Primaire doelstellingDe primaire doelstelling van de studie is het bepalen van het effect van lucerastat op de neuropathische pijn bij proefpersonen met de ziekte van Fabry (FD).Secundaire doelstellingen* Het bepalen van de effecten van lucerastat…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Congenitale en erfelijke aandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire werkzaamheidseindpunt is de verandering van de BPI-SF3-score van
de *ergste neuropathische pijn in de laatste 24 uur* vanaf de aanvang van de
studie tot maand 6.
Secundaire uitkomstmaten
* Een verandering vanaf de aanvang van de studie tot maand 6 in de Numerical
Rating Scale (NRS-11)-score (tussen 1 en 11 punten) van de *ergste buikpijn in
de laatste 24 uur* bij proefpersonen met GI-symptomen bij aanvang van de studie.
Hoofdstuk 10.1.4 van het protocol beschrijft de definitie van een proefpersoon
met GI-symptomen bij aanvang van de studie.
* Een verandering vanaf de aanvang van de studie tot maand 6 in het aantal
dagen met minstens één ontlasting van consistentietype 6 of 7, volgens de
Bristol Stool Scale (BSS), bij proefpersonen met GI-symptomen bij aanvang van
de studie;
* Een verandering vanaf de aanvang van de studie tot maand 6 in
globotriaosylceramide in het plasma (Gb3).
Achtergrond van het onderzoek
Zie protocol hoofdstuk 1 "Background" p. 39-48.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling
De primaire doelstelling van de studie is het bepalen van het effect van
lucerastat op de neuropathische pijn bij proefpersonen met de ziekte van Fabry
(FD).
Secundaire doelstellingen
* Het bepalen van de effecten van lucerastat op gastro-intestinale (GI)
symptomen (buikpijn en diarree) bij proefpersonen die FD- en GI-symptomen
hebben bij aanvang van de studie;
* Het bevestigen van het effect van lucerastat op de biomarkers van FD;
* Het bepalen van de veiligheid en verdraagzaamheid van lucerastat bij
proefpersonen met FD.
Overige doelstellingen
De overige doelstellingen worden beschreven in hoofdstuk 2.3 van het protocol.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectieve, dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde
en parallelle groep fase 3 studie in meerdere centra.
Ongeveer 99 volwassen proefpersonen met FD die matige tot ernstige
Fabry-gerelateerde pijn ervaren, worden gerandomiseerd in een 2:1 verhouding in
ofwel de groep met lucerastat (ongeveer 66 proefpersonen) of in de groep met
placebo (ongeveer 33 proefpersonen).
De toewijzing van de behandeling zal worden gestratificeerd volgens geslacht en
volgens specifieke FD behandeling bij screening (proefpersonen die worden
behandeld met Enzymvervangtherapie *ERT*, ook *switch*-proefpersonen genoemd,
aangezien ze de ERT bij het screeningsbezoek zullen moeten stopzetten, vs.
proefpersonen die bij de screening niet met ERT worden behandeld).
Proefpersonen die bij de screening niet met ERT worden behandeld, zijn:
(i) *behandelingsnaïeve* proefpersonen die nooit met ERT werden behandeld.
(ii) *pseudonaïeve* proefpersonen die minstens 6 maanden vóór de screening de
ERT hebben stopgezet.
Zodra de proefpersonen gerandomiseerd zijn, beginnen ze een 6 maanden durende
dubbelblinde behandelingsperiode.
De studie bestaat uit de volgende opeenvolgende periodes:
Screeningsperiode: duurt ongeveer 6-7 weken. Start bij de ondertekening van het
formulier voor geïnformeerde toestemming (ICF; tijdens het screeningsbezoek) en
eindigt op de dag vóór het randomiseren van de proefpersonen.
Behandelingsperiode: duurt ongeveer 6 maanden. Start op de dag van de
randomisatie van de proefpersonen (randomisatiebezoek) en eindigt bij het
bezoek op het einde van de behandeling (EOT) (maand 6).
