De studie zal twee doses BI 685509 (2 mg en 3 mg BID) vergelijken met placebo, bovenop de standaardbehandeling, bij patiënten met CSPH met gecompenseerde alcohol gerelateerde cirrose. Het doel is om het gemiddelde verschil tussen behandelingsgroepen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegaandoeningen
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is de procentuele verandering in HVPG vanaf baseline
(gemeten in mmHg) na 24 weken behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
- Percentuele verandering in HVPG vanaf baseline (gemeten in mmHg) na 8 weken
behandeling
- Respons gedefinieerd als > 10% reductie vanaf baseline HVPG (gemeten in mmHg)
na 8 weken behandeling
- Respons gedefinieerd als > 10% reductie vanaf baseline HVPG (gemeten in mmHg)
na 24weken behandeling
- Het optreden van een of meer decompensatie gebeurtenissen (d.w.z. ascites,
varices-bloedingen en/of hepatische encefalopathie) tijdens de
behandelperiode van 24 weken
- Optreden van CTCAE graad 3 (of hoger) hypotensie of syncope op basis van de
oordeel van de onderzoeker, gedurende de eerste 8 weken van de
behandelperiode
- Optreden van CTCAE graad 3 (of hoger) hypotensie of syncope op basis van de
oordeel van de onderzoeker, tijdens de behandelperiode van 24
weken
- Stoppen met de studie vanwege hypotensie of syncope tijdens de eerste 8 weken
van de behandelperiode
- Stoppen met de studie vanwege hypotensie of syncope tijdens de
behandelperiode van 24 weken
Achtergrond van het onderzoek
Portale hypertensie (PH) is het eerste en belangrijkste gevolg van cirrose en
is verantwoordelijk
voor de meeste van zijn complicaties. De enige momenteel goedgekeurde klinische
behandeling om PH-gerelateerde decompenserende gebeurtenissen te voorkomen bij
patiënten met gecompenseerde cirrose zijn:
• endoscopische varices ligaties of,
• off-label gebruik van niet-selectieve bètablokkers (NSBB's) of carvedilol
voor de profylaxe van een eerste varicesbloeding.
Niet alle patiënten met PH bereiken echter een hemodynamische respons met deze
huidige behandel opties. NSBB's en carvedilol worden momenteel gebruikt om
complicaties van cirrose te voorkomen en de overleving van patiënten te
verbeteren. Deze voordelen treden slechts op bij minder dan de helft van de
behandelde patiënten, en meestal bij degenen die een substantiële afname van de
portale druk bereiken. Er blijft een unmet need bestaan voor een aanzienlijk
aantal patiënten die behandeling met NSBB's of carvedilol niet kunnen verdragen
vanwege een verlaagde systemische bloeddruk (BP) en hartslag (HR), en die een
hoger risico lopen op verdere progressie naar decompensatie.
Daarom is er een bestaande onvervulde medische behoefte om de portale druk te
verminderen en om leverperfusie te verbeteren in deze populatie van patiënten
met PH en vooral klinisch significant
portale hypertensie (CSPH) en gecompenseerde cirrose. CSPH wordt geassocieerd
met een
verhoogd risico op het ontwikkelen van varices, klinische decompensatie
(ascites, varices bloedingen en hepatische encefalopathie), postoperatieve
decompensatie en hepatocellulair carcinoom.
Doel van het onderzoek
De studie zal twee doses BI 685509 (2 mg en 3 mg BID) vergelijken met placebo,
bovenop de standaardbehandeling, bij patiënten met CSPH met gecompenseerde
alcohol gerelateerde cirrose. Het doel is om het gemiddelde verschil tussen
behandelingsgroepen met placebo te bepalen in procentuele verandering tussen
HVPG vanaf baseline gemeten en na 24 weken. Ook de veiligheid en
verdraagbaarheid zullen worden onderzocht.
Onderzoeksopzet
Patiënten worden betrokken bij het onderzoek en gescreend op geschiktheid nadat
ze het toestemmingsformulier hebben ondertekend. De screeningsperiode bestaat
uit maximaal 3 bezoeken (bezoek 1a, b en c) en duurt maximaal 4 weken.
