Doelstellingen:Primaire doelstellingHet beoordelen van de langetermijn veiligheid en verdraagbaarheid van padsevonil (PSL), toegediend in individuele doses tussen 100 mg/dag en 800 mg/dag, als adjuvante behandeling voor proefpersonen met focale…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Neurologische aandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Criteria voor beoordeling:
Werkzaamheid:
Primaire variabelen van werkzaamheid
* Verandering vanaf de uitgangswaarde (van het respectievelijke hoofdonderzoek)
in frequentie van waarneembare focale aanvallen gedurende de evaluatieperiode.
Farmacokinetiek en farmacodynamiek:
Er worden geen farmacokinetische en farmacodynamische variabelen beoordeeld in
dit onderzoek.
Veiligheid:
Primaire veiligheidsvariabelen
* Incidentie van tijdens de behandeling optredende bijwerkingen
(treatment-emergent adverse events, TEAEs) gemeld door de proefpersoon en/of
verzorger of waargenomen door de onderzoeker.
* Incidentie van TEAEs die leiden tot terugtrekking uit het onderzoek.
Secundaire uitkomstmaten
Criteria voor beoordeling:
Werkzaamheid:
Andere variabelen van werkzaamheid
* Frequentie van waarneembare focale aanvallen per 28 dagen per interval van 3
maanden gedurende de evaluatieperiode.
* Frequentie van waarneembare focale aanvallen per 28 dagen per aanvalstype en
per interval van 3 maanden gedurende de evaluatieperiode.
* Het 50%, 75% en 90% responderpercentage (responder rate, RR) per interval van
3 maanden voor waarneembare focale aanvallen gedurende de evaluatieperiode. Een
50%, 75% en 90% responder wordt gedefinieerd als een proefpersoon met *50%,
*75% of *90% verlaging van de frequentie van waarneembare focale aanvallen ten
opzichte van de uitgangswaardeperiode gedefinieerd in het hoofdonderzoek.
* Het 50%, 75% en 90% RR per interval van 3 maanden voor focale aanvallen (type
I) gedurende de evaluatieperiode.
* Percentage aanvalsvrije dagen (voor alle aanvalstypes) per interval van 3
maanden gedurende de evaluatieperiode.
* Aanvalsvrije-status voor alle aanvalstypes per interval van 3 maanden
gedurende de evaluatieperiode.
* De tijd tot stopzetting.
* Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van het hoofdonderzoek in
Severity Global Item (SSG) scores bij elke beoordeling.
* Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde van het hoofdonderzoek in
Quality of Life Inventory in Epilepsy-31-P (QOLIE-31-P) scores bij elke
beoordeling.
* Veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde van het hoofdonderzoek in
Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) scores bij elke beoordeling.
* Veranderingen in geneesmiddelconcentratie (d.w.z. het aantal producten,
toegediende dagelijkse dosis per product, verhouding van dosis en gedefinieerde
dagelijkse dosis, frequentie, geneesmiddelenklasse) van AEDs vanaf de
uitgangswaarde tot bezoek 8 en tot bezoek 12 of het einde van het onderzoek
(end of study, EOS).
* Gebruik van gezondheidsgerelateerde resultaten en HRU, waaronder consulten
bij zorgverleners die niet zijn voorzien in het protocol, ondersteuning van de
verzorger, gelijktijdige medische procedures, gelijktijdige medicatie en
ziekenhuisopnames.
Farmacokinetiek en farmacodynamiek:
Er worden geen farmacokinetische en farmacodynamische variabelen beoordeeld in
dit onderzoek.
Veiligheid:
Andere veiligheidsvariabelen
* Veranderingen in laboratoriumonderzoeken (waaronder hematologie, bloedchemie,
urineonderzoek).
* Veranderingen in de parameters van 12 kanaals ecg.
* Veranderingen in ontwenningsverschijnselen gebruik makend van de Clinical
Institute Withdrawal
Assessment-Benzodiazepines (CIWA-B) vanaf het EOS-bezoek tot aan het einde van
de afbouwperiode en tot het einde van de SFU-periode (30 dagen na de laatste
inname van PSL).
