Valemetostat-tosylaat kan epigenetische veranderingen modificeren, die een belangrijke rol spelen bij de pathogenese van PTCL. In een lopend open-label fase 1-onderzoek (DS3201-A-J101, gegevens cut-off van 25 december 2019), toonde valemetostat-…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Non-Hodgkin T-cel lymfomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksdoelstelling:
• Het schatten van het objectieve responspercentage (objective response rate,
ORR) met valemetostat tosylate als monotherapiebehandeling bij R/R PTCL,
inclusief R/R ATL.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksdoelstellingen:
• Het bepalen van de duur van respons (duration of response, DoR)
• Het beoordelen van het CR-percentage
• Het beoordelen van de duur van CR (duration of CR, DoCR)
• Het beoordelen van de PR-percentage
• Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van valemetostat
tosylate als monotherapie
Achtergrond van het onderzoek
Voor patiënten met R/R PTCL zijn de therapeutische opties momenteel beperkt.
Belinostat, romidepsin en pralatrexate kregen een versnelde goedkeuring voor
R/R PTCL in de VS, die respectievelijk 25,8%, 26,2% en 27% van de objective
respons rate (ORR) lieten zien. In de Europese Unie (EU) is geen enkel
geneesmiddel goedgekeurd voor R/R PTCL. Forodesine, een purine nucleoside
fosforylaseremmer, werd goedgekeurd in Japan met 22,5% van de ORR. Brentuximab
vedotin, een antilichaam-geneesmiddelconjugaat tegen CD30, vertoonde 86% ORR in
ALCL en is het enige geneesmiddel met volledige goedkeuring voor R/R PTCL in de
VS. In de VS en de EU is de indicatie echter beperkt tot ALCL waarin CD30
universeel tot uitdrukking komt. Hoewel conventionele chemotherapie kan worden
gebruikt voor patiënten met R/R PTCL, is de responsduur vrij kort; monotherapie
met bendamustine resulteerde in een mediane responsduur (DoR) van 3,5 maand.
Patiënten die in staat zijn om een goede respons te bereiken (meestal CR),
kunnen een allogene hematopoëtische celtransplantatie (HCT) ondergaan voor
mogelijke genezing, maar de modaliteit is beperkt vanwege het gebrek aan
adequate donoren en comorbiditeit van de patiënt. Er blijft dus een
overtuigende onvervulde behoefte aan een beter therapeutisch regime voor
patiënten met R/R PTCL.
Voor refractaire of recidiverende ATL heeft geen enkele therapie duidelijk
overlevingsvoordelen aangetoond. Buiten Japan is er geen medicijn goedgekeurd
voor recidiverende of refractaire ATL. Er bestaat dus een grote onvervulde
behoefte voor nieuwe therapieen voor recidiverende of refractaire ATL-patiënten.
Recent bewijs suggereert dat PTCL, inclusief ATL, mogelijk wordt aangestuurd
door epigenetische ontregeling. EZH1 en EZH2, katalytische subeenheden van het
polycomb-repressieve complex 2, methyleren specifiek H3K27. Hypertrimethylering
van H3K27 kan zorgen voor het inactieveren van tumorsuppressorgenen en is ook
in verband gebracht met de progressie van lymfomen, waaronder PTCL en ATL.
Valemetostat-tosylaat kan mogelijk epigenetische veranderingen modificeren, die
een belangrijke rol spelen bij de pathogenese van PTCL.
Doel van het onderzoek
Valemetostat-tosylaat kan epigenetische veranderingen modificeren, die een
belangrijke rol spelen bij de pathogenese van PTCL. In een lopend open-label
fase 1-onderzoek (DS3201-A-J101, gegevens cut-off van 25 december 2019), toonde
valemetostat-tosylaat-monotherapie ongeveer 62% ORR (34% CR-percentage) van 21
evalueerbare R/R PTCL-proefpersonen en ongeveer 50 % ORR (20% CR-percentage)
van 10 evalueerbare R/R ATL-proefpersonen. Deze fase 2-studie zal de veiligheid
en klinische activiteit van valemetostat-tosylaat verder karakteriseren en een
schatting geven van het klinische voordeel zoals gemeten door ORR bij
proefpersonen met R/R PTCL en R/R ATL.
Het primaire doel is om het klinsch voordeel van
valemetostat-tosylaat-monotherapie te evalueren, door middel van de objective
response rate te evalueren, zoals gemeten door een geblindeerde onafhankelijke
centrale beoordeling (BICR) bij recidiverend / refractair perifeer
T-cellymfoom, inclusief recidiverend/refractair ATL proefpersonen.
