Proteïneargininemethyltransferasen (PRMT's) zijn een subset van enzymen die arginineresidu's in diverse cellulaire eiwitten methyleren, waaronder splicingfactoren, transcriptiefactoren en histonstaarten. Eén van deze PRMT's, PRMT5,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
solid tumors, non-hodgkin's lymphoma
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Deel 1 (dosisescalatie)
Doelstellingen:
* Bepalen van de veiligheid, verdraagbaarheid en maximaal te verdragen
dosis (MTD, maximally tolerated dose) van oraal toegediend GSK3326595 bij
proefpersonen met solide tumoren
Deel 2 (dosisuitbreiding)
Doelstellingen :
* Bepalen van de klinische activiteit van GSK3326595 in ziektespecifieke
uitbreidingscohorten
Deel 3 (gecombineerd met pembrolizumab)
* Bepalen van de veiligheid en verdraagbaarheid van oraal toegediend GSK3326595
bij toediening in combinatie met pembrolizumab bij proefpersonen met solide
tumoren.
Secundaire uitkomstmaten
Deel 1 (dosisescalatie)
Doelstellingen:
* Bepalen van de aanbevolen fase 2-dosis (RP2D, recommended Phase 2 dose) van
oraal toegediend GSK3326595
* Beschrijven van de farmacokinetiek van GSK3326595 na toediening van enkele
dosis en herhaalde doses
* Bepalen van de klinische activiteit van GSK3326595
* Evalueren van de voorlopige effecten van toediening na eten ten
opzichte van toediening na vasten, op de farmacokinetiek van GSK3326595
* Evalueren van de relatieve biologische beschikbaarheid van
GSK3326595-tabletten in vergelijking met GSK3326595-capsules.
Verkennend:
* Evalueren van het verband tussen blootstelling aan GSK3326595 en
veiligheids-, werkzaamheids- en PD-parameters.
* Bepalen van de hoeveelheid GSK3326595 die in urine wordt uitgescheiden
* Karakteriseren van het farmacodynamische profiel van GSK3326595 in bloed
* Karakteriseren van het metabolische profiel van GSK3326595 na enkele en
herhaalde toediening (alleen in het/de PK-/PD-/
metabolietuitbreidingscohort(en))
* Identificeren van werkingsmechanismen van GSK3326595 en potentiële indicators
van gevoeligheid voor of respons op GSK3326595
* Verkennen van de effecten van GSK3326595 op het tumormetabolisme
* Verkennen van het effect van genetische variatie bij de gastheer op de
respons op geneesmiddelen en de onderzochte aandoening alsook op verwante
geneesmiddelklassen en aandoeningen.
Deel 2 (dosisuitbreiding)
Doelstellingen:
* Nader beschrijven van de klinische activiteit van GSK3326595
* Evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van GSK3326595 bij
proefpersonen die worden behandeld met de RP2D
* Evalueren van het verband tussen de p53-mutatiestatus en de klinische respons
op GSK3326595 bij proefpersonen met NHL
* Evalueren van het verband tussen blootstelling aan GSK3326595 en
veiligheids-, werkzaamheids- en PD-parameters.
Verkennend:
* Evalueren van het verband tussen de p53-mutatiestatus en de klinische respons
op GSK3326595 bij proefpersonen met bepaalde solide tumoren
* Beschrijven van de overleving en de duur van de respons na GSK3326595 (geen
cohorten met ACC-tabletten)
* Evalueren van de ziekte- en behandelingsgerelateerde symptomen en impact op
de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven
* Identificeren van werkingsmechanisme(n) van GSK3326595 en potentiële
indicators van gevoeligheid voor of respons op GSK3326595 * Verkennen van het
effect van genetische variatie bij de gastheer op de respons op geneesmiddelen
en de onderzochte aandoening alsook op verwante geneesmiddelenklassen en
aandoeningen.
Deel 3 (combinatie met pembrolizumab)
Doelstellingen:
* Bepalen van de RP2D van oraal toegediend GSK3326595, bij toediening in
combinatie met pembrolizumab * Beschrijven van de klinische werkzaamheid van
GSK3326595 in combinatie met pembrolizumab bij proefpersonen met solide tumoren
* Beschrijven van de farmacokinetiek van GSK3326595 na toediening van één dosis
of herhaalde doses GSK3326595, bij toediening in combinatie met pembrolizumab.
