Evaluatie van effectiviteit bij patienten met RCDII met persisterende of terugkerende vlokatrofie (Marsh III ABC) en aberrant IEL T-cellen (> 20% aIELS, geanalyseerd mbv flowcytometrie).
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Non-Hodgkin T-cel lymfomen
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire effectiviteits eindpunten:
- Immunologische respons, gedefinieerd door:
vermindering van baseline in aberrante IELs (%) in verhouding tot totaal IELs,
in duodenumbiopten, in week 12, geanalyseerd m.b.v. flow cytometrie. Een
vermindering van minstens 20% aberrante IEls wordt als significant beschouwd.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire effectiviteits eindpunten:
- Histologische respons, gedefinieerd door:
verbetering vanaf baseline in histologische scores voor coeliakie, zoals
gedefinieerd door Marsh classificatie.
- Klinische respons: veranderingen vanaf baseline in klinische symptomen,
geëvalueerd door:
ernst van diarree (geëvalueerd door Bristol Stoelgangschaal), gastrointestinal
symptom rating scale (GSRS), celiac disease symptom diary (CDSD), door de
patiënt gerapporteerde uitkomsten van de ziekte coeliakie (CeD-PRO).
Veiligheid van tofacitinib bij patiënten met RCDII.
Exploratieve eindpunten:
- Verandering in kwaliteit van leven bij gebruik van het middel tofacitinib,
geevalueerd door vragenlijst (EQ-5D-5L)
- Immunologische veranderingen:
evalueren van veranderingen in immuun subsets in duodenumbiopten en bloed
voor/na behandeling met tofacitinib (single-cell CyTOF). Tevens het evalueren
van histologische veranderingen in de dunne darm (IHC; Vectra; imaging CyTOF).
- In vitro tofacitinib assay:
Voorspelbaarheid van tofacitinib behandeling met behulp van een in vitro assay
(FACS) vs. in vivo immunologische respons (zie primaire uitkomstmaat,
vermindering van baseline in aberrante IELs).
- Farmacokinetiek analyse:
evaluatie van tofacitinib absorptie na orale inname (HPLC-MS/MS assay in het
bloed).
Achtergrond van het onderzoek
Behandeling van patienten met RCDII is niet optimaal en 5-jaars overleving valt
onder de 60%. De meeste behandelingen zijn niet effectief en 50% van de
patienten met RCDII ontwikkelt een enteropathie-geassocieerd T-cel lymfoom
(EATL), waarbij de 5-jaars overleving zelfs onder de 20% valt. Het hoge risico
op deze maligne transformatie maakt het noodzakelijk om nieuwe therapieen te
ontwikkelen voor RCDII. Tofacitinib is een small-molecule drug en inhibeert een
breed spectrum van pro-inflammatoire cytokines, waaronder IL-15, IL-2 en IL-21.
Deze cytokines worden verantwoordelijk gehouden voor de proliferatie van de
aberrante intra-epitheliale lymfocyten (IELs) die de bron zijn van deze
maligniteit. Oftewel, tofacitinib blokkeert proliferatie van deze maligne
lymfocyten, waarmee het een aantrekkelijk geneesmiddel is voor de behandeling
van patienten met RCDII. In deze pilot study zullen er 5 patienten met RCDII
worden geincludeerd waarbij er wordt gekeken naar de effectiviteit en
veiligheid van tofacitinib bij deze patientengroep. De beoogde toepassing is om
patienten met RCDII te behandelen met tofacitinib en daarmee de
overlevingskansen van deze patientengroep te verbeteren.
Doel van het onderzoek
Evaluatie van effectiviteit bij patienten met RCDII met persisterende of
terugkerende vlokatrofie (Marsh III ABC) en aberrant IEL T-cellen (> 20% aIELS,
geanalyseerd mbv flowcytometrie).
Onderzoeksopzet
Fase II, open-label, mono-center, pilot study
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tofacitinib 10mg tweemaal daags, oraal ingenomen, voor 12 weken
Inschatting van belasting en risico
Het doel van deze studie is om te kijken naar effectiviteit van tofacitinib bij
patienten met RCDII, een premaligne ziekte waarvoor geen goede therapie is.
Potentiele kandidaten voor deze studie zijn RCDII patienten die op eerdere
behandeling, zoals cladribine, zijn gefaald. Onze hypothese is dat door
behandeling van RCDII patienten met tofacitinib, we tot betere uitkomstmaten
komen en patienten betere overlevingskansen hebben. Er zijn bekende
bijwerkingen van tofacitinib, met name een verhoogd risico op infecties,
waarvoor patienten worden gemonitord en de polikliniek elke 1-2 weken zullen
bezoeken in een behandelingsperiode van 12 weken. Tijdens de meeste bezoeken
zal bloed worden afgenomen en een gericht lichamelijk onderzoek worden
verricht. Tevens moeten patiënten gedurende 16 weken elke dag één vragenlijst
invullen van 10-sec over de vorm van hun ontlasting; twee vragenlijsten van 2
minuten over hun gezondheid die dag; wekelijks nog een uitgebreide vragenlijst
van 5 minuten over hun gezondheid. Tevens moet er een aantal keer tijdens een
visite een 5-min vragenlijst worden ingevuld over de kwaliteit van leven. Alles
bij elkaar genomen is dit een korte geneesmiddelen studie waarbij 12 weken lang
wordt behandeld en waarbij er intensief wordt gemonitord. Hierbij willen wij
benadrukken dat de potentiele kandidaten voor deze studie, RCDII patienten die
zijn gefaald op andere therapie(en).