Onderzoeksopzet
Dit is een wereldwijd, multicentrisch, open-label, fase 2-onderzoek in één
groep met 2 cohorten.
• Cohort 1: R/R PTCL
• Cohort 2: R/R ATL
Ongeveer 176 proefpersonen worden ingeschreven (ongeveer 128 proefpersonen met
R/R PTCL en 48 proefpersonen met R/R ATL.
De interventionele fase van het onderzoek zal worden verdeeld in 3 periodes:
Screening, behandeling en opvolging (inclusief de langetermijnopvolging
[Long-Term Follow-up, LTFU]). De screeningsperiode zal ongeveer tot 28 dagen
duren. Proefpersonen worden ingeschreven nadat ze als in aanmerking komend
beschouwd worden en starten dan de behandelingsperiode. Proefpersonen ondergaan
een ziektebeoordeling met radiografische beelden op regelmatig geplande
intervallen.
De opvolgingsperiode begint na het bezoek voor einde van behandeling (End of
Treatment, EOT), dat moet plaatsvinden binnen 7 dagen na de laatste dosis
valemetostat tosylate of op het moment dat de beslissing om te stoppen met
valemetostat tosylate is genomen (als deze later is dan 7 dagen na de laatste
dosis valemetostat tosylate), tenzij er een medische aandoening is die
proefpersonen verhindert om het bezoek binnen deze tijd af te ronden, of
permanente stopzetting van het onderzoeksgeneesmiddel op welk moment
ook.Daarnaast vindt er, na het EOT-bezoek, een 30-daags opvolgingsbezoek voor
de veiligheid plaats, 30 dagen (± 7 dagen) na de laatste dosis valemetostat
tosylate. Vervolgens vinden LTFU-bezoeken om de 3 maanden plaats. De
opvolgingsperiode voor overleving is minimaal 3 jaar na de eerste dosis van het
onderzoeksgeneesmiddel bij de laatste proefpersoon. De sponsor kan het
onderzoek echter op welk moment ook stopzetten.
De primaire voltooiingsdatum voor cohort 1 is ten minste 10 maanden nadat de
eerste dosis van de laatste proefpersoon ingeschreven voor cohort 1 heeft
plaatsgevonden. Deze datum wordt gebruikt als de afkapdatum voor de primaire
analyse voor cohort 1 in dit onderzoek.
De primaire voltooiingsdatum voor cohort 2 is de datum ten minste 10 maanden na
de eerste dosis van de laatste proefpersoon ingeschreven voor cohort 2. Deze
datum wordt gebruikt als de afkapdatum voor de primaire analyse voor cohort 2
in dit onderzoek. Alle proefpersonen die nog steeds behandeld worden of die
zijn gestopt met het onderzoeksgeneesmiddel bij de primaire voltooiingsdatum,
blijven het schema van procedures voor het onderzoek (tabel 1.1) volgen totdat
het algehele einde van onderzoek (End of Study, EOS) is bereikt, of de
proefpersoon onbereikbaar is voor opvolging, of de proefpersoon zijn/haar
toestemming intrekt of tot de dood.
Algehele EOS vindt plaats wanneer het laatste bezoek van de proefpersoon heeft
plaatsgevonden en wordt gedefinieerd als voltooiing van de opvolging voor
overleving van ten minste 3 jaar na de eerste dosis van de laatste proefpersoon
ofwel uit cohort 1 of cohort 2, afhankelijk van wat zich later voordoet.
De EOS van de proefpersoon wordt gedefinieerd als de datum van zijn/haar
laatste onderzoeksbezoek/-contact.
Onderzoeksproduct en/of interventie
DS-3201b (valemetostat tosylate) 50 mg tabletten zijn witte, ronde, filmomhulde tabletten, die elk 50 mg DS-3201a als de vrije vorm van valemetostat tosylate bevatten. DS-3201b (valemetostat tosylate) 100 mg tabletten zijn grijs-rode, langwerpige, filmomhulde tabletten, die elk 100 mg DS-3201a als de vrije vorm van valemetostat tosylate bevatten. DS-3201b (valemetostat tosylate) wordt toegediend in een dosis van 200 mg eenmaal daags. Proefpersonen worden geïnstrueerd om valemetostat tosylate oraal in te nemen in nuchtere toestand (moeten ten minste 1 uur vóór of minstens 2 uur na een maaltijd worden genomen).
Inschatting van belasting en risico
Over het algemeen kunnen de proefpersonen fysiek of psychologisch ongemak
ervaren door onderzoekstests,
onderzoeksprocedures en vragenlijsten. Bovendien kunnen proefpersonen
bijwerkingen van de studiemedicatie ervaren.
