Dit onderzoek heeft tot doel aan te tonen dat een individueel afgestemde ablatiestrategie die zich richt op gebieden met spatiotemporale dispersie in combinatie met longaderisolatie superieur is aan een anatomische probabilistische ablatiestrategie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Geen gedocumenteerde boezemfibrillatie, al dan niet met anti-aritmica, 12
maanden na één enkele initiële ablatie-ingreep.
Secundaire uitkomstmaten
2. Geen gedocumenteerde boezemfibrillatie en atriale tachycardie (AT), na één
ingreep, al dan niet met anti-aritmica, na 12 maanden
3. Geen gedocumenteerde boezemfibrillatie/AT, na een of meer ingrepen, al dan
niet met anti-aritmica, na 12 maanden
4. Geen gedocumenteerde boezemfibrillatie, na een of meer ingrepen, al dan niet
met anti-aritmica, na 12 maanden
5. Samengesteld veiligheidseindpunt na 12 maanden: overlijden,
cerebrovasculaire accidenten of ernstig behandelingsgerelateerd ongewenst
voorval
Achtergrond van het onderzoek
In de afgelopen 20 jaar is boezemfibrillatie een groot probleem geworden voor
de volksgezondheid. Boezemfibrillatie is de meest voorkomende aritmie bij
volwassenen en treft alleen al in de Europese Unie ongeveer 10 miljoen
patiënten. Boezemfibrillatie gaat gepaard met aanzienlijke morbiditeit en
mortaliteit en een verminderde kwaliteit van leven, en draagt bij tot stijgende
zorgkosten in westerse landen. Desondanks is de behandeling van
boezemfibrillatie nog steeds in hoge mate suboptimaal. Er wordt geschat dat met
de huidige behandelmethoden slechts de helft van de patiënten met
geneesmiddel-refractaire boezemfibrillatie ooit van de ziekte geneest.5 Een van
de belangrijkste knelpunten bij het verbeteren van de behandeling van
boezemfibrillatie is de moeilijkheid om de aritmie duurzaam te beëindigen en te
voorkomen dat deze opnieuw optreedt. In de afgelopen jaren heeft intens
onderzoek geleid tot de ontwikkeling van een interventionele aanpak voor het
genezen van boezemfibrillatie, te weten katheterablatie. Ablatie bestaat uit
het inbrengen van katheters in het hart en het toedienen van
weefsel-modificerende energie in bepaalde subregio's. Ablatie heeft veel hoop
gewekt bij patiënten en zorgverleners, maar het succespercentage op de lange
termijn (~50%) blijft misleidend, met name voor patiënten met aanhoudende
boezemfibrillatie.
Hoewel er diverse ablatiestrategieën zijn voorgesteld met heterogene
resultaten, is longaderisolatie (pulmonary vein isolation, PVI) naar voren
gekomen als de basismethode. De klinische werkzaamheid van longaderisolatie
voor het onder controle brengen van boezemfibrillatie wordt echter beperkt door
terugkerende aritmieën doordat de longader opnieuw vast komt te zitten en/of
non-longader-triggers. Longaderisolatie volstaat derhalve niet om alle soorten
patiënten met boezemfibrillatie te behandelen. In verschillende publicaties
wordt vermeld dat het succespercentage van een ablatieprocedure verbeterd zou
kunnen worden als een subset van intracardiale elektrogrammen geïdentificeerd
zou kunnen worden. Dergelijke methoden, op elektrogrammen gebaseerde ablatie
genoemd, vereisen specialistische vaardigheden of anders analytische software
om de relevante elektrogrammen precies te kunnen identificeren. Eerder
onderzoek heeft gewezen op het nut van het herkennen van multipolaire
intracardiale elektrogrammen met spatiotemporale dispersie. Er werd met name
aangetoond dat het vermogen om gedispergeerde intracardiale elektrogrammen
(EGM's) te identificeren cruciaal zou kunnen zijn voor het slagen van de
ablatie.
Achtergrondonderzoeken
In het Substrate HD-onderzoek (ClinicalTrials.gov-identificatiecode:
NCT02093949) gepubliceerd in het Journal of the American College of Cardiology
in 2017 werden de visuele criteria beschreven die kunnen worden gebruikt voor
het identificeren van intracardiale elektrogrammen met spatiotemporale
dispersie. In deze publicatie werden ook preliminaire bevindingen gepresenteerd
die ondersteunen dat de gerichte ablatie van gedispergeerde elektrogrammen een
doeltreffende methode zou kunnen zijn voor patiënten met boezemfibrillatie.