Observatieperiode na behandeling (PTOP): proefpersonen die vroegtijdig de
studiebehandeling stopzetten, beginnen de PTOP die start op de dag na de
laatste dosis van de studiebehandeling en ten laatste eindigt na het
PTOP-bezoek in maand 6 .
Veiligheidsfollow-upperiode na behandeling (FU): de FU-periode geldt voor alle
proefpersonen, behalve voor de proefpersonen die deelnemen aan de open-label
uitbreidingsstudie (OLE). De periode start op de dag na de laatste dosis van de
studiebehandeling:
* Voor vrouwelijke en onvruchtbare mannelijke proefpersonen: dit omvat 1
veiligheids-FU telefoongesprek (FU1) dat ongeveer 1 maand na de laatste dosis
van de studiebehandeling plaatsvindt;
* Voor vruchtbare mannelijke proefpersonen: dit omvat 2 veiligheids-FU
telefoongesprekken die ongeveer 1 maand (FU1) en 3 maanden (FU2) na de laatste
dosis van de studiebehandeling plaatsvinden.
Proefpersonen die de 6 maanden durende dubbelblinde behandelingsperiode hebben
voltooid, krijgen een uitnodiging om deel te nemen aan een OLE-studie die
volgens een afzonderlijk protocol zal worden uitgevoerd (op voorwaarde dat het
protocol voor de uitbreidingsstudie door de regelgevende overheid en ethische
commissies (EC's)/institutionele beoordelingscommissies (IRB's) in het land/de
site werd goedgekeurd).
Proefpersonen die om welke reden dan ook de studiebehandeling vroegtijdig
hebben stopgezet, zullen worden behandeld met de plaatselijke
standaardbehandeling volgens het oordeel van de onderzoeker en zullen worden
opgevolgd in de PTOP tot het oorspronkelijk geplande bezoek in maand 6.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Studiebehandeling: Lucerastat is op dit moment beschikbaar voor klinische studies in de vorm van harde gelatinecapsules. Deze capsules bevatten 250 mg lucerastat en inactieve excipiënten (watervrije lactose en talk). De placebocapsules zijn uiterlijk identiek aan de lucerastatcapsules, maar bevatten enkel inactieve excipiënten (watervrije lactose en talk). De aanvangsdosis van de studiebehandeling (lucerastat of vergelijkende placebo) is gebaseerd op de eGFR-waarde van de proefpersoon (zoals gemeld door het centrale laboratorium) bij het screeningsbezoek. Zie tabel 1 van het kernprotocol. Tijdens de studie wordt de dosis van de studiebehandeling aangepast als de eGFR-waarde van de proefpersoon (zoals bepaald door het centrale laboratorium tijdens geplande of ongeplande bezoeken) daalt en de volgende lagere eGFR-grens overschrijdt. Zie tabel 1 van het protocol. De studiebehandeling moet worden stopgezet als er aan een van de stopzettingscriteria voor de studiebehandeling wordt voldaan >zie hoofdstuk 5.1.10 van het protocol>.
Inschatting van belasting en risico
De volgende bijwerkingen zijn vastgesteld met lucerastat in 2 of meer
proefpersonen (van deop 96 mensen110 proefpersonen):
• Hoofdpijn (7 proefpersonen; 6.4%)
• Huiduitslag,Vverstopte neus en keelpijn (4 5 proefpersonen; 4,25 %)
• Huiduitslag, hoofdpijn,Diarree, verhoging van de leverenzymen, diarree(2
bijwerkingen zijn door de onderzoeker als niet medisch belangrijk gevonden) (3
proefpersonen; 3,12,7 %)
• Verstopping, flatulentie (veel winden laten), rugpijn, vermoeidheid, hoesten,
vertigo (duizeligheid), maagpijn (2 proefpersonen; 2,1.8 %)
Bloedafnames: ongemak bij het inbrengen van de naald. Bloed nemen met een
naald kan wat pijn en blauwe plekken op de arm veroorzaken.
