De mechanische consequenties van een gecombineerde palmaire en dorsale SL reconstructie bij SL letsels. Een 4D CT evaluatie.

Stabiliteit in de carpus is vereist voor een pijnloze en goede functie van de
pols (en hand). Het scapholunaire (S-L) ligament speelt hierin een belangrijke
rol. Het SL ligament heeft een dorsale, proximale en een palmaire component.
Het faciliteert de benodigde rotatie en houdt scaphoid en lunatum bij elkaar.
In de literatuur is beschreven dat het dorsale ligament anatomisch het stevigst
is en biomechanisch het belangrijkst voor de stabiliteit van dit gewricht.
Recent 4D-CT onderzoek heeft aangetoond dat de scapholunaire rotatieas door de
dorsale proximale pool van het scaphoid loopt. Dit ondersteunt deze theorie.

Het SL ligament kan door een traumatisch letsel (meestal een val op de
uitgestrekte hand) scheuren, wat leidt tot instabiliteit in de de pols. Deze
instabiliteit resulteert, indien onbehandeld, op de korte termijn in pijn en
krachtverlies en op de lange termijn in een degeneratief patroon van de pols
met chronische pijn als gevolg.
Indien hechten van het ligament technisch niet meer mogelijk is, wordt in de
hedendaagse praktijk een ligamentreconstructie verricht mbv een peesstrip.
Hiervan zijn verschillende technieken beschreven, grofweg in te delen in
dorsale reconstructies en gecombineerde palmaire/dorsale reconstructies.

Onderzoek van de fysische en klinische effecten van de huidige herstel- en
reconstructieoperaties van het SL ligament zijn nodig om te kunnen inschatten
wat op kortere en langere termijn de waarde van deze operaties/technieken ten
opzichte de fysiologische toestand en ten opzichte van elkaar is. Met deze
kennis kan gerichter voor bepaalde technieken worden gekozen en kunnen
technieken eventueel gericht worden verbeterd.

Dit onderzoek zal zich richten op de mechanische consequenties van een
gecombineerde palmaire en dorsale SL reconstructie bij SL letsels. Op dit
moment is er nog geen 4D-CT onderzoek gedaan naar de gevolgen van deze ingreep
in de pols.
Onderzoeksvragen:
1. Wat is de locate van de scapholunaire rotatie as na een gecombineerde
palmaire en dorsale scapholunaire ligament reconstructie?
2. Is is de range of motion van de pols verandert na een gecombineerde palmair
en dorsale scapholunaire ligament reconstructie?

Hypothese: de volaire (palmaire) reconstructie is niet fysiologisch

Deze studie is opgezet als een observationele pilotstudie.

Beide polsen van de patiënten zullen worden gescand dmv de 4D-CT techniek
tijdens flexie/extensie en radioulnair deviatie van de pols. We vergelijken de
normale kinematica tussen de polsen van dezelfde patiënt, om de anatomische
variatie tussen patiënten te verkleinen. We includeren patiënten die in The
Hand Clinic of Amsterdam UMC zijn geopereerd.

Zij zullen worden benaderd dmv een brief, gevolgd door een telefonisch gesprek.
Na uitgebreide voorlichting en het tekenen van de informed consent doen zij mee
met de studie. Er is geen controlegroep nodig, omdat de contalaterale
onaangedane pols van de patiënt als referentiekader voor de beweging wordt
gebruikt en er is data aanwezig van eerdere 4D studies met gezonde
proefpersonen. Alle participanten ondergaan dezelfde CT scan en het 4D-CT
protocol.

Wij verwachten een lage belasting van de patiënten. Zij zullen eenmalig naar
het Amsterdam UMC komen voor een scan van hun polsen. De reiskosten worden
vergoed. Het risico mbt de straling valt in de categorie minor risk. De
straling die de patiënten zullen krijgen is ongeveer 0,4 mSv, dit valt in de
categorie IIa (0,1-1 mSv) van de International Commission on Radiological
Protection (ICRP).