Primair doel: het primaire doel is de beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van nemolizumab (CD14152) na een behandelperiode van 16 weken bij volwassen en adolescente patiënten met matige tot ernstige atopische dermatitis (AD) die niet…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Epidermale en dermale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Co-primaire eindpunten:
• Aandeel van patiënten met een geslaagde IGA (gedefinieerd als een IGA van 0
[schoon] of 1 [bijna schoon] en een afname van >= 2 punten ten opzichte van de
nulmeting) in week 16
• Aandeel van patiënten met EASI-75 (>= 75% verbetering in EASI ten opzichte van
de nulmeting) in week 16
Secundaire uitkomstmaten
Voornaamste secundaire eindpunten:
• Aandeel van patiënten met een verbetering van PP NRS >= 4 in week 16
• Aandeel van patiënten met PP NRS < 2 in week 16
• Aandeel van patiënten met een verbetering van slaapverstoring NRS (SD NRS) >=
4 in week 16
• Aandeel van patiënten met een verbetering van PP NRS >= 4 in week 4
• Aandeel van patiënten met PP NRS < 2 in week 4
• Aandeel van patiënten met een verbetering van PP NRS >= 4 in week 2
• Aandeel van patiënten met een verbetering van PP NRS >= 4 in week 1
• Aandeel van patiënten met EASI-75 en een verbetering van PP NRS >= 4 in week 16
• Aandeel van patiënten met een geslaagde IGA en een verbetering van PP NRS >= 4
in week 16
Zowel primaire als voornaamste secundaire eindpunten worden voor de volgende
populaties geëvalueerd:
• Uitgangswaarde PP NRS >= 4 (volledige populatie)
• Uitgangswaarde PP NRS >= 7
Voor verdere secundaire eindpunten, veiligheidseindpunten en overige
eindpunten, zie secties 7.5 tot 7.7 van het protocol.
Achtergrond van het onderzoek
Topische medicatie vormt de ruggegraat van de behandeling van atopische
dermatitis (AD). De behandelmogelijkheden zijn echter beperkt voor patienten
met matige tot ernstige AD wiens ziekte niet adequaat onder controle kan worden
gehouden met topische medicatie. Nemolizumab zou een nieuwe
behandelmogelijkheid kunnen bieden voor AD bij zowel kinderen als volwassenen.
AD patienten met bijkomende pruritus en onvoldoende respons op topische
behandeling zouden met name baat kunnen hebben bij een dergelijke behandeling.
Doel van het onderzoek
Primair doel: het primaire doel is de beoordeling van de werkzaamheid en
veiligheid van nemolizumab (CD14152) na een behandelperiode van 16 weken bij
volwassen en adolescente patiënten met matige tot ernstige atopische dermatitis
(AD) die niet adequaat onder controle is met topische behandelingen.
Secundair doel: het secundaire doel is de evaluatie van de werkzaamheid en
veiligheid van onderhoudsbehandeling met nemolizumab (CD14152) gedurende 32
extra weken.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek met
parallelgroepen in meerdere centra met volwassen en adolescente patiënten met
matige tot ernstige AD. Patiënten die in aanmerking komen, moeten een
gedocumenteerde anamnese hebben met inadequate respons op topische AD
medicatie.
Ongeveer in totaal 750 patiënten worden gerandomiseerd (2:1) naar behandeling
met ofwel nemolizumab (CD14152) of placebo, gestratificeerd op grond van de
uitgangswaarde van de ziekte-ernst (Investigator*s Global Assessment [IGA];
matig: IGA = 3; ernstig: IGA = 4) en Peak Pruritus Numerical Rating Scale (PP
NRS)-score (PP NRS >= 7; PP NRS < 7). Minimaal 250 patiënten worden
gerandomiseerd in elke PP NRS-groep. Klinische responders in week 16 (d.w.z.
het einde van de initiële behandeling/begin van onderhoudsbehandeling) worden
opnieuw gerandomiseerd (1:1:1) naar verschillende behandelingsschema's (elke 4
weken [Q4W] of elke 8 weken [Q8W] injecties met nemolizumab [CD14152] of Q4W
placebo).
