Primaire doelHet bestuderen van klinische factoren, (bloed)biomarkers en genetische markers die gerelateerd zijn aan AF progressive in patiënten met kortbestaand zelfterminderend AF, met in het bijzonder aandacht voor de rol van hypercoagulatie.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
- Dementie en amnestische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Progressie van AF, gedefinieerd als de overgang van zelfterminerend AF naar
niet-zelfterminerend AF.
Secundaire uitkomstmaten
1. De haalbaarheid van de implementatie van therapieveranderingen bij patiënten
met paroxysmaal AF met behulp van het LinQ/Carelink systeem
2. AF burden
3. Aantal AF episodes
4. Duur van de AF episodes
5. MACCE (bijvoorbeeld dood, beroerte en myocardinfarct)
6. Eerste recidief AF
7. Duur en frequentie van AF
8. Zelfterminerend AF overgaand in niet-zelfterminerend AF
9. Elektrische complexiteit van AF gemeten met een 12-kanaals ECG bij patiënten
met recidief AF
10. Ritmecontrolestrategie gekozen door de behandelend arts door middel van:
a. Antiarritmica
b. Elektrische of chemische cardioversie
c. Pulmonaalvene isolatie
11. Echocardiografische parameters
12. CT-hart parameters
13. Prevalentie en incidentie of subclinische atherosclerose en endotheel
dysfunctie
14. Veranderingen in bloedbiomarkers
15. Prevalentie van genotypes
16. Biomarkers tijdens een acute AF episode
17. Biomarkers lokaal bepaald in de atria
18. Elektrofysiologische eigenschappen van de atria
19. Kwaliteit van leven
Achtergrond van het onderzoek
Atriumfibrilleren (AF) begint vaak als aanvalsgewijze (paroxysmale) aandoening.
In de loop der tijd gaat dit vaak over in niet-zelfterminerend AF. Die overgang
wordt AF progressie genoemd. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat patiënten
met AF progressie meer cardiovasculaire opnames hebben en een verhoogde kans op
mortaliteit door hartfalen, een cerebrovasculair accident (CVA) of een
myocardinfarct (MI). Om nieuwe strategieën te vinden die AF progressie
voorkomen en belangrijke cardiovasculaire en cerebrovasculaire events (MACCE)
verminderen, willen wij de prevalentie, mechanismes en markers van AF
progressie ophelderen. De belangrijkste hypothese van dit onderzoek zoekt het
verband tussen AF progressie en vasculaire risico*s middels hypercoagulatie
door thrombineactivatie. Hypercoagulatie is een vanzelfsprekend maar nog
grotendeels onderbelichte ziektemechanisme in een ziekte als AF, met een
bekende predispositie voor een CVA en andere thrombo-embolische complicaties.
Doel van het onderzoek
Primaire doel
Het bestuderen van klinische factoren, (bloed)biomarkers en genetische markers
die gerelateerd zijn aan AF progressive in patiënten met kortbestaand
zelfterminderend AF, met in het bijzonder aandacht voor de rol van
hypercoagulatie.
Secundaire doelen
1. Het bestuderen van de haalbaarheid van het implementeren van
therapieveranderingen bij patiënten met paroxysmaal atriumfibrilleren met
behulp van het LinQ/Carelink systeem.
2. Het bestuderen van het aantal patiënten met verandering in rate- of
ritmecontrolestrategie door een stijging van de AF burden (de som van alle
episodes maal de duur per episode) van meer dan 30% bepaald over een
aaneensluitende periode van 3 maanden.
3. Het bestuderen van het aantal patiënten met verandering in rate- of
ritmecontrolestrategie door een stijging van het aantal of de duur van AF
episodes van meer dan 30% bepaald over een aaneensluitende periode van 3
maanden.
4. Het bestuderen van het aantal patiënten met subklinisch AF op baseline die
progressie laten zien van (subklinisch) AF >24 bij wie anticoagulatie gestart
is.
5. Het bestuderen van de incidentie van AF progressie bij patiënten met
zelfterminerend AF.
6. Het bestuderen van de cross-sectionele relatie tussen hypercoagulatie en het
cardiovasculaire en antiarritmische profiel bij inclusie.
7. Het bestuderen van een verschil in hypercoagulatie tussen baseline en 2,5
jaar follow-up en het relateren van deze 2 tot het cardiovasvulaire en
antiarritmische profiel op verschillende tijdsmomenten in de studie.
