Het primaire doel van de studie is om de aanbevolen dosis en het regime van Durvalumab te bepalen als monotherapie of in combinatie met POM +/- dex bij patienten met RRMM.De secundaire doelstellingen zijn:Evalueren van de veiligheid en de voorlopige…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Plasmacelneoplasmata
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire doel van de studie is om de aanbevolen dosis en het regime van
durvalumab te bepalen als monotherapie of in combinatie met POM +/- dex bij
proefpersonen met RRMM .
Secundaire uitkomstmaten
Secondair:
Evalueren van de veiligheid en werkzaamheid vn Durvalumab monotherapie en in
combinatie met POM +/- Dex in patienten met RRMM
Evalueren van de farmacokinetiek van Durvalumab en POM met of zonder dex in
patienten met RRMM
Exploratief:
* Vaststellen van de immunogeniciteit van Durvalumab als monotherapie en in
combinatie met POM +/- dex in patienten met RRMM
* Vaststellen van de PK/PD relatie, onderzoeken van PD, mechanische en
voorspellende biomarkers voor durvalumab en POM als monotherapie en gegeven in
combinatie in patienten met RRMM
* Evalueren van de minimale residuele ziekte (MRD) en de correlatie met
klinische uitkomst variabelen.
* Evalueren van aanvullende werkzaamheid voor durvalumab monotherapie en in
combinatie met POM +/- dex in patienten met RRMM
Achtergrond van het onderzoek
Durvalumab is primair bestudeerd bij patienten met solide tumoren en een klein
aantal patienten met MDS maar geen MM. Farmacokinetiek (PK) en veiligheid van
Durvalumab monotherapie en in combinatie is gekarakeriseerd in meer dan 500
patienten maar de paraproteine, aanwezig in myeloom, zou de PK en PD van
Durvalumab kunnen beinvloeden waardoor een hogere dosis nodig zou kunnen zijn.
De combinatie met POM en dexamethasone (dex) is niet eerder onderzocht. Terwijl
de startdosering van 1500 mg eenmaal per 4 weken (Q4W) gerechtvaardigd is op
basis van PK en PD data en de verwachting is dat er geen synergistische
toxiciteit is, kan er dosis de-escalatie worden overwogen. Omdat dexamethason
kan interfereren met de immuungemedieerde werkzaamheid van Durvalumab maar
werkzaamheid heeft aangetoond wanneer toegevoegd met POM, heeft deze studie tot
doel om data te verzamelen op gebied van PK / PD, veiligheid, biomarkers en
voorlopige werkzaamheid met en zonder Dexamethason.
Durvalumab (MEDI4736) is een menselijk immunoglobuline G1 kappa monoklonaal
antilichaam gericht tegen PD-L1. Het werkingsmechanisme van durvalumab
impliceert immuunsysteem activatie dat leidt tot T-celactivatie en
proliferatie, remming van menselijke tumorgroei via een T-cel-afhankelijk
mechanisme, en immuun-gemedieerde celdood
De werkzaamheid van Pomalidomide is aangetoond in combinatie met dexamethason
voor patiënten met RRMM waarbij voorgaande behandelingen met lenalidomide en
bortezomib (een proteasoomremmer) hebben gefaald ((San Miguel, 2013,
Richardson, 2014). Op basis van de huidige gegevens over IMiDs, rechtvaardigt
de combinatie van durvalumab + POM + dex, verder onderzoek in RRMM patiënten
die al eerder zijn behandeld met lenalidomide en een proteasoomremmer.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van de studie is om de aanbevolen dosis en het regime van
Durvalumab te bepalen als monotherapie of in combinatie met POM +/- dex bij
patienten met RRMM.
