Deze studie evalueert de impact van de verschillende uitkomsten van prenatale exoom sequencing (diagnose, onduidelijke bevinding, toevalsbevinding) op de keuzes die ouders maken en hun psychologisch welbevinden, vergeleken tussen een brede analyse…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Congenitale en erfelijke aandoeningen NEG
- Foetale complicaties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Percentage van de verschillende uitkomsten van prenatale exoom sequencing:
definitieve diagnose, bevindingen waarvan niet helemaal zeker is of dit de
echo-afwijking(en) verklaart, en toevalsbevindingen
Secundaire uitkomstmaten
- Impact van de prenatale exoom sequencing uitslag op de klinische zorg,
inclusief chirurgische interventies in de baarmoeder, zwangerschapsbeëindiging,
keuzes omtrent bevalling en neonataal beleid;
- Psychologisch welzijn van ouders naar aanleiding van de resultaten en
meningen over de verschillende analyse strategieën (breed of genpanel), in
kaart gebracht met vragenlijsten;
- Effect van verschillende analyse strategieen (brede analyse of genpanel
analyse) op de verschillende uitkomsten van prenatale exoom sequencing
(definitieve diagnose, bevindingen waarvan niet helemaal zeker is of dit de
echo-afwijking(en) verklaart, en toevalsbevindingen);
- Hoeveelheid nieuw geïdentificeerde ziekte-veroorzakende gen varianten.
Achtergrond van het onderzoek
Aangeboren afwijkingen, gedetecteerd met prenatale echo, zijn aanwezig in 2-3%
van alle zwangerschappen. De diagnose van een genetisch syndroom als
onderliggende oorzaak heeft vaak significante consequenties voor de prognose en
daarom ook een significante impact op de verdere kinderwens van ouders. Naast
chromosomaal testen, wordt in toenemende mate prenatale exoom sequencing
ingezet. Diagnostische opbrengst is veelbelovend, maar nog geen enkele studie
rapporteert over de daadwerkelijke implementatie van prenatale exoom sequencing
in routine zorg waardoor er kennishiaten blijven bestaan. Deze kennishiaten
betreffen de beste balans tussen voor- en nadelen van prenatale exoom
sequencing, wat samenhangt met de beste analyse techniek (brede analyse of een
analyse van een genpanel). Een brede analyse geeft waarschijnlijk een hogere
diagnostische opbrengst maar het is onbekend of de grotere kans op een diagnose
waarvan niet helemaal zeker is of dit de echo-afwijking(en) verklaart
(onduidelijke bevinding) en toevalsbevindingen, tegen dit voordeel opweegt als
het gaat om psychologisch welzijn van ouders.
Doel van het onderzoek
Deze studie evalueert de impact van de verschillende uitkomsten van prenatale
exoom sequencing (diagnose, onduidelijke bevinding, toevalsbevinding) op de
keuzes die ouders maken en hun psychologisch welbevinden, vergeleken tussen een
brede analyse en een genpanel analyse, om op die manier de beste balans vast te
stellen tussen voor- en nadelen betreffende de inzet van prenatale exoom
sequencing.
Onderzoeksopzet
Dit is een observationele multicenter studie met prospectieve data verzameling.
Patiënten worden via hun klinisch geneticus geïnformeerd over de studie,
wanneer ze counseling krijgen over prenatale exoom sequencing. Vervolgens zal
de behandelend klinisch geneticus of de onderzoeker (PhD kandidaat) informed
consent afnemen en de PIF verstrekken. Data wordt verzameld van exoom analyse,
uit elektronisch patiëntendossiers en bij de geboorte van een kind wordt ook
informatie opgevraagd bij het consultatiebureau. Vragenlijsten worden online
verstuurd (Q1) op het moment van inclusie tijdens de counseling over prenatale
exoom sequencing, (Q2) 1 tot 2 weken na de uitslag en (Q3) 6 tot 8 weken na
bevalling of zwangerschapsbeëindiging.
In een subset van patiënten uit het LUMC (doel is n=15) worden tevens twee
telefonische interviews afgenomen, met soortgelijke vragen als in de
vragenlijsten. Het eerste interview zal plaatsvinden na het gesprek met de
klinisch geneticus en voor dat de uitslag bekend is. Het tweede interview zal
ongeveer zes maanden na het resultaat afgenomen worden. De geanonimiseerde
interview data wordt geanalyseerd samen met een vergelijkend cohort van een
Australische onderzoeksgroep ('PreGen').
Inschatting van belasting en risico
Aangezien deze studie meerderjarige, wilsbekwame patiënten vraagt om
vragenlijsten in te vullen en eventueel toestemming voor telefonische
interviews, lopen zij geen fysiek risico. Mogelijke lasten zijn;
- De extra tijd die patiënten kwijt zijn voor het invullen van de vragenlijsten
(ongeveer 1 uur verdeeld over 1 jaar) en de eventuele telefonische interviews
(ongeveer anderhalf uur verdeeld over zes maanden).
- Psychologisch ongemak vanwege gevoelige vragen over onder andere spijt van
een eventuele zwangerschapsbeëindiging.
Deze mogelijke lasten zijn in verhouding met de wetenschappelijke waarde van de
uitkomsten van dit onderzoek, zeker omdat de uitkomsten juist gebruikt worden
om psychologisch ongemak in de toekomst te verminderen voor ouders.
Publiek
Albinusdreef 2
RC 2300
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
RC 2300
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Zwangeren en hun partners waarbij een of meer aangeboren afwijkingen zijn
vastgesteld op de echo tijdens de zwangerschap, die prenatale exoom sequencing
laten doen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Er zijn geen exclusiecriteria.
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL77927.058.21 |