Primaire doelstellingBeoordelen of een startdosis van lenvatinib 14 mg in combinatie met everolimus 5 mg eenmaal daags (QD) vergelijkbare werkzaamheid (gebaseerd op objectieve responsrate [ORR] na 24 weken [ORR24W]) met een verbeterd…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire eindpunten
• Objectieve responsrate (ORR) in week 24 (ORR24W) beoordeeld door de
onderzoeker volgens RECIST 1.1. ORR24W is gedefinieerd als het percentage
proefpersonen met beste algehele respons (best overall response, BOR) van
volledige respons (complete response, CR) of gedeeltelijke respons (partial
response, PR) op het 'week 24-tijdpunt' (na randomisatie) of eerder. Om als
BOR te worden aangemerkt moeten alle responsen ten minste 4 weken na de eerste
responsbeoordeling worden bevestigd.
• Percentage proefpersonen met ondraaglijke Graad 2 en alle eventuele >= Graad 3
TEAE's binnen 24 weken na randomisatie (vanaf het 'week 24-tijdpunt').
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten
• Progressievrije overleving (PFS), gedefinieerd als de tijd vanaf de datum van
randomisatie tot de datum van de eerste documentatie van ziekteprogressie of
datum van overlijden, wat het eerste komt. Censurerende regels met betrekking
tot PFS worden gedefinieerd in het statistische-analyseplan (SAP) en volgen de
FDA-richtlijnen.
• ORR beoordeeld door de onderzoeker volgens RECIST 1.1 aan het einde van de
behandeling. ORR is gedefinieerd als het percentage proefpersonen met BOR van
CR of PR aan het einde van de behandeling. Om als BOR te worden aangemerkt
moeten alle responsen ten minste 4 weken na de eerste responsbeoordeling worden
bevestigd.
• Algehele veiligheidsprofiel en verdraagbaarheid van lenvatinib in combinatie
met everolimus.
• Percentage proefpersonen dat stopt met de behandeling vanwege toxiciteit,
gedefinieerd als het percentage proefpersonen dat stopt met de
onderzoeksbehandeling vanwege tijdens de behandeling optredende bijwerkingen
(TEAE's).
• Tijd tot falen van de behandeling vanwege toxiciteit, gedefinieerd als de
tijd vanaf de datum van randomisatie tot de datum waarop een proefpersoon stopt
met de onderzoeksbehandeling vanwege TEAE's.
• Parameters voor blootstelling aan lenvatinib en everolimus en PK en PD
geneesmiddelinteracties.
• Algehele overleving (OS), gemeten van de datum van randomisatie tot datum van
overlijden ongeacht de oorzaak. Bij ontbreken van overlijdensbevestiging
zullen proefpersonen worden gecensureerd op ofwel de laatste dag dat ze
voorzover bekend nog in leven waren ofwel de afkapdatum voor de gegevens, wat
eerder komt.
• De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) zal worden beoordeeld
aan de hand van de volgende hulpmiddelen: Functional Assessment of Cancer
Therapy Kidney Syndrome Index-Disease-Related Symptoms (FKSI-DRS), de European
Organization for the Research and Treatment of Cancer (EORTC) QLQ-C30 en de
European Quality of Life (EuroQol) EQ-5D-3L.
• PFS2, gedefinieerd als de tijd vanaf de datum van randomisatie tot de datum
van ziekteprogressie na de volgende therapielijn of datum van overlijden
ongeacht de oorzaak, wat het eerste komt. Censurerende regels met betrekking
tot PFS2 worden gedefinieerd in het SAP.
Achtergrond van het onderzoek
Dit is een multicenter, gerandomiseerd, open-label klinisch onderzoek dat wordt
uitgevoerd als vereiste na commercialisering van de Amerikaanse Food and Drug
Administration (FDA) en het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) ter evaluatie
van alternatieve doseringsschema's voor lenvatinib in combinatie met
everolimus. Voor proefpersonen met gevorderd niercelcarcinoom (RCC) na eerdere
behandeling met angiogeneseremmers is de huidige goedgekeurde dosis lenvatinib
18 mg per dag in combinatie met everolimus 5 mg per dag.
Het onderzoek zal de combinatie evalueren van lenvatinib en everolimus bij
proefpersonen met gevorderd predominant heldercellig RCC na één eerdere
therapie die was gericht op de vasculaire-endotheelcelgroeifactor (VEGF), met
een startdosis van 14 mg lenvatinib en mogelijkheid tot optitratie van
lenvatinib om te bepalen of dit regime vergelijkbare werkzaamheid maar een
beter veiligheidsprofiel heeft dan de startdosis van 18 mg.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling
Beoordelen of een startdosis van lenvatinib 14 mg in combinatie met everolimus
5 mg eenmaal daags (QD) vergelijkbare werkzaamheid (gebaseerd op objectieve
responsrate [ORR] na 24 weken [ORR24W]) met een verbeterd veiligheidsprofiel
biedt vergeleken met lenvatinib 18 mg in combinatie met everolimus 5 mg
(gebaseerd op tijdens de behandeling optredende ondraaglijke bijwerkingen van
Graad 2, of enige bijwerking (AE) van >= Graad 3 in de eerste 24 weken na
randomisatie).
