Coprimair: De coprimaire doelstellingen van het onderzoek zijn het evalueren van de werkzaamheid van ontamalimab als onderhoudsbehandeling bij proefpersonen met matige tot ernstige ziekte van Crohn (CD) op basis van:* Klinische remissie op basis van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Coprimair: De coprimaire doelstellingen van het onderzoek zijn het evalueren
van de werkzaamheid van ontamalimab als onderhoudsbehandeling bij proefpersonen
met matige tot ernstige ziekte van Crohn (CD) op basis van:
* Klinische remissie op basis van door patiënt gerapporteerde uitkomst (PRO)
m.b.t. 2 items (ernst van buikpijn en frequentie van zeer zachte
ontlasting/vloeibare ontlasting)
* Verbeterde endoscopische respons op basis van centraal uitgelezen
colonoscopie.
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijkste secundaire doelstellingen:
* Het evalueren van het effect van SHPontamalimab 647 als onderhoudsbehandeling
op klinische remissie zoals gemeten via Crohn's Disease Activity Index CDAI
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
glucocorticoïd vrije klinische remissie op basis van door de patiënt
gerapporteerde klinische tekenen en symptomen (zoals gemeten via PRO m.b.t. 2
items)
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op het
induceren van klinische remissie op basis van ernst van buikpijn en frequentie
van zeer zachte ontlasting/vloeibare ontlasting (alternatieve drempels)
* Het evalueren van het effect van ontamalimab op onderhoud van klinische
remissie onder proefpersonen die in klinische remissie zijn bij baseline van
onderzoek SHP647-307 op basis van door de patiënt gerapporteerde klinische
tekenen en symptomen (zoals gemeten via PRO m.b.t. 2 items)
* Het evalueren van het effect van ontamalimab op onderhoud van verbeterde
endoscopische respons onder proefpersonen met verbeterde endoscopische respons
bij baseline van onderzoek SHP647-307 op basis van centraal uitgelezen
colonoscopie
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
basis van het bereiken van klinische remissie alsmede het bereiken van
verbeterde endoscopische respons bij dezelfde proefpersoon
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
complete endoscopische genezing.
Andere secundaire doelstellingen:
* Het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van ontamalimab als
onderhoudsbehandeling
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
andere klinische uitkomsten (op PRO m.b.t. 2 items gebaseerde klinische respons
in de tijd, op PRO m.b.t. 2 items gebaseerde en op CDAI gebaseerde klinische
remissie in de tijd, en op PRO m.b.t. 2 items gebaseerde en op CDAI gebaseerde
aanhoudende klinische remissie in de tijd)
* Het evalueren van het effect van ontamalimab op buikpijn, frequentie van zeer
zachte ontlasting/vloeibare ontlasting (zoals aangegeven door type 6/7 on
Bristol Stool Form Scale [BSFS]), totale ontlastingsfrequentie, rectale
aandrang, rectale bloedingen, misselijkheid, braken en rectale incontinentie
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
verschillende graden van klinische responsen op behandeling zoals gemeten via
CDAI
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
eindpunten in verband met endoscopische genezing en histologische veranderingen
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQL) (zoals gemeten via de
Inflammatory Bowel Disease Questionnaire [IBDQ] en de Short Form 36 Health
Survey [SF-36])
* Het evalueren van de impact van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op de
incidentie van ziekenhuisopnames en het totale aantal opnamedagen.
* Het evalueren van de impact van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op de
incidentie van CD-gerelateerde en andere operaties.
Achtergrond van het onderzoek
De ziekte van Crohn (CD) is een chronische, recidiverende ziekte die wordt
gekenmerkt door granulomateuze ontsteking van het maag-darmkanaal. Hoewel het
terminale ileum en het rechter colon de vaakst betrokken locaties zijn, kan CD
elk deel van het maag-darmkanaal treffen, van de mond tot de perianale streek.