* Veranderingen in parameters van vitale functie (polsslag, bloeddruk [BD] en
ademhalingsfrequentie).
* Optreden van een klinisch significante valvulaire of
pericardeffusie-wijziging of andere klinisch significante afwijkingen zoals
vastgesteld met door 2 dimensionale Doppler echocardiogram bij elke beoordeling
met gecentraliseerde interpretatie.
* Bevindingen van lichamelijk onderzoek (inclusief lichaamslengte en gewicht)
en neurologisch onderzoek.
* Veranderingen in psychiatrische en mentale toestand.
Achtergrond van het onderzoek
Geneesmiddelresistente epilepsie
De Internationale Bond Tegen Epilepsie (ILAE) definieert
geneesmiddelresistentie als gefaalde adequate onderzoeken naar 2 verdragen en
op de juiste wijze gekozen AED*s, als monotherapie of in combinatie, om
aanhoudende aanvalsvrijheid te bewerkstelligen. In de VS leven 3 miljoen
volwassenen met actieve epilepsie. Uitgaande van epilepsie met focale aanvallen
bij 60% van de patiënten en weerstand tegen AED*s bij 20% tot 40% van de
patiënten, lijden ongeveer 360.000 tot 720.000 patiënten aan
geneesmiddelresistente epilepsie. Het is deze populatie met
geneesmiddelresistente epilepsie die de grootste ziektelast vertegenwoordigt
bij personen, artsen en in de gezondheidszorg. Een behandeling die voor een
aanzienlijke vermindering van de aanvalsfrequentie zorgt, zal de mortaliteit
verlagen en de kwaliteit van leven aanzienlijk verbeteren.
Werkingsmechanisme padsevonil
Padsevonil is een nieuwe chemische entiteit met selectieve affiniteit voor
SV2-eiwitten en postsynaptische cBZR-locaties op de GABA-A-receptor. Het heeft
overtuigende werkzaamheid getoond in een aantal preklinische modellen van
epilepsie, waaronder het amygdala-kindling-model. Dit model wordt beschouwd als
de best vertaalbare benadering voor het beoordelen van verbindingen met
mogelijke werkzaamheid tegen geneesmiddelresistente focale epilepsie. Op basis
van dit overtuigende preklinische profiel heeft UCB een
proof-of-concept-onderzoek (EP0069) opgezet en uitgevoerd bij patiënten met
uiterst geneesmiddelresistente focale epilepsie.
Niet-klinische onderzoeken
Er is een uitgebreid niet-klinisch ontwikkelingsprogramma uitgevoerd met PSL,
waaronder orale toxicologieonderzoeken tot 26 weken bij ratten en tot 39 weken
bij honden, een standaardreeks genotoxiciteitsonderzoeken,
veiligheidsfarmacologie- en secundaire farmacologieonderzoeken en
vruchtbaarheids- en de embryofoetale ontwikkelingsonderzoeken bij ratten en
konijnen. Informatie over deze niet-klinische onderzoeken is te vinden in de
brochure voor de onderzoeker (IB). Padsevonil werd goed verdragen tot 150 mg/kg
tweemaal daags (bid) (d.w.z. 300 mg/kg/dag) gedurende 26 weken bij ratten en
tot 50 mg/kg bid (d.w.z. 100 mg/kg/dag) gedurende 39 weken bij honden. De
minimale cardiale bevindingen die werden gemeld bij een beperkt aantal dieren
in het 39 weken durende toxiciteitsonderzoek met honden, werden door een panel
van interne en externe deskundigen beoordeeld als van zeer laag risico
(langdurige blootstelling) tot niet-bestaand risico (kortdurende blootstelling)
voor de mens. In de fase 2-onderzoeken is verder echocardiografische screening
van menselijke onderzoeksdeelnemers bij de baseline (om onderzoeksdeelnemers
met valvulopathieën uit te sluiten) en doorlopende echocardiografische controle
tijdens en na de behandeling geïmplementeerd. Er zijn tot op heden geen
belangrijke bevindingen.