Verkennend:
* Evalueren van de relatie tussen blootstelling aan GSK3326595 en
paramenters voor veiligheid/werkzaamheid/PD. * Beschrijven van de
farmacokinetiek en immunogeniciteit van pembrolizumab na toediening van één
dosis of herhaalde doses pembrolizumab met GSK3326595 * Beschrijven van de
overleving en de duur van de respons bij toediening van GSK3326595 *
Karakteriseren van het farmacodynamische profiel van GSK3326595 in bloed *
Identificeren van werkingsmechanisme(n) van GSK3326595 en potentiële indicators
van gevoeligheid voor of respons op GSK3326595 * Verkennen van het effect van
genetische variatie bij de gastheer op de respons op geneesmiddelen en de
onderzochte aandoening alsook op verwante geneesmiddelenklassen en
aandoeningen.
Achtergrond van het onderzoek
Gerecidiveerde gemetastaseerde solide maligniteiten (waaronder de maligniteiten
waarnaar onderzoek wordt gedaan in dit onderzoek) en vrijwel alle
gerecidiveerde/refractaire hematologische maligniteiten zijn ongeneeslijke
ziekten die uiteindelijk fataal zullen blijken. Met name recidiverende kanker
van de urinewegen en recidiverende GBM zijn voortekenen van een bijzonder
ongunstige prognose met een totale overleving van gewoonlijk in de orde van
maanden. Op dit moment is er geen standaardzorg voor deze ziekten en om deze
reden overwegen deze patiënten vaak experimentele middelen in een poging om
enig klinisch voordeel te verkrijgen. Een overvloed aan gegevens, waaronder
genetische, biochemische en celbiologische gegevens, impliceren PRMT5 in
talrijke humane maligniteiten, waaronder de in dit onderzoek onderzochte
maligniteiten. Dit onderzoek is het eerste onderzoek bij mensen waarin de
remming van PRMT5 wordt onderzocht in een poging om maligniteiten in deze
populatie met een hoge mate van onvervulde medische behoefte te behandelen en
te verbeteren.
Doel van het onderzoek
Proteïneargininemethyltransferasen (PRMT's) zijn een subset van enzymen die
arginineresidu's in diverse cellulaire eiwitten methyleren, waaronder
splicingfactoren, transcriptiefactoren en histonstaarten. Eén van deze PRMT's,
PRMT5, wordt abnormaal gestimuleerd in maligne cellen in vergelijking met wild
type, en overexpressie van PRMT5 in vitro is voldoende voor
fibroblasttransformatie. Klinisch gezien leidt stimulering van PRMT5 tot een
slechte prognose bij een aantal tumortypen, waaronder borstkanker en glioom. In
preklinische modellen is PRMT5-remming in verband gebracht met potentieel nut
bij meerdere humane maligniteiten. Het onderzoeksgeneesmiddel, GSK3326595, is
een remmer van PRMT5 die in proefdiermodellen de tumorgroei in vitro en in vivo
krachtig remt. In dit 'first time in human' (FTIH), open-label
dosisescalatieonderzoek zal de veiligheid, farmacokinetiek (PK),
farmacodynamiek (PD) en voorlopige klinische activiteit van GSK3326595 worden
beoordeeld bij proefpersonen met gevorderde of recidiverende solide tumoren,
evenals de klinische activiteit bij proefpersonen met een subset van solide
tumoren en non-Hodgkin-lymfoom (NHL). In dit onderzoek wordt bij proefpersonen
met een subset van solide tumoren ook onderzoek gedaan naar een tabletvorm van
GSK3326595 en naar de klinische werkzaamheid van GSK3326595 in combinatie met
pembrolizumab.
Onderzoeksopzet
Dit is een uit drie delen bestaand open-label, multicenteronderzoek met
herhaalde dosis ter bepaling van de maximaal te verdragen dosis (MTD)/
aanbevolen fase 2-dosis (RP2D) (op basis van veiligheid en verdraagbaarheid) en
voorlopige klinische werkzaamheid van oraal toegediend GSK3326595 dat bij
proefpersonen met solide tumoren en non-Hodgkin-lymfoom als monotherapie wordt
toegediend of bij proefpersonen met een selecte groep van solide tumoren in
combinatie met pembrolizumab wordt toegediend.
Deel 1 is een dosisescalatiefase om op basis van het na orale toediening van
GSK3326595 waargenomen veiligheids-, PK- en PD-profiel de MTD/RP2D te bepalen
en om verkennend onderzoek te doen naar het PK-effect van toediening van
GSK3326595 in niet-nuchtere versus nuchtere toestand en in tabletvorm versus
capsulevorm.Dit deel zal worden uitgevoerd bij volwassen proefpersonen met
gerecidiveerde en/of refractaire solide tumoren.