Patiënten brengen vanaf de screening minstens eenmaal daags een
vochtinbrengende crème aan. Patiënten wordt ook een topische
achtergrondtherapie aangeboden of voorgeschreven tegen AD (inclusief matig
sterk werkzame topische corticosteroïden [TCS] voor het lichaam en een zwak
werkzame TCS of topische calcineurineremmer [TCI)] voor gevoelige plekken,
zoals het gezicht, de hals, intertrigineuze zones, etc. voor gebruik tijdens
het onderzoek. Indien de onderzoeksarts het medisch noodzakelijk acht (bijv. om
onverdraagbare AD-tekenen/symptomen onder controle te brengen), mogen tijdens
het onderzoek tweedelijnsbehandelingen worden voorgeschreven aan de patiënten,
behalve tijdens de inloopperiode (d.w.z. minstens 2 weken [14 dagen] voor dag
1/nulmeting).
Het onderzoek bestaat uit 4 periodes binnen ongeveer 60 weken: screening
(inclusief inloopperiode), initiële behandeling, onderhoudsbehandeling en
follow-up (tenzij de patiënt in week 16 een non-responder is waardoor zijn
deelname wel tot 28 weken kan duren).
Een onafhankelijk datamonitoringcomité (IDMC) beoordeelt en bewaakt de
veiligheid van patiënten gedurende het onderzoek. Een beoordelingscomité (AC)
beoordeelt alle voorvallen waarin astma een rol speelt gedurende het onderzoek.
Details over het IDMC en het AC, inclusief het analyseplan voor outputs, de
samenstelling van de comités en de procedures, rollen, verantwoordelijkheden en
communicatie-uitingen, worden in het desbetreffende IDMC- en AC-handvest
vermeld.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Nemolizumab (CD14152) of placebo wordt verstrekt als gevriesdroogd poeder in een tweedelige injectiespuit (DCS) voor oplossing en voor injectie. Tijdens de initiële behandelperiode worden geschikte patiënten gerandomiseerd naar behandeling met ofwel 30 mg nemolizumab (CED14152) in groep 1 of placebo in groep 2, alleen na reconstitutie Q4W toegediend als subcutane injectie gedurende 16 weken (laatste injectie in week 12), met een laaddosis van 60 mg op dag 1/nulmeting. Patiënten (en/of hun verzorgers) hebben de optie om het onderzoeksmiddel zelf te injecteren in het onderzoekscentrum onder toeziend oog van het personeel. Patiënten (en/of hun verzorgers) krijgen op dag 1 een training voor het injecteren van het onderzoeksmiddel en mogen zichzelf bij alle volgende bezoeken in het onderzoekscentrum injecteren onder toeziend oog van het personeel. Als de patiënt (en/of verzorgers) zichzelf geen injectie wil geven, kan het onderzoekspersoneel het onderzoeksmiddel bij elk bezoek toedienen. In de onderhoudsbehandelingsperiode worden patiënten uit groep 1 die klinische responders zijn, opnieuw gerandomiseerd naar behandeling gedurende 32 weken met ofwel 30 mg nemolizumab (CD14152) of placebo. Patiënten in groep 1A worden Q4W behandeld met een subcutane injectie met nemolizumab (laatste injectie in week 44); groep 1B wordt Q8W behandeld met een injectie met nemolizumab, met Q8W elke andere behandeling placebo (laatste actieve injectie in week 40 en de laatste injectie met placebo in week 44); en groep 1C wordt Q4W behandeld met placebo. Patiënten in groep 2 die klinische responders zijn, gaan door met Q4W behandeling met placebo. Daarnaast gebruiken patient dagelijks vochtinbrengende crème, worden ze voorzien van topische achtergrondtherapie, en worden ze zo nodig voorzien van tweedelijnsbehandeling.
Inschatting van belasting en risico
Bij doorlopen van het volledige onderzoek, zullen patienten het
onderzoekscentrum tenminste 16 keer bezoeken over een periode van 15 maanden.
Gedurende de behandelperiode ontvangen de patienten elke vier weken injecties
met onderzoeksmiddel. Daarnaast gebruiken zij dagelijks vochtinbrengende crème,
worden zij voorzien van topische achtergrondtherapie en zo nodig van
tweedelijnsbehandeling. Tijdens het onderzoek worden onder meer de volgende
procedures uitgevoerd: lichamelijk onderzoek (9x), ademhalingsonderzoek (15x),
afname vragenlijsten (14x), bloedafname (12x), afname urine (7x), ECG (4x).
Patienten worden gevraagd een dagelijks elektronisch dagboek bij te houden.
Het onderzoeksmiddel is een niet-geregistreerd geneesmiddel. Mogelijke bekende
bijwerkingen staan beschreven in de IB en patienteninformatie en kunnen ook
gedurende dit onderzoek optreden. Er is ook een risico dat onbekende
bijwerkingen optreden en er is een kans dat de behandeling niet effectief is
voor de patient.
De vaker voorkomende bijwerkingen met nemolizumab waren:
- Verergering van AD (jeuk, uitslag, ontsteking van de huid [irritatie die
pijn, zwelling, roodheid en warmte kan veroorzaken], opzetten van de huid) - om
te proberen dit te voorkomen, zullen de onderzoeksartsen vragen dagelijks
vochtinbrengende creme te gebruiken, topische cosrticosteroiden te gebruiken
en/of topische calcineurineremmers te gebruiken.
- Astma or verergering van astma (bemoeilijkte ademhaling veroorzaakt door
vernauwing van de luchtwegen)
- Infecties (voornamelijk nasofaryngitis [verkoudheid] en infectie van de
bovenste luchtwegen [neus en keel])
- Reacties gerelateerd aan de injectie (dit kan een sterke of beperkte
allergische reactie zijn gerelateerd aan de injectie; er kan ook sprake zijn
van roodheid, zwelling, pijn en/of warmte in of rond het gebied waar de
injectie werd gegeven)
- Hoofdpijn
Er zijn ook minder voorkomende bijwerkingen met nemolizumab en risico's
verbonden aan de onderzoeksprocedures. Zie a.u.b. sectie 6 van het
informatieformulier voor volwassenen voor een lijst van alle risico's en
bijwerkingen.
Publiek
Avenue Gratta-Paille 2
Lausanne 1018
CH
Wetenschappelijk
Avenue Gratta-Paille 2
Lausanne 1018
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1.Mannelijke of vrouwelijke patiënten in de leeftijd van >= 12 jaar bij het
screeningbezoek.
Opmerking: inschrijving van patiënten in de leeftijd van 12 tot 17 jaar begint
nadat een is geopend na de IDMC tussentijdse veiligheidsgegevens uit het
fase-II-onderzoek (protocol 116912) heeft beoordeeld en aanbevelingen aan de
sponsor heeft gedaan, die vervolgens de geschiktheid van deze leeftijdsgroep
voor inschrijving bij het onderzoek heeft bepaald.
De sponsor heeft gestuurd een schriftelijke bevestiging naar het
onderzoekscentrum dat het onderzoek openstaat voor inschrijving van
adolescenten. Adolescenten moeten niet kunnen worden ingeschreven in het
onderzoek totdat een dergelijke mededeling is ontvangen.
2. Chronische atopische dermatitis (AD) minstens 2 jaar voorafgaand aan het
screeningbezoek, en bevestigd op grond van de American Academy of Dermatology
Consensus Criteria ten tijde van het screeningbezoek.
3. EASI-score >= 16 bij zowel het screening- als het nulmetingsbezoek.
4. IGA-score >= 3 (op basis van de IGA-schaal die varieert van 0 tot 4, waarbij
3 gemiddeld is en 4 ernstig) bij zowel het screening- als het nulmetingsbezoek.
5. AD >= 10% van het lichaamsoppervlak (BSA) bij zowel het screening- als het
nulmetingsbezoek.
6. Peak (maximum) pruritis NRS-score van minstens 4,0 bij zowel het screening-
als het nulmetingsbezoek.
7. Gedocumenteerde recente geschiedenis (binnen 6 maanden voorafgaand aan het
screeningbezoek) van inadequate respons op topische geneesmiddelen (TCS met of
zonder TCI).
8. Instemmen met het aanbrengen van een vochtinbrengende crème gedurende het
hele onderzoek vanaf het screeningbezoek; vanaf het screeningbezoek en
gedurende het gehele onderzoek instemmen met het aanbrengen van een
goedgekeurde topische therapie waarvan de onderzoeksarts heeft bepaald dat die
geschikt is.
9. Vrouwelijke patiënten in de vruchtbare leeftijd (dwz vruchtbaar vanaf de
eerste menstruatie tot postmenopauzaal, tenzij gesteriliseerd) moet ermee
instemmen om zich gedurende de hele periode te houden aan volledige onthouding
gedurende het onderzoek en tot 12 weken na de laatste injectie met het
onderzoeksmiddel, wanneer dit aansluit bij de
gebruikelijke levensstijl van de proefpersoon, of om een adequate en
goedgekeurde anticonceptiemethode te gebruiken gedurende het hele onderzoek en
tot 12 weken na de laatste injectie met het onderzoeksmiddel.