Opvangen ontlasting: Wanneer ontlasting thuis wordt opgevangen (de voorkeur is
in het ziekenhuis), is er het risico dat de vloeistoffen uit de buisjes per
ongeluk in contact met de ogen of huid komen, of worden ingeademd of ingeslikt.
Extreme zorgvuldigheid wordt gevraagd bij het openen en vullen van deze
buisjes.
Publiek
Hegenheimermattweg 91
Allschwil 4123
CH
Wetenschappelijk
Hegenheimermattweg 91
Allschwil 4123
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Criteria voor het screeningsbezoek
1. Ondertekend en gedateerd ICF vóór elke door de studie opgelegde procedure;
2. Mannelijke of vrouwelijke proefpersonen; 18 jaar en ouder;
3. FD-diagnose die aan de hand van plaatselijke genetische testresultaten werd
bevestigd (i.e. aanwezigheid van minstens 1 mutatie in GLA, het gen dat codeert
voor α-galactosidase A (α-GalA);
4. Fabry-gerelateerde neuropathische pijn in de laatste 3 maanden vóór de
screening zoals bepaald door de proefpersonen;
5. Status ERT-behandeling:
a) Proefpersoon werd nooit behandeld met ERT; of
b) Proefpersoon werd niet behandeld met ERT gedurende minstens 6 maanden vóór
de screening; of
c) Proefpersoon werd op het moment van het screeningsbezoek met ERT behandeld
en voldoet op het moment van de screening aan de volgende criteria:
i) Toediening van ERT gedurende de laatste 12 maanden;
ii) Stabiel ERT-dosisregime gedurende de laatste 3 maanden;
iii) Proefpersoon gaat akkoord om toediening van ERT bij het screeningsbezoek
gedurende ongeveer 8 maanden stop te zetten (6-7 weken screening + 6 maanden
dubbelblinde behandeling).
6. Een vrouw die zwanger kan worden [zie definitie in hoofdstuk 4.5.1 van het
protocol], komt enkel in aanmerking als het volgende van toepassing is:
- Negatieve zwangerschapsbloedtest op het moment van de screening en een
negatieve zwangerschapsurinetest bij de randomisatie;
- Akkoord om tijdens de studie en tot minstens 30 dagen na het stopzetten van
de studiebehandeling een maandelijkse zwangerschapsurinetest uit te voeren;
- Akkoord om tijdens de studie en tot minstens 30 dagen na het stopzetten van
de studiebehandeling geen eicellen te doneren.
- Akkoord om een zeer effectief contraceptieschema te volgen zoals beschreven
in hoofdstuk 4.5.2 van het protocol, vanaf de screening tot minstens 30 dagen
na het stopzetten van de studiebehandeling.
7. Een vruchtbare man (fysiologisch in staat om een kind te verwekken volgens
het oordeel van de onderzoeker) die seksueel actief is met een vrouw die
zwanger kan worden, komt enkel in aanmerking als het volgende van toepassing
is:
- Akkoord om tijdens de behandelingsperiode (die start op het moment van de
randomisatie) en tot 3 maanden na het stopzetten van de studiebehandeling een
condoom te gebruiken; en
- Akkoord om tijdens deze periode geen kind te verwekken.
Tevens dienen mannelijke deelnemers akkoord te gaan geen sperma te doneren
gedurende en tot 3 maanden na de studiebehandeling. Dit in uitzondering van het
monster sperma dat voor de studie zal worden verzameld.