De secundaire doelstellingen zijn:
Evalueren van de veiligheid en de voorlopige werkzaamheid van durvalumab
monotherapie en in combinatie met POM +/- dex bij patienten met RRMM
Evalueren van de PK van durvalumab en POM met of zonder dex bij patiënten met
RRMM
De exploratieve doelstellingen zijn:
- Bepalen van de immunogeniciteit van durvalumab als monotherapie en wanneer
gegeven in combinatie met POM +/- dex bij patienten met RRMM
- Vaststellen van de PK / PD-relatie, onderzoeken van PD, mechanistische en
voorspellende biomarkers voor durvalumab en POM als monotherapie of in
combinatie bij patiënten met RRMM
- Evalueren van de minimale residuele ziekte (MRD) en de correlatie met de
klinische resultaten
- Evalueren van aanvullende werkzaamheid van durvalumab monotherapie en in
combinatie met POM +/- dex bij patienten met RRMM
Onderzoeksopzet
Dit is een multicenter , open-label , fase 1b **studie om de aanbevolen
dosering en regime van durvalumab als monotherapie of in combinatie met POM met
of zonder lage dosis dex bij patienten met RRMM te bepalen . De studie bestaat
uit een dosisbepalend deel en een parallell dosis -expansie deel om de optimale
dosis en regime te bepalen .
Het dosis-bepalende deel van de studie zal het Rolling 6 design ( Skolnik ,
2008) gebruiken. Patienten zullen parallel worden gerandomiseerd in 1 van de 3
behandelingsgroepen .
• Behandeling Arm A: durvalumab monotherapie
• Behandeling Arm B : durvalumab + POM
• Behandeling arm C: durvalumab + POM+dex
In het expansiedeel zullen alle beslissingen worden bepaald door de DRT na
evaluatie van de veiligheid , en indien van toepassing, PK / PD / biomarker
data en / of voorlopige gegevens over de werkzaamheid
Onderzoeksproduct en/of interventie
De dosis durvalumab is afhankelijk van het cohort (Cohort -1: 750 mg; Cohort 1: 1500 mg; Cohort 2: 2250 mg; Cohort 3: 3000 mg). Extra en-of tussenliggende doses kunnen worden toegevoegd als dit nodig wordt geacht door de Dose Review Team (DRT). De DRT bestaat uit de Celgene medical monitor, Celgene safety lead, Celgene statisticus, andere Celgene vertegenwoordigers (indien nodig) en de onderzoeker of plaatsvervanger die patienten hebben geincludeerd in de studie. De DRT leden zijn verantwoordelijk voor alle dosis beslissingen. Aanvankelijk worden maximaal 6 evalueerbare patiënten geincludeerd in het dosis-bepalende Cohort 1 (durvalumab 1500 mg) van elke behandelarm. Inclusie van 6 evalueerbare patiënten in de dosis-bepalende Cohorten -1, 2 of 3 voor elke arm is gebaseerd op het Rolling 6 design en vindt pas plaats nadat de DRT een evaluatie heeft gedaan van de veiligheid en eventueel PK / Pd en / of biomarker data en / of voorlopige gegevens over de werkzaamheid uit eerdere cohorten. De startdosering van POM is 4 mg voor alle cohorten. De startdosering van dex is 40 mg / dag (<= 75 jaar) of 20 mg / dag (> 75 jaar oud) voor alle cohorten Arm A expansie: Zodra de gegevens van het dosis-bepalende Cohort voor Arm A zijn verkregen en beoordeeld, zullen er tot 12 extra patienten (18 totaal)worden geincludeerd in een expansie cohort voor Arm A. Arm B en C expansie: • Als het dosis-bepalende Cohort 1 (durvalumab 1500 mg) niet groter is dan de maximaal getolereerde dosis (MTD), zal de veiligheid, PK / PD, en effectiviteit verder worden geëvalueerd in een uitbreiding van Cohort 1 met maximaal 24 extra patienten (in totaal 30) in elke arm. • Indien van toepassing zullen er ook 24 extra patienten (in totaal 30) worden geincludeerd in Cohort 2 (durvalumab 2250 mg) en/of cohort 3 (durvalumab 3000 mg) van beide armen, nadat de gegevens van het Arm B en Arm C dosis-bepalende Cohort 2 en 3 zijn verkregen en beoordeeld,
Inschatting van belasting en risico
De patienten zullen in het kader van het onderzoek vaker naar de polikliniek
moeten komen en een aantal extra procedures
moeten ondergaan, waaronder extra bloedafnames, ECGs, beenmerg biopten of
aspiraten (zie sectie E2, E4 en E6)
De studiemedicatie kan bijwerkingen veroozaken, maar de patienten worden
regelmatig gemonitord.