Ziektespecifieke uitbreidingscohorten (deel 2) zijn gepland om de klinische
activiteit van GSK3326595 bij proefpersonen met bepaalde solide tumoren en
non-Hodgkin-lymfoom verder te verkennen. Op basis van de preklinische gegevens
en van gegevens die tijdens deel 1 zijn verkregen, wordt opname in het
onderzoek beperkt tot proefpersonen met triple-negatieve borstkanker (TNBC),
gemetastaseerd transitioneel celcarcinoom van de urinewegen (mTCC),
anaplastisch astrocytoom graad 4 (glioblastoma multiforme [GBM]),
non-Hodgkin-lymfoom (NHL), adenoïd cystisch carcinoom (ACC),
hormoonreceptor-positief adenocarcinoom van de borst (ER+BC), humaan
papillomavirus-positieve (HPV-positieve) solide tumoren ongeacht de histologie
(met inbegrip van baarmoederhalskanker en plaveiselcelcarcinoom van hoofd en
hals [HNSCC, head and neck squamous cell carcinoma]) en niet-kleincellig
longcarcinoom met wild-type p53 ongeacht histologisch subtype; extra cohorten
kunnen worden toegevoegd op basis van nieuwe preklinische gegevens en klinische
responsen die worden vastgesteld tijdens deel 1 of deel 2 van het onderzoek.
Opmerking: op 18 januari 2021 heeft GSK een memo naar de onderzoekslocaties
gestuurd om te stoppen met de werving voor alle lopende ziektespecifieke
uitbreidingscohorten in deel 2, met uitzondering van het ACC-cohort met de
tabletformulering. Proefpersonen die voorafgaand aan deze datum toestemming
voor deelname aan het onderzoek hebben gegeven, dienen volgens de planning door
te gaan in het onderzoek.
Op 22 december 2021 heeft GSK een memo naar onderzoekers gestuurd met de
opdracht de werving voor het ACC-cohort met de tabletformulering in deel 2 te
pauzeren. De beweegredenen hiervoor hadden niet te maken met een dringende
veiligheidsmaatregel, een nieuwe veiligheidskwestie of een verandering in het
voordeel-risicoprofiel van GSK3326595. Proefpersonen die vóór deze datum hadden
ingestemd met deelname werden geïnformeerd dat zij konden blijven deelnemen aan
het onderzoek zoals gepland, met de bedoeling hen later een protocolwijziging
te doen toekomen.
Met betrekking tot deze memo is besloten te stoppen met de werving voor het
ACC-cohort met de tabletformulering in deel 2 en daarmee tevens te stoppen met
verdere werving voor het onderzoek. Deze beslissing is genomen na nadere
beoordeling van de klinische gegevens die zijn verzameld met GSK3326595 waaruit
beperkte tekenen bleken van antitumoractiviteit van de monotherapie. Het
besluit is niet genomen vanwege zorgen omtrent de veiligheid.
Deze protocolwijziging 8 is de opvolging van deze beslissing en beoogt primair
het bijwerken van de beschrijving met betrekking tot het stopzetten van de
werving voor het ACC-cohort met de tabletformulering in deel 2 van het
onderzoek, en daarmee het stoppen met verdere werving voor het onderzoek, het
actualiseren van de definitie van het einde van het onderzoek met het
definitieve analyseplan (paragraaf 5.5), en het verduidelijken van de
toegankelijkheid van de onderzoeksbehandeling voor proefpersonen die klinisch
voordeel blijven hebben van het onderzoeksmiddel naar het oordeel van de
onderzoeker na de definitieve analyse.
Deel 3 is een dosisbepalingsonderzoek ter evaluatie van de veiligheid, het
PK-/PD-profiel en de klinische werkzaamheid van oraal toegediend GSK3326595 in
een dagelijkse dosis van 100 mg, 200 mg en 300 mg, in combinatie met toediening
van pembrolizumab in de goedgekeurde dosering. Opname in deel 3 wordt beperkt
tot patiënten met NSCLC, mTCC, melanoom en HNSCC bij wie eerdere therapie
gericht tegen *programmed cell death protein 1 (PD 1) of programmed
death-ligand 1 (PD L1) hebben gefaald. Daarnaast zullen in deel 3 patiënten
worden opgenomen met plaveiselcelcarcinoom van de baarmoederhals bij wie
progressie is opgetreden tijdens of na therapie gericht tegen PD 1 of PD L1 OF
die nog niet eerder therapie tegen PD 1 of PD L1 hebben gehad. Op 18 januari
2021 heeft GSK een memo naar de onderzoekslocaties gestuurd om te stoppen met
de werving voor deel 3, tijdens de werving voor het 100 mg cohort.
