Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-510007-22-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. NMOSD wordt in verband gebracht met een hoge mate van invaliditeit en mortaliteit, en zonder bewezen of goedgekeurde therapieën…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ruggenmerg- en zenuwwortelaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Doelstellingen:
1. De PK van inebilizumab bepalen wanneer toegediend bij pediatrische
proefpersonen met NMOSD
2. De PD van inebilizumab bepalen wanneer toegediend bij pediatrische
proefpersonen met NMOSD
3. De veiligheid en verdraagbaarheid van inebilizumab beoordelen wanneer
toegediend bij pediatrische proefpersonen met NMOSD
Eindpunten:
1. PK-parameters, waaronder de maximaal waargenomen concentratie, het gebied
onder de concentratie-tijdcurve van tijd 0 tot 14 dagen na dosis en van tijd 0
geëxtrapoleerd naar oneindig, systemische klaring, terminale
eliminatiehalfwaardetijd en verdelingsvolume bij steady-state
2. Differentiatiecluster 20 positieve B-celtellingen op dag 1, 8, 15, 29, 57,
85, 113, 155 en 197
3. Veiligheids- en verdraagbaarheidsbeoordelingen, waaronder incidentie van
bijwerkingen (AE's), ernstige AE's en AE's van bijzonder belang en
veranderingen in laboratoriumparameters en vitale functies
Secundaire uitkomstmaten
Doelstellingen:
1. De ziekteactiviteit beoordelen wanneer inebilizumab wordt toegediend aan
pediatrische proefpersonen met NMOSD
2. De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) beoordelen wanneer
inebilizumab wordt toegediend aan pediatrische proefpersonen met NMOSD
3. De gezichtsscherpte beoordelen wanneer inebilizumab wordt toegediend aan
pediatrische proefpersonen met NMOSD
4. Invaliditeit beoordelen wanneer inebilizumab wordt toegediend aan
pediatrische proefpersonen met NMOSD
5. De immunogeniciteit van inebilizumab bepalen wanneer toegediend bij
pediatrische proefpersonen met NMOSD
Eindpunten:
1. Eindpunten van ziekteactiviteit omvatten:
• Tijd vóór eerste terugval
• Percentage terugvalvrije proefpersonen
• Terugvalpercentage op jaarbasis
2. HRQoL-eindpunten omvatten:
• Verandering in score op de Euro Quality of Life-5 Dimension Youth-schaal
• Verandering op de Pediatric Quality of Life Inventory-schaal
3. Verandering in gezichtsscherpte
4. Verandering op de Expanded Disability Status Scale
5. Aanwezigheid van antigeneesmiddel-antilichamen
Achtergrond van het onderzoek
Neuromyelitis optica-spectrumstoornis (NMOSD; ook bekend als het syndroom van
Devic en voorheen bekend als neuromyelitis optica (NMO)) is een zeldzame,
chronische, inflammatoire auto-immuunaandoening van het centrale zenuwstelsel
(CZS) die gekenmerkt wordt door aanvallen van overwegend optische neuritis en
longitudinaal uitgebreide myelitis transversa en, minder vaak, aantasting van
de hersenen en hersenstam. Vaak gemelde symptomen zijn onder andere oculaire
pijn, unilateraal of bilateraal verlies van gezichtsscherpte dat blindheid kan
bereiken, verlies van gevoel, zwakte (waaronder paraplegie), blaas- en
darmdisfunctie, paroxismale tonische spasmen van de romp en ledematen, en het
fenomeen van Lhermitte (Wingerchuk et al, 2007 ). Betrokkenheid van de hersenen
en hersenstam komt zelden voor en kan symptomen veroorzaken zoals
misselijkheid, hardnekkig braken, de hik en acuut neurogeen ademhalingsfalen
(Wingerchuk et al, 1999, Misu et al, 2005 ). Tot 90% van de patiënten met NMOSD
heeft terugkerende episodes van optische neuritis en/of myelitis in plaats van
een monofasisch verloop (Ghezzi et al, 2004, Wingerchuk et al, 1999 ).