Ontsteking is doorgaans transmuraal (volledige dikte), segmentaal en
discontinu, en symptomen worden voornamelijk bepaald door het betrokken darm-
of orgaandeel. Patiënten presenteren zich doorgaans met symptomen als buikpijn,
diarree, rectale bloedingen (die aan kunnen houden en kunnen leiden tot anemie)
en gewichtsverlies door pijn na het eten en malabsorptie. Naarmate de ziekte
vordert kunnen extra-intestinale manifestaties en hiermee geassocieerde
aandoeningen ontstaan, waaronder darmobstructie, fistels en stenose, evenals
pijnlijke huidulceraties, oogpijn en artritis.
Hoewel CD zich op elke leeftijd kan voordoen, komt de aandoening het vaakst
voor tussen het 10de en 40ste levensjaar, met een tweede bescheiden toename in
incidentie in latere levensfases. De ziekte van Crohn is een levenslange
aandoening met een ernstige impact op de kwaliteit van leven. Traditioneel is
therapie voor CD stapsgewijs benaderd en meestal weergegeven als een pyramide
waarbij, van lichte naar ernstige ziekte, therapeutische keuzes stap voor stap
oplopen vanaf minder krachtige geneesmiddelen aan de basis van de pyramide naar
sterkere maar ook meer toxische geneesmiddelen bovenin. Ondanks recente
ontwikkelingen is er nog steeds een onvervulde behoefte aan een veilige,
effectieve en duurzame farmacologische behandeling waarmee klinische remissie
wordt opgewekt en behouden.
De selectiviteit van lymfocyten-homing op gespecialiseerd lymfeweefsel en het
slijmvlies in het gastro-intestinale (GI) stelsel wordt beïnvloed door de
endotheliale expressie van mucosale-adressin-cel-adhesiemolecule (MAdCAM).
MAdCAM speelt een rol in de controle van het immuunsysteem in de darmen en
lijkt ook de buitensporige infiltratie van lymfocyten onder de omstandigheden
van een chronische GI-ontsteking mogelijk te maken.
Ontamalimab is een volledig humaan immunoglobuline G2 kappa (IgG2k)-monoklonaal
antilichaam dat bindt aan humaan MAdCAM om lymfocyten-homing aan de darmen en
GI-ontstekingen te verminderen.
Doel van het onderzoek
Coprimair: De coprimaire doelstellingen van het onderzoek zijn het evalueren
van de werkzaamheid van ontamalimab als onderhoudsbehandeling bij proefpersonen
met matige tot ernstige ziekte van Crohn (CD) op basis van:
* Klinische remissie op basis van door patiënt gerapporteerde uitkomst (PRO)
m.b.t. 2 items (ernst van buikpijn en frequentie van zeer zachte
ontlasting/vloeibare ontlasting)
* Verbeterde endoscopische respons op basis van centraal uitgelezen
colonoscopie.
Belangrijkste secundaire doelstellingen:
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
klinische remissie zoals gemeten via Crohn's Disease Activity Index CDAI
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
glucocorticoïd vrije klinische remissie op basis van door de patiënt
gerapporteerde klinische tekenen en symptomen (zoals gemeten via PRO m.b.t. 2
items)
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op het
induceren van klinische remissie op basis van ernst van buikpijn en frequentie
van zeer zachte ontlasting/vloeibare ontlasting (alternatieve drempels)
* Het evalueren van het effect van ontamalimab op onderhoud van klinische
remissie onder proefpersonen die in klinische remissie zijn bij baseline van
onderzoek SHP647-307 op basis van door de patiënt gerapporteerde klinische
tekenen en symptomen (zoals gemeten via PRO m.b.t. 2 items)
* Het evalueren van het effect van ontamalimab op onderhoud van verbeterde
endoscopische respons onder proefpersonen met verbeterde endoscopische respons
bij baseline van onderzoek SHP647-307 op basis van centraal uitgelezen
colonoscopie
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
basis van het bereiken van klinische remissie alsmede het bereiken van
verbeterde endoscopische respons bij dezelfde proefpersoon
* Het evalueren van het effect van SHP647 als onderhoudsbehandeling op complete
endoscopische genezing.