Proefpersonen die een plaats in het 100 mg cohort kregen toegewezen of die
voorafgaand aan deze datum toestemming voor deelname aan het onderzoek hebben
gegeven, dienen volgens de planning door te gaan in het onderzoek.
Aanvullende informatie betreffende de uitvoering van het onderzoek waarvan
vermelding in dit protocol niet verplicht is, staat in de begeleidende
referentiehandleiding (study reference manual, SRM). In de SRM kan het
personeel van de locatie administratieve en gedetailleerde technische
informatie vinden die niet van invloed is op de veiligheid van de proefpersonen.
Het definitieve 'laatste bezoek van de laatste proefpersoon' is gedefinieerd
als het staken van de behandeling bij de laatste proefpersoon (inclusief
veiligheidsopvolging van 30 dagen).
Het einde van dit onderzoek is gedefinieerd als de datum van het laatste bezoek
van de laatste proefpersoon in het onderzoek.
Een definitieve afkapdatum voor nieuwe gegevens (data cut-off, DCO) en de
definitieve analyse zullen plaatsvinden wanneer alle proefpersonen zijn
overleden, de behandeling hebben gestaakt (met inbegrip van de
veiligheidsopvolging van 30 dagen), hun toestemming hebben ingetrokken of
hebben ingestemd met voortzetting van de behandeling zoals gedefinieerd in deze
wijziging (protocolwijziging 8).
Wanneer protocolwijziging 8 op een locatie wordt geïmplementeerd, stopt iedere
vorm van gegevensverzameling voor alle geïncludeerde proefpersonen die geen
onderzoeksbehandeling meer krijgen. Proefpersonen die de behandeling nog
krijgen op het moment van de definitieve DCO kunnen de onderzoeksbehandeling
blijven krijgen zolang zij naar het oordeel van de onderzoeker klinisch
voordeel blijven hebben van de onderzoeksbehandeling en niet voldoen aan een
van de criteria in het protocol voor staking van de onderzoeksbehandeling
(uiterlijk tot het einde van de beschikbaarheid van het onderzoeksmiddel, naar
verwachting in het derde kwartaal van 2023); proefpersonen mogen er ook zelf op
ieder moment voor kiezen te stoppen met de onderzoeksbehandeling. Proefpersonen
die op het moment van de definitieve DCO worden opgevolgd op overleving zullen
worden beschouwd als deelnemers die het onderzoek hebben afgerond.
Proefpersonen die na protocolwijziging 8 de onderzoeksbehandeling blijven
krijgen, krijgen nazorg conform de reguliere lokale klinische praktijk.
Beoordelingen zullen weer plaatsvinden volgens de standaardzorg bij de locatie
van de betreffende proefpersoon, met aanbevelingen voor veiligheidsmonitoring
van GSK3326595 door een plaatselijk laboratorium. Alleen SAE's, AE's die leiden
tot staking van de behandeling, overdoses, zwangerschappen en vooraf
gedefinieerde AE's met betrekking tot de ogen en botten (AE's van bijzonder
belang, AESI's) zullen schriftelijk rechtstreeks bij de opdrachtgever worden
gemeld. Daarnaast geldt het volgende:
* oogonderzoeken zijn vereist en worden schriftelijk gemeld
Onderzoeksproduct en/of interventie
zie E6
Inschatting van belasting en risico
Dit staat beschreven in de patienteninformatie.
Publiek
Great West Road 980
Brentford, Middlesex TW8 9GS
GB
Wetenschappelijk
Great West Road 980
Brentford, Middlesex TW8 9GS
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Een proefpersoon komt alleen in aanmerking voor opname in dit onderzoek als al
de volgende criteria van toepassing zijn:
1. Mannen en vrouwen *18 jaar (op het moment dat toestemming wordt verkregen);
OPMERKING: ALLEEN voor het NHL-cohort moeten proefpersonen *75 jaar zijn op het
moment dat toestemming wordt verkregen.