8. Het bestuderen van de klinische impact van AF progressie en het optreden van
MACCE.
9. Het bestuderen van verschillen tussen geslacht in incidentie van AF
progressie, klinische factoren en bloedbiomarkers gerelateerd aan AF progressie
en het optreden van MACCE.
10. Het bestuderen van systemische markers van hypercoagulatie zoals
vastgesteld tijdens een acute episode van AF vergeleken met de situatie in
sinusritme.
11. Het bestuderen van verschillen tussen andere biomarkers in acuut AF
vergeleken met sinusritme.
12. Het bestuderen van de cross sectionele relatie tussen biomarkers, het
cardiovasculaire risicoprofiel en antiarritmische profiel bij inclusie,
vastgesteld op het moment van een acute AF episode vergeleken met sinusritme.
13. Het bestuderen van de verschillen tussen hypercoagulatie, vastgesteld
lokaal in de atria op het moment van een acute AF episode vergeleken met
perifeer afgenomen bloed.
14. Het bestuderen van verschillen tussen andere biomarkers, vastgesteld lokaal
in de atria op het moment van een acute AF episode vergeleken met perifeer
afgenomen bloed.
15. Het bestuderen van cross sectionele relatie tussen biomarkers en het
cardiovasculaire en arritmische profiel op baseline, vastgesteld lokaal in de
atria op het moment van een acute AF episode vergeleken met perifeer afgenomen
bloed.
16. Het bestuderen van de elektrofysiologische eigenschappen van de atria
middels elektro-anatomische mapping bij patiënten geincludeerd in de scene of
calamity (SOC) substudie.
17. Het bestuderen van elektrofysiologische eigenschappen van de atria in
relatie tot hypercoagulatie, klinische en echocardiografische parameters van
atriale remodeling, AF burden en andere fenotypische karakteristieken.
18. Het bestuderen van AF progressie incidentie en MACCE in patiënten die
dabigatran, FXa-antagonisten en VKA gebruiken versus controles.
19. Het bestuderen van verborgen associaties tussen hypercoagulatie, atriale
remodeling, vasculaire ziekte en AF progressie door een unbiased,
hypothese-vrije latente klasse clustering model.
20. Het construeren van een nieuw predictiemodel voor AF progressie gebaseerd
op de belangrijkste fenotypische informatie (klinische en biomarker data) door
gebruik van de data van de latente klasse clusteringmodel.
21. Het construeren van een multimarker genetische risicoscore met
onafhankelijk geassocieerde genetische mechanismen, en bestuderen of dit
gepaard gaat met progressie van AF.
Onderzoeksopzet
Deze studie is een multicenter, prospectieve registry. In totaal zullen 750
patienten met paroxysmaal AF geinculdeerd worden. Naast de reguliere klinische
zorg, zal er diepe fenotypering van het cohort plaatsvinden en continue
ritmemonitoring. Indien van toepassing zullen patienten worden gevraagd om deel
te nemen aan twee substudies. In de *time of calamity* (TOC) substudie zal er
bij patienten één extra venapunctie worden verricht tijdens een acute AF
episode. In de *scene of calamity* (SOC) substudy, wordt bloed uit het linker
atrium gehaald in patienten die een katheterablatie ondergaan in het kader van
reguliere klinische zorg. Voor de HBC-x substudie zal er bij de nog te
includeren patienten een MRI van de hersenen afgenomen worden, en een
uitgebreid NPO onderzoek gedaan worden. OP het einde van de studie zal er bij
alle patienten een verkorte versie van het NPO afgenomen worden.
Inschatting van belasting en risico
AF progressie is een voorbode van het optreden van MACCE. Door middel van
continue ritmemonitoring kan AF progressie nauwkeurig worden vastgesteld. Wij
verwachten dat onze aanpak in de toekomst de diagnostische aanpak van patiënten
met AF in de dagelijkse klinische praktijk zal veranderen. Door het gebruik
van continue atriale ritmemonitoring zal de vroegtijdige opsporing van AF en AF
progressie primaire diagnostische doelen worden. Het bepalen van biomarkers ten
tijde van een acute episode van AF zal plaatsvinden, zoals inmiddels klinische
routine is bij patiënten met een acuut coronair syndroom (*diagnose voor
shock*). Ons onderzoek zal ook een nieuw model voor risicopredictie genereren,
wat onderscheid zou moeten maken tussen hoogrisicopatienten en patiënten die
minder risico*s lopen met betrekking tot AF progressie. Deze resultaten zullen
worden gegenereerd door middel van robuuste klinisch-epidemiologische
technieken, maar ook door middel van hoogstaande nieuwe analysetechnieken die
in staat zijn om de verborgen associaties tussen hypercoagulatie, atriale
remodeling, vasculaire ziekte, en AF progressie vinden zijn.