De studielast bestaat uit:
- Bezoeken van de onderzoekslocatie
- Lichamelijk onderzoek
- Opmeten vitale functies en gewicht
- ECOG en Karnofsky performance status
- Bloed en urine afname
- Zwangerschaptest
- ECG
- CT/MRI
- FDG/PET Scan
- Beoordeling van huid-laesies
- Mondslijmvlies uitstrijkje
- Bovenste gastro-intestinale endoscopie en eventuele colonscopie
- Beenmerg en tumor biopsie
- Innemen van studie medicatie
Publiek
Mount Airy Road 211
Basking Ridge (New Jersey) 07920
US
Wetenschappelijk
Mount Airy Road 211
Basking Ridge (New Jersey) 07920
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Onderteken en dateer de ICF, voorafgaand aan de start van eventuele
studiespecifieke kwalificatieprocedures.
• Proefpersonen >=18 jaar of de wettelijke minimumleeftijd voor volwassenen
(welke van de twee hoger is) op het moment dat de ICF wordt ondertekend.
• Prestatiestatus van de Eastern Cooperative Oncology Group van 0, 1 of 2.
• Cohort 1 (R/R PTCL): Moet pathologisch worden bevestigd door de lokale
patholoog/onderzoekers; lokale histologische diagnose wordt gebruikt voor
bepaling van de geschiktheid. Proefpersonen met de volgende subtypes van PTCL
komen in aanmerking op basis van de 2016 WHO-classificatie voorafgaand aan de
start van hetonderzoeksgeneesmiddel.5 Alle T-cel lymfoïde maligniteiten die
hieronder niet vermeld staan, zijn uitgesloten. Hieronder vindt u de volledige
lijst van in aanmerking komende subtypes:
* enteropathie-geassocieerd T-cellymfoom
* monomorfisch epitheliotropisch intestinaal T-cellymfoom
* hepatosplenisch T-cellymfoom
* primair cutaan γδ T-cellymfoom
* primair cutaan CD8+ agressief epidermotropisch cytotoxisch T-cellymfoom
* PTCL, niet anderzijds gespecificeerd
* angioimmunoblastisch T-cellymfoom
* folliculair T-cellymfoom
* nodale PTCL met T-folliculaire helper (TFH) fenotype
* anaplastisch grootcellig B-cellymfoom, ALK-positief
* anaplastisch grootcellig B-cellymfoom, ALK-negatief
• Cohort 2 (R/R ATL): acuut, lymfoom of ongunstig chronisch type. R/R ATL moet
pathologisch of hematocytologisch bevestigd worden door de lokale
patholoog/onderzoekers; lokale histologische/hematocytologische diagnose zal
worden gebruikt om de geschiktheid te bepalen. De positieve kleuring van
anti-HTLV-1 antilichaam wordt lokaal bepaald om in aanmerking te komen.
• Moet ten minste één van de volgende laesies hebben die meetbaar zijn in 2
loodrechte dimensie op computertomografie (of magnetische
resonantiebeeldvorming) op basis van lokaal radiologisch lezen:
* Langste diameter (LDi) >= 2,0 cm voor een nodale laesie
* LDi > 1,0 cm voor een extranodale laesie
* Voor cohort 2 (ATL) komen proefpersonen met de ziekte alleen in perifeer
bloed en/of
huidlaesies in aanmerking zoals hieronder gedefinieerd.
O Een abnormaal aantal lymfocyten (feitelijke aantal) is >= 1,0 × 109/l
en de abnormale
verhouding tussen lymfocyten en leukocyten is >= 5%.
O Skin laesie(s) gemeten met gemodificeerde score van een op ernst
gewogen
beoordelingsinstrument.
• Gedocumenteerd refrectaire, recidiverende of progressieve ziekte na ten
minste 1 eerdere systemische therapie. Refrectair wordt gedefinieerd als:
- niet bereiken van een CR (of CRu voor ATL) na eerstelijns therapie
- het niet bereiken van tenminste PR na tweedelijnstherapie of daarna.
• Moet minimaal 1 eerdere lijn van systemische behandeling voor PTCL of ATL
hebben gehad.
* Proefpersonen moeten worden beschouwd als in aanmerking komend voor
hematopoïetische
celtransplantatie (HCT) tijdens de screening als gevolg van ziektestatus
(actieve ziekte),
comorbiditeiten of andere factoren; de reden for HCT ongeschiktheid moet
duidelijk worden gedocumenteerd.