Secundaire doelstellingen
• Beoordelen van de progressievrije overleving (PFS).
• Beoordelen van ORR.
• Het verdraagbaarheids- en veiligheidsprofiel van lenvatinib in combinatie met
everolimus vaststellen.
• Beoordelen hoeveel procent van de proefpersonen stopt met de behandeling
vanwege toxiciteit.
• Beoordelen wat de tijd tot falen van de behandeling vanwege toxiciteit is.
• Beoordelen van de farmacokinetische (PK) profielen van lenvatinib en
everolimus gedurende combinatietherapie en beoordelen van farmacokinetische en
farmacodynamische wisselwerking tussen geneesmiddelen.
• Evaluatie van de algehele overleving (OS)
• Evaluatie van de impact van de ziekte op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit
van leven (HRQoL) van patiënten beoordeeld aan de hand van de Functional
Assessment of Cancer Therapy Kidney Symptoom Index-Disease-Related Symptoms
(FKSI-DRS), de European Organization for the Research and Treatment of Cancer
(EORTC) QLQ-C30 en de European Quality of Life (EuroQol) EQ-5D-3L.
• Evaluatie van de PFS na volgende behandellijn (PFS2).
Verkennende doelstellingen
• Het onderzoeken van tumorresponsparameters (ORR24W, ORR, PFS) op basis van
geblindeerde onafhankelijke beeldanalyse (IIR) voor de beoordeling van de
werkzaamheid.
Onderzoeksopzet
multicenter, gerandomiseerd, open-label klinisch onderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten worden toegewezen aan een van de twee behandelgroepen en krijgen een startdosis van: • lenvatinib 18 mg en everolimus 5 mg oraal eenmaal daags (groep A) of • lenvatinib 14 mg en everolimus 5 mg oraal eenmaal daags (groep B). De startdosis van 14 mg zal worden verhoogd naar 18 mg als er geen tijdens de behandeling optredende Graad 2 (ondraaglijke) of >= Graad 3 bijwerkingen (TEAE's) die dosisverlaging noodzakelijk maken worden waargenomen in de eerste cyclus (4 weken) van de behandeling. Indien Graad 2 (ondraaglijke) of Graad 3 of 4 TEAE's worden waargenomen, zal de dosis lenvatinib worden verlaagd.
Inschatting van belasting en risico
De bijwerkingen van Lenvatinib die zeer vaak voorkomen zijn:
hoge of lage bloeddruk, verminderde eetlust of gewichtsverlies, Misselijkheid
en overgeven, obstipatie, diarree, buikpijn, indigestie, zeer moe of zwak
gevoel, droge, pijnlijke of ontstoken mond of keel, grote hoeveelheden eiwit in
het urine, hese stem, hoofdpijn, hand-voetsyndroom, gewrichtspijn, hoesten,
laag aantal bloedplaatjes in het bloed, pijn in het musculoskeletale stelsel,
de pieren, ledematen of rug, zwelling van de benen, onderactieve schildklier en
veranderingen in bloedtestuitslagen met betrekking tot schildklierstimulerend
hormoon (hoog) - kan leiden tot vermoeidheid, zwakte, droge huid, haaruitval,
koude intolerantie, huiduitslag, duizeligheid, bloedingen (meestal
neusbloedingen, maar ook bloed in de urine, blauwe plekken, tandvleesbloedingen
en het ophoesten van bloed komen voor), vreemde smaaksensatie
slaapproblemen, haaruitval, urineweginfecties, veranderingen in
bloedtestuitslagen m.b.t. kaliumconcentratie (laag) en calciumconcentratie
(laag).
De bijwerkingen van Everolimus die zeer vaak voorkomen zijn:
Afname van het aantal bloedcellen dat in het beenmerg wordt geproduceerd,
Infecties, Verhoogde bloedglucose, verhoogde cholesterol, Zwak of vermoeid
gevoel, Verminderde eetlust, gewichtsverlies, Afwijkende smaak, Stomatitis,
Hoesten, Neusbloedingen, Huiduitslag, jeukend gevoel, Perifeer oedeem,
Hoofdpijn, Buikklachten waaronder misselijkheid of diarree.
De combinatie van lenvatinib met everolimus is al goedgekeurd voor gebruik. In
dit onderzoek zal er gekeken worden naar een alternatief doseringsschema om te
bepalen of dit regime vergelijkbare werkzaamheid maar een beter
veiligheidsprofiel heeft.