Patiënten kunnen verder gaan naar het volgende bezoek wanneer de geschiktheid
van het vorige bezoek is bevestigd. Patiënten die in aanmerking blijven voor
deelname aan het onderzoek en die deze periode met succes voltooien, gaan door
naar de gerandomiseerde 24-weken dubbelblinde behandelperiode. Randomisatie
naar een van de drie behandelingsgroepen (d.w.z. een van de twee doses BI
685509 of placebo) zal plaatsvinden bij bezoek 2 in een verhouding van 1: 1: 1.
Na randomisatie zullen patiënten beginnen met de inname van het
onderzoeksmiddel en zullen ze een dosistitratieperiode ingaan. Na de
dosistitratieperiode, en als de dosis wordt verdragen, blijven de patiënten op
hun maximale geplande onderhoudsdosis voor de rest van de behandelingsperiode
totdat ze het einde van de behandeling (EoT)-bezoek en 24 weken behandeling
bereiken. Na de 24 weken durende gerandomiseerde behandelperiode zullen alle
patiënten een follow-up periode van 4 weken ingaan zonder inname van het
onderzoeksmiddel.
Zie protocolsectie 3.1.
Onderzoeksproduct en/of interventie
24 weken behandeling bestaande uit een dosistitratieperiode van twee weken en een onderhoudsperiode van 22 weken. - 50 patiënten met BI 685509 2 mg (groep 1) - 50 patiënten met BI 685509 3 mg (groep 2) - 50 patiënten met placebo (groep 3) Tabletten die tweemaal daags ingenomen moeten worden (2 tabletten per doses dus 4 tabletten per dag) Zie protocolsectie 4.1
Inschatting van belasting en risico
Belasting:
Deelnemers zullen in een periode van maximaal 34 weken, 14 keer naar het
ziekenhuis moeten komen. Tijdens de bezoeken aan het ziekenhuis worden de
volgende handelingen gedaan (totaal aantal tijdens de hele studie):
- Lichamelijk onderzoek: 3x (plus in geval de onderzoeker het nodig acht)
- Bloeddruk en hartslag meting: 12x (3 maal tijdens visites 2-5)
- Lengte, gewicht, en taille- en heupomtrek meten: 12x
- ECG: 12x (3 maal tijdens visites 2-5)
- Bloedafname: 11x
- Zwangerschapstest (indien van toepassing): 9x
- Gastroscopie: 1x
- HVPG (Lever veneuze drukgradient) meting): 3x
- Echo: 5x
- Fibroscan (van lever en milt): 5x
- Bloedafname voor biobanking (optioneel): 3x
- Patient Reported Outcomes (EQ-5D-5L, SF-36v2, CLDQ): 2x
- Deelnemers moeten nuchter naar het ziekenhuis komen op de dagen dat een HVPG
meting, gastroscopie, Fibroscan, echo, sommige
bloedafnames (veiligheidstesten, PK, biomarker of biobanking) worden gedaan:
7x
- Proefpersonen moeten 3 dagen voorafgaand aan de bezoeken waarbij PK samples
worden afgenomen een herinneringskaart invullen met het
tijdstip wanneer studiemedicatie is ingenomen: 7x
- Vrouwen mogen niet zwanger worden of borstvoeding geven tijdens het onderzoek
- Proefpersonen krijgen een apparaat mee om thuis zelf dageliijks de bloeddruk
en hartslag te meten gedurende 28 weken.
- Inname studiemedicatie (twee maal daags gedurende 24 weken).
Risico's:
Patiënten kunnen last krijgen van bijwerkingen.
Er zijn ook risico's bij de bloedafnames, HVPG metingen en de gastroscopie. Zie
protocolsectie 1.4.2.
Publiek
Basisweg 10
Amsterdam 1043 AP
NL
Wetenschappelijk
Basisweg 10
Amsterdam 1043 AP
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Getekende en gedateerde schriftelijke toestemmingsformulier in
overeenstemming met ICH-GCP en lokale wetgeving voorafgaand aan de toelating
tot het onderzoek.
2. Man of vrouw die >= 18 is (of die de wettelijke leeftijd heeft in landen waar
die ouder is dan 18) en <= 75 jaar oud is bij screening (bezoek 1a).