Andere secundaire doelstellingen:
* Het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van ontamalimab als
onderhoudsbehandeling
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
andere klinische uitkomsten (op PRO m.b.t. 2 items gebaseerde klinische respons
in de tijd, op PRO m.b.t. 2 items gebaseerde en op CDAI gebaseerde klinische
remissie in de tijd, en op PRO m.b.t. 2 items gebaseerde en op CDAI gebaseerde
aanhoudende klinische remissie in de tijd)
* Het evalueren van het effect van ontamalimab op buikpijn, frequentie van zeer
zachte ontlasting/vloeibare ontlasting (zoals aangegeven door type 6/7 on
Bristol Stool Form Scale [BSFS]), totale ontlastingsfrequentie, rectale
aandrang, rectale bloedingen, misselijkheid, braken en rectale incontinentie
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
verschillende graden van klinische responsen op behandeling zoals gemeten via
CDAI
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
eindpunten in verband met endoscopische genezing en histologische veranderingen
* Het evalueren van het effect van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQL) (zoals gemeten via de
Inflammatory Bowel Disease Questionnaire [IBDQ] en de Short Form 36 Health
Survey [SF-36])
* Het evalueren van de impact van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op de
incidentie van ziekenhuisopnames en het totale aantal opnamedagen.
* Het evalueren van de impact van ontamalimab als onderhoudsbehandeling op de
incidentie van CD-gerelateerde en andere operaties.
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek bestaat uit een 52 weken durende periode van dubbelblinde
behandeling, gevolgd door een 16 weken durende veiligheidsfollow-upperiode voor
proefpersonen die de behandeling vroegtijdig stopzetten of die de
behandelingsperiode afmaken en niet worden opgenomen in het vervolgonderzoek
m.b.t. langetermijnveiligheid (long-term safety, LTS) (SHP647-304).
Geschikte proefpersonen die een actieve behandeling hebben gekregen in één van
de inductie-onderzoeken en die hebben voldaan aan de toelatingscriteria m.b.t.
werkzaamheid van dit onderzoek, inclusief het bereiken van endoscopische en/of
klinische respons, zullen als volgt gerandomiseerd: proefpersonen die 25 mg
ontamalimab hebben gekregen in één van de inductie-onderzoeken zullen (1:1)
worden gerandomiseerd naar 25 mg ontamalimab of placebo, en proefpersonen die
75 mg ontamalimab hebben gekregen in één van de inductie-onderzoeken zullen
(1:1) worden gerandomiseerd naar 75 mg ontamalimab of placebo.
Geschikte proefpersonen die een placebo hebben gekregen in één van de
inductie-onderzoeken en hebben voldaan aan de toelatingscriteria m.b.t.
werkzaamheid van dit onderzoek, inclusief het bereiken van endoscopische en/of
klinische, zullen in een verhouding van 2:2:1 worden gerandomiseerd naar 1 van
3 behandelingen (respectievelijk 25 mg ontamalimab, 75 mg ontamalimab of een
placebo) tijdens dit onderhoudsonderzoek.
Proefpersonen zullen worden gestratificeerd volgens glucocorticoïdgebruik bij
baseline van onderzoek SHP647-307, de status van de proefpersoon m.b.t.
voorafgaande behandeling met anti tumornecrosefactor (TNF) (wel of geen eerdere
behandeling ontvangen), en of de proefpersoon al dan niet klinische remissie
heeft bereikt via PRO m.b.t. 2 items of verbeterde endoscopische respons in het
inductie-onderzoek.