Klinische onderzoeken
De klinische ontwikkeling (fase 1 en fase 2) van PSL is gaande, waarbij het
aanpakken van een onvervulde medische behoefte het doel is, door het
ontwikkelen van een behandeling die incrementele werkzaamheid biedt als
toevoeging op bestaande AED-behandeling voor patiënten met
geneesmiddelresistente epilepsie. De voorgestelde indicatie van PSL is
adjuvante therapie bij de behandeling van focale aanvallen bij volwassen
patiënten met epilepsie.
Fase 1
De onderzoeken naar enkelvoudige orale doses tot 490 mg PSL en herhaalde orale
doses tot 400 mg bid gedurende maximaal 12 dagen zijn voltooid. Daarnaast zijn
er onderzoeken gaande om de SV2A-receptorbezetting en farmacokinetiek (PK) te
bepalen bij Japanse onderzoekdeelnemers. Verdraagbaarheid tot 400 mg bid is
aanvaardbaar geacht om door te gaan naar fase 2. Bij de start van fase 2
behoorden geneesmiddelinteracties met sterke opwekkers van enzym
cytochroom-P450(CYP)3A4 en het risico op ontwikkeling van psychiatrische
symptomen tot de belangrijke geïdentificeerde risico*s op basis van de
farmacologische onderzoeken op mensen. Meer informatie over de fase
1-onderzoeken is beschikbaar in de IB.
Fase 2
Er is onlangs een fase 2-onderzoek afgerond, EP0069, uitgevoerd in de EU ter
evaluatie van de mogelijke werkzaamheid, veiligheid/verdraagbaarheid en het
PK-profiel van PSL, toegediend bij proefpersonen met uiterst
geneesmiddelresistente focale epilepsie. De analyse is gaande, maar het
onderzoek toonde aan dat PSL 400 mg bid als adjuvante behandeling bij een
actief, stabiel AED-regime bij elke onderzoeksdeelnemer in verband werd
gebracht met klinisch betekenisvolle verbetering van aanvalsbeheersing. Er
waren geen nieuwe of onverwachte veiligheidssignalen. Tussentijdse gegevens
(sluitingsdatum 07 maart 2017) uit het lopende open-labeluitbreidingsonderzoek
(OLE) (EP0073) van EP0069 duiden erop dat het veiligheids- en
verdraagbaarheidsprofiel aanvaardbaar blijft en het behoud van PSL-werkzaamheid
ondersteunt. Raadpleeg de IB voor uitgebreide informatie over de veiligheid en
werkzaamheid. UCB stelt de start voor van een fase 2-onderzoek naar het
dosisbereik van PSL (EP0091) en de actieve OLE (EP0093) bij volwassen patiënten
met focale aanvallen in verband met geneesmiddelresistente epilepsie.
Rationale voor dit onderzoek
Dit open-label-langetermijnonderzoek geeft proefpersonen die deelnamen aan
eerdere PSL-onderzoeken de gelegenheid om verder toegang te krijgen tot PSL. In
EP0093 zal de veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid op lange termijn
worden beoordeeld van PSL als adjuvante behandeling voor focale aanvallen bij
volwassen proefpersonen met geneesmiddelresistente epilepsie.
Doel van het onderzoek
Doelstellingen:
Primaire doelstelling
Het beoordelen van de langetermijn veiligheid en verdraagbaarheid van
padsevonil (PSL), toegediend in individuele doses tussen 100 mg/dag en 800
mg/dag, als adjuvante behandeling voor proefpersonen met focale aanvallen en
medicatieresistente epilepsie.
Secundaire doelstelling
De secundaire doelstelling is het beoordelen van de langetermijn werkzaamheid
van PSL als een adjuvante behandeling voor focale aanvallen bij volwassenen met
medicatieresistente epilepsie.
Verkennende doelstelling
De verkennende doelstelling is het beoordelen van de impact van PSL als een
adjuvante behandeling voor proefpersonen met focale aanvallen en
medicatieresistente epilepsie op gezondheidsgerelateerde resultaten en gebruik
van gezondheidszorgmiddelen (healthcare resources utilization, HRU).