Risico's die verbonden zijn aan deelname met de studie zijn met name
geassocieerd met de implantatie van de looprecorder. De impantatie is een
eenvoudige ingreep met een kleine kans op complicaties (<0,3%). Complicaties
die kunnen optreden zijn het optreden van een nabloeding of infectie. Beide
complicaties zijn goed behandelbaar. Daarnaast wordt op 2 momenten een
venapunctie verricht. Bloedafnamen zijn niet anders dan bloedafnamen voor
reguliere zorg. Zo mogelijk zullen deze afnamen gecombineerd worden. Risico's
zijn nihil en bestaan bijvoorbeeld uit een lokale bloeduitstorting.
Zenuwbeschadigingen worden nauwelijks gerapporteerd.
In een subgroep van 100 patiënten zal een bloedafname worden verricht op het
moment van een acute episode van AF in het kader van een substudie (TOC
studie). In een andere groep van 100 patiënten die pulmonaalvene isolatie (PVI)
ondergaan in het kader van hun reguliere behandeling, zal bloed worden
afgenomen in de atria voor een andere substudie (SOC studie). Hiervoor is geen
extra prik noodzakelijk. Het bloed zal worden afgenomen door gebruik te maken
van de katheters die worden gebruikt voor de PVI.
In een andere subgroep van 150pts (met early onset self-terminating AF) en
50pts (die ook CABG ondergaan) zal bij baseline een MRI scan van de hersenen
gemaakt worden en een uitbereid NPO onderzoek afgenomen worden. Op het einde
van de studie zal aan alle patiënten gevragen worden of ze een verkorte NPO
willen afnemen. Het doel van dit onderzoek is dan ook om te bekijken of
boezemfibrilleren leidt tot verminderde bloedstroom naar de hersenen en tot
problemen met het geheugen en andere psychische verschijnselen.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Leeftijd >18 jaar
- Totaal <10 jaar bekend met paroxysmal, zelf-terminerend Boezemfibrilleren
- Ten minste 1 gedocumenteerde episode en 2 symptomatische episodes or 2
gedocumenteerde episodes, gedocumenteerd op:
- AF op ECG, Holter, looprecorder, eventrecorder of MyDiagnostic
OF
- Subklinisch AF (SCAF) gedetecteerd met een Medtronic Pacemaker (atrial rate
>190bpm, >6 minuten)
- Bereid informed consent te tekenen voor de registry
- Bereid en in staat om een looprecorderimplantatie te ondergaan (bij patienten
zonder pacemaker)
- CHADSVASc-score kleiner of gelijk aan 5.
- Geen andere indicatie voor orale anticoagulantia (bijvoorbeeld een
mechanische klep).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Niet-zelfterminerend, persisterend atriumfibrilleren;
• Alleen AF bij een duidelijke trigger (bijvoorbeeld postoperatief, bij een
infectie);
• Congenitale hartziekten
• Niet tijdelijk willen stoppen met (N)OAC voor coagulatie fenotypering (bij
patiënten die al (N) OAC gebruiken vóór opname in dit onderzoek), met
uitzondering voor patiënten met een voorgeschiedenis van ischemische beroerte /
voorbijgaande ischemische aanval;
• Eerdere pulmonaalvenenisolatie (PVI) of op de wachtlijst of intentie om
patient op de wachtlijst voor PVI te zetten.
• Gebruik van amiodarone of verwachting dat hier mee gestart gaat worden.
• ICD, CRT of een pacemaker (anders dan een Medtronic pacemaker)
• Levensverwachting < 2,5 jaar
• >50% ventriculaire pacing bij patienten met een Medtronic pacemaker.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | Clinicaltrials.gov NCT02726698 |
CCMO | NL53561.042.16 |