Publiek
Boelelaan 1118
AMSTERDAM 1081 HZ
NL
Wetenschappelijk
Boelelaan 1118
AMSTERDAM 1081 HZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Volwassen patienten (>= 18 jaar oud)
2. Getekend informed consent
3. Diagnose van RCDII
4. Het volledig volgen van een glutenvrij dieet in de afgelopen 6 maanden
voorafgaand aan de screening. Patiënten moeten er ook mee akkoord gaan om zich
aan dit glutenvrije dieet te houden voor de duur van de studie.
5. Bij vrouwelijke patiënten in vruchtbare periode: adequate contraceptie,
tot 4 weken na de laatste dosis tofacitinib.
6. Labwaardes:
b) Totaal WBC > 0.75 x 10^9/L (i.e. > 750/mm3)
c) Hemoglobine > 5.5 mmol/L (i.e. 8.86 g/dL)
d) Absolute neutrophil count > 1 x 10^9 / L (i.e. > 1000 cells/mm3.)
e) Geschatte eGFR > 30mL/min/1.73m2 using the Cockcroft-Gault equation.
h) Trombocyten > 50 x 10^9/L (i.e. 50000/mm3)
7. PET/CT-scan zonder tekenen/abnormaliteiten suggestief voor EATL in de
afgelopen 3 maanden.
10. Bereidheid en mogelijkheid om te voldoen aan de onderzoeksprocedures.
11. Bereidheid om terug te keren voor alle onderzoeksbezoeken.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Diagnose van RCDI, EATL
2. Aanwezigheid van een de volgende diagnoses:
a) Ernstige infectie voorafgaand aan screening (infecties waarvoor
hospitalisatie plaatsvindt en waarvoor systemische behandeling wordt gegeven
of opportunistische infecties. Specifieke aandacht voor behandeling met
ketoconazol en fluconazol (en andere CYP3A4 metabolizers)).
b) Actieve tuberculose (TBC)
c) Onbehandelde of inadequaat behandelde, latente TBC
d) Voorgeschiedenis in afgelopen 3 jaar van opportunistische infecties die
typisch worden gezien bij immuungecompromitteerde patienten, zoals systemische
candida infecties.
e) Ernstige leverinsufficiëntie (Child Pugh Score 10-15)
3. Positieve Hep B of Hep C test resultaten t.t.v. screening.
4. Vaccinatie met levende, verzwakte vaccines (zoals varicella zoster vaccin,
gele koorts of oraal buikstyfus vaccin), 2 weken voorafgaand aan de eerste
inname van tofacitinib.
5. Voorgeschiedenis van significante immuunsuppressie:
a) Beenmergtransplantatie minder 6 maanden voorafgaand aan baseline.
b) Potente systemische immuunsuppressiva (e.g. azathioprine, in tijdperiodes
specifiek per medicijn) voor baseline.
6. Patiënten die moderate/potente CYP3A inducers of inhibitors zijn in
specifieke tijdsperioden voorafgaand aan het ontvangen van de eerste dosis van
het onderzoeksmedicijn.
7. Screening 12-afleidingen ECG die klinische relevante abnormaliteiten zijn
leiden die de veiligheid van de participant dan wel interpretatie van
studieresultaten in gevaar kunnen brengen.
8. Voorgeschiedenis of aanwezigheid van klinisch significante ziekte die naar
mening van de onderzoeker, de deelname en follow-up van de participant in de
klinische trial zou kunnen verstoren of de participant onnodig in gevaar zou
kunnen brengen. (e.g. ongecontroleerde cardiale ziektes,
ongecontroleerde/chronische long-, nier-, endocriene, hematologische,
gastrointestinale, immunologische, dermatologische, neurologische of
psychiatrische dysfunctie.
i. Specifieke aandacht voor risicofactoren op een longembolie, zoals:
gebruik van hormonale anticonceptie, hartfalen, eerdere veneuze trombo-embolie,
erfelijke stollingsziekte, maligniteit, patiënten die een grote operatie
krijgen.
9. Voorgeschiedenis van medicijn- of alcoholmisbruik dat ervoor zou kunnen
zorgen dat de participant niet het vermogen heeft om te voldoen aan het
onderzoeksprotocol.
10. Voorgeschiedenis van klinisch significante overgevoeligheid voor het
onderzoeksmedicijn of een van de hulpstoffen in het medicijn.
11. Vrouwen die zwanger zijn, zwanger worden of borstvoeding geven.
12. Participatie in een ander geneesmiddelenonderzoek in de laatste 30 dagen/ 5
halfwaardetijden van dat medicijn.
13. Elke andere additionele reden die de veiligheid van de potentiele kandidaat
in gevaar zou kunnen brengen, naar mening van de onderzoeker.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2018-001678-10-NL |
CCMO | NL65853.029.18 |
OMON | NL-OMON25125 |