Onderzoeksopzet
Methodologie:
Dit is een open-label uitbreidingsonderzoek naar de veiligheid,
verdraagbaarheid en verandering van de frequentie van focale aanvallen die
samenhangt met langetermijn orale PSL als een adjuvante behandeling bij
volwassen proefpersonen met medicatieresistente epilepsie. Aan dit onderzoek
zullen proefpersonen meedoen die toestemming geven, of proefpersonen van wie de
wettelijke vertegenwoordigers toestemming hebben gegeven, en die een
PSL-hoofdonderzoek hebben afgerond (bijv. EP0091 of opvolgende PSL-onderzoeken).
Het onderzoek bestaat uit 3 periodes: een beoordelings-, afbouw- en
veiligheidsfollow-upperiode (safety follow-up, SFU). De lijst van activiteiten
die in elk van deze perioden plaatsvinden, wordt gedetailleerd beschreven in de
tabel met het schema van beoordelingen aan het einde van deze sectie.
De totale duur van het onderzoek per proefpersoon is ongeveer 2 jaar.
Proefpersonen die voordeel hebben bij het geneesmiddel en die bereid zijn om
door te gaan zullen ofwel in de handel verkrijgbare geneesmiddelen krijgen,
indien beschikbaar, of worden overgedragen naar een Managed Access Program of
ander PSL-onderzoek, afhankelijk van plaatselijke voorschriften. Het einde van
het onderzoek wordt gedefinieerd als de datum van het laatste SFU-bezoek (30
dagen na de laatste PSL inname) van de laatste proefpersoon in het onderzoek.
Het rapporteren van ernstige bijwerkingen zal doorgaan tot het follow-up
echocardiogram na 6 maanden is verkregen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De behandeling, doses, wijze van toediening en duur: Padsevonil wordt geleverd in de vorm van 25 mg, 100 mg en 200 mg filmomhulde tabletten van verschillende afmetingen en uiterlijk. Padsevonil wordt op een open-label wijze toegediend. Proefpersonen worden geïnstrueerd om 2 doses in te nemen met ongeveer 12 uur ertussen. PSL dient te worden toegediend binnen 30 minuten na het eten, als dat praktisch mogelijk is. De individuele aanvangsdosis van elke proefpersoon is hetzelfde als die aan het einde van het hoofdonderzoek. Verdere individuele dosisaanpassingen zijn toegestaan na 1 week, tussen de 100 mg/dag tot maximaal 800 mg/dag, voor zover mogelijk met de combinatie van beschikbare tabletsterkten (d.w.z. 25 mg, 100 mg en 200 mg).
Inschatting van belasting en risico
Wat meedoen inhoudt
Als u meedoet, duurt dat totaal ongeveer maximaal 2 jaar voor u.
Geschiktheidsonderzoek
Het bezoek voor deelname (bezoek 1) vindt plaats op de dag van het laatste
bezoek voor het hoofdonderzoek. Tijdens dit bezoek worden uw
geschiktheidscriteria gecontroleerd om vast te stellen of u kunt meedoen. Er
zal dan het volgende gebeuren:
- U wordt gevraagd om updates over uw gewoonten en levensstijl en medische
voorgeschiedenis te geven en om vragenlijsten voor het onderzoek in te vullen.
- De beoordelingen die u heeft uitgevoerd voor het hoofdonderzoek worden
tijdens dit bezoek niet herhaald, maar de resultaten ervan worden gebruikt voor
dit onderzoek: lichamelijk en neurologisch onderzoek, vitale functies, ecg,
beoordeling lichaamsgewicht, beoordeling aanvallen, lopende medicatie en
procedures, registratie van bijwerkingen, afname van bloed-/urinemonsters,
gezondheidsgerelateerde resultaten en beoordeling van gebruik van
gezondheidszorg (uw gebruik van gezondheidszorgdiensten) en beoordeling van uw
psychiatrische en geestelijke status.