Het succes van de procedure met op elektrogrammen gebaseerde ablatie is
afhankelijk van de ervaring en vaardigheden van de gebruiker met/in het
ontcijferen van verschillende lijnen en het tegelijkertijd inbrengen van
intracardiale katheters met millimeterprecisie. Het complexiteitsniveau van
gedispergeerde EGM's is zodanig dat enkele jaren ervaring nodig zijn om
gedispergeerde EGM's op betrouwbare wijze te kunnen analyseren. Er zijn
meerdere innovatieve oplossingen ontwikkeld om de EGM-analyse tijdens de
ablatie bij boezemfibrillatie te vergemakkelijken. De module CARTO CFAEs biedt
bijvoorbeeld cartografische informatie op basis van meting van fractionering
van elektrogrammen. Bij dit soort producten worden echter afzonderlijke
procedurele datasets geanalyseerd. Deze technologie *negeert* zodoende
analytische parameters die betrekking hebben op eerdere vergelijkbare
procedures. De ontwikkeling van de algoritmes van Volta Medical, op basis van
kunstmatige intelligentie (AI), is een poging om te voorzien in de medische
behoefte aan een automatische en betrouwbare detectie van gedispergeerde
elektrogrammen. De methoden berusten op het conceptualiseren van een
discriminerend algoritme, waarbij geanonimiseerde informatie wordt gehaald uit
een zeer grote database met intracardiale EGM's.
In het Ev-AIFib-onderzoek (ClinicalTrials.gov-identificatiecode: NCT03434964)
werden de prestaties en veiligheid van VX1, de meest geavanceerde software van
Volta Medical, geëvalueerd bij 300 patiënten, in 8 onderzoekscentra en met 18
gebruikers. De conclusie was dat VX1 heel geschikt is voor het in realtime
detecteren van spatiotemporale dispersie tijdens een ablatieprocedure bij
boezemfibrillatie (artikel in voorbereiding).
Doel van het onderzoek
Dit onderzoek heeft tot doel aan te tonen dat een individueel afgestemde
ablatiestrategie die zich richt op gebieden met spatiotemporale dispersie in
combinatie met longaderisolatie superieur is aan een anatomische
probabilistische ablatiestrategie waarbij alleen longaderisolatie plaatsvindt
voor de behandeling van aanhoudende boezemfibrillatie. Elektrogrammen met
spatiotemporale dispersie worden geïdentificeerd met behulp van VX1.
Onderzoeksopzet
Single-blind, gerandomiseerd vergelijkend onderzoek
Ratio 1:1
Behandelingsarm:
• een standaard AF-ablatie, waarbij de longaders worden geïsoleerd
(standaardbehandeling),
• een aangepaste AF-ablatie, waarbij behalve isolatie van longaders met de
VX1-software ook complexe fysiologische signalen worden geanalyseerd en
aangepakt.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten zullen gerandomiseerd worden tot 1 van de volgende ablatie-ingrepen: - een standaard AF-ablatie, waarbij de longaders worden geïsoleerd (standaardbehandeling), - een aangepaste AF-ablatie, waarbij behalve isolatie van longaders met de VX1-software ook complexe fysiologische signalen worden geanalyseerd en aangepakt.
Inschatting van belasting en risico
De boezemfibrillatie kan door deelname aan dit onderzoek afnemen of niet.
Deelname aan dit onderzoek helpt artsen echter om meer te weten te komen over
de behandeling van boezemfibrillatie.
Dit kan andere patiënten met dezelfde gezondheidsklachten in de toekomst helpen.
Tot de mogelijke nadelen van deelname aan dit onderzoek behoren complicaties
van de ablatie-ingreep.
