Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-509576-42-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. In deze fase-III studie wordt de toediening van durvalumab + chemotherapie voor operatie gevolgd door durvalumab behandeling na…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Het bepalen van de werkzaamheid (op basis van gebeurtenisvrije overleving)
van durvalumab in combinatie met chemotherapie ten opzichte van placebo in
combinatie met chemotherapie toegediend voor operatie gevolgd door placebo na
operatie.
- Het bepalen van de activiteit van durvalumab in combinatie met chemotherapie
ten opzichte van placebo in combinatie met chemotherapie toegediend voor
operatie op basis van het pathologisch respons (10% minder levensvatbaar
tumorweefsel na neoadjuvante behandeling tijdens resectie)
Secundaire uitkomstmaten
- Om de werkzaamheid van perioperatieve durvalumab + neoadjuvante chemotherapie
te vergelijken met placebo + neoadjuvante chemotherapie bij voorwaarden van DFS
- Om de werkzaamheid van perioperatieve durvalumab + neoadjuvante chemotherapie
te vergelijken met placebo + neoadjuvante chemotherapie bij voorwaarden van MPR
- Om de werkzaamheid van perioperatieve durvalumab + neoadjuvante chemotherapie
te vergelijken met placebo + neoadjuvante chemotherapie bij voorwaarden van het
besturingssysteem
- Om de werkzaamheid van perioperatieve durvalumab + neoadjuvante chemotherapie
te vergelijken met placebo + neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met PD-L1
TC >=1% tumoren in termen van EFS, pCR, DFS, MPR en OS
- Om ziektegerelateerde symptomen en HRQOL te beoordelen bij patiënten
behandeld met perioperatieve durvalumab + neoadjuvante chemotherapie vergeleken
met placebo + neoadjuvante chemotherapie
- Om de farmacokinetiek (PK) en immunogeniciteit van durvalumab te beoordelen
Achtergrond van het onderzoek
Longkanker is al jaren de meest voorkomende vorm van kanker (met naar schatting
1,8 miljoen nieuwe gevallen in 2012, 12,9% van alle nieuwe vormen van kanker).
Ook was het de meest voorkomende doodsoorzaak van kanker in 2012 met 1,6
miljoen sterfgevallen (19,4% van de sterfgevallen door kanker). In ongeveer 80%
tot 85% betreft het niet-kleincellig longkanker. Ondanks de vooruitgang in de
diagnose, beeldvorming, stadiëring en behandeling van niet-kleincellig
longkanker blijft de geschatte 5-jaarsoverleving voor patiënten in Europa en de
Verenigde Staten laag (respectievelijk 11% en 17%).
Bij vroege-fase niet-kleincellige longkanker is de behandeling op dit moment
curatieve chirurgie.
Bij slechts ~ 30% van de patiënten met niet-kleincellig longkanker wordt de
kanker ontdekt als deze nog in een vroeg stadium (stadium I-IIIa) is; dit
percentage zal naar verwachting toenemen door de verbeterde screening op
longkanker. Helaas blijft de 5-jaarsoverleving voor patiënten die alleen met
chirurgie worden behandeld laag, variërend van 67% (stadium IA) tot 23%
(stadium IIIA).
Studies waarbij adjuvante chemotherapie werd gegeven bij niet-kleincellig
longkanker lieten een klinische verbetering zien in de overlevingsstatus;
perioperatieve platinumhoudende chemotherapie liet een overlevingspercentage
van 5,4 procentpunt hoger zien dan chirurgie alleen. Bij meer dan 60% van de
patiënten werden toxiciteiten waargenomen van graad 3 of hoger.
Eerdere studies met neoadjuvante chemotherapie, gegeven bij vroeg-stadium
(operabel) niet-kleincellig longkanker, lieten ook een klinisch voordeel zien;
er werd een verbetering waargenomen in de overlevingsstatus (pathologisch
response), .
Ondanks deze vooruitgang zijn nieuwe therapieën nodig om de
langetermijnprognose voor patiënten met niet-kleincellig longkanker die
chirurgische resectie ondergaan verder te verbeteren.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-509576-42-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
In deze fase-III studie wordt de toediening van durvalumab + chemotherapie voor
operatie gevolgd door durvalumab behandeling na operatie onderzocht bij
patienten met niet-kleincellig longkanker (stadium II-III). De werkzaamheid van
durvalumab wordt vergeleken met de placebo groep door middel van
gebeurtenisvrije overleving en pathologisch respons.
Onderzoeksopzet
Fase Ill, dubbel-blind, placebo gecontroleerde, gerandomiseerde studie.