Publiek
Orteliuslaan 1000
Utrecht 3528BD
NL
Wetenschappelijk
Orteliuslaan 1000
Utrecht 3528BD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patient is 18 jaar of ouder ten tijde van tekenen ICF
2. Patient moet patienteninformatie begrijpen en vrijwillig tekenen voordat
studie-onderzoeken of procedures worden uitgevoerd
3. Patient moet in staat zijn om zich te houden aan het studie bezoek schema en
andere protocol voorwaarden
4. Er moet een gedocumenteerde diagnose zijn van multiple myeloom en er moet
meetbare ziekte zijn dmv sPEP of uPEP (sPEP >= 0.5 g/dL or uPEP >= 200 mg/24
uur). (patienten in de EMP sub-groep hoeven niet te voldoen aan dit criterium).
5. Patient moet tenminste 2 voorgaande anti-myeloom behandelingen hebben
gehad(beenmergtransplantatie met onderhoudstherapie wordt gezien als 1
behandeling)
6. Patient moet tenminste stabiele ziekte hebben bereikt gedurende tenminste 1
cyclus van een anti myeloom behandeling voordat progressie is opgetreden.
7. Patient moet gedocumenteerde PD hebben gehad tijdens of binnen 60 dagen na
de laatste anti-myeloom behandeling
8. Patient moet een voorgaande behandeling hebben gehad met een lenalidomide
bevattende therapie voor tenminste 2 opeenvolgende cycli.
9. Patient moet een voorgaande behandeling met een proteasoom bevattende
therapie hebben gehad voor tenminste 2 opeenvolgende cycli
10. ECOG performance status van 2 of minder
11. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten toestemmen met het volgende:
a. 2 negatieve zwangerschapstesten voor studiestart en herhaalde
zwangerschapstesten tijdens de studie en na het stoppen van studiemedicatie.
Dit geldt ook als de patient zich geheel onthouden heeft van seksueel contact.
b. abstinent zijn van heterosexueel contact of een voorbehoedsmiddel gebruiken
28 dagen voor de studie, tijdens de studie en tot 90 dagen na einde van de
studie
c. geein eicellen doneren tot tenminste 90 dagen na stop Durvalumab.
12. Mannelijke patienten moeten:
a. Abstinent zijn of, tijdens sexueel contact met een zwangere vrouw of een
vrouw in de vruchtbare leeftijd, een condoom gebruiken tijdens de studie en tot
90 dagen na einde van de studie ook als patient is gesteriliseerd).
b. geen sperma doneren tot tenminste 90 dagen na stop Durvalumab.
Voor patienten in arm C extramedullary plasmacytoma sub groep geldt het
volgende inclusie criterium:
13. Patient heeft radiologisch meetbare EMP ziekte (zachte weefsel of bot
gerelateerd) die bereikbaar is voor biopsie en patient gaat akkoord met
additionele biopsie procedures zoals beschreven in het protocol. Deze patienten
hoeven geen meetbare ziekte te hebben met sPEP en/of uPEP.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Enige medische aandoening (abnormale labwaarden, psychische stoornis) die de
patient weerhoudt van deelname aan de studie
2. Enige aandoening (bv abnormale labwaarden) die de patient mogelijk in risico
brengt als deze deelneemt aan de studie
3. Enige conditie die interpretatie van de studiedata verstoort
4. Oligo- of niet-secreterend myeloom
5. een van de volgende lab afwijkingen:
a. absolute neutrofielen < 1000/µl
b. bloedplaatjes < 75000/µ/l
c. Hemoglobine <8 g/dl (<4.9 mmol/l)
d. Kreatinine klaring < 45 ml/min
e. gecorrigeerd serum calcium > 13.5 mg/dl (>3.4 mmol/l)
f. ASAT of ALAT > 2.5 x ULN
g. Serum totaal bilirubine >1.5 x ULN of > 3.0 mg/dl bij patienten met Gilberts
syndroom
6. Eerdere kankers (anders dan MM) tenzij de patient > 5 jaar ziektevrij is,
behalve in situ carcinoom cervix of borst, basaal of plaveiselcel carcinoom van
de huid of een incidentele histologische bevinding van prostaatkanker-T1a of
T1b of curatieve prostaatkanker)
7. Patient is behandeld met Pomalidomide maar heeft geen SD bereikt.
8. Patient heeft eerder immuuntherapie gehad (bv anti-CTLA-4, anti-PD-1,
ant-PD-L1 mAbs, cell-based therapien of kanker vaccins)
9. Orgaan - of allogene stamceltransplantatie
10. Klinisch bewijs van CNS of long leukostase, diffuse intravasale stolling
of CNS multiple myeloom.