Deelname aan het onderzoek betekent ook:
- aanvullende onderzoeken (wekelijks ECG en vragenlijsten over kwaliteit van
leven);
- dat patiënten afspraken heeft waaraan hij/zij zich moet houden;
Publiek
Avenue Jules Cantini 65
Marseille 13006
FR
Wetenschappelijk
Avenue Jules Cantini 65
Marseille 13006
FR
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patie*nten vanaf 18 jaar die in aanmerking komen voor een eerste
boezemfibrillatie-ablatie 2. Symptomatische boezemfibrillatie die refractair is
tegen ten minste e*e*n anti-aritmicum 3. Aanhoudende of langdurig aanhoudende
boezemfibrillatie met documentatie van (ecg, Holter, brief van arts): • duur
boezemfibrillatie >= 3 maanden en <= 5 jaar Of • 1 doeltreffende cardioversie,
gevolgd door recidiverende boezemfibrillatie gedurende >= 3 maanden 4. Continue
anticoagulatie met warfarine (INR 2-3) of NOAC gedurende > 4 weken vo*o*r
ablatie 5. Patie*nt moet bereid en in staat zijn om schriftelijk gei*nformeerde
toestemming te geven voor deelname aan het klinische onderzoek 6. Maximaal 70%
van de patie*nten (240 patie*nten) met aanhoudende boezemfibrillatie < 12
maanden (> 30% langdurig aanhoudende boezemfibrillatie >= 12 maanden)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Paroxysmale en kortdurende boezemfibrillatie < 3 maanden 2. Langdurig
aanhoudende boezemfibrillatie > 5 jaar 3. >= 2 eerdere niet-doeltreffende
cardioversiesessies in geval van onbepaalde boezemfibrillatie-duur 4. Ernstige
obesitas (BMI > 40) 5. Sterk vergroot linkeratrium (LA) (bijv. diameter LA > 55
mm en/of volume LA > 85 ml en/of oppervlakte LA > 40 cm2) 6. Patie*nten met
boezemfibrillatie als gevolg van een duidelijke, omkeerbare oorzaak 7.
Ontoereikende anticoagulatie zoals gedefinieerd in de inclusiecriteria 8.
Trombus LA bij transoesofageale echocardiografie (TEE) vo*o*r de ingreep 9.
Contra-indicaties voor anticoagulatie (heparine, warfarine of NOAC) 10.
Patie*nten die zwanger zijn of mogelijk zwanger zijn 11. Eerdere chirurgische
ablatie of katheterablatie vanwege boezemfibrillatie 12. Hartchirurgie in de
afgelopen 2 maanden (60 dagen) (met inbegrip van PCI) 13. Myocardinfarct in de
afgelopen 2 maanden (60 dagen) 14. Eerdere AV-klepchirurgie 15.
Voorgeschiedenis van bloedstolselvorming of bloedingsafwijkingen 16.
Gedocumenteerd trombo-embolisch voorval (met inbegrip van TIA) in de afgelopen
12 maanden (365 dagen) 17. Reumatische hartaandoening 18. Ernstig chronisch
hartfalen (NYHA-functieklasse III en IV en/of LVEF < 25%) 19. In afwachting van
harttransplantatie of andere hartchirurgie binnen 12 maanden (365 dagen) 20.
Instabiele angina pectoris in de afgelopen maand 21. Acute ziekte of actieve
systemische infectie of sepsis 22. Boezemfibrillatie als gevolg van een
verstoorde elektrolytenbalans, een schildklieraandoening, of een onomkeerbare
of niet-cardiale oorzaak 23. Diagnose van atriaal myxoom 24. Significante
ernstige longaandoening (bijv. restrictieve longaandoening, constrictieve of
chronische obstructieve longaandoening) of een andere aandoening of verstoorde
functie van longen of ademhalingsstelsel die chronische symptomen veroorzaakt
25. Significante aangeboren afwijking die of medisch probleem dat naar het
oordeel van de onderzoeker een beletsel zou vormen voor deelname 26. Deelname
aan een experimenteel onderzoek naar een ander hulpmiddel, biological of
geneesmiddel 27. Aanwezigheid van intramurale trombus, tumor of andere
afwijking of aandoening die vasculaire toegang of manipulatie van de katheter
belet 28. Een levensverwachting van minder dan 12 maanden of andere
ziekteprocessen waardoor de overleving waarschijnlijk minder dan 12 maanden zal
bedragen 29. Acute COVID19-infectie (koorts en/of biologisch
ontstekingssyndroom, en positieve test gedocumenteerd)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | 2020-A02659-30 |
CCMO | NL75330.028.21 |