2. In staat om schriftelijk toestemming te verlenen;
3. In staat om oraal toegediende medicatie door te slikken en binnen te houden;
4. Functionele status 0 tot 2 volgens de Eastern Cooperative Oncology Group
(ECOG) (gedefinieerd in bijlage 3);
5. Diagnose van een van de volgende:
a. Deel 1: Histologisch of cytologisch bevestigde diagnose van niet-resectabele
of gemetastaseerde solide maligniteit die tijdens eerdere therapie progressie
vertoonde (radiografische documentatie van progressie is voldoende voor
deelname aan het onderzoek).
b. Deel 2: Histologisch of cytologisch bevestigde diagnose van gemetastaseerde
of niet-resectabele ziekte die tijdens of na eerdere therapie progressie
vertoonde (cohort met ACC-tablet heeft voor opname in het onderzoek geen
eerdere therapie nodig; voor alle tumoren is radiografische documentatie van
progressie voldoende voor deelname aan het onderzoek):
* TNBC [oestrogeenreceptor-negatief (ER-), progesteronreceptor-negatief (PR-)
en humane epidermale-groeifactorreceptor 2-negatief (Her2-), zoals gedefinieerd
volgens de lokale laboratoriumnormen];
* ER+BC [oestrogeenreceptor-positief (ER+) of progesteronreceptor-positief
(PR+), humane epidermale-groeifactorreceptor 2-negatief (Her2-), zoals
gedefinieerd volgens de lokale laboratoriumnormen]
OPMERKING: Proefpersonen in dit cohort moeten eerder therapie hebben gekregen
met een cyclineafhankelijke kinase 4/6 remmer (CDK4/6 remmer) of naar het
oordeel van de artsen niet in aanmerking komen voor therapie met deze middelen.
* Gemetastaseerd of niet-resectabel transitioneel celcarcinoom van blaas,
ureter of nierbekken;
* Recidiverend GBM
OPMERKING: Proefpersonen die eerder een laaggradig glioom hebben gehad waarbij
met beeldvormend onderzoek vervolgens progressie tot GBM is aangetoond, kunnen
per geval na overleg met de medisch monitor zonder biopsie ter bevestiging in
het onderzoek worden opgenomen.
* ACC waarvoor systemische therapie nodig is. Om in aanmerking te komen voor
opname in het onderzoek dient het volgende te gelden voor proefpersonen met ACC:
o er is in de 13 maanden voorafgaand aan de opname in het onderzoek op basis
van lokale evaluatie van scans, volgens de criteria van RECIST 1.1, progressie
bij hen aangetoond ten opzichte van een eerder gemaakte scan; EN
o ze hebben meetbare ziekte, op basis van onafhankelijke centrale beoordeling
van scans bij aanvang van de behandeling voorafgaand aan de eerste dosis.
* HPV-positieve solide tumor ongeacht de primaire histologie.
OPMERKING: HPV-positieve status mag lokaal worden vastgesteld middels iedere
algemeen aanvaarde test [bv. HPV-DNA OF immunohistochemie op p16]. Er moeten
ten minste 10 proefpersonen met baarmoederhalskanker in het onderzoek worden
opgenomen.
* Non-Hodgkin-lymfoom dat NIET een van de volgende subtypes is, wat wordt
vastgesteld op basis van lokaal laboratoriumonderzoek:
o Burkitt-lymfoom of een ander hooggradig lymfoom;
o *double hit* of *triple hit* grootcellig B-cellymfoom.
OPMERKING: Vragen over de geschiktheid van subtypes moeten aan de medisch
monitor worden gesteld.
* OF NSCLC, ongeacht het histologisch subtype, waarbij met lokaal onderzoek
naar mutaties wild-type-status van TP53 is aangetoond (d.w.z. NSCLC met wild
type p53).
OPMERKING: De proefpersonen in het cohort moeten eerder zijn behandeld met
therapie tegen PD 1 of PD L1 of naar het oordeel van de artsen niet in
aanmerking komen voor behandeling met deze middelen.
OPMERKING: Proefpersonen met tumoren met mutaties waarop actie kan worden
ondernomen (bijv. EGFR-mutaties of ALK-herschikkingen), dienen voorafgaand aan
opname in het onderzoek met gerichte middelen te zijn behandeld.
c. Deel 3: Histologisch of cytologisch bevestigde diagnose van gemetastaseerde
of niet-resectabele NSCLC (ongeacht histologisch subtype), mTCC, HNSCC of
melanoom dat niet reageerde op eerdere therapie gericht tegen PD 1 of PD L1 en
recidiverend/gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van de baarmoederhals dat
tijdens of na therapie gericht tegen PD 1 of PD L1 progressie vertoonde of
waarvoor nog niet eerder therapie gericht tegen PD 1 of PD L1 is gegeven.