Dit criterium geldt ook voor de prepuberale vrouwelijke patiënt die tijdens het
onderzoek is begonnen te menstrueren. *Alleen voor Duitsland, als een
proefpersoon Tanner stadium 3 borstontwikkeling heeft bereikt ook als zij nog
niet heeft gemenstrueerd, zal de proefpersoon beschouwd worden als een
potentieel vruchtbare vrouw.
Adequate en goedgekeurde anticonceptiemethoden voor de proefpersoon en/op haar
partner zijn hieronder gedefinieerd:
- alleen orale hormonale anticonceptie met progestageen;
- Combinatie van mannencondoom met dop, diafragma of spons met
zaaddodend middel (methoden met dubbele barrière) (* Alleen in Duitsland,
dubbele barrière
methoden worden niet beschouwd als een zeer effectieve anticonceptiemethode);
Opmerking: "Met dubbele barrière" verwijst naar het gelijktijdige gebruik van
een fysieke barrière door elke partner. Het gebruik van een enkele
barrièremethode (bijv. condoom) samen met een zaaddodend middel is niet
acceptabel.
- Gecombineerd (oestrogeen- en progestageen bevattend) oraal, intravaginaal,
of transdermale hormonale anticonceptie;
- Injecteerbare of geïmplanteerde hormonale anticonceptie;
- Intra-uteriene apparaten of intra-uterien hormoonafgevend systeem;
- Bilaterale tubaligatie of buisinzetstuk (zoals het Essure-systeem) bij
minimaal 3 maanden voor de studie;
- Bilaterale vasectomie van partner minstens 3 maanden voor het onderzoek
10. Vrouwen die niet vruchtbaar zijn, moeten aan een van de volgende criteria
voldoen:
- Uitblijven van menstruatiebloeding gedurende 1 jaar voorafgaand aan screening
zonder medische oorzaak bevestigd met follikelstimulerend hormoon (FSH) niveau
in het postmenopauzale bereik.
- Gedocumenteerde hysterectomie of bilaterale salpingectomie ten minste 3
maanden voorafgaand aan screening.
Opmerking: Bilaterale afbinding van de eileiders wordt niet geaccepteerd als
reden voor niet-vruchtbaar potentieel
11. Patiënt (en voogd, indien van toepassing) is bereid en in staat om alle
afspraken en procedurele vereisten uit het klinische-onderzoekprotocol na te
komen, inclusief dagelijkse dagboekaantekeningen van de patiënt met behulp van
een elektronisch draagbaar apparaat dat voor dit onderzoek wordt verstrekt.
12. Een toestemmingsformulier (en instemmingsformulier, indien van toepassing)
begrijpen en ondertekenen voordat experimentele procedure(s) word(t)(en)
uitgevoerd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Lichaamsgewicht < 30 kg.
2. Patiënten die bij de screening of nulmeting voldoen aan 1 of meer van de
volgende criteria:
2a. Heeft in de voorgaande 12 maanden een exacerbatie van astma gehad waarvoor
ziekenhuisopname nodig was.
2b. In de voorgaande 3 maanden astma gemeld die niet goed onder controle is
gebracht (d.w.z. symptomen treden > 2 dagen per week op, nachtelijk ontwaken >
2 of meer keer per week of verstoring van normale activiteiten).
2c.Asthma Control Test <= 19 (alleen voor patiënten met astma in de anamnese).
2d.Peak expiratory flow < 80% van de voorspelde waarde.
3. Patiënten met actuele COPD en/of chronische bronchitis in de medische
geschiedenis.
4. Huidinfectie binnen 1 week voorafgaand aan het baseline bezoek, elke
infectie waarvoor behandeling met orale of parenterale antibiotica, antivirale
middelen, antiparasitaire middelen of antischimmelmiddelen nodig is binnen 2
weken voor de het baseline bezoek of elke bevestigde of vermoedelijke
besmetting met het coronavirus (COVID)-19-infectie binnen 2 weken voor de
screening of het baseline bezoek. Proefpersonen kunnen opnieuw worden gescreend
zodra de infectie is verdwenen. Het herstel van de COVID-19-infectie kan worden
bevestigd door herstel
beoordelingsmethoden, zoals beschreven in paragraaf 8.3.4.2
Opmerking: proefpersonen met chronisch, stabiel gebruik van profylactische
behandeling voor terugkerende herpesvirusinfectie kunnen in dit onderzoek
worden opgenomen
5. Heeft tweedelijnsbehandeling voor atopische dermatitis (AD) nodig tijdens de
inloopperiode of heeft naar verwachting binnen 2 weken na het nulmetingsbezoek
tweedelijnsbehandeling nodig.
