Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-509405-77-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het doel van dit veiligheidsinleidingsonderzoek is om te bestuderen of encorafenib en cetuximab in combinatie met chemotherapie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire doelstellingen Veiligheidsinleiding:
- Om de veiligheid en verdraagbaarheid van EC + mFOLFOX6 en EC + FOLFIRI te
bepalen
Primaire doelstellingen fase 3:
- Om de werkzaamheid van EC + mFOLFOX6 (Arm B) versus SOC (controle-arm [arm
C]) te vergelijken, zoals gemeten door PFS en ORR
Primaire doelstellingen cohort 3:
- De werkzaamheid van EC + FOLFIRI (arm D) vergelijken met FOLFIRI met of
zonder bevacizumab (controlearm [arm E]), zoals gemeten met ORR
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen Veiligheidsinleiding:
- Beoordeel de algehele veiligheid en verdraagbaarheid van EC + mFOLFOX6 en EC
+ FOLFIRI
- Schat de werkzaamheid van EC + mFOLFOX6 en EC + FOLFIRI
- Schat de werkzaamheid van EC + mFOLFOX6 en EC + FOLFIRI
- Karakteriseren van de farmacokinetiek van encorafenib, irinotecan,
oxaliplatine en relevante metaboliet
- Beoordeel de geneesmiddelinteractie van encorafenib met irinotecan of
oxaliplatine
Secundaire doelstellingen fase 3:
- Verder vergelijken van de werkzaamheid van arm B versus de controlearm zoals
gemeten door OS
- Verder vergelijken van de werkzaamheid van arm B versus de controlearm zoals
gemeten door ORR, DOR, PFS, PFS2 en TTR
- Vergelijk de werkzaamheid van EC (arm A) versus de controlearm zoals gemeten
door ORR, DOR, PFS, PFS2, TTR en OS
- Vergelijk de werkzaamheid van arm A versus arm B zoals gemeten door OS, PFS,
PFS2, ORR, DOR en TTR
- Bepaal de veiligheid en verdraagbaarheid van EC
- Bepaal de veiligheid en verdraagbaarheid van EC + mFOLFOX6
Secundaire doelstellingen fase 3:
- Verder vergelijken van de werkzaamheid van arm D versus arm E zoals gemeten
door PFS
Achtergrond van het onderzoek
De combinatie van encorafenib en cetuximab is goedgekeurd door
gezondheidsinstanties (bijv. de Amerikaanse FDA) voor de behandeling van
volwassen patiënten met darmkanker met metastatische BRAF V600E-mutatie na
eerdere behandelingen, maar niet voor patiënten die geen eerdere behandelingen
hebben gehad.
Chemotherapie met mFOLFOX6 en FOLFIRI is een standaardbehandeling voor
metastatische darmkanker. Door encorafenib en cetuximab samen met mFOLFOX6 of
FOLFIRI toe te dienen, willen onderzoekers zien of de onderzoeksmiddelen als
combinatie beter werken. Uw onderzoeker of het onderzoeksteam zal u laten weten
welke combinatie u krijgt.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-509405-77-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het doel van dit veiligheidsinleidingsonderzoek is om te bestuderen of
encorafenib en cetuximab in combinatie met chemotherapie (mFOLFOX6 of FOLFIRI)
veilig zijn en gunstige effecten hebben op u en uw darmkanker. Dit is een klein
inleidend onderzoek om de meest verdraagbare combinatie te vinden voorafgaand
aan het hoofdonderzoek. Uw onderzoeker zal u laten weten aan welke combinatie u
bent toegewezen als u in aanmerking komt voor dit onderzoek.
Het doel van het hoofdonderzoek, na dit veiligheidsinleidingsonderzoek, is om
meer te weten te komen over de effecten van de onderzoeksmiddelen (encorafenib
en cetuximab) in combinatie met chemotherapie (mFOLFOX6 of FOLFIRI genoemd)
voor de behandeling van darmkanker met metastatische BRAF V600E-mutant. Deze
onderzoeksmiddelen zijn experimentele geneesmiddelen omdat ze in Nederland niet
als combinatie zijn goedgekeurd als eerste behandeling voor darmkanker met
metastatische BRAF V600E-mutant.
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label, gerandomiseerde studie met een Safety Lead-in, gevolgd
door het fase 3-deel van de studie. Het primaire doel is behandeling en
interventie zal gebeuren met behulp van een parallel model.
Deelnemers komen in aanmerking voor het onderzoek op basis van identificatie
van een BRAF V600E-mutatie in de tumor, zoals bepaald door het centrale
laboratorium als onderdeel van de moleculaire voorscreening voor het onderzoek
of door een lokaal testresultaat van de tumor of het bloed dat op enig moment
voorafgaand aan de screening is verkregen .
Aangezien het EG-regime niet eerder is gecombineerd met cytotoxische
chemotherapie, omvat het onderzoek een SLI, uit te voeren op een beperkt aantal
locaties, om de veiligheid / verdraagbaarheid en farmacokinetiek van EC te
evalueren in combinatie met elk van de SOC eerstelijns mCRC regimes mFOLFOX6 en
FOLFIRI bij maximaal 30 patiënten per cohort. Deelnemers zullen op doorlopende
basis worden toegewezen om EC + mFOLFOX6 of FOLFIRI te ontvangen, elk gedoseerd
met hun volledige gelabelde doses. Opeenvolgende patiënten zullen indien
mogelijk op een alternatieve manier aan elk cohort worden toegewezen op basis
van geschiktheidscriteria.
Zodra de SLI is voltooid, worden de volgende in aanmerking komende deelnemers
gerandomiseerd 1: 1: 1 om EC (arm A), EC + mFOLFOX6 of FOLFIRI te ontvangen
zoals bepaald in de SLI (arm B), of de keuze van de arts voor SOC-regimes die
doorgaans worden gebruikt in de eerstelijns mCRC-instelling, inclusief
mFOLFOX6, FOLFIRI, infusiegerelateerde fluorouracil / leucovorine /
oxaliplatine / irinotecan (FOLFOXIRI) of capecitabine / oxaliplatine (CAPOX)
met of zonder bevacizumab (of een goedgekeurde biosimilar; controle-arm).
Deelnemers worden gestratificeerd op basis van ECOG-prestatiestatus (0 vs. 1)
en regio (VS / Canada vs. de Europese Economische Ruimte (EER, die voor de
doeleinden van deze studie het VK omvat) vs. de rest van de wereld). De E-DMC
zal de beschikbare veiligheidsgegevens van alle 3 de behandelarmen beoordelen
nadat de eerste 30 patiënten zijn gerandomiseerd en behandeld gedurende ten
minste 1 cyclus en vervolgens ongeveer elke 6 maanden tijdens het fase
3-gedeelte van het onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Interventie volgens een parallel model. Deelnemers worden toegewezen aan een van de twee behandelgroepen: Groep 1: Encorafenib dagelijks 4 capsules oraal in te nemen. Cetuximab via IV infusie elke 2 weken. mFOLFOX6 via IV infusie elke 2 weken. Groep 2: Encorafenib dagelijks 4 capsules oraal in te nemen. Cetuximab via IV infusie elke 2 weken. FOLFIRI via IV infusie elke 2 weken.
Inschatting van belasting en risico
Belasting:
Indien geen gearchiveerd tumor monster beschikbaar is, zal bij het
pre-keuringsbezoek een biopt van wat tumormateriaal genomen worden om te
bepalen of de patiënt in aanmerking komt voor de keuring (aantonen BRAF V600E
mutatie).
Veel van de keuringstests en -procