Het vaststellen van de veiligheid en effectiviteit van het Boston Scientific cardiale cryoablatiesysteem voor de behandeling van symptomatisch, geneesmiddelresistent, recurrent, paroxismaal atriumfibrilleren (AF).
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
- Hart therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair veiligheidseindpunt: Percentage zonder primaire veiligheidsvoorvallen
op 12 maanden na de procedure.
Percentage zonder primaire veiligheidsvoorvallen op 12 maanden na de procedure.
Primaire veiligheidsvoorvallen bestaan uit een samenstelling van de volgende
proceduregerelateerde en apparaatgerelateerde ongewenste voorvallen.
Acute primaire veiligheidseindpuntvoorvallen, voorvallen die zich voordoen tot
7 dagen na de indexprocedure of het ontslag uit het ziekenhuis, eender welke
later is, waaronder:
• Overlijden
• Myocardinfarct (MI)
• Transiënte ischemische aanval (TIA)
• Beroerte/ hersenbloeding (cerebrovasculair accident, CVA)
• Vasculaire toegangscomplicaties
• Mitrale of tricuspidale valvulaire schade
• Trombo-embolie/luchtembolie met een levensbedreigend voorval als gevolg,
zoals een ventriculaire aritmie, beroerte, longembolie of myocardinfarct en
trombo-embolische voorvallen met permanent letsel als gevolg, die een
interventionele behandeling vereisen of die ziekenhuisopname verlengen met of
vereisen voor langer dan 48 uur.
• Gastroparesis/letsel aan de nervus vagus
• Pneumothorax
• Longoedeem/hartfalen
• AV-blok
Harttamponade/-perforatie, die tot 30 dagen na de indexprocedure plaatsvindt.
Chronische primaire veiligheidseindpunt voorvallen, voorvallen die zich
voordoen gedurende 12 maanden na de procedure, omvatten:
• Atriale slokdarmfistel
• Ernstige stenose van de longader (PV) (>= 70% reductie van de diameter van de
PV of PV-vertakking vergeleken met de baseline)
• Aanhoudende parese van de nervus phrenicus
Primair effectiviteits-eindpunt: Percentage zonder complicaties 12 maanden na
de procedure.
Onder complicaties verstaat men het volgende:
• Het niet bereiken van een acuut proceduresucces in de indexprocedure of in de
herhaalprocedure tijdens de blanking periode
• Gebruik van amiodaron na de indexprocedure
• Chirurgische behandeling voor AF/AFL/AT na de indexprocedure
• Gebruik van een niet-onderzoeksgerelateerde ablatiekatheter voor AF-doelen
tijdens de indexprocedure of een herhaalprocedure tijdens de blanking periode
• Meer dan één herhaalprocedure met de POLARx-katheter tijdens de blanking
periode (90 dagen na de indexprocedure)
• Gedocumenteerd atriumfibrilleren of een nieuw ontstaan van atriumflutter of
een atriumtachycardie voorval [gedurende >= 30 seconden op de studiespecifieke
eventmonitor, Holtermonitor, of op een 10 seconden lange
12-afleidingen-elektrocardiografie (ecg)] tussen 91 dagen en 365 dagen na de
indexprocedure
• Een van de volgende interventies voor atriumfibrilleren of een nieuw ontstaan
van atriumflutter of atriumtachycardie tussen 91 dagen en 365 dagen na de
indexprocedure:
• Herhaalde procedure
• Elektrische en/of farmacologische cardioversie voor AF/AFL/AT
• Elk voorgeschreven antiaritmisch geneesmiddel (AAD)
Secundaire uitkomstmaten
Secundair veiligheidseindpunt: Veiligheid: de percentages meldbare ongewenste
voorvallen na 12 maanden.
Ongewenste voorvallen worden verzameld bij alle opvolgingsbezoeken van de
proefpersonen.
Meldbare voorvallen zijn, onder andere:
• Alle ernstige ongewenste voorvallen
• Alle ongewenste voorvallen gerelateerd aan de onderzoeksprocedure
• Alle ongewenste voorvallen gerelateerd aan de onderzoeksapparatuur
• Alle gebreken aan de onderzoeksapparatuur
• Onverwachte ongewenste effecten van de apparatuur/onverwachte ernstige
ongewenste effecten van de apparatuur die niet eerder werden beschreven in de
onderzoekersbrochure of gebruiksaanwijzing
Secundair effectiviteits-eindpunt: Percentage van acuut proceduresucces
gedefinieerd als het bereiken van elektrische isolatie van alle PV*s
uitsluitend door het gebruik van het POLARx-cardiale cryoablatiesysteem. De
elektrische isolatie van een PV wordt aangetoond door middel van een toegangs-
en uitgangsblok.
Aanvullende eindpunten:
Aanvullende eindpunten en analyses omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
• Veranderingen in de waarden inzake levenskwaliteit (AFEQT en EQ-5D-5L) tussen
de baseline en 12 maanden opvolging;
• Succes van één enkele procedure gedefinieerd als het uitblijven van primaire
effectiviteitscomplicaties zonder een herhalingsprocedure;
• Duur van de verblijftijd in het LA, gedefinieerd als het tijdstip vanaf het
invoeren van de cryoablatiekatheter uit de huls in het LA tot het tijdstip van
de uiteindelijke isolatie van de PV;
• Totale cryoablatietijd voor de indexprocedure;
• Totale fluoroscopietijd voor de indexprocedure;
• Totale tijd indexprocedure;
• Uitblijven van terugkeer van individuele soorten atriumaritmieën tussen 91 en
365 dagen na de indexprocedure: 1) AF 2) AT 3) AFL;
• Percentage vrij van voorvallen zoals gedefinieerd in het primaire
effectiviteitseindpunt op 6 maanden na de procedure;
• Percentage vrij van voorvallen zoals gedefinieerd in het primaire
effectiviteitseindpunt wanneer wordt gekeken naar AF/AT/AFL-episoden die aan de
onderzoekers zijn gerapporteerd door studiespecifieke (transmissies van
voorvalregistraties, 12-afleidingen-ecg en Holter) en niet-studiegerelateerde
apparatuur (andere commerciële toepassingen voor aritmiebewaking en -detectie
waartoe de proefpersoon tijdens het onderzoek toegang kan krijgen, waaronder
telemetrie, andere bronnen van continue registratie enz.)
Achtergrond van het onderzoek
Atriale fibrillatie (AF) is de meest voorkomende aanhoudende hartritmestoornis
in de klinische praktijk. AF veroorzaakt symptomen die de kwaliteit van leven
aantasten, vervijfvoudigt het risico op een beroerte en verhoogt de
sterftegraad.
Er zijn momenteel meerdere therapieën in gebruik voor de behandeling van AF;
het is echter wel bekend dat veel van deze therapieën voor de meeste patiënten
suboptimaal zijn. Behandelingsopties omvatten medisch beheer, pacing,
cardioversie, implanteerbare apparaten, chirurgie en ablatietherapie om de
aritmie te elimineren. Het wordt steeds meer erkend dat focale triggers van AF
van de pulmonale ader (PV) 80 tot 95 procent van de paroxismale gevallen die
geneesmiddelresistent zijn kunnen verklaren. Zoals uiteengezet in het
consensusdocument van de Heart Rhythm Society (HRS) (versie uit 2017), wordt
elektrische isolatie van de pulmonale aders nu erkend als de hoeksteen van
AF-ablatie. In de meeste centra waar AF-ablatie wordt uitgevoerd, wordt een
strategie gebruikt om een reeks puntsgewijze radiofrequente laesies te creëren
die de PV's omringen.
Hoewel er grote vooruitgang is geboekt bij het verbeteren van de technieken en
uitkomsten van de AF-katheterablatie, blijven er nog veel uitdagingen over.
Twee van de huidige beperkingen van atriale fibrillatie-ablatie omvatten het
gebruik van katheters die zijn ontworpen voor puntsgewijze laesies om ablaties
op grote oppervlakken puntsgewijs uit te voeren en de behendigheid die vereist
is om een dergelijke laesieset uit te voeren.
Een cryoballonsysteem voor de behandeling van AF bestaat uit componenten die
het cryogene koelmiddel op een gecontroleerde manier afgeven vanuit een
reservoir in een console via een leidingaccessoire in een behandelingskatheter.
De behandelingskatheter heeft een ballon op zijn distale uiteinde die wordt
afgeleverd op een doellocatie binnen het hart van de patiënt. Zodra de ballon
in het antrum van de doel-PV is geplaatst, wordt er koelmiddel aan de ballon
afgegeven om de warmte uit het weefsel dat in contact komt met de ballon te
halen. Door met de ballon naar het ostium van de PV te navigeren en de
bloedstroom af te sluiten, kan een PV worden geïsoleerd door eenmalig gedurende
3 tot 4 minuten cryo-energie toe te passen.
Voor de momenteel goedgekeurde cryoablatietechnologie (Arctic Front*/Arctic
Front Advance* Cryoablation Balloon, Medtronic®) zijn twee onderzoeken
uitgevoerd, die een effectieve therapie voor PAF-beheer aantonen met een
werkzaamheid van respectievelijk ongeveer 70% en 65%. Naast deze resultaten op
het gebied van werkzaamheid en veiligheid biedt de eenvoud van de procedure en
het vermogen van gemiddeld geschoolde behandelaars om de resultaten van
vooraanstaande RF-specialisten te evenaren cardiologen de mogelijkheid om het
snel groeiende aantal patiënten aan te pakken. Cryoablatietherapie met
ballonkatheters voor de behandeling van paroxysmale atriale fibrillatie (PAF)
wordt wereldwijd in toenemende mate toegepast, met naar schatting 370.000
uitgevoerde procedures tot nu toe.
De prestaties van de katheter en het omhulsel voor cryoablatieballonprocedures
zijn sinds de oprichting, meer dan tien jaar geleden, niet veranderd. Rekening
houdend met het feit dat elektrofysiologen reeds bekend zijn met het behandelen
van AF met cryotherapie, is het cardiale cryoablatiesysteem van Boston
Scientific ontworpen met een klinische gebruikersfocus en bedoeld om de
gebruikerservaring te verbeteren. Dit werd bewerkstelligd door het verbeteren
van de stabiliteit van de ballon en het bereiken van continue inflatie en
uniforme ballondruk tijdens alle fasen van de cryoablatie, waardoor de
manoeuvreerbaarheid van het omhulsel werd verbeterd en algemene
veiligheids-/workflowverbeteringen ten opzichte van de huidige technologie
werden geïntegreerd.
Er zijn tot op heden uitgebreide preklinische en prestatiebench-testen
uitgevoerd. In 2018 is een eerste klinische studie inzake toepassing bij de
mens voltooid en de gegevens ervan zijn gebruikt om een CE-markering te
verkrijgen.
De gegevens van tot 405 proefpersonen die een behandeling zullen ondergaan met
het cryoablatiesysteem van Boston Scientific voor de-novo PAF zullen in deze
IDE-studie worden geëvalueerd. Deze studie beoogt goedkeuring te verkrijgen
voor het cryoablatiesysteem van Boston Scientific in Noord-Amerika.
Doel van het onderzoek
Het vaststellen van de veiligheid en effectiviteit van het Boston Scientific
cardiale cryoablatiesysteem voor de behandeling van symptomatisch,
geneesmiddelresistent, recurrent, paroxismaal atriumfibrilleren (AF).
Onderzoeksopzet
Open-label, prospectief, éénarmig onderzoek in meerdere centra om de veiligheid
en effectiviteit van Boston Scientific*s cryoablatiesysteem te documenteren.
Alle proefpersonen die voldoen aan de inclusiecriteria, het
toestemmingsformulier ondertekenen en de indexprocedure ondergaan met de
onderzoeksapparaten worden twaalf (12) maanden lang opgevolgd na de
indexprocedure. FROzEN-AF zal als postmarketonderzoek worden uitgevoerd in de
regio*s waar het apparaat is goedgekeurd, waaronder Europa.
Inschatting van belasting en risico
Risico's verbonden aan een ablatieprocedure. Risico's verbonden aan de
cryoablatieprocedure verschillen niet van de standaard ablatieprocedure.
Publiek
Lambroekstraat (Green Square) 5D
Diegem 1831
BE
Wetenschappelijk
Lambroekstraat (Green Square) 5D
Diegem 1831
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Een achtergrond van herhaald symptomatisch paroxismaal atriumfibrilleren,
gedefinieerd als atriumfibrilleren dat spontaan of met interventie (een ingreep
of geneesmiddeltherapie) stopt binnen zeven dagen nadat deze begonnen is.