* In cohort 1 moeten proefpersonen met ALCL eerdere behandeling met
brentuximab vedotin
hebben gehad.
Raadpleeg het protocol voor de volledige lijst met inclusiecriteria.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Diagnose van mycosis fungoides, Sézary-syndroom en primaire cutane ALCL, en
systemische verspreiding van primaire cutane ALCL
• Diagnose van voorloper T-cel lymfatische leukemie en lymfoom (T-cel acute
lymfatische leukemie en T-cel lymfatisch lymfoom), T-cel prolymfocytische
leukemie of T-cel grote granulaire lymfatische leukemie
• Eerdere maligniteit binnen de voorafgaande 2 jaar behalve voor lokaal te
genezen kanker die momenteel wordt beschouwd als genezen, zoals cutane basaal-
of plaveiselcelcarcinoom, oppervlakkige blaaskanker of baarmoederhalskanker in
situ, of een incidentele histologische bevinding van prostaatkanker
• Aanwezigheid van actieve betrokkenheid van lymfoom in het centrale
zenuwstelsel
• Voorgeschiedenis van autologe hematopoïetische celtransplantatie (HCT) binnen
60 dagen vóór de eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel
• Voorgeschiedenis van allogene HCT binnen 90 dagen vóór de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel
• Klinisch significante *graft-versus-host* ziekte (graft-versus-host disease,
GVHD) of GVHD waarvoor systemische immunosuppresieve profylaxe of behandeling
vereist zijn
• Onvoldoende uitwasperiode van eerdere op lymfoom gerichte behandeling
voorafgaand aan inschrijving, als volgt gedefinieerd:
* Eerdere systemische behandeling (bijv. chemotherapie, immunomodulerende
behandeling of
behandeling met monoklonale antilichamen) binnen 3 weken vóór de eerste
dosis
onderzoeksgeneesmiddel
* Heeft curatieve bestraling of een zware operatie ondergaan binnen 4 weken
of palliatieve
bestralingstherapie binnen 2 weken vóór de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel
• Cardiovasculaire ziekte die niet onder controle of significant is, waaronder:
* Bewijs van verlenging van QT-/QTc-interval (bijv. herhaalde episodes van
QT gecorrigeerd voor
hartfrequentie via de methode van Friderica > 450 ms) (gemiddelde van
drievoudige bepalingen)
* Gediagnosticeerd of vermoede lange QT-syndroom of bekende
familiegeschiedenis van lange
QT-syndroom
* Voorgeschiedenis van klinisch belangrijke ventrikelaritmieën zoals
ventriculaire tachycardie,
ventrikelfibrilleren of torsade de pointe
* Aritmieën die niet onder controle zijn (proefpersonen met asymptomatisch
atriumfibrilleren dat
onder controle kan worden gehouden, kunnen worden ingeschreven) of
asymptomatische
aanhoudende ventriculaire tachycardie
* Proefpersoon heeft klinisch relevante bradycardie van * 50 bpm, tenzij de
proefpersoon een
pacemaker heeft
* Voorgeschiedenis van tweede- of derdegraads hartblok. Personen met een
voorgeschiedenis
van een hartblok komen mogelijk in aanmerking als ze nu pacemakers
hebben en geen
voorgeschiedenis hebben van flauwvallen of klinisch relevante aritmie
met pacemakers binnen
6 maanden vóór de screening
* Myocardinfarct binnen 6 maanden vóór de screening
* Angioplastiek of stentimplantatie binnen 6 maanden vóór de screening
* Angina pectoris die niet onder controle is binnen 6 maanden vóór de
screening
* New York Heart Association klasse 3 of 4 congestief hartfalen
* Coronaire/perifere arteriële bypass binnen 6 maanden vóór de screening
* Hypertensie die niet onder controle is (systolische bloeddruk in rust >
180 mmHg of diastolische
bloeddruk > 110 mmHg)
* Volledige linker- of rechterbundeltakblok
• Voorgeschiedenis van behandeling met andere EZH-remmers
• Huidig gebruik van matige of sterke cytochroom P450 (CYP)3A inductoren (tabel
10.4)
• Systemische behandeling met corticosteroïden (equivalent van > 10 mg
prednison per dag). Opmerking: Korte kuur met systemische corticosteroïden
(bijv. preventie/behandeling voor transfusiereactie) of gebruik voor een
niet-kankerindicatie (bijv. bijniervervanging) is toegestaan.
Raadpleeg het protocol voor de volledige lijst met inclusiecriteria.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-004954-31-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04703192 |
CCMO | NL76530.058.21 |