- Nadat bevestigd is dat u aan het onderzoek kunt meedoen, zal uw onderzoeker u
een deelnemerskaart en een dagboekkaart geven. U wordt gevraagd om elke dag de
dagboekkaart in te vullen om aanvallen en andere voorvallen te noteren.
- Nadat bevestigd is dat u aan het onderzoek kunt meedoen, krijgt u padsevonil
voor gebruik tot het volgende bezoek.
Meer informatie over alle procedures die plaatsvinden tijdens het
geschiktheidsonderzoek, vindt u in bijlage C en D.
Uw onderzoeker kan na dit bezoek er achter komen dat u niet geschikt bent om
aan het onderzoek mee te doen. In dat geval zal de onderzoeker dit met u
bespreken en u een alternatieve behandeling aanbieden.
Behandeling
Als u eenmaal in dit onderzoek zit, is uw individuele startdosis padsevonil
hetzelfde als die aan het einde van het hoofdonderzoek (400 mg/dag). Daarna kan
uw dosis worden aangepast na 1 week, afhankelijk van hoe u padsevonil
toegediend krijgt. De minimale dagelijkse dosis is 100 mg/dag en de maximale
dosis is 800 mg/dag. Dit is een open-label onderzoek, iedereen (dat wil zeggen
u, uw onderzoeker, het onderzoekspersoneel en de sponsor) zal weten welke
behandeling en dosis u krijgt. Tabletten moeten tweemaal daags worden ingenomen
met ongeveer 12 uur ertussen, elke dag binnen 30 minuten na het eten. De
padsevoniltabletten mogen niet worden geplet of gehalveerd en moeten in hun
geheel worden ingenomen. Uw onderzoeker kan de innamefrequentie aanpassen om de
verdraagbaarheid en/of werkzaamheid te verbeteren. Er worden voldoende
tabletten verstrekt tot uw volgende bezoek, waaronder enkele reservetabletten
voor noodgevallen. Uw onderzoeker zal u vertellen hoe u padsevonil moet
innemen. Naast padsevonil, gaat u verder met uw huidige medicamenteuze
behandeling tegen aanvallen (ook bekend als anti-epileptica of AED*s). Uw
onderzoeker zal u deze geneesmiddelen voorschrijven (inclusief noodmedicatie).
Sommige geneesmiddelen zijn tijdens het onderzoek niet toegestaan. Uw
onderzoeker zal deze controleren. Dosisaanpassingen van padsevonil en/of andere
huidige geneesmiddelen tegen aanvallen die u gebruikt, zijn op elk willekeurig
moment tijdens het onderzoek toegestaan als uw aanvallen onvoldoende onder
controle zijn of in geval van problemen met verdraagbaarheid.
Bezoeken en metingen
Evaluatieperiode
Tijdstip: tot maand 24
Tijdens deze periode moet u de onderzoeksinstelling 11 keer bezoeken. Het kan
zijn dat u regelmatig naar afspraken moeten komen: elke 2 weken gedurende de
eerste maand, elke maand gedurende maand 2 en maand 3, en elke 3 maanden na
maand 3 tot het einde van het jaar 2 (einde van het onderzoek).
Naast de procedures die tijdens het geschiktheidsonderzoek werden genoemd,
vindt het volgende plaats:
- Uw onderzoeker zal bevestigen of u nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor
deelname aan het onderzoek.
- U krijgt vragen over veranderingen in uw psychiatrische en geestelijke status
en de aanvallen of ongebruikelijke gebeurtenissen die u heeft ondervonden sinds
het laatste bezoek.
- Uw lopende behandelingen worden beoordeeld.
- Alle bijwerkingen die u heeft ervaren, hulp van verzorgers en het gebruik van
gezondheidszorg zal worden genoteerd.
- U ondergaat verschillende beoordelingen waaronder vitale functies,
lichaamsgewicht, lichamelijk en neurologisch onderzoek, ecg*s (ongeveer om de 6
maanden), echocardiogrammen en bloed-/urinemonsters.
- Als u een vrouw bent, wordt een zwangerschapstest op urine uitgevoerd.