Criteria voor het randomisatiebezoek
8. Proefpersoon heeft tijdens de screeningsperiode het elektronisch dagboek
(eDiary) voldoende bijgehouden;
9. Proefpersonen met matige of ernstige neuropathische pijn, zoals vastgesteld
met de dagelijkse notities in het gewijzigde Brief Pain Inventory-Short Form
item 3 (BPI-SF3), houden tijdens de screeningsperiode een score van de *ergste
neuropathische pijn in de laatste 24 uur* in de eDiary bij.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Criteria bij het screeningsbezoek:
Ziekte/aandoening:
1. Zwanger/van plan om zwanger te worden tijdens de studie of tot 30 dagen na
het stopzetten van de studiebehandeling of proefpersonen die borstvoeding geven;
2. Ernstige nierinsufficiëntie, gedefinieerd door een geschatte glomerulaire
filtratiesnelheid (eGFR) volgens de Chronic Kidney Disease Epidemiology
Collaboration-creatininevergelijking van < 30 ml/min./1,73 m2 op het moment van
de screening (bepaald door het centrale laboratorium);
3. Proefpersoon ondergaat regelmatige dialyse voor de behandeling van een
chronische nieraandoening;
4. Proefpersoon heeft een niertransplantatie of transplantatie van een ander
orgaan ondergaan, of staat op een wachtlijst voor een dergelijke transplantatie
of er staat een dergelijke transplantatie gepland;
5. Bekende en gedocumenteerde transiënte ischemische aanval, beroerte,
onstabiele angina of myocardinfarct in de 6 maanden vóór de screening;
6. Klinisch significante onstabiele hartaandoening volgens het oordeel van de
onderzoeker (bv. ongecontroleerde symptomatische aritmie, congestief hartfalen
- New York Heart Association klasse III of IV);
7. Enig andere aandoening, waarbij hoog risico is op het ontwikkelen van
klinische tekenen van organ-betrokkenheid binnen de tijdsduur van de studie,
ter interpretative van de onderzoeker.
8. Bekende factoren of aandoeningen die de therapietrouw, het studieverloop of
de interpretatie van de resultaten kunnen belemmeren, zoals:
a) een andere ziekte of aandoening die gepaard gaat met een pijncomponent die
verwarring kan veroorzaken bij de beoordeling van neuropathische pijn (bv.
diabetische neuropathie, perifere neuropathie als gevolg van chemotherapie of
bestraling, chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie);
b) een andere aandoening van het GI-kanaal die de beoordeling van GI-symptomen
bij FD kan belemmeren (bv. inflammatoire darmziekte);
c) gedocumenteerde slecht gecontroleerde diabetes mellitus (i.e. HbA1c > 8,0 %
op het moment van de screening, zoals bepaald door het centrale laboratorium);
d) een significante neurologische stoornis;
e) een significante psychiatrische aandoening; zelfmoordneigingen op het moment
van de screening of een voorgeschiedenis van zelfmoordpoging of -gedrag in de 6
maanden vóór de screening, volgens het oordeel van de onderzoeker;
f) een voorgeschiedenis van drugsverslaving (inclusief opiaten) of
alcoholverslaving;
g) onvermogen om dagelijks een eDiary bij te houden.
9. Een bekende concomitante levensbedreigende ziekte met een levensverwachting
van < 18 maanden;
Behandelingen:
10. Proefpersoon staat op het punt om een ERT-behandeling op te starten;
11. Gekende overgevoeligheid aan lucerastat of een medicijn van dezelfde
chemische klasse van iminosuikers (bv. miglitol, miglustat, migalastat), of aan
een van de excipiënten;
12. Het opstarten of behandeling met onstabiele dosissen van de volgende
medicijnen in de 4 weken vóór de screening:
a) Angiotensine-converterende-enzymremmer (ACE) en/of
angiotensine-receptorblokker (ARB);
b) Anti-epileptica;
c) Tricyclische antidepressiva (TCA) en/of andere antidepressiva die behoren
tot de serotonine- -norepinefrine-heropnameremmers (SNRI) en de selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI).
13. Een geplande of lopende behandeling met een andere onderzoeksbehandeling in
de 3 maanden vóór de screening;
14. Een behandeling met een remmer van het glucosylceramidesynthase (GCS) (bv.
miglustat, lucerastat, eliglustat, ibiglustat/venglustat) of een α-GalA
chaperonne (bv. migalastat) in de 6 maanden vóór de screening;, Criteria voor
het randomisatiebezoek:
15. Behandeling met ERT (agalsidase alfa, agalsidase beta) tijdens de
screeningsperiode.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-003369-85-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03425539 |
CCMO | NL64566.018.18 |