Aanvallen treden op binnen een jaar na aanvang bij 60% van de patiënten en
binnen 3 jaar bij 90% van de patiënten. Aanvallen kunnen ernstig zijn en
leiden tot blindheid, verlamming en zelfs de dood als gevolg van neurogeen
ademhalingsfalen (Oh en Levy, 2012). Onvolledig herstel van aanvallen is
typisch, en accumulerende handicaps komen voort uit de ernst en frequentie van
aanvallen. Volgens sommige schattingen is binnen 5 jaar > 50% van de volwassen
patiënten blind in één of beide ogen of heeft ambulante hulp nodig (Wingerchuk
et al, 2007 ). Historisch gezien was de mortaliteit bij volwassenen met NMOSD
30% na 5 jaar, maar een studie uitgevoerd in het afgelopen decennium suggereert
9% na 6 jaar (Kitley et al, 2012).
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-510007-22-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
NMOSD wordt in verband gebracht met een hoge mate van invaliditeit en
mortaliteit, en zonder bewezen of goedgekeurde therapieën voor gebruik bij
patiënten onder de 18 jaar is er een onvervulde medische behoefte bij kinderen
met deze ziekte.
De resultaten van het hoofdonderzoek (onderzoek CD-IA-MEDI-551-1155) bij
volwassen patiënten met NMOSD toonden na 28 weken een vermindering van 77% van
het risico op ontwikkeling van NMOSD-aanvallen met inebilizumab in vergelijking
met placebo bij AQP4-IgG-seropositieve patiënten (HR: 0,227; p < 0,0001), met
een acceptabel veiligheidsprofiel (zie paragraaf2.1.4.1).
Op basis van de wezenlijke overeenkomst van de klinische kenmerken,
pathofysiologie, diagnostische criteria, reacties op behandelingen en prognose
van AQP4-IgG-positieve NMOSD bij kinderen en volwassenen, is het mogelijk dat
behandeling met inebilizumab ook klinisch voordeel oplevert voor kinderen met
NMOSD. Het voorgestelde onderzoek heeft tot doel veiligheids- en
farmacokinetische (PK/)PD-gegevens te verzamelen van proefpersonen < 18 jaar om
het mogelijke gebruik van inebilizumab als onderhoudsbehandeling bij
pediatrische patiënten met AQP4-IgG seropositieve NMOSD te informeren. In het
bijzonder zullen de gegevens die in dit onderzoek worden verkregen, modellering
en simulatie mogelijk maken als onderdeel van werkzaamheidsextrapolatie van het
NMOSD-onderzoek bij volwassenen (onderzoek CD-IA-MEDI-551-1155). Het doel en de
opzet van dit onderzoek zijn besproken en overeengekomen met het pediatrisch
comité van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en vormen een belangrijk
streefdoel als onderdeel van het pediatrisch onderzoeksplan (PIP) voor
inebilizumab bij NMOSD.
1. HRQoL-eindpunten omvatten:
- Verandering in score op de Euro Quality of Life-5 Dimension Youth (EQ-5D-Y)
schaal
- Verandering op de Pediatric Quality of Life Inventory-schaal
2. Verandering in gezichtsscherpte
3. Verandering in EDSS
4. Aanwezigheid van anti-geneesmiddelantilichamen (ADA's)
Onderzoeksopzet
Dit is een multicenter, open-label onderzoek ter evaluatie van de
farmacokinetiek (PK), farmacodynamiek (PD) en veiligheid van inebilizumab bij
in aanmerking komende pediatrische proefpersonen van 2 tot < 18 jaar met recent
actieve neuromyelitis optica-spectrumstoornis (NMOSD) die seropositief zijn
voor auto-antilichamen tegen aquaporine-4 (AQP4 immunoglobuline [Ig]G).