Proefpersonen die voor dit onderzoek (SHP647-307) worden ingeschreven krijgen
dubbelblinde onderhoudsbehandeling in de vorm van SC injecties (met behulp van
een vooraf gevulde spuit, elke 4 weken gedurende 52 weken). Proefpersonen
worden beoordeeld op werkzaamheid, biomarkers, farmacokinetiek (PK), veiligheid
en gezondheidsuitkomsten.
Proefpersonen die de dubbelblinde behandelingsperiode in dit
onderhoudsonderzoek afmaken komen mogelijk in aanmerking voor deelname aan het
LTS-onderzoek (SHP647-304). Proefpersonen die zijn teruggetrokken uit het
onderzoek voordat de dubbel-blinde behandelingsperiode is afgerond doordat ze
voldoen aan de criteria voor het falen van de behandeling komen mogelijk in
aanmerking voor deelname aan het LTS-onderzoek. Het doel hiervan is om een
reddingsbehandeling te bieden in het LTS onderzoek in plaats van in dit
onderhoudsonderzoek om hiermee de integrititeit van het onderzoek te handhaven.
Het aanbieden van een behandeling in het LTS onderzoek na uitval in dit
onderhoudsonderzoek biedt niet-reagerende proefpersonen die placebo krijgen, en
ook proefpersonen die de actieve onderzoeksmedicatie krijgen, de mogelijkheid
om mogelijk voordeel te krijgen van een verlengde of andere dosis van de
actieve behandeling. Proefpersonen zullen deelnemen aan een 16 weken durende
periode voor veiligheidsfollow up als ze zich voortijdig uit de
behandelingsperiode terugtrekken, als ze proefpersonen zijn bij wie de
behandeling gefaald heeft en ze niet deelnemen aan het LTS-onderzoek (SHP647
304), of als ze het onderzoek voltooien en niet aan het LTS-onderzoek willen
deelnemen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De deelnemers krijgen iedere 4 weken een subcutane injectie; 1 groep krijgt 25 mg ontamalimab, 1 groep krijgt 75 mg ontamalimab en 1 groep krijgt placebo.
Inschatting van belasting en risico
Uit fase 2 studies blijkt dat ontamalimab in het algemeen goed wordt
getolereerd, de meeste van de uit de behandeling voortvloeiende ongewenste
voorvallen komen in vergelijkbare frequentie voor in de placebo groep en in de
behandelde groep. De vaakst (bij meer dan 1 op elke 10 proefpersonen die
ontamalimab kregen) gemelde bijwerkingen verspreid over alle onderzoeken en met
welke oorzaak dan ook, inclusief mogelijk SHP647, waren gewrichtspijn,
hoofdpijn, pijn in de buik, misselijkheid, koorts en ontsteking of infectie van
de neusbijholten en de keel. Deze bijwerkingen waren over het algemeen licht
tot matig van ernst.
Bijwerkingen die minder vaak (bij meer dan 1 op de 20 proefpersonen maar minder
dan 1 op de 10 proefpersonen die ontamalimab kregen) werden gemeld, verspreid
over alle onderzoeken en met welke oorzaak dan ook, inclusief mogelijk SHP647,
waren overgeven, vermoeidheid, rugpijn, diarree, influenza (griep),
urineweginfecties, gastro-enteritis (ontsteking of infectie van het
maag-darmkanaal), infectie van de bovenste luchtwegen (ontsteking van de
bronchiale buisjes die lucht naar de longen vervoeren), huiduitslag op het
lichaam, faryngitis (ontsteking of infectie in de keel), en bloedarmoede
(verminderd aantal rode bloedcellen). Deze bijwerkingen waren over het algemeen
licht tot matig.
De ziekte van Crohn (CD) is een chronische, recidiverende ziekte die wordt
gekenmerkt door granulomateuze ontsteking van het maag-darmkanaal.CD is een
levenslange aandoening die een ernstig effect heeft op de kwaliteit van leven.