Publiek
EMEA Knowledge Centre, Mosquito Way -
Hatfield AL10 9SN
GB
Wetenschappelijk
EMEA Knowledge Centre, Mosquito Way -
Hatfield AL10 9SN
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Histologische of cytologische bevestiging van predominant heldercellig RCC
(oorspronkelijke weefseldiagnose van RCC wordt geaccepteerd)., 2.
Gedocumenteerd bewijs van gevorderd RCC., 3. Een eerdere episode van
ziekteprogressie op of na VEGF-gerichte therapie (bijvoorbeeld, maar niet
beperkt tot, sunitinib, sorafenib, pazopanib, cabozantinib, bevacizumab,
axitinib, vatalanib, AV951/tivozanib) toegediend voor de behandeling van RCC.
Eerdere PD-1/PD-L1-behandeling bovenop 1 eerdere VEGF-gerichte therapie is
toegestaan., 4. Ten minste 1 meetbare doellaesie volgens RECIST 1.1 die aan de
volgende criteria voldoet:
• Laesie in een lymfeknoop (LN) die in minimaal 1 dimensie van >=1,5 cm op de
korte as gemeten kan worden
• Niet-nodale laesie die >=1,0 cm meet in de langste diameter
• De laesie is geschikt voor herhaaldelijke metingen met behulp van
computertomografie/magnetische resonantie (CT/MRI). Laesies die zijn bestraald
met external beam radiotherapy (EBRT) of locoregionale therapie moeten
radiografisch bewijs hebben van ziekteprogressie volgens RECIST 1.1 om als
doellaesie te worden beschouwd., 5. Mannelijke of vrouwelijke proefpersonen van
>=18 jaar (of >18 jaar als die leeftijd wordt gezien als volwassen volgens de
nationale jurisdictie) op het moment van geïnformeerde toestemming., 6.
Karnofsky Performance Status (KPS) van >=70., 7. Bloeddruk (BP) voldoende onder
controle met of zonder bloeddrukverlagende geneesmiddelen, gedefinieerd als BP
<=150/90 mmHg bij screening en geen verandering in bloeddrukverlagende
geneesmiddelen in de week voorafgaand aan cyclus 1/dag 1., 8. Toereikende
nierfunctie gedefinieerd als berekende creatinineklaring >=30 ml/min volgens de
Cockcroft-Gault formule (bijlage 1)., 9. Toereikende beenmergfunctie
gedefinieerd als:
• Absolute neutrofielentelling (ANC) >=1500/mm3 (>=1,5 x 109/l)
• Bloedplaatjes >=100.000/mm3(>=100 x 109/l)
• Hemoglobine >=9 g/dl., 10. Toereikende bloedstollingsfunctie gedefinieerd als
Internationaal Genormaliseerde Ratio (INR) <=1,5 (behalve voor proefpersonen op
warfarinetherapie voor wie INR <=3,0 moet zijn voorafgaand aan randomisatie).,
11. Toereikende leverfunctie gedefinieerd als:
• Totaal bilirubine <=1,5 maal de ULN behalve voor ongeconjugeerde
hyperbilirubinemie bij gilbertsyndroom.
• Alkalische fosfatase (ALP), alanineaminotransferase (ALAT) en
aspartaataminotransferase (ASAT) <=3×ULN (in geval van levermetastasen <=5×ULN).
Proefpersonen met botmetastasen met ALP-waarden hoger dan 3 maal mogen
deelnemen. , 12. De proefpersoon moet vrijwillig instemmen met het geven van
schriftelijke toestemming., 13. De proefpersoon moet bereid en in staat zijn
alle aspecten van het protocol na te leven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Meer dan 1 eerdere VEGF-gerichte therapie voor gevorderd RCC., 2.
Proefpersonen met metastasen in het centraal zenuwstelsel komen niet in
aanmerking, tenzij zij minimaal 4 weken geleden gestopt zijn met lokale
therapie en het gebruik van corticosteroïden voor deze indicatie hebben
gestaakt of corticosteroïden aan het afbouwen zijn (gedefinieerd als equivalent
aan <=10 mg prednisolon) vóór starten van de behandeling in dit onderzoek. Alle
tekenen (bijv. radiologisch) of symptomen van hersenmetastasen moeten stabiel
zijn gedurende minimaal 4 weken voor start van de onderzoeksbehandeling., 3.