6. Positieve serologische uitslagen (hepatitis-B-oppervlakteantistof [HBsAg] of
hepatitis-B-kernantistof [HbcAb], hepatitis-C-antistof of hiv-antistof) bij het
screeningbezoek.
Opmerking: patiënten met een positieve HBcAb en een negatieve HBsAg mogen
worden opgenomen in dit klinische onderzoek als hepatitis-B-oppervlakteantistof
positief is (als immuun beschouwd na een natuurlijke infectie).
7. Heeft een van de behandelingen ondergaan zoals gespecificeerd in Tabel 6 in
het protocol binnen de aangegeven tijdsperiode voorafgaand aan het
nulmetingsbezoek:
8. Eerdere behandeling met nemolizumab.
9. Proefpersonen die na een volledige kuur van 16 weken met dupilumab, een
verslechtering van hun AD ervaren of geen minimale verbetering (bv. <= 10%
reductie in EASI of geen reductie in
IGA) hebben bereikt
10. Zwangere vrouwen (positief resultaat van zwangerschapstest in serum bij het
screeningbezoek of positieve zwangerschapstest met urine bij het
nulmetingsbezoek), vrouwen die borstvoeding geven of vrouwen die van plan zijn
zwanger te raken tijdens het klinische onderzoek.
11. Voorgeschiedenis van lymfoproliferatieve ziekte of geschiedenis van
maligniteit van elk orgaansysteem in de afgelopen 5 jaar, behalve voor (1)
basale cel carcinoom, plaveiselcelcarcinoom in situ (ziekte van Bowen), of
carcinomen in situ van de baarmoederhals die zijn behandeld en geen bewijs van
herhaling in de laatste 12 weken vóór het baseline bezoek, of
(2) behandelde actinische keratosen
12. Overgevoeligheid (inclusief anafylaxie) voor een immunoglobulineproduct
(afgeleid van plasma of recombinant, bijv. monoklonale antistof) of voor een
van de excipiënten van het onderzoeksmiddel in de geschiedenis.
13. Onverdraagbaarheid voor TCS in de geschiedenis of voor wie TCS niet
raadzaam is (bijv. overgevoeligheid, substantiële huidatrofie).
14. Bekende actieve of latente onbehandelde tuberculose-infectie.
Opmerking: proefpersonen met een gedocumenteerde voorgeschiedenis van
voltooiing van een geschikt tbc-behandelingsregime voor actieve of latente tbc
zonder voorgeschiedenis van hernieuwde blootstelling aan tbc sinds hun
behandeling was voltooid, komen in aanmerking voor deelname aan het onderzoek
15. Bekende of vermoedelijke immuunsuppressie of ongebruikelijk vaak,
recidiverende, ernstige of langdurige infecties conform het oordeel van de
onderzoeksarts.
16. Aanwezigheid van verwarrende huidaandoening die studiebeoordelingen kunnen
verstoren (bijv. syndroom van Netherton, psoriasis, cutane T-cellymfoom
[mycosis fungoides of Sézary-syndroom], contactdermatitis, chronisch
fotosensitief eczeem, dermatitis herpetiformis) op dit moment of in de medische
geschiedenis.
17. Een medische of psychologische aandoening of klinisch relevante afwijkingen
in de laboratoriumwaarden, zoals maar niet beperkt tot verhoogde ALAT of ASAT
(> 3x de bovengrens van de normaalwaarde [ULN]) in combinatie met verhoogde
bilirubine (> 2x ULN), tijdens de screeningsperiode die de patiënt volgens het
oordeel van de onderzoeksarts aan een substantieel risico kunnen blootstellen
als hij/zij meedoet aan het klinische onderzoek, of die de
onderzoeksbeoordelingen (bijv. slechte veneuze toegang of naaldenfobie) kunnen
verstoren.
18. Geplande of verwachte zware operatie tijdens het klinische onderzoek.
19.Patiënten die niet bereid zijn om zich te onthouden van verboden medicatie
tijdens het klinische onderzoek.
20. Actuele deelname of heeft deelgenomen aan een ander onderzoek naar een
geneesmiddel of medisch hulpmiddel in de 8 weken voorafgaand aan het
screeningbezoek (of 5 halfwaardetijden van het onderzoeksgeneesmiddel, welke
van beide langer is), of nog in een exclusieperiode (indien verifieerbaar) van
een eerder onderzoek.
21. Voorgeschiedenis van alcohol- of middelenmisbruik in de 6 maanden
voorafgaand aan het screeningbezoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-001887-31-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03985943 |
CCMO | NL71974.078.19 |