- U brengt de padsevonilverpakkingen bij elk bezoek mee terug, zelfs als ze
leeg zijn.
- U brengt uw ingevulde dagboek mee naar uw volgende afspraak en zorgt ervoor
dat u het dagboek niet verliest omdat uw dagboek bij elk bezoek wordt bekeken.
Bezoek bij einde van het onderzoek/bezoek bij voortijdige beëindiging
Tijdstip: aan het einde van de evaluatieperiode of nadat u met het onderzoek
bent gestopt
Tijdens dit bezoek worden eerder genoemde procedures uitgevoerd, behalve het
uitreiken van padsevonil als u stopt met het onderzoek of verdergaat met het
onderzoek zonder padsevonil en behalve het echocardiogram.
Afbouwperiode (doel: geleidelijke verlaging van de dosering tot nul)
Tijdstip: tot week 4 nadat u bent gestopt met het onderzoek of verdergaat met
het onderzoek zonder padsevonil
Voor deze periode is er 1 bezoek. Tijdens dit bezoek worden alle genoemde
procedures uitgevoerd. De enige uitzondering is dat u geen padsevonil meer
krijgt.
Opvolgingsperiode voor de veiligheid (doel: controleren hoe het met u gaat
nadat u padsevonil heeft ingenomen)
Tijdstip: 30 dagen na de laatste dosis of 6 maanden nadat u bent gestopt met
het onderzoek
Voor deze periode is er 1 bezoek. Tijdens dit bezoek zullen eerder genoemde
procedures plaatsvinden. Hierdoor kan uw onderzoeker bepalen hoe het met u gaat
nadat u bent gestopt met het gebruik van padsevonil.
Ongepland bezoek of telefoontje
Op elk moment kunt u een ongepland onderzoeksbezoek of telefoontje krijgen als
uw onderzoeker en/of u denkt dat dit nodig is. Er kan een ongepland bezoek
plaatsvinden om veiligheids- of werkzaamheidsredenen en er zullen dan passende
beoordelingen worden uitgevoerd.
-------------------------------
Mogelijke bijwerkingen
Net als elk ander geneesmiddel kan ook padsevonil bijwerkingen veroorzaken. Tot
nu toe hebben 201 gezonde personen verschillende doses padsevonil ontvangen.
Daarnaast hebben 75 patiënten met epilepsie padsevonil gekregen. Hoewel sommige
van deze bijwerkingen al bekend zijn, kunnen er andere risico*s verbonden zijn
aan het gebruik van padsevonil die momenteel onvoorzienbaar zijn.
U mag padsevonil niet nemen als u allergisch bent voor de bestanddelen van de
tabletten of ernstige bijwerkingen gehad heeft op geneesmiddelen die sterk
overeenkomen met padsevonil, bijvoorbeeld levetiracetam of benzodiazepinen.
Vraag de onderzoeker naar de bestanddelen.
Hieronder staat een lijst met zeer vaak voorkomende bijwerkingen die meer dan 1
op de 10 personen die padsevonil gebruikte heeft ervaren:
- slaperigheid, duizeligheid en hoofdpijn.
- geprikkeldheid en gedrag.
- moeheid.
Zie bijlage E voor meer informatie over de bijwerkingen, interacties van
padsevonil en andere risico*s en ongemakken van de onderzoeksprocedures.
Alle bijwerkingen komen doorgaans vaker voor aan het begin van de behandeling
of als de dosis is verhoogd en verbeteren na verloop van tijd. Als u één of
meer van deze symptomen krijgt en deze erg vervelend zijn, kunt u beslissen om
te stoppen met het onderzoek. Als u stopt met padsevonil (houdt er rekening mee
dat de dosis geleidelijk wordt verminderd om ontwenningsverschijnselen tot een
minimum te beperken), verdwijnen deze bijwerkingen meestal snel. Behalve in
noodgevallen mag padsevonil niet abrupt en zonder overleg met uw onderzoeker
worden stopgezet.