De huidige behandeling bestaat primair uit het behandelen van symptomen.
Ondanks recente vooruitgang, is er nog steeds een behoefte aan effectieve
farmacologische behandeling die remissie induceert en onderhoud. Gezien het
chronische en terugkerende karakter van deze levenslange ziekte, vinden we dat
de uit de behandeling voortvloeiende ongewenste voorvallen en de belasting van
deelname opwegen tegen de positieve effecten op de ziekte van de patiënt bij
deelname aan deze studie.
Publiek
Shire Way 300
Lexington MA 02421
US
Wetenschappelijk
Shire Way 300
Lexington MA 02421
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen moeten voldoen aan alle volgende inclusiecriteria om voor
deelname aan dit onderzoek in aanmerking te komen.
1. De proefpersonen en/of hun ouder(s) of wettelijke vertegenwoordiger moeten
in staat en bereid zijn om volledig te voldoen aan de onderzoeksprocedures en
-restricties en deze ook begrijpen.
2. De proefpersonen moeten in staat zijn om vrijwillig schriftelijke,
ondertekende en gedateerde (persoonlijk of via een wettelijke
vertegenwoordiger) geïnformeerde toestemming te verlenen en/of (indien van
toepassing) instemming te geven voor deelname aan het onderzoek.
3. Proefpersonen moeten de 16 weken durende periode met inductiebehandeling van
onderzoek SHP647-305 of SHP647 306 hebben afgemaakt en bij baseline in
onderhoudsonderzoek SHP647 307 hebben voldaan aan de volgende criteria:
a) Voldoen aan endoscopische responscriteria van een vermindering in de Simple
Endoscopic Score voor CD (SES-CD) vanaf de baseline van het inductie-onderzoek
(SHP647 305 of SHP647 306) met *25% in week 16 van het inductie-onderzoek
(SHP647 305 of SHP647 306)
OF
b) Voldoen aan ten minste 1 van de volgende 4 criteria bij baseline in
onderhoudsonderzoek SHP647-307, naast geen verslechtering van endoscopische
score zoals gemeten via SES-CD ten opzichte van baseline van inductie-onderzoek
(SHP647 305 of SHP647 306):
i. Bereiken van klinische remissie zoals bepaald door voldoen aan de criteria
voor klinische remissie met behulp van de PRO m.b.t. 2 items, d.w.z. subscores
voor PRO m.b.t. 2 items van gemiddelde ergste dagelijkse buikpijn *3 (op basis
van 11 punts Numerical Rating Scale [NRS]) gedurende de 7 meest recente dagen*
en gemiddelde dagelijkse ontlastingsfrequentie *2 van type 6/7 (zeer zachte
ontlasting/vloeibare ontlasting) zoals aangegeven in de BSFS gedurende de 7
meest recente dagen*.
ii. Een afname van ten minste 100 punten in CDAI-score (CDAI-100) vanaf
baseline van inductie-onderzoek (SHP647 305 of SHP647 306).
iii. Een afname van *30% en ten minste 2 punten vanaf baseline van
inductie-onderzoek (SHP647 305 of SHP647 306) in de gemiddelde dagelijkse
ergste buikpijn gedurende de 7 meest recente dagen*, waarbij de gemiddelde
dagelijkse ontlastingsfrequentie van type 6/7 (zeer zachte ontlasting/vloeibare
ontlasting) ofwel: (i) niet verergerde vanaf baseline van inductie-onderzoek
(SHP647 305 of SHP647 306) en/of (ii) voldoet aan de criteria voor klinische
remissie, d.w.z. subscore op PRO m.b.t. 2 items van gemiddelde dagelijkse
ontlastingsfrequentie *2 van type 6/7 (zeer zachte ontlasting/vloeibare
ontlasting) zoals aangegeven in de BSFS gedurende de 7 meest recente dagen*.