OPMERKING: Patiënten met NSCLC, mTCC, HNSCC of melanoom komen alleen in
aanmerking voor opname in het onderzoek als ze SD (met daaropvolgende
gedocumenteerde progressie volgens de iRECIST-criteria) of PD hebben gehad als
beste respons op eerdere therapie gericht tegen PD 1 of PD L1.
6. Eerdere therapie
* Cohort met ACC-tablet: proefpersonen mogen niet eerder zijn behandeld met
systemische therapie. Eerdere operatie en/of bestraling is toegestaan.
* NHL-cohort: proefpersonen kunnen eerder met maximaal vier lijnen van
systemische therapie voor de ziekte zijn behandeld.
* Tumoren met mutaties waarop actie kan worden ondernomen (bijv. BRAF V600E in
melanoom; EGFR-mutaties of ALK-herschikkingen in NSCLC), moeten voorafgaand aan
opname in het onderzoek met gerichte middelen zijn behandeld.
* Met uitzondering van het cohort met ACC-tablet moeten proefpersonen eerder
ten minste één lijn met systemische therapie hebben gekregen (of een ziekte
hebben waarvoor geen goedgekeurde therapie bestaat), EN niet kunnen worden
behandeld met een standaardtherapie die naar verwachting tot een duurzame
klinische respons zou leiden OF standaardtherapie weigeren OF niet in
aanmerking komen voor standaardtherapie.
7. Evalueerbare ziekte:
a. Tijdens deel 1 is evalueerbare ziekte vereist; meetbare ziekte volgens
RECIST v1.1 wordt aanbevolen maar is niet vereist;
b. Proefpersonen die zijn opgenomen in deel 2 en deel 3 moeten meetbare ziekte
vertonen volgens de ziektespecifieke criteria beschreven in bijlage 4.
8. Alleen PK-/PD-/biomarker-/metabolietuitbreidingscohort(en) (paragraaf
4.2.5): proefpersonen moeten instemmen met tumorbiopsieën vóór en na toediening
en bijkomende procedures voor monsterafname zoals gespecificeerd in de tabel
Tijd en gebeurtenissen (paragraaf 8.1);
9. Alleen voor het deelonderzoek naar het effect van voedsel en relatieve
biologische beschikbaarheid (paragraaf 4.2.6): proefpersonen moeten toestemming
geven voor bijkomende procedures zoals gespecificeerd in de tabel Tijd en
gebeurtenissen (tabel 13);
10. Alleen deel 3: proefpersonen moeten toestemming geven voor extra procedures
(waaronder gepaarde biopsieën) zoals gespecificeerd in de tabel 15;
11. Alle eerdere behandelingsgerelateerde toxiciteiten moeten NCI-CTCAE v4 *
graad 1 zijn (met uitzondering van alopecia [toelaatbaar bij elke graad] en
perifere neuropathie [die * graad 2 moet zijn]) op het moment van toewijzing
van de behandeling;
OPMERKING: Proefpersonen met behandelingsgerelateerde toxiciteiten waarvan het
naar het oordeel van de behandelend arts onwaarschijnlijk is dat die zullen
verdwijnen, kunnen per geval worden beoordeeld en in het onderzoek worden
opgenomen na overleg met de medisch monitor;
12. Adequate orgaanfunctie, zoals gedefinieerd in tabel 7;
13. Criteria met betrekking tot de voortplanting:
a. Een mannelijke proefpersoon met een vrouwelijke partner die kinderen kan
krijgen, moet instemmen met het gebruik van een van de anticonceptiemethoden
die in paragraaf 7.3.2 zijn aangegeven, gedurende de periode die in die
paragraaf is aangegeven.
b. Een vrouwelijke proefpersoon komt in aanmerking voor deelname indien zij
niet zwanger is (bevestigd door middel van een negatieve serumtest op humaan
choriongonadotrofine [hCG]), geen borstvoeding geeft, en indien ten minste één
van de volgende voorwaarden van toepassing is:
In staat kinderen te krijgen: de proefpersoon moet instemmen met het gebruik
van een van de opties die in paragraaf 7.3.1 zijn aangegeven,
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een proefpersoon komt niet in aanmerking voor opname in dit onderzoek als één
of meer van de volgende criteria van toepassing zijn:
1. Maligniteit die is toegeschreven aan eerdere transplantatie van een solide
orgaan
2. Leptomeningeale ziekte, ruggenmergcompressie of hersenmetastasen waarvoor
volgens de onderzoeker onmiddellijk CZS-specifieke behandeling nodig is (bijv.
voor symptomatische ziekte).