• Geen gebruik van amiodaron binnen 90 dagen voorafgaand aan de inschrijving
• Proefpersonen met een indicatie voor een ablatieprocedure voor paroxismaal
atriumfibrilleren (PAF) volgens de HRS expert consensus statement 2017 on
catheter and surgical ablation of atrial fibrillation
• Proefpersonen die ongevoelig zijn voor ten minste één anti-aritmicum van
klasse I of III of gecontra-indiceerd voor medicatie van klasse I of III, of
deze niet kunnen verdragen
• Proefpersonen die geïnformeerde toestemming willen en kunnen geven
• Proefpersonen die aan alle testen die met dit klinisch onderzoek verband
houden, willen en kunnen deelnemen in een goedgekeurd klinisch onderzoekscentrum
• Proefpersonen van 18 jaar of ouder of die volgens hun specifieke nationale of
staatswetgeving wettelijk geïnformeerde toestemming kunnen geven
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Elke bekende contra-indicatie voor een AF-ablatie of anticoagulans
• Aanhoudende AF die langer dan zeven (7) dagen duurt vanaf het optreden ervan
• Voorgeschiedenis van linkeratriumablatie of chirurgische behandeling voor AF/
AFL/ AT
• Atriumfibrilleren secundair aan een verstoring van de elektrolytenbalans, een
schildklieraandoening of enige andere omkeerbare of niet-cardiale oorzaak
• Structurele hartziekte of geïmplanteerde apparaten zoals hieronder beschreven:
a. Linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF) < 40% op basis van het meest
recent uitgevoerde transthoracale echocardiogram (TTE) <= 180 dagen voorafgaand
aan de inschrijving*
b. Diameter van het linkeratrium > 5,5 cm OF volume van het linkeratrium > 50
ml/m2 geïndexeerd op basis van de meest recent uitgevoerde TTE <= 180 dagen
voorafgaand aan de inschrijving*
c. Een geïmplanteerde pacemaker, ICD, CRT-apparaat of een aritmie loop recorder
d. Eerdere hartchirurgie: d.w.z. ventriculotomie of atriotomie (met
uitzondering van atriotomie voor CABG)
e. Eerdere hartklepoperatie of percutane procedure, of protheseklep, inclusief
mitralisklep clipping
f. Interatriale baffle, sluitingsapparaat, patch, of patent foramen ovale (PFO)
afsluiter
g. Aanwezigheid van een occlusie-apparaat in het linkerhartoor
h. Aanwezigheid van eventuele longaderstents
i. Coronaire-bypassoperatie (coronary artery bypass graft, CABG),
PTCA/PCI/coronaire stentprocedures binnen 90 dagen voorafgaand aan de
inschrijving
j. Onstabiele angina of aanhoudende myocardiale ischemie
k. Myocardinfarct binnen 90 dagen voorafgaand aan de inschrijving
l. Matige tot ernstige mitrale stenose [ernst beoordeeld op de meest recente
TTE <= 180 dagen voorafgaand aan de inschrijving, zoals systolische
longslagaderdruk > 30 mmHg(1)]
m. Bewijs van linkeratriumtrombus**
• Eventuele voorgeschiedenis van cryoglobulinemie
• Nierlijden in stadium 3B of hoger (geschatte glomerulaire filtratiesnelheid,
eGFR < 45 ml/min)
• Een achtergrond van bloedstolsels of bloedingsziekte
• Elke voorgeschiedenis van een gedocumenteerd herseninfarct, TIA of
systemische embolie [met uitzondering van een postoperatieve diep-veneuze
trombose (DVT)] <= 180 dagen voorafgaand aan de inschrijving
• Actieve systemische infectie
• Vrouwen die zwanger zijn, borstvoeding geven (huidig of verwacht tijdens de
onderzoeksopvolging), of vrouwen in de vruchtbare leeftijd of die van plan zijn
zwanger te worden tijdens de onderzoeksperiode (beoordelingsmethode naar het
oordeel van de onderzoeker)
• Proefpersonen die momenteel zijn ingeschreven in een ander onderzoek of een
onderzoeksregister die/dat dit onderzoek rechtstreeks zou beïnvloeden, behalve
wanneer de proefpersoon deelneemt aan een verplicht overheidsregister of een
louter observationeel register zonder geassocieerde behandelingen; elk geval
moet aan de opdrachtgever worden gemeld om de geschiktheid te bepalen
• Proefpersonen die, naar het oordeel van de onderzoeker, een levensverwachting
hebben van minder dan twee jaar
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT04133168 |
CCMO | NL76105.078.21 |