Het doel van het onderzoek is de TSAT / hepcidine ratio te valideren als een diagnostisch hulpmiddel met een hoge specificiteit om te discrimineren tussen IRIDA en andere oorzaken van een ijzergebreksanemie
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hematologische aandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste uitkomst van de studie is een afkapwaarde van de
TSAT/hepcidine ratio die met een hoge specifiteit differentieert tussen IRIDA
en IDA vanwege een andere oorzaak dan IRIDA.
Secundaire uitkomstmaten
De studie zal data genereren m.b.t. de mean en interkwartiel ranges van de
TSAT/hepcidine ratio van de IRIDA patienten (n=17) en van de controle groep die
een IDA heeft vanwege een andere oorzaak dan IRIDA.
De TSAT/hepcidine ratio's van de controle groep zullen vergeleken worden met de
TSAT/hepcidine ratio's van gezonde personen, die zijn vastgesteld in een
eerdere studie (Galesloot et al).
Bi-allelische en mono-allelische TMPRSS6 defecten zullen mogelijk gevonden
worden in de controle patiënten die verwezen zijn naar de MDL arts of
gynaecoloog voor analyse van IDA. In deze controle patiënten wordt de IDA ten
onrechte toegeschreven aan alleen gastro intestinaal of gynaecologisch
bloedverlies of malabsorptie. De diagnose IRIDA is nog niet overwogen in deze
patiënten.
Achtergrond van het onderzoek
De transferrine-verzadiging (TSAT) / hepcidine-ratio is mogelijk een nuttig
diagnostisch middel bij het diagnosticeren van patiënten met Iron Refractory
Iron Deficiency Anemia (IRIDA). IRIDA is een erfelijke aandoening veroorzaakt
door een defect in TMPRSS6. Matriptase-2, gecodeerd door TMPRSS6, speelt een
essentiële rol in het downreguleren van hepcidine, een sleutelhormoon in de
ijzer homeostase. Pathogene TMPRSS6 mutaties resulteren in te hoge hepcidin
productie ten opzichte van de hoeveelheid lichaamsijzer, waardoor IRIDA
ontstaat, een ziekte die wordt gekenmerkt door een microcytaire, hypochrome
anemie die niet of onvoldoende reageert op (vooral orale) ijzertoediening.
Tot op heden was sequencing van de exonen van TMPRSS6 naar pathologische
varianten de gouden standaard voor het diagnosticeren van IRIDA. DNA-studies
zijn echter duur en niet altijd afdoende. De observaties uit onze case series
(Donker et al, Am J Hematol 2016) over de genotype-fenotype correlatie bij
IRIDA-patiënten en hun familieleden ondersteunen het idee dat fenotypische
penetrantie van TMPRSS6 defecten beïnvloed wordt door andere (epi) genetische
en omgevingsfactoren zoals groei, co-morbiditeit als ontsteking en
bloedverlies, en bevestigen eerdere observaties bij muizen en mensen. Aan de
andere kant zijn er patienten met een klinisch fenotype van IRIDA bij wie geen
IRIDA-genotype aangetoond kan worden. (klinische waarnemingen, gegevens niet
getoond).
Aangezien de kardinale eigenschap van IRIDA een afwijkend hoog serum hepcidine
is ten opzichte van de lage lichaamsijzerstatus, veronderstellen wij dat de
TSAT / hepcidine verhouding een nuttig diagnostisch hulpmiddel kan zijn. In
onze kleine studiepopulatie, bestaande uit IRIDA patiënten en hun familieleden,
was de TSAT / hepcidine-ratio inderdaad discriminerend tussen bi-allelische en
mono-allele IRIDA-patiënten, en tussen mono-allelische IRIDA-patiënten en hun
fenotypisch niet aangedane familieleden met dezelfde heterozygote TMPRSS6
defect, zelfs nadat ijzersuppletie was gegeven, op voorwaarde dat ontsteking
afwezig was. Alvorens de introductie als een diagnostische test in de workup
van patiënten die verdacht worden van IRIDA, dient validatie van de
TSAT/hepcidine ratio te gebeuren in patiënten die een ijzergebreksanemie hebben
om een andere reden, bijvoorbeeld onvoldoende ijzerinname, bloedverlies of
andere oorzaken van ijzergebreksanemie zoals coeliakie, auto immuun gastritis
en Helicobacter pylori.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is de TSAT / hepcidine ratio te valideren als een
diagnostisch hulpmiddel met een hoge specificiteit om te discrimineren tussen
IRIDA en andere oorzaken van een ijzergebreksanemie
Onderzoeksopzet
Observationele studie
Inschatting van belasting en risico
Deelname aan deze studie betekent het afnemen van 11 ml bloed op een enkel
tijdstip, afgezien van standaard diagnostische procedures. Daarom kunnen de
risico's en lasten van deelname aan het onderzoek als minimaal beschouwd worden.
Deelnemers ontvangen geen compensatie of behandeling door deelname aan de
SATURNUS studie en zullen niet rechtstreeks profiteren van inclusie. Door deel
te nemen aan deze studie zullen de proefpersonen echter bijdragen aan de
ontwikkeling van een nieuw diagnostisch hulpmiddel dat kan discrimineren tussen
IRIDA en andere oorzaken van ijzergebreksanemie.