OPMERKING: patiënten die lokaal voor CZS-metastasen moeten worden behandeld,
kunnen voor deelname in aanmerking worden genomen nadat de lokale behandeling
is voltooid en acute aan de behandeling gerelateerde toxiciteit is verdwenen.
OPMERKING: bij patiënten met onbehandelde afwijkingen dient bij elke
ziektebeoordeling intracranieel beeldvormend onderzoek (bijv. MRI) te worden
uitgevoerd, zoals aangegeven in paragraaf 8.1.
OPMERKING: dit criterium is niet van toepassing op patiënten met GBM. In deel 1
kunnen patiënten met GBM in het onderzoek worden opgenomen, mits ze ten minste
14 dagen voorafgaand aan de eerste dosis GSK3326595 met een stabiele tot
dalende dosis corticosteroïden zijn behandeld. In deel 2 kunnen patiënten in
het onderzoek worden opgenomen ongeacht de dosis steroïden.
3. Recente eerdere therapie, gedefinieerd als volgt:
* Behandeling met een niet-monoklonale antikankertherapie binnen 14 dagen of 5
halfwaardetijden, afhankelijk van welke periode het langst is, vóór de eerste
dosis GSK3326595. Nitroso-urea of mitomycin-C binnen 42 dagen vóór de eerste
dosis GSK3326595. Eerdere therapie met biologische middelen (waaronder
monoklonale antilichamen) is toegestaan zolang er 28 dagen zijn verstreken
sinds de therapie en alle therapiegerelateerde AE's zijn verdwenen tot * graad
1, met uitzondering van de in paragraaf 4.2.4.2 vermelde AE's. Patiënten met
endocrinopathieën vanwege immunotherapie die momenteel met een
vervangingstherapie worden behandeld, komen wel in aanmerking voor deelname aan
het onderzoek.
* Radiotherapie binnen 14 dagen of grote ingreep binnen 28 dagen vóór de eerste
dosis GSK3326595. Voor proefpersonen in het GBM-cohort moeten proefpersonen de
bestralingstherapie ten minste 28 dagen vóór de eerste dosis GSK3326595 hebben
voltooid.
* Antiandrogeentherapieën voor prostaatkanker, zoals bicalutamide, moeten 4
weken vóór inschrijving worden beëindigd. Tweedelijnshormoontherapieën zoals
enzalutamide of abirateron dienen 2 weken vóór inschrijving te worden
beëindigd. Proefpersonen met prostaatkanker dienen op luteinizing hormone
releasing hormone (LHRH)-agonisten of -antagonisten te blijven. Proefpersonen
met prostaatkanker kunnen ook op prednison of prednisolon met lage dosis
(maximaal 10 mg/dag) blijven en toch in aanmerking komen voor dit onderzoek.
4. Alleen deel 3: het volgende in de medische voorgeschiedenis:
* In de recente voorgeschiedenis (in de afgelopen 2 jaar) een auto-immuunziekte
of een syndroom waarvoor systemische behandeling nodig was.
Opmerking: vervangingstherapieën, waaronder hormoonvervangende therapie (bijv.
schildklierhormoon) of fysiologische doses corticosteroïden voor behandeling
van endocrinopathieën (bijv. bijnierinsufficiëntie), worden niet als
systemische behandelingen beschouwd.
* Een diagnose van immunodeficiëntie of toediening van systemische steroïden (*
10 mg oraal prednison of equivalent) of andere immunosuppressieve middelen
binnen 7 dagen voorafgaand aan de randomisatie.
Opmerking: bij proefpersonen met een stabiele dosis kan er worden doorgegaan
met fysiologische doses corticosteroïden voor de behandeling van
endocrinopathieën of steroïden met minimale systemische absorptie, waaronder
topische, geïnhaleerde of intranasale corticosteroïden. Steroïden als
premedicatie voor overgevoeligheidsreacties (bijv. premedicatie in het kader
van een computertomografiescan [CT-scan]) zijn toegestaan.
* Toediening van een levend vaccin binnen 30 dagen voorafgaand aan randomisatie.
* Eerdere transplantie van allogeen/autoloog beenmerg of een solide orgaan.