iv. Een afname van *30% vanaf baseline van inductie-onderzoek (SHP647 305 of
SHP647 306) in de gemiddelde dagelijkse ontlastingsfrequentie van type 6/7
(zeer zachte ontlasting/vloeibare ontlasting) zoals aangegeven in de BSFS
gedurende de 7 meest recente dagen*, waarbij de gemiddelde dagelijkse ergste
buikpijn ofwel: (i) niet verergerde vanaf baseline van inductie-onderzoek
(SHP647 305 of SHP647 306) en/of (ii) voldoet aan de criteria voor klinische
remissie, d.w.z. subscore van PRO m.b.t. 2 items van gemiddelde dagelijkse
buikpijn *3 (op basis van 11 punts NRS) gedurende de 7 meest recente dagen*.
*Opmerking: De 7 dagen kunnen al dan niet aaneengesloten zijn tijdens de 10
dagen van gegevensverzameling voorafgaand aan colonoscopievoorbereiding,
afhankelijk van dagen die moeten worden uitgesloten vanwege ontbrekende
gegevens. Als minder dan 7 dagen beschikbaar zijn, wordt het criterium berekend
op basis van alle beschikbare meest recente 6 of 5 dagen. Als minder dan 5
dagen beschikbaar zijn, wordt het criterium als ontbrekend behandeld.
4. Proefpersonen die in paragraaf 5.2.1 van het protocol beschreven
behandeling(en) voor CD krijgen, zijn geschikt, mits ze een stabiele dosis
hebben gebruikt en naar verwachting zullen gebruiken gedurende de aangegeven
tijdsperiode.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen worden uitgesloten van deelname aan het onderzoek als zij voldoen
aan een of meer van de volgende criteria:
1. Proefpersonen die (zoals door de sponsor vastgesteld) (een) belangrijke
protocolafwijking(en) hebben vertoond in inductie-onderzoek SHP647 305 of
SHP647 306.
2. Proefpersonen die permanent met het onderzoeksproduct gestopt zijn vanwege
een ongewenst voorval (AE), ongeacht gerelateerdheid aan het onderzoeksproduct,
in inductie-onderzoek SHP647-305 of SHP647-306.
3. Proefpersonen die waarschijnlijk een operatie nodig hebben voor CD tijdens
de onderzoeksperiode, met uitzondering van kleine ingrepen (bijv.
seton-plaatsing voor anale fistels).
4. Proefpersonen die vrouw zijn en zwanger zijn geworden tijdens
inductie-onderzoek SHP647-305 of SHP647-306, vrouwen die borstvoeding geven,
vrouwen die van plan zijn zwanger te worden tijdens de onderzoeksperiode, en
mannen of vrouwen die zwanger kunnen worden en die niet akkoord gaan met het
verdere gebruik van geschikte anticonceptiemethoden (namelijk zeer effective
methoden voor vrouwen en medische geschikte methoden voor mannen) (zoals
beschreven in sectie 4.4 van het protocol) tot aan het einde van de
onderzoeksdeelname.
5. Proefpersonen die niet akkoord gaan om orgaan- of weefseldonatie uit te
stellen, inclusief mannelijke proefpersonen die van plan zijn sperma op te
slaan of te doneren, en vrouwelijke proefpersonen die van plan zijn om eicellen
te oogsten of te doneren, gedurende het onderzoek en tot en met 16 weken na de
laatste dosis van het onderzoeksmiddel.
6. Proefpersonen die, naar het oordeel van de onderzoeker of de sponsor, niet
bereid of in staat zijn om het protocol na te leven.
7. Proefpersonen die obstructieve colonstrictuur, of een enterovesicale of
enterovaginale fistel hebben ontwikkeld tijdens het inductie-onderzoek (SHP647
305 of SHP647-306).