Er bestaat een kleine kans dat er een TMPRSS6 variant wordt gevonden bij de
patiënten met ijzergebreksanemie in de controlegroep. Als een controle patient
een pathologisch mono-allelisch of bi-allelisch TMPRSS6 defect blijkt te
hebben, heeft hij/zij een milde vorm van IRIDA, hetgeen de IDA kan verklaren,
al dan niet in combinatie met een andere oorzaak zoals bloedverlies of
malabsorptie. Deze informatie is relevant aangezien een verklaring voor IDA kan
voorkomen dat de patient een uitgebreide workup moet ondergaan om de oorzaak
van IDA vast te stellen, en aangezien de diagnose IRIDA klinische consequenties
heeft (meestal iv ijzer geïndiceerd). Bovendien is IRIDA een genetische,
erfelijke ziekte. De diagnose IRIDA in de deelnemer van de studie maakt het
mogelijk om de eerste graads familieleden te screenen op IRIDA (genotypisch
danwel fenotypisch).
Publiek
De Run 4600
Veldhoven 5504 DB
NL
Wetenschappelijk
De Run 4600
Veldhoven 5504 DB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusie van proefpersonen in de IRIDA groep vindt plaats via een eerder
uitgevoerde studie van Donker et al, van IRIDA patiënten. De klinische gegevens
van deze patiënten zijn reeds beschikbaar. (Donker et al, Am J Hematol 2016). ,
Inclusie van de proefpersonen in de non-IRIDA, ijzergebreksanemie groep zal
plaatsvinden via de afdelingen spoedeisende hulp, Eerste Hart Hulp,
gynaecologie (vrouwen met menorrhagie) en Maag-Darm-Lever ziekten (patiënten
met gastrointestinaal bloedverlies en/of malabsorptie), cardiologie en SEH van
het MMC.
Inclusiecriteria IRIDA groep:
- Eerdere diagnose IRIDA, monoallelisch of bi allergisch genotype met een IRIDA
fenotype, vastgesteld na klinische presentatie.
- microcytaire anemie (MCV < 80 fl, Hb < 7.5 mmol/L voor vrouwen en Hb < 8.5
mmol/L voor mannen)
- Transferrine verzadiging (TSAT) < 10%
- Afwezigheid van inflammatie (CRP < 10 mg/L
- Niet of slechts gedeeltelijk reagerend op oraal ijzer (responsiviteit oraal
ijzer gedefinieerd als Hb stijging van tenminste 2 g/dL na 3 weken
ijzertherapie)
- Leeftijd > 18 jaar
-Beschikbare TSAT/hepcidine ratio, bepaald in de afwezigheid van inflammatie,
Gebaseerd op deze criteria worden 4 van de 21 beschreven patiënten van de case
serie (Donker et al, Am J Hematol 2016) geexcludeerd van de studie vanwege
leeftijd < 18 jaarmof vanwege het niet beschikbaar zijn van een TSAT/hepcidine
ratio (in de afwezigheid van inflammatie).
De andere 17 IRIDA patienten zullen in de studie geincludeerd worden; 11 IRIDA
patienten in de bi-allelisch aangedane groep met een homozygoot of samengesteld
heterozygoot TMRPSS6 defect, en 6 patienten in de mono-allelisch aangedane
groep met een heterozygoot TMPRSS6 defect., Controle groep, Omdat de controle
personen in de SATURNUS studie allen een microcytaire anemie hebben,
vergelijkbaar met de patiënten in de IRIDA groep, is het fenotype niet
discriminerend. Daarom zal bij alle controle personen genotypering van het
TMPRSS gen worden verricht. Een relevant fenotype (zie verder) in combinatie
met de afwezigheid van pathologische TMRPSS6 varianten van beide allelen, wordt
gedefinieerd als non-IRIDA, en maakt de persoon een geschikte controle
kandidaat., Inclusie van de proefpersonen in de controle groep zal plaatsvinden
via de gynaecologie afdeling en MDL afdeling van het Máxima Medisch Centrum
Veldhoven en via de gynaecologie afdeling van het Radboudumc. Om in aanmerking
te komen voor inclusie in de studie, moet de proefpersoon aan de volgende
criteria voldoen:
-Microcytaire anemie (MCV <80 fL en Hb <7.5 mmol/L L voor vrouwen, Hb < 8.5
mmol/L voor mannen)
- Ferritine <40 µg/L
- Lage TSAT (<10%)
- Leeftijd > 18 jaar
- Lage TSAT (TSAT <10%)
- Afwezigheid van inflammatie (CRP < 10 mg/L)
- Afwezigheid van pathologische TMPRSS6 varianten in de exonen van beide
allelen, Nadat een potentiële kandidaat is gecounseld door SEH arts,
cardioloog, MDL arts of gynaecoloog, zal er bloed worden afgenomen voor het
bepalen van het bloedbeeld, de ijzerstatus en het CRP. Tevens zal er extra
spijtmateriaal afgenomen en ingevroren worden voor een hepcidine bepaling en
voor DNA diagnostiek naar IRIDA, dat gebruikt kan worden als de patient idd een
ijzergebreksanemie blijkt te hebben en toestemming geeft voor deelname. Indien
niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, zal het spijtmateriaal vernietigd
worden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
IRIDA groep: zie onder D4b, Controle groep
Proefpersonen die aan de volgende criteria voldoen, kunnen niet deelnemen aan
de studie, omdat deze criteria interfereren met de TSAT en hepcidine waarden.
- Zwangerschap
- Orale ijzerpreparaten gebruikt < 3 maanden voorafgaand aan verwijzing naar
de gynaecoloog of de MDL arts
- Diagnose van onderliggende aandoening die gepaard gaat met inflammatie,
zoals maligniteit, chronische lever of nieraandoeningen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL61876.015.17 |