Publiek
Allée de la Recherche 60
Brussels 1070
BE
Wetenschappelijk
Allée de la Recherche 60
Brussels 1070
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Algemeen
1. Een door een institutionele beoordelingscommissie /onafhankelijke
medisch-ethische commissie goedgekeurd informatie- en toestemmingsformulier
(Informed Consent Form, ICF) werd door de proefpersoon, of waar van toepassing
door de ouder(s) of de wettelijke vertegenwoordiger (waar wettelijk
toegestaan), ondertekend en gedateerd. Het ICF, of waar vereist een specifiek
instemmingsformulier, werd ondertekend en gedateerd door minderjarigen, volgens
de landspecifieke regelgeving.
2. De proefpersoon/wettelijke vertegenwoordiger/verzorger (waar wettelijk
toegestaan) wordt betrouwbaar geacht en is, naar het oordeel van de
onderzoeker, in staat geacht tot naleving van het protocol (bv. in staat om
dagboeken te begrijpen en in te vullen), het bezoekschema en de inname van
geneesmiddelen.
3. De proefpersoon is een volwassene (* 18 jaar)., Epilepsie
4. Proefpersoon met epilepsie die 1 van de vorige PSL-onderzoeken heeft
afgerond krijgt toegang tot het huidige onderzoek.
Anticonceptie
5. Vruchtbare vrouwelijke proefpersonen moeten een negatieve zwangerschapstest
op serum hebben tijdens het bezoek voor deelname, die daarna wordt bevestigd
met een negatieve test op urine voorafgaand aan de overige PSL-doses bij elk
onderzoeksbezoek. Proefpersonen worden uit het onderzoek teruggetrokken zodra
zwangerschap bekend is.
Vrouwelijke proefpersonen moeten een doeltreffende vorm van anticonceptie
gebruiken tijdens het hele onderzoek en voor een periode van 3 maanden na de
laatste PSL-dosis. Hormonale anticonceptie kan mogelijk een interactie met PSL
hebben, wat kan resulteren in een verminderde werkzaamheid van de
anticonceptiemethode. De kans op een verminderde werkzaamheid van hormonale
anticonceptiemethoden vereist dat er ook een barrièremethode (bij voorkeur een
condoom) moet worden gebruikt.
Anticonceptiemethoden die beschouwd worden als doeltreffende vormen van
anticonceptie:
- gecombineerde (oestrogeen en progesteron bevattend) hormonale anticonceptie
(oraal, implantaat, injecteerbaar) in combinatie met een barrièremethode (bij
voorkeur een condoom);
- uitsluitend progesteron bevattende hormonale anticonceptie (oraal,
implantaat, injecteerbaar) in combinatie met een barrièremethode (bij voorkeur
een condoom);
- progesteron afgevend spiraaltje of het TCu 380A spiraaltje, in combinatie met
een barrièremethode (bij voorkeur een condoom);
- mannelijke of vrouwelijke condoom met een zaaddodend middel (d.w.z. dubbele
barrière);
- cervixkapje, pessarium of spons met zaaddodend middel (d.w.z. dubbele
barrière);
- bilaterale afbinding van de eileiders;
- gesteriliseerde partner;
- daadwerkelijke heteroseksuele seksuele onthouding. Periodieke onthouding
(bijv. kalender-, ovulatie-, symptothermale-, post-ovulatie methoden),
verklaring van
onthouding voor de duur van het onderzoek en terugtrekking zijn geen
acceptabele anticonceptiemethoden;
- vrouwen die niet instemmen met het gebruik van anticonceptie moeten
onvruchtbaar zijn, gedefinieerd als postmenopauzaal of permanent gesteriliseerd
zijn (bijv. bilaterale afbinding van de eileiders, hysterectomie, bilaterale
salpingectomie) of aangeboren onvruchtbaarheid;
- zowel mannelijke als vrouwelijke proefpersonen moeten de bovengenoemde
anticonceptie gebruiken tijdens het onderzoek;
- om te zorgen voor een gepaste anticonceptie, moeten vrouwen die hormonale
anticonceptie gebruiken een doeltreffende barrière anticonceptiemethode
gebruiken in de 3 maanden na de laatste inname van PSL.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een proefpersoon wordt van het onderzoek uitgesloten als hij/zij:, Algemeen
1. Een ernstige medische, neurologische of psychiatrische aandoening heeft, of
een laboratoriumwaarde heeft die van invloed kan zijn op de veiligheid van de
proefpersoon.