3. Klinische symptomen van CSPH zoals beschreven in een van de onderstaande
punten. Elke proefpersoon moet een gastroscopie ondergaan tijdens de
screeningsperiode (Bezoek 1b) of binnen 6 maanden voorafgaand aan de screening
(bezoek 1b).
• gedocumenteerd endoscopisch bewijs van slokdarmvarices en/of maagvarices bij
screening (bezoek 1b) of binnen 6 maanden voorafgaand aan screening (bezoek 1b)
• gedocumenteerd endoscopisch behandelde slokdarmvarices als preventieve
behandeling
4. CSPH gedefinieerd als baseline HVPG >= 10 mmHg (gemeten bij bezoek 1c),
gebaseerd op een lokale interpretatie van de drukmeting.
5. Diagnose van gecompenseerde alcohol-gerelateerde cirrose. De diagnose moet
gebaseerd zijn op histologie (historische gegevens zijn acceptabel) of op
klinisch bewijs van cirrose (bijv. aantal bloedplaatjes < 150 x 109/L [150 x
103/µl], nodulair leveroppervlak op beeldvorming of splenomegalie).
6. Onthouding van significant alcoholmisbruik gedurende minimaal 2 maanden
voorafgaand aan screening (bezoek 1a), en het vermogen om zich te onthouden van
alcohol gedurende het hele onderzoek (beide geëvalueerd op basis van het
oordeel van de onderzoeker).
7. Bereid en in staat om HVPG-metingen te ondergaan zoals in het protocol
beschreven (gebaseerd op het oordeel van de onderzoeker).
8. Als statines worden gebruikt, moet de dosis stabiel zijn gedurende ten
minste 3 maanden voorafgaand aan de screening (bezoek 1b), zonder geplande
dosiswijziging gedurende het onderzoek.
9. Als een behandeling met NSBB's of carvedilol wordt gebruikt, moet de dosis
stabiel zijn gedurende ten minste 1 maand voorafgaand aan de screening (bezoek
1b), zonder geplande dosiswijziging gedurende het onderzoek.
10. Vrouwen die kinderen kunnen krijgen, moeten zeer effectieve
anticonceptiemethoden gebruiken volgens ICH M3 (R2). Dit resulteert in een laag
uitvalpercentage van minder dan 1% per jaar bij consistent en correct gebruik
vanaf het randomisatiebezoek (bezoek 2) tot 7 dagen na de laatste behandeling
in deze studie.
11. Mannen die een kind kunnen verwekken en die een vrouwelijke seksuele
partner hebben die kinderen kunnen krijgen, moeten een condoom gebruiken met of
zonder zaaddodend middel, of volledige seksuele onthouding aannemen, of een
vasectomie ondergaan, vanaf het randomisatiebezoek (bezoek 2) tot 7 dagen na de
laatste behandeling in deze studie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Eerdere klinisch significante decompensatie gebeurtenissen (bijv. ascites
[meer dan perihepatische ascites], VH en/of schijnbare HE).
2. Geschiedenis van andere vormen van chronische leverziekte (bijv.
niet-alcoholische steatohepatitis [NASH], hepatitis B-virus [HBV], onbehandelde
HCV, auto-immuunziekte van de lever, primaire biliaire sclerose, primaire
scleroserende cholangitis, ziekte van Wilson, hemachromatose, alfa-1
antitrypsine [A1At]-deficiëntie).
3. Heeft curatieve antivirale therapie gekregen met direct werkende antivirale
middelen in de afgelopen 2 jaar voor HCV, of, als een dergelijke behandeling >
2 jaar geleden was en er is geen aanhoudende virologische respons (SVR) bij
screening, of, moet curatieve antivirale therapie nemen met direct werkende
antivirale middelen tijdens het onderzoek.
4. ARLD zonder adequate behandeling (bijv. aanpassing van levensstijl) of met
aanhoudend pathologisch drinkgedrag (alcoholmisbruik gebaseerd op het oordeel
van de onderzoeker).
