Wij zullen hersenactiviteit longitudinaal onderzoeken bij deze patiënten, om te onderzoeken (1) of hersenactiviteit bij herhaalde metingen onveranderd blijft bij stabiele ziekte, (2) of betekenisvolle veranderingen in hersenactiviteit bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Zenuwstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
(1) MEG/EEG hersenactiviteit op verschillende momenten tijdens de behandeling,
en (2) radiologische en klinische indicaties van tumorgroei.
Secundaire uitkomstmaten
(1) chemical exchange saturation transfer (CEST) MRI en (2) resting-state
functional MRI (rsfMRI) tijdens verschillende tijdpunten van de behandeling.
Achtergrond van het onderzoek
Gliomen zijn tumoren van het centraal zenuwstelsel en hebben een bijzonder
slechte prognose, gecombineerd met een onvoorspelbaar beloop. Het glioblastoom
is de meest kwaadaardige variant van het glioom: tumorcellen dringen diep door
in het gezonde hersenweefsel, waardoor er na operatie (de eerste keuze qua
behandeling) altijd kwaadaardige cellen achterblijven. Aanvullende behandeling
met een combinatie van bestraling en chemotherapie in de vorm van temozolomide
is noodzakelijk om de (groei van de) achtergebleven tumorcellen zoveel mogelijk
uit te schakelen. Echter, de achtergebleven tumorcellen zullen altijd, na
kortere of langere tijd, weer versneld gaan groeien. Patiënten met een
glioblastoom hebben daarom zelfs met optimale behandeling een prognose van
ongeveer 16-18 maanden.
In twee op de drie glioblastoompatiënten worden binnen drie maanden na afronden
van de chemoradiatie veranderingen op de scan gezien die zowel bij groei van de
tumor (tumorprogressie) als behandelingseffecten (pseudoprogressie) kunnen
passen.18,19 Met de standaard beeldvormende technieken, met name magnetic
resonance imaging (MRI), kan dit belangrijk verschil (nog) niet geobjectiveerd
worden. Ook andere tactieken om dit onderscheid te maken laten te wensen over:
een nieuwe operatie heeft vaak te hoge risico*s voor de patiënt, maar zelfs na
een operatie voor weefselverificatie blijft de diagnose regelmatig onduidelijk:
histologische verificatie toont dikwijls tekenen van zowel actieve tumorcellen
als tekenen van schade door de behandeling (pseudoprogressie genoemd).
Bovendien komen traditionele MRI en weefseldiagnose in slechts 30% van de
patiënten overeen.
Deze onduidelijkheid leidt ertoe dat bij tot wel 50% van de patiënten de
behandeling onterecht vroegtijdig wordt gestaakt, terwijl andere patiënten
onnodig lang worden doorbehandeld. Daarnaast nemen patiënten soms deel aan
experimentele geneesmiddelenstudies in de veronderstelling dat er sprake is van
een tumorrecidief, terwijl er in werkelijkheid sprake is van pseudoprogressie.
Het zo vroeg mogelijk goed onderscheiden van echte progressie en
pseudoprogressie is daarom van cruciaal belang voor een optimale behandeling
bij deze patiënten.
Hersenactiviteit is mogelijk in staat om echte progressie van pseudoprogressie
te onderscheiden: uit preklinisch onderzoek in dieren en menselijk weefsel is
enerzijds gebleken dat hogere activiteit van hersencellen rondom een glioom
leidt tot tumorgroei. Anderzijds zorgt tumorgroei weer voor meer activiteit van
hersencellen rondom de tumor. Dit betekent dat hersenactiviteit en tumorgroei
hand in hand gaan, en dat hersenactiviteit wellicht een goede maat is voor de
activiteit van het glioom, ook wanneer de standaard MRI niet in staat is om
groei goed te meten. Magnetoencefalografie (MEG) en electroencefalografie (EEG)
worden gebruikt om hersenactiviteit bij mensen te meten op een niet-invasieve
manier.
In eerdere studies hebben wij ten eerste laten zien dat hersenactiviteit bij
mensen met een glioom gemakkelijk te meten is met MEG. Tijdens een meting ligt
de patiënt comfortabel, met het hoofd in een helm. Vervolgens wordt de
hersenactiviteit gedurende een aantal minuten gemeten, waar geen straling of
harde geluiden bij van pas komen.
Wij hebben al aangetoond dat MEG hersenactiviteit in glioompatiënten
gerelateerd is aan de processen die ten grondslag liggen aan de relatie tussen
hersenactiviteit en tumorgroei. Bovendien bleek uit ons eerdere onderzoek dat
MEG hersenactiviteit voorspellend is voor de progressievrije overleving van
deze patiënten: patiënten met hogere hersenactiviteit hebben een significant
kortere tijd tot progressie dan patiënten met lagere hersenactiviteit, zowel
wanneer we die hersenactiviteit meten bij diagnose als wanneer we de
hersenactiviteit meten kort na resectie.
Doel van het onderzoek
Wij zullen hersenactiviteit longitudinaal onderzoeken bij deze patiënten, om te
onderzoeken (1) of hersenactiviteit bij herhaalde metingen onveranderd blijft
bij stabiele ziekte, (2) of betekenisvolle veranderingen in hersenactiviteit
bij tumorprogressie groter zijn dan de normale variatie tussen opeenvolgende
metingen, en (3) of het mogelijk is om een afkapwaarde vast te stellen qua
hersenactiviteit die met voldoende sensitiviteit en specificiteit aangeeft of
er sprake is van tumorprogressie in plaats van pseudoprogressie.
Onderzoeksopzet
Longitudinaal observationeel onderzoek.
Inschatting van belasting en risico
Er is geen risico gemoeid bij deze studie. De belasting bestaat uit maximaal
2.5 uur per tijdspunt (waarvan 30 minuten thuis uitgevoerd kan worden), over
maximaal 5 tijdspunten.
Publiek
De Boelelaan 1107
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappelijk
De Boelelaan 1107
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
(1) leeftijd > 17 jaar oud, (2) histopathologisch bevestigd glioom, (3) in
staat om te starten met radiotherapie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
(1) psychiatrische aandoening of symptomen op het moment van inclusie, (2)
andere comorbiditeit in het centraal zenuwstelsel, met name cerebrovasculaire
aandoeningen, multiple sclerosis, ziekte van Alzheimer, (3) onvoldoende
beschikking over Nederlandse taal, (4) niet in staat tot adequate communicatie.
Voor de additionele MRI sequenties worden patienten met MRI incompatibiliteiten
geexcludeerd.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL76472.029.21 |
Ander register | NL9817 |