Na een screeningperiode van maximaal 28 dagen zullen maximaal 15 in aanmerking
komende pediatrische proefpersonen inebilizumab krijgen op dag 1 en dag 15 van
de behandelingsperiode; proefpersonen krijgen vervolgens nog een dosis
toegediend op dag 197 (week 28). Na dag 197 (week 28) zullen de proefpersonen
gedurende nog eens 12 maanden elk kwartaal worden gevolgd voor veiiligheids-,
PK/PD- en werkzaamheidsbeoordelingen (tot en met week 80 [einde van het
onderzoek]). Inebilizumab zal worden gebruikt als monotherapie voor de
behandeling van NMOSD, hoewel een initiële afbouw van corticosteroïden is
toegestaan.
Als de onderzoeker van mening is dat de proefpersoon baat zou hebben bij
voortzetting van de behandeling met inebilizumab, krijgt de proefpersoon de
mogelijkheid om inebilizumab te blijven krijgen na deelname aan het onderzoek
(bijv. via een door de opdrachtgever ondersteund programma voor gecontroleerde
toegang). Deze proefpersonen moeten het bezoek in week 52 voltooien om in
aanmerking te komen voor voortzetting van de behandeling en zullen het
onderzoek verlaten na het bezoek in week 52. Om de continuïteit van de
behandeling te behouden, vindt de volgende toediening voor deze proefpersonen
plaats onder het gecontroleerde toegangsprogramma 6 maanden na de laatste dosis
inebilizumab in dit onderzoek (dag 197).
Veiligheids- en andere gegevens zullen regelmatig worden beoordeeld door een
onafhankelijke Commissie voor gegevenscontrole (Independent Data Monitoring
Committee, IDMC).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Intraveneuze (IV) toediening van inebilizumab op dag 1, 15 en 197 als volgt: • Aan proefpersonen met een gewicht <= 37,5 kg: 8 mg/kg IV • Aan proefpersonen met een gewicht > 37,5 kg: vaste dosis van 300 mg IV
Inschatting van belasting en risico
- De bloedafname kan een beetje pijn doen. Of een blauwe plek krijgen.
- Het onderzoeksgeneesmiddel zal worden toegediend als een infuus. Dit kan
schade aan de huid, irritatie van de ader of schade aan de ader veroorzaken.
- eventuele bijwerkingen van de premedicatie die moet worden genomen voordat u
het onderzoeksgeneesmiddel krijgt.
- Het meten van de bloeddruk kan enig ongemak of blauwe plekken aan de bovenarm
veroorzaken.
Zie ook sectie 6 en 7 en bijlage D in hoofd ICF
Publiek
Horizon Therapeutics Ireland DAC 70 St. Stephens's Green
Dublin 2 D02 E2X4
IE
Wetenschappelijk
Horizon Therapeutics Ireland DAC 70 St. Stephens's Green
Dublin 2 D02 E2X4
IE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Schriftelijke geïnformeerde toestemming en alle lokaal vereiste toestemming
voor gegevensprivacy verkregen van de wettelijk gemachtigde vertegenwoordiger
van de proefpersoon in overeenstemming met regionale wet- of regelgeving en de
instemming van het onderwerp, indien van toepassing, voorafgaand aan het
uitvoeren van protocolgerelateerde procedures.
2. Mannelijke of vrouwelijke proefpersonen, minimaal lichaamsgewicht van 15 kg,
leeftijd van 2 tot <18 jaar op het moment van screening.
3. Positief serum anti-AQP4-IgG resultaat bij screening (geverifieerd door het
centrale laboratorium) en gediagnosticeerd met NMOSD.
4. Gedocumenteerde voorgeschiedenis van een of meer acute recidieven van NMOSD
in het laatste jaar, of 2 of meer acute recidieven van NMOSD binnen 2 jaar
voorafgaand aan screening.
5. Vrouwelijke personen die zwanger kunnen worden en die seksueel actief zijn
met een niet-gesteriliseerde mannelijke partner, moeten ermee instemmen om een
zeer effectieve anticonceptiemethode te gebruiken vanaf screening tot 6 maanden
na de laatste dosis onderzoeksproduct (IP)
6. Niet-gesteriliseerde mannelijke proefpersonen die seksueel actief zijn met
een vrouwelijke partner die zwanger kan worden, moeten ermee instemmen om een
mannelijk condoom te gebruiken vanaf dag 1 tot 3 maanden na de laatste dosis
IP.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Elke voorwaarde die, naar het oordeel van de onderzoeker, de evaluatie of
toediening van het IP of de interpretatie van de veiligheid van de
proefpersonen of studieresultaten zou verstoren.