8. Proefpersonen met een nieuw gediagnosticeerde maligniteit of recidief van
maligniteit (anders dan gereseceerd cutaan basaalcelcarcinoom,
plaveiselcelcarcinoom, of carcinoma in situ van de baarmoederhals dat is
behandeld zonder dat sprake is van aanwijzingen van recidief).
9. Proefpersonen bij wie zich een ernstige ziekte/aandoening of bewijs van een
instabiele klinische conditie heeft ontwikkeld (bijv. nierziekte, leverziekte,
hematologische aandoening, maagdarmstelselaandoeningen [behalve ziekte in
onderzoek], endocriene, cardiovasculaire, pulmonale, immunologische [bijv.
syndroom van Felty] ziekte of lokaal actieve infectieziekte of besmettelijke
aandoening) die, naar het oordeel van de onderzoeker, het risico voor de
proefpersoon substantieel verhoogt als hij/zij meedoet aan het onderzoek.
10. Proefpersonen met een andere ernstige acute of chronische medische of
psychiatrische aandoening of laboratorium- of elektrocardiogram (ECG)-afwijking
die het risico dat met deelname aan het onderzoek of toediening van het
onderzoeksproduct gepaard gaat, kan vergroten, of die de interpretatie van de
onderzoeksresultaten kan verstoren en de proefpersoon, naar het oordeel van de
onderzoeker, ongeschikt maakt voor deelname aan dit onderzoek.
11. Proefpersonen met bekende blootstelling aan Mycobacterium tuberculosis (TB)
sinds ze zijn getest bij screening in inductie-onderzoek SHP647-305 aan wie is
meegedeeld dat ze behandeling nodig hebben voor latente of actieve ziekte, maar
bij wie geen sprake is van een algemeen aanvaard behandelingsverloop.
12. Proefpersonen met een van de volgende afwijkingen in de hematologische
en/of serumchemieprofielen tijdens de evaluatie van het laatste bezoek in
onderzoek SHP647 305. Als de resultaten door de onderzoeker als tijdelijk en
inconsistent met de klinische aandoening van de proefpersoon worden aangemerkt,
kunnen tests voorafgaand aan inschrijving voor onderzoek SHP647-307 eenmaal
worden herhaald.
* Gehalte alanineaminotransferase (ALT) en aspartaataminotransferase (AST) *3.0
x de bovengrens van de normaalwaarde (ULN)
* Totale bilirubinegehalte *1,5 maal de ULN of >2.0 x ULN indien de
proefpersoon een gedocumenteerde diagnose van het syndroom van Gilbert heeft
* Hemoglobinegehalte *80 g/l (8,0 g/dl)
* Aantal bloedplaatjes *100 × 109/l (100.000 cellen/mm3) of *1000 × 109/l
(1.000.000 cellen/mm3)*
* Aantal witte bloedcellen *3,5 × 109/l (3500 cellen/mm3)
* Absolute neutrofielentelling <2 ×109/l (<2000 cellen/mm3)
* Creatininegehalte in serum >1,5 x ULN of geschatte glomerulaire
filtratiesnelheid <30 ml/min/1,73m2 op basis van de verkorte Modification of
Diet in Renal Disease Study Equation.
*Opmerking: Bij een aantal bloedplaatjes <150.000 cellen/mm3, dient vervolg
onderzoek uitgevoerd te worden om cirrose uit te sluiten, tijdens een andere
tiology al is vastgesteld.
13. Proefpersonen die tot het personeel van de onderzoekslocatie behoren of
familieleden van dat personeel van de locatie of proefpersonen die medewerkers
van de sponsor zijn die direct betrokken zijn bij de uitvoering van het
onderzoek.
14. Proefpersonen die deelnemen aan andere onderzoeksstudies (anders dan
inductie-onderzoek SHP647 305 of SHP647 306) of van plan zijn deel te nemen aan
andere onderzoeksstudies tijdens onderzoek SHP647 307.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-000617-23-NL |
Ander register | in process |
CCMO | NL65341.028.18 |