele plaatjesremming. Recente publicaties
vermelden dat met dubbele plaatjesremming behandelde patiënten een geschikte
doelgroep zijn voor het gebruik van aprotinin. Aan de andere kant, chirurgische
technieken en patiënten bloed management procedures zijn veranderd in het
laatste decennium. Hierom kan het additionele voordeel van aprotinine
bediscussieerd worden.
Het risico van bloedverlies tijdens hartchirurgie hangt af van de combinatie
van het type chirurgische interventie aan de ene kant en het patiënten profiel
aan de andere kant. Klinische studies en experts meningen noemen patiënt
gerelateerde risico*s zoals preoperatieve anemie (Hb< 6mmol/L), lage
trombocyten (<125.000/mm3), verworden plaatjesdisfunctie (met name dubbele
plaatjesremming tot minder dan 5 dagen voor de operatie), erfelijke of
verworden coagulopathieën, vrouwelijk geslacht, leeftijd > 70 jaar en laag
lichaamsgewicht. Andere comorbiditeiten zijn hypertensie, Diabetes Mellitus,
perifeer vaatlijden, nierinsufficiëntie, astma, COPD, instabiele angina
pectoris en myocard infarct.
Meybohm et al publiceerde een risico stratificatie, gebaseerd op chirurgische
procedures, gedefinieerd als laag risico (predominante geïsoleerde CABG of een
enkele klepoperatie) en hoog risico (complexe chirurgie, bijv. re-sternotomie,
multiple klepoperaties, chirurgie van de aorta ascendens of de aortaboog, of
spoedchirurgie). Verlengde cardiopulmonaire bypass tijd en diepe hypothermie
zijn daarnaast ook herkend als hoog risico factoren.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze pilot studie is om de effectgrootte te verifiëren van een
onderzoek naar het gebruik van aprotinine vergeleken met het feitelijke
systemische gebruik van tranexaminezuur, bij patiënten die dubbele
plaatjesremming krijgen (hoog risico op bloeden) en een on-pump niet complexe
hartoperatie (CABG of een enkele klepoperatie) met een laag risico op bloeden
ondergaan. Dit wordt gedaan in een enkel centrum prospectieve cohort.
1. Primaire uitkomstmaten
Bepalen of aprotinine het verhoogde postoperatieve bloedverlies kan
terugdringen die geïnduceerd wordt door dubbele plaatjesremming in electieve
niet-complexe hartoperaties.
2. Secundaire uitkomstmaten
Bepalen of aprotinine de noodzaak tot transfusies met allogene bloedproducten
verlaagd bij patiënten die behandeld worden met dubbele plaatjesremming en
niet-complexe hartoperaties ondergaan. Tevens bepalen of het middel veilig in
gebruik is en goed getolereerd wordt.
Onderzoeksopzet
Deze fase II studie is een enkel centrum, onderzoeker geïnitieerde,
gerandomiseerde, enkelblinde controle studie. De studie zal worden uitgevoerd
bij proefpersonen die een electieve niet-complexe hartoperatie ondergaan en
daarbij dubbele plaatjesremming krijgen. Niet-complexe hartchirurgie wordt
gedefinieerd als een CABG of een enkele klepoperatie. De studie wordt
uitgevoerd in een enkel centrum in Zwolle, Nederland door de afdelingen
Cardiothoracale chirurgie en Cardiothoracale anesthesie en de Intensive Care.
De studie bestaat uit een interventiegroep van 29 proefpersonen en een controle
groep van 29 proefpersonen. Dit maakt in totaal 58 proefpersonen. Het werven
van voldoende proefpersonen zal ongeveer 12 maanden duren. Het basisonderzoek
(inclusief het tekenen van het informed consent document) van potentiële
proefpersonen zal beginnen op 01-03-2020 en de data van de laatste
geïncludeerde patiënt zou compleet moeten zijn op 01-03-2021 (12 maanden).
Tezamen met het analyseren van de resultaten, zal de studie ongeveer 12 maanden
duren.