2. Gelijktijdige/eerdere inschrijving in een ander klinisch onderzoek met een
experimentele behandeling binnen 4 weken of 5 gepubliceerde halfwaardetijden
van de onderzoeksbehandeling, afhankelijk van wat het langst is, voorafgaand
aan dag 1.
3. Vrouwen die borstvoeding geven, zwanger zijn of van plan zijn zwanger te
worden op enig moment vanaf de screening tot 6 maanden na de laatste dosis IP.
4. Bekende voorgeschiedenis van allergie of reactie op een onderdeel van de
IP-formulering of geschiedenis van anafylaxie na een biologische therapie
5. Bewijs van alcohol-, drugs- of chemisch misbruik, of een recente
geschiedenis van dergelijk misbruik < 1 jaar voorafgaand aan dag 1.
6. Grote operatie binnen 8 weken voorafgaand aan screening.
7. Spontane of geïnduceerde abortus, doods- of levendgeborene of zwangerschap <=
4 weken voorafgaand aan screening.
8. Bewijs van significante lever-, nier- of metabole disfunctie of significante
hematologische afwijking.
9. Ontvangst van rituximab of een experimenteel B-celdepletingsmiddel binnen 6
maanden voorafgaand aan de screening, tenzij het aantal B-cellen is
teruggekeerd naar >= de helft van het LLN.
10. Ontvangst van intraveneus immunoglobuline (IVIG) binnen één maand
voorafgaand aan dag 1
11. Ontvangst van bepaalde immunosuppressieve therapie binnen 2 maanden
voorafgaand aan dag 1
12. Ontvangst van natalizumab (Tysabri®) binnen 6 maanden voorafgaand aan dag 1
13. Ernstige allergische voorgeschiedenis van geneesmiddelen of anafylaxie voor
2 of meer voedingsmiddelen of geneesmiddelen
14. Gediagnosticeerd met een gelijktijdige auto-immuunziekte die niet onder
controle is (tenzij goedgekeurd door de medische monitor)
15. Ontvangst van een van de volgende zaken:
a. Elk levend of verzwakt vaccin binnen 4 weken voorafgaand aan dag 1
b. Bacillus Calmette-Guérin vaccin binnen een jaar na screening
c. Bloedtransfusie binnen 4 weken voorafgaand aan screening of tijdens screening
16. Klinisch significante ernstige actieve of chronische virale, bacteriële of
schimmelinfectie die behandeling met anti-infectieuze middelen vereist, binnen
2 maanden voorafgaand aan dag 1
17. Bekende voorgeschiedenis van aangeboren of verworven immunodeficiëntie die
de persoon vatbaar maakt voor infectie
18. Positieve test voor chronische hepatitis B-infectie bij screening
19. Positieve test op hepatitis C-virusantilichaam
20. Negatieve test voor varicella zoster virus (VZV)-IgG
21. Voorgeschiedenis van kanker, afgezien van plaveiselcel- of
basaalcelcarcinoom van de huid behandeld met gedocumenteerd succes van
curatieve therapie >3 maanden voorafgaand aan dag 1
22. Geschiedenis van actieve of latente tuberculose
23. Voor proefpersonen die MRI-scans kunnen ondergaan: niet in staat om een
MRI-scan te ondergaan (bijv. Overgevoeligheid voor GD die MRI-contrastmiddelen,
geïmplanteerde pacemakers, defibrillatoren of andere metalen voorwerpen op of
in het lichaam die het uitvoeren van MRI-scans beperken), of niet in staat zijn
om de MRI-procedure te verdragen of na te leven.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-510007-22-00 |
EudraCT | EUCTR2021-003528-33-NL |
CCMO | NL83400.100.23 |