Randomisatie 1:1 naar:
- Durvalumab (IV) + platinumhoudende chemotherapie (4 cycli) voor operatie +12
cycli durvalumab na operatie
- Placebo (IV) + platinumhoudende chemotherapie (4 cycli) voor operatie +12
cycli placebo na operatie
Ongeveer 800 patiënten worden behandeld tot aan progressie en zullen nadien in
de follow up fase belanden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten ontvangen (tenzij er toxiciteit, intrekken van toestemming of andere redenen op te stoppen optreden): - voor operatie: *behandelgroep 1: patienten krijgen via een infuus 1500 mg Durvalumab elke 3 weken, in totaal 4 kuren (+4 kuren chemotherapie). *behandelgroep 2: patienten krijgen via een infuus Placebo elke 3 weken, in totaal 4 kuren (+4 kuren chemotherapie). - na operatie: *behandelgroep 1: patienten krijgen via een infuus 1500 mg Durvalumab elke 4 weken, in totaal 12 kuren. *behandelgroep 2: patienten krijgen via een infuus Placebo elke 4 weken, in totaal 12 kuren.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten worden op verschillende dagen tijdens het onderzoek onderworpen aan
de volgende handelingen:
- Anamnese (bij screening, ook medische voorgeschiedenis)
- Lichamelijk onderzoek
- ECOG performance status
- Vitale functies (bloeddruk, hartslag, lichaamstemperatuur en ademhalingsritme)
- Lichaamsgewicht meting
- hersen MRI/CT scan met IV contrast (alleen bij screening)
- ECG
- bloed- en urine onderzoek
- vragenlijsten (EORTC QLQ-C30, EORTC QLQ-LC13, EQ-5D-5L, PGIS, PRO-CTCAE)
- zwangerschapstest wanneer van toepassing
- AE/SAE beoordeling
- medicatie toediening
- CT+PET scan bij screening voor stadiëringsdoeleinden en als pre-operatieve
assessment
- longfunctietesten en hart risico assessment
- Afname biopt (nieuw of <3 maanden oud)
- operatie
Durvalumab activeert het afweersysteem van het lichaam en kan hierdoor
bijwerkingen veroorzaken. Bijwerkingen ontstaan tijdens het toedienen van het
infuus of binnen uren/dagen daarna. De bijwerkingen die bekend zijn, zijn
verkregen uit eerder onderzoek. Het kan zijn dat de patiënt last krijgt van 1
of alle van de hieronder genoemde bijwerkingen: koorts, vermoeidheid, uitslag
of netelroos, verandering van bloeddruk, afname van het aantal bloedplaatjes,
ontsteking van de longen, ontsteking van het zenuwstelsel, ontsteking van de
alvleesklier, ontsteking van de lever, ontsteking van de darmen, verandering in
de klieren die de hormonen in het lichaam regelen.
De chemotherapie kan ook bijwerkingen veroorzaken.
De bijwerkingen kunnen varieren van mild tot ernstig of in enkele gevallen
zelfs levensbedreigend zijn. In het onderzoek zijn condities ingebouwd om de
bijwerkingen die ernstig kunnen verlopen zo vroeg mogelijk te signaleren. Ook
de studieprocedures kunnen klachten veroorzaken, zoals:
- pijn of bloeduitstorting door bloedafname
- uitslag door stickers bij het ECG
- gezondheidsrisico's door straling van CT-scan/MRI
- pijn, littekenvorming, infectie, bloeding of pneumothorax bij afname van een
biopt
Publiek
Prinses Beatrixlaan 582
Den Haag 2595BM
NL
Wetenschappelijk
Prinses Beatrixlaan 582
Den Haag 2595BM
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Histologisch of cytologisch gedocumenteerde niet-kleincellig longkanker
(NSCLC) met operabele (stadium IIA tot select [ie, N2] stadium IIIB).
- Complete operatieve resectie van de primaire NSCLC moet haalbaar zijn
- Lymf knoop status moet onderzocht zijn met CT+PET. Als deze scan
positief is in het
mediastinum of als de scan negatief is maar T>3 cm, de tumor is centraal
gelegen of klinisch
N1 (cN1), dan wordt er aangeraden om de lymf knoop status te bewijzen
met een biopt via
endobronchiale echografie, mediastinoscopie of thoracoscopie.
- MRI of CT van de hersenen moet gedaan worden op het moment van
stadiëring.
- Minstens 1 lesie, die kwalificeert as een RECIST 1.1 target lesie bij de
basislijn.
- PD-L1 status moet verkregen zijn voor randomizatie
- Nieuw verkregen weefsel (voorkeur) of gearchiveerd weefsel (<3 maanden
oud).
- Gedocumenteerde EGFR en ALK status (bij voorkeur lokaal bepaald)
- Patiënten met N2 ziekte of patiënten met R1/2, zoals bepaald na de operatie
kunnen adjuvante radiotherapie krijgen (en moeten deze voltooiien) voordat de
adjuvante durvalumab/placebo toegediend wordt.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Actieve of eerder gedocumenteerde auto-immuun - of ontstekingsziekten +
oncontroleerbare bijkomende ziekte
- Geschiedenis van andere primaire maligniteit, met uitzonderingen (zie
protocol p. 63)
- Geschiedenis van actieve primaire immunodeficiëntie
- Actieve infectie inclusief tuberculose, hepatitis B, hepatitis C of HIV.
- Inoperabele niet-kleincellig longkanker, als bepaald door multidisciplinaire
evaluatie, waar een thorax chirurg bij betroken moet zijn die longkanker
chirurgie als voornaamste onderdeel van zijn werk heeft
- Stadium IIIB N3 en stadium IIIC, IVA en IVB niet-kleincellig longkanker
- Patiënten die pre-operatieve radiotherapie moeten krijgen als deel van hun
zorg plan
- Alle bijkomende chemotherapie, IP, biologische of hormonale therapie voor het
behandelen van kanker (met uitzonderingen)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-509576-42-00 |
EudraCT | EUCTR2018-002997-29-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03800134 |
CCMO | NL72968.056.20 |