Observatie van elke individuele proefpersoon zal bestaan uit een gedetailleerde
evaluatie van de dag van het basisonderzoek (dag -3 tot -1) tot 30 dagen
postoperatief voor de SF-36, EuroQol en SAE afnames. Data voor het primaire
eindpunt zal verzameld worden binnen 24 uur na toediening van de
studiemedicatie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
6.1 beschrijving van studie medicatie Aprotinine Aprotinine is geclassificeerd als een subklasse antihemorragisch middel, protease remmer, ATC-code B02AB01. Aprotinine is een niet specifiek serine protease remmer met antifibrinolytische kenmerken. Door het vormen van reversibele stoichiometrisch enzymremmende complexen remt aprotinine humaan trypsine, plasmine en plasmakallikrein. Aprotinine heeft een bredere therapeustiche basis vergeleken met tranexaminezuur omdat het naast het voorkomen van formatie van plasmine door het blokken van tissue plasminogeen activator (tPA), ook plasmine direct remt. Tevens heeft aprotinine positieve effecten tijdens cardiopulmonale bypass (CPB) door de lage intrinsieke anticoagulatie (remmer van trombine en trombine generatie door tissuefactor), anti-inflammatoire werking, verminderen van cardiale oxidatieve stress en de bescherming tegen inactivatie van trombocyten. 6.2 samenvatting van bevindingen van klinische studies Meerdere studies hebben de effecten van aprotinine vergeleken met tranexaminezuur beschreven. De te verwachten effect grootte in de vermindering van postoperatief bloedverlies van een aantal studies wordt weergegeven in tabel 1 (zie protocol). Er zijn twee studies verricht die het effect van aprotinine bij therapie met dubbele plaatjesremming beschrijven. Echter, deze studies zijn placebo gecontroleerd gedaan en er werd geen tranexaminezuur toegediend in de controle groep. Een recente meta analyse heeft de veiligheid van aprotinine vergeleken met tranexaminezuur en amino-caproinezuur. De resultaten van deze analyse worden samengevat in figuur 1 (zie protocol). 6.3 Beschrijving van de toedieningsweg Aprotinine wordt intraveneus toegediend en er wordt een reservoir aan het extracorporale circuit toegevoegd. Het verwachte extra volume moet in acht worden genomen en voor gecorrigeerd worden met in acht neming van de totale vochtbalans. 6.4 Beschrijving van de dosering De dosering bestaat uit een testdosis van 10,000 KIU intraveneus. Dit wordt gevolgd door het resterende deel van de oplaaddosis, een totaal van 1milj. KIU. De oplaaddosis wordt gevolgd door het starten van continue intraveneuze toediening van 250,000 KIU/uur totdat de borstkas gesloten wordt. Tevens wordt er de extracorporale pomp geprimed met een additionele 1milj. KIU. 6.5 Het middel wordt bewaard op kamertemperatuur en wordt onder steriele condities direct van de verpakking als oplaaddosering (intraveneus of als pomp primingsoplossing) gebruikt of direct opgezogen in een steriele spuit van 50ml voor de continue intraveneuze toediening.
Inschatting van belasting en risico
1. Het onderzoek brengt geen extra tijdsbelasting met zich mee. Proefpersonen
dienen dezelfde vragenlijsten in te vullen en dezelfde onderzoeken te ondergaan
als patiënten die niet mee doen met de studie.
2. Er wordt na inleiding van de anesthesie eenmalig 5ml extra bloed afgenomen
voor de verify now test. Deze test wordt niet standaard gedaan en is dus een
extra belasting.
3. Proefpersonen lopen het risico op bijwerkingen van het studie medicijn. Deze
worden genoemd onder het kopje *Interventie*
4. Patiënten hebben een verhoogd risico op een myocardinfarct t.o.v. standaard
therapie
Publiek
Dokter van Heesweg 2
Zwolle 8025 AB
NL
Wetenschappelijk
Dokter van Heesweg 2
Zwolle 8025 AB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd achttien jaar of ouder
2. Ondergaan electieve niet-complexe cardiale chirurgie (CABG of enkele
hartklepoperatie)
3. Patiënten die een combinatie van aspirine en clopidogrel hebben gebruikt tot
tenminste 3 dagen voor de operatie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Positieve zwangerschaptest, zwangerschap of het geven van borstvoeding
2. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd die geen medisch goedgekeurde vorm van
anticonceptie gebruiken tijdens de studie.
3. Ondergaan van een spoedoperatie
4. Verdenking of bewijs van een congenitale of verworven stollingsstoornis
(bijv. VWF-ziekte of via een ernstige leveraandoening)
5. Apoplexie in de 2 maanden voor de operatie
6. Manifesteren veneus of arteriale thrombose.
7. Medicatie:
- Tirofiban toediening in de 2 dagen voor de operatie
- INR > 1.4 bij coumarine gebruik
8. Participatie in een andere klinische studie in de 4 weken voor deze studie
9. Het toegediend hebben gekregen van aprotinine in de laatste 2 maanden, in de
afwezigheid van een IgG antilichaam test.
10. Nierfunctie stoornissen gedefinieerd als een eGFR <45 (ml/min/1.73m2)
11. Gevoeligheid voor een van de bestanddelen van de studiemedicatie.
12. Een indicatie dat er niet voldaan kan worden aan de restricties of
procedures van deze studie (bijv. een oncoöperatieve houding)
13. Een indicatie dat de studie restricties, procedures of consequenties niet
volledig zijn overwogen en/of begrepen, zodat informed consent niet gegeven kan
worden.
14. Meerdere comorbiditeiten, met een beperkte levensduur.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-003737-42-NL |
CCMO | NL70876.075.19 |