* Huidige pneumonitis of niet-infectieuze pneumonitis in de voorgeschiedenis
waarvoor behandeling met steroïden of andere immunosuppressieve middelen nodig
was.
Opmerking: veranderingen in de longen in verband met eerdere radiotherapie
en/of asymptomatische door radiotherapie veroorzaakte pneumonitis waarvoor geen
behandeling nodig is (graad 1) kan worden toegestaan bij goedkeuring van de
onderzoeker en medisch monitor.
* Desensibilisatietherapie voor allergenen binnen 4 weken vóór de randomisatie.
* Ernstige overgevoeligheid voor monoklonale antilichamen in de
voorgeschiedenis.
5. Voorgeschiedenis van tweede maligniteit, uitgezonderd
niet-melanoomhuidcelkanker in de afgelopen drie jaren. Proefpersonen met tweede
maligniteit die traag, plaatselijk of definitief zijn behandeld, mogen
deelnemen ook als minder dan drie jaar voorbij is. Neem contact op met de
medische monitor van GSK als er twijfel bestaat of de tweede maligniteit aan de
bovengenoemde vereisten voldoet.
6. Huidig gebruik van een verboden geneesmiddel of gepland gebruik van een
verboden geneesmiddel tijdens de behandeling met GSK3326595 (zie paragraaf
7.1.2 voor de lijst geneesmiddelen).
7. Aanwijzingen voor ernstige of ongecontroleerde systemische ziekten (bv.
onstabiele of niet-gecompenseerde ziekte van ademhalingswegen, lever, nieren of
hart, of klinisch significante bloedingsepisoden). Een ernstige en/of
onstabiele reeds bestaande medische (afgezien van maligniteit) of
psychiatrische aandoening, of andere aandoeningen die naar de mening van de
onderzoeker de veiligheid van de proefpersoon, het verkrijgen van toestemming
of het in acht nemen van de onderzoeksprocedures kunnen verstoren.
8. Klinisch significante gastro-intestinale (GI) afwijkingen die de absorptie
kunnen wijzigen, zoals malabsorptiesyndroom of grote resectie van de maag en/of
darmen.
9. Voorgeschiedenis van bekende hiv-infectie of positief resultaat van
hiv-onderzoek bij screening.
OPMERKING: Patiënten met hiv kunnen in aanmerking komen voor deelname indien
zij aan alle volgende vereisten voldoen: ten minste 4 weken vóór het begin van
de onderzoeksbehandeling zijn begonnen met antivirale therapie; geen therapie
gebruiken in verband met hiv (antivirale middelen, antibiotica) die niet is
toegestaan volgens het protocol; een CD4 telling hebben * 350 cellen/µl; een
virusbelasting hebben < 400 kopieën/ml.
10. Aanwezigheid van hepatitis B-oppervlakteantigeen (HBsAg) of een positieve
uitslag van een test op hepatitis C antilichamen bij screening.
OPMERKING: patiënten met een chronische hepatitis B-virusinfectie
(HBV-infectie) die voldoen aan de criteria voor behandeling van een
HBV-infectie, kunnen in aanmerking komen voor deelname als ze vóór het begin
van de kankertherapie worden behandeld met een ondersteunende antivirale
therapie.
OPMERKING: patiënten die positief zijn voor hepatitis C antilichamen vanwege
eerdere genezen ziekte, kunnen alleen in het onderzoek worden opgenomen bij
bevestiging door een negatieve polymerasekettingreactie (PCR) op HCV RNA. Ook
patiënten met hepatitis B kunnen in aanmerking komen voor deelname indien zij
voldoen aan de twee volgende vereisten: curatieve behandeling hebben afgerond
en een HCV-virusbelasting hebben onder de kwantificeerbare limiet.
11. Een van de volgende hartafwijkingen:
* Recente voorgeschiedenis (in de afgelopen zes maanden voorafgaand aan de
eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel) met acuut coronair syndroom (waaronder
myocardinfarct en instabiele angina pectoris), coronaire angioplastiek of
stentimplantatie.
* Aanwezigheid van een hartpacemaker.
* Uitgangswaarde van het volgens de formule van Fridericia gecorrigeerd
QT-interval (QTcF) * 450 msec.
* Ongecontroleerde hartritmestoornissen. Patiënten met atriumfibrilleren met
frequentiecontrole > 1 maand voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddelen kunnen voor deelname in aanmerking komen.
* Hartfalen dat volgens het functionele classific
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-000278-39-NL |
CCMO | NL57508.031.16 |