11. anafylaxe in de voorgeschiedenis of overgevoeligheid voor Thalidomide,
Lenalidomide, Pomalidomide of Dexamethason.
12. Uitslag > graad 3 tijdens Thalidomide, Pomalidomide of Lenalidomide therapie
13. Gastro-intestinale aandoening die de absorptie van Pomalidomide kan
beïnvloeden
14. bekende of verwachte overgevoeligheid voor de hulpstoffen in de formulering
van Durvalumab, Pom of Dex
15. patient heeft een van de volgende behandelingen ondergaan binnen 14 dagen
van start van de studiemedicatie
a. plasmaferese
b. grote operatie (zoals gedefinieerd door de onderzoeker)
c. Bestraling (anders dan lokale bestraling voor bot lesies geassocieerd met MM)
d. gebruik van systemische anti myeloma therapie, 16. voorgaande behandeling
met een monoklonaal antilichaam binnen 5 halfwaardetijden van start studie
medicatie
17. Patient heeft een ander onderzoeksgeneesmiddel gebruikt binnen 5
halfwaardetijden of 28 dagen van start studie medicatie (langste termijn geldt)
18. perifere neuropathie graad 2 of meer
19 Patient heeft een van de volgende bevindingen:
a. een klinisch significant abnormaal ECG bij screening
b. hartfalen NYHA klasse III of IV
c. Myocard infarct binnen 12 maanden van start studie medicatie
d. Niet stabiele of slecht gecontroleerde Angina Pectoris (inclusief Prinzmetal
variant AP), 20. Patient gebruikt immuun onderdrukkende medicatie binnen 14
dagen van start studie medicatie. De volgende uitzonderingen gelden:
a. intranasale, ge-inhaleerde, plaatselijke of lokale steroid injecties (bv
intra- articulaire injectie)
b. systemische corticosteroiden met een fysiologische dosis onder de 10 mg/dag
(prednison of equivalent)
c. Steroiden als premedicatie voor overgevoeligheidsreacties (bv ct scan
premedicatie), 21. Patient heeft actieve of voorgaande gedocumenteerde
auto-immuun of inflammatoire aandoeningen ( bv Crohn, colitis), diverticulitis
(met uitzondering van een voorgaande periode die is hersteld), diverticulosis,
Coeliakie, IBD, andere gastro-intestinale chronische aandoeningen geassocieerd
met diarree, systemische lupus erythematosus, Wegeners syndroom (granulomatose
met polyangiitis), ziekte van Graves, myasthenia gravis, rheumatoide artritis,
hypophysitis, uveitus binnen 3 jaar van start studie medicatie. De volgende
uitzonderingen gelden:
a. patiënten met vitiligo of alopecia
b. patiënten met hypothyroidie (bv hashimoto syndroom) die stabiel zijn op
hormoon behandeling.
c. patiënten met psoriasis (die geen systemische behandeling nodig hebben), 22.
voorgeschiedenis van immuun deficiëntie
23. HIV positief, chronische of actieve hepatitis B of actieve hepatits A of C
24. Patient is behandeld met levend verzwakte vaccins binnen 30 dagen van start
studiemedicatie (Patienten mogen tijdens de studie en tot 30 dagen na de
laatste dosis Durvalumab niet behandeld worden met levend vaccin).
25. Patient kan of wil geen profylaxe voor trombo-embolisme gebruiken
26. Patient is zwanger, geeft borstvoeding of wil graag zwanger worden tijdens
deelname aan de studie
27. Patient is een huidige roker
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-003066-93-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02616640 |
CCMO | NL54990.078.15 |