5. Moet of wil doorgaan met de inname van medicijnen die voor dit onderzoek
verboden zijn of een andere gelijktijdige therapie die waarschijnlijk (op basis
van het oordeel van de onderzoeker) de veilige uitvoering van het onderzoek
verstoren.
6. SB < 100 mmHg en DB < 70 mmHg bij screening (bezoek 1a).
7. Model of End-stage Liver Disease (MELD) score van > 15 bij screening (bezoek
1a), berekend door het centrale laboratorium.
8. Leverfunctiestoornis gedefinieerd als een Child-Turcotte-Pugh-score >= B8 bij
screening (bezoek 1a), berekend door het lokale centrum, met behulp van
centrale laboratoriumresultaten.
9. ALT of AST > 5 maal de bovengrens van normaal (ULN) bij screening (bezoek
1a), gemeten door het centraal laboratorium.
10. eGFR (CKD-EPI formule) < 20 mL/min/1,73 m2 bij screening (bezoek 1a),
gemeten door het centraal laboratorium.
11. Alfa-fetoproteïne > 50 ng/ml (> 50 µg/L) bij screening (bezoek 1a), gemeten
door het centraal laboratorium.
12. Een actieve infectie met SARS-CoV-2 (of van wie bekend is dat deze een
positieve test heeft vanaf screening [bezoek 1a] tot randomisatie [bezoek 2]).
13. Voorafgaande orthotope levertransplantatie.
14. Voorafgaande of geplande TIPS of andere porto-systemische bypass-procedure.
15. Bekende poortadertrombose.
16. Geschiedenis van klinisch relevante orthostatische hypotensie, flauwvallen
of black-outs als gevolg van hypotensie of van onbekende oorsprong (op basis
van het oordeel van de onderzoeker).
17. Elke gedocumenteerde actieve of vermoedelijke maligniteit of
voorgeschiedenis van maligniteit binnen 5 jaar voorafgaand aan screening
(bezoek 1a), behalve adequaat behandelde basaalcelcarcinoom van de huid of in
situ carcinoom van de baarmoederhals.
18. QTcF-interval > 450 ms bij mannen of > 470 ms bij vrouwen bij screening,
een familiegeschiedenis van lang QT-syndroom, of gelijktijdig gebruik van
therapieën met een bekend risico op Torsade de Pointes bij screening of
geplande start van dergelijke therapieën tijdens het onderzoek.
19. Grote operatie (op basis van het oordeel van de onderzoeker) uitgevoerd
binnen 3 maanden voorafgaand aan randomisatie (bezoek 2) of gepland tijdens het
onderzoek, b.v. heup vervanging.
20. Contra-indicatie voor een van de onderzoekshandelingen (bijv. slechte
medewerking van de patiënt bij gastroscopie, pacemakers voor FibroScan [indien
gecontra-indiceerd op basis van goedkeuring op de lokale markt] enz.).
21. Geschiedenis van (in de 6 maanden voorafgaand aan randomisatie [bezoek 2]),
of aanhoudend, chronisch drugsmisbruik. Of het niet naar verwachting voldoen
aan de protocolvereisten om een andere reden die, op basis van het oordeel van
de onderzoeker, de patiënt een onbetrouwbare proefpersoon of die het onderzoek
waarschijnlijk niet voltooit zoals gepland.
22. Elke andere medische aandoening die, op basis van het oordeel van de
onderzoeker, een veiligheidsrisico voor de patiënt vormt of de doelstellingen
van het onderzoek kan belemmeren.
23. Eerdere randomisatie in deze studie, eerdere blootstelling aan BI 685509,
of een allergie/contra-indicatie voor BI 685509 en bijpassende placebo / of een
van hun hulpstoffen.
24. Momenteel deelneemt in een ander onderzoek met een apparaat of medicijn. Of
minder dan 30 dagen of 5 halfwaardetijden (afhankelijk van wat langer is)
voorafgaand aan randomisatie (bezoek 2) sinds het beëindigen van een ander
onderzoek met een apparaat of medicijn, of het ontvangen van andere
onderzoeksbehandeling(en).
25. Vrouwen die zwanger zijn, borstvoeding geven of van plan zijn zwanger te
worden tijdens het onderzoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2021-001285-38-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT05161481 |
CCMO | NL78570.018.21 |