2. Actieve suïcidale ideatie heeft zoals aangegeven door een positief antwoord
("Ja") op vraag 4 of vraag 5 van de "Sinds Laatste Bezoek" versie van de
Columbia-Suicide Severity Rating Scale (C-SSRS). De proefpersoon moet
onmiddellijk worden verwezen naar een zorgverlener in de geestelijke
gezondheidszorg en moet uit het onderzoek worden teruggetrokken.,
Laboratoriumwaarden
3. Meer dan 2x bovenlimiet van de normaalwaarde (ULN) voor één of meer van de
volgende: alanine-aminotransferase (ALT), aspartaataminotransferase (AST),
alkalische fosfatase (ALP) of >ULN voor totaal bilirubine (* 1,5x ULN voor
totaal bilirubine bij syndroom van Gilbert). Als de proefpersoon enkel
verhogingen in totaal bilirubine heeft van > ULN en < 1,5 x ULN, dan moet
bilirubine fractioneren toegepast worden om een mogelijk niet-gediagnosticeerd
syndroom van Gilbert te identificeren (d.w.z. direct bilirubine < 35%).
Voor ingeschreven proefpersonen met een uitgangswaarderesultaat > ULN voor ALT,
AST, ALP of totaal bilirubine, moet de uitgangswaardediagnose en/of de oorzaak
van enige klinisch significante verhoging worden begrepen en vastgelegd.
Als proefpersoon > ULN voor ALT, AST of ALP heeft die niet voldoet aan de
exclusiegrens bij het bezoek voor deelname (d.w.z. de waarde is > ULN maar *
2xULN bij het bezoek voor deelname van EP0093), moeten de onderzoeken indien
mogelijk voorafgaand aan de dosering worden herhaald, om te zorgen dat er geen
verdere lopende klinisch significante verhoging is. In het geval van een
klinisch significante toename moet inclusie van de proefpersoon worden
besproken met de medische monitor., Medische aandoeningen
4. Een klinisch significante afwijking op het elektrocardiogram (ecg) die, naar
het oordeel van de onderzoeker, de risico's van deelname aan het onderzoek
verhoogt. Bovendien zal elke proefpersoon met één van de volgende bevindingen
worden uitgesloten:
- QT-interval gecorrigeerd voor hartfrequentie met de formule van Bazett
(QTcB-) of QT-interval gecorrigeerd voor hartfrequentie met de formule van
Fridericia (QTcF) > 450 ms;
- bundeltakblokken en andere geleidingsafwijkingen die volgens de onderzoeker
klinisch significant zijn en/of met een PR-interval * 220ms, onregelmatige
hartritmes andere dan sinusaritmie of incidentele, zeldzame supraventriculaire
of zeldzame ventriculaire ectopische hartslagen naar het oordeel van de
onderzoeker, of T-golf configuraties die niet van voldoende kwaliteit zijn voor
het beoordelen van de duur van het QT-interval;
- de proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van onverklaarbare syncope of een
familiegeschiedenis van plotselinge dood als gevolg van lang-QT-syndroom.
5. Een afwijking op het echocardiogram bij de laatste echocardiogrambeoordeling
of voorspeld in het hoofdonderzoek, beoordeeld met gecentraliseerde
interpretatie, die samengaat met klinische symptomen (bijv. kortademigheid,
hartkloppingen en ruis) of een graad 2 (of hoger) /matig ernstige afwijking, of
een voorgeschiedenis van reumatische hartziekte of andere bekende valvulaire
afwijking., Zwangerschap
6. Vrouwelijke proefpersoon die van plan is om zwanger te worden of die
borstvoeding geeft.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-003241-26-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03739840 |
CCMO | NL69408.028.19 |