Actieve maligniteit (behalve RCC of definitief behandelde basaal- of
plaveiselcelcarcinoom van de huid, of in situ baarmoederhals- of blaaskanker)
in de afgelopen 24 maanden., 4. Een antikankerbehandeling (behalve
bestralingstherapie, zie exclusienummer 5) in de 21 dagen, of een
onderzoeksgeneesmiddel in de 30 dagen voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel; proefpersonen moeten hersteld zijn van alle
toxiciteiten die verband houden met eerdere antikankerbehandeling tot CTC Graad
0 of 1., 5. Eerdere bestralingstherapie in de 21 dagen voorafgaand aan de start
van de onderzoeksbehandeling met uitzondering van palliatieve bestraling voor
botlaesies, wat toegestaan is indien 2 weken voorafgaand aan de start van de
onderzoeksbehandeling voltooid., 6. Bekende intolerantie voor het
onderzoeksgeneesmiddel (of een van de hulpstoffen) en/of bekende
overgevoeligheid voor rapamycinen (bijv. sirolimus, everolimus, temsirolimus)
of een van de hulpstoffen., 7. De proefpersonen met proteïnurie >1+ op
urine-analyse vangen gedurende 24 uur hun urine op voor kwantitatieve
beoordeling van proteïnurie. Proefpersonen met eiwit in de urine >=1 gram/24
uur zijn ongeschikt voor deelname., 8. Nuchter totaal cholesterol *300 mg/dl
(of *7,75 mmol/l) en/of nuchter triglyceridenspiegel *2,5 x ULN. LET OP: deze
proefpersonen kunnen worden geïncludeerd na instelling of aanpassing van
lipidenverlagende medicatie., 9. Ongereguleerde diabetes gedefinieerd als
nuchter glucose >1,5 maal de ULN. LET OP: deze proefpersonen kunnen worden
geïncludeerd na instelling of aanpassing van glucoseverlagende medicatie., 10.
Verlenging van de QT-interval tot >480 milliseconden., 11. Proefpersonen die
niet voldoende zijn hersteld van een toxiciteit en/of complicaties van een
grote operatie voorafgaand aan de start van de behandeling., 12.
Gastro-intestinale malabsorptie, gastro-intestinale anastomose, of een andere
aandoening die invloed zou kunnen hebben op de absorptie van lenvatinib of
everolimus., 13. Bloeding of trombotische stoornissen of proefpersonen met
risico op ernstige bloedingen. De mate van tumorinvasie/-infiltratie in grote
bloedvaten (bijv. halsslagader) moet in aanmerking worden genomen vanwege het
mogelijke risico op ernstige bloedingen in verband met slinken van de
tumor/necrose na behandeling met lenvatinib., 14. Klinisch significante
hemoptoë of tumorbloeding in de 2 weken voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel., 15. Significante cardiovasculaire stoornis in de 6
maanden voorafgaand aan de eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel; geschiedenis
van congestief hartfalen hoger dan New York Heart Association (NYHA) klasse II,
instabiele angina, myocardinfarct of beroerte, hartritmestoornis door
significante cardiovasculaire stoornis, of linkerventrikelejectiefractie (LVEF)
onder de normaal waarde van de instelling zoals bepaald bij screening door de
multigated acquisition (MUGA) scan of echocardiogram. , 16. Actieve infectie
(een infectie die systemische behandeling vereist)., 17. Een medische of andere
situatie die naar het oordeel van de onderzoeker de proefpersoon zou uitsluiten
van deelname aan een klinisch onderzoek
.
18. Vrouwen die borstvoeding geven of zwanger zijn tijdens screening of
baseline (vastgelegd via een positieve test op bèta-humaan choriongonadotrofine
[ß-hCG] (of humaan choriongonadotrofine [hCG]) met een minimale gevoeligheid
van 25 IU/l of equivalente eenheden van ß-hCG [of hCG]). Er is een
afzonderlijke baselinebeoordeling vereist als een negatieve zwangerschapstest
bij screening meer dan 72 uur voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel werd verkregen., 19. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd*
die:
• niet instemmen met het gebruik van een zeer effectieve anticonceptiemethode
gedurende de gehele onderzoeksperiode en tot 8 weken na beëindiging van het
onderzoeksgeneesmiddel, d.w.z.:
- volledige onthouding (als dit in lijn is met de leefwijze die voor de
proefpersoon de voorkeur verdient en gebruikelijk is)
- een spiraaltje (IUD) of een intra-uterien systeem (IUS)
- geïmplanteerde anticonceptie
- orale anticonceptie** (met aanvullende barrièremethode)
OF
• geen partner hebben die een vasectomie heeft ondergaan met vastgestelde
azoöspermie.
Voor ziekenhuizen buiten de EU is het toegestaan dat als een zeer effectieve
anticonceptiemethode niet geschikt of aanvaardbaar is voor de proefpersoon, de
proefpersoon moet instemmen met het gebruik van een medisch geaccepteerde
anticonceptiemethode, d.w.z. dubbele barrièremethode, zoals condoom plus
pessarium of cervixkapje met zaaddodend middel.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-002778-11-NL |
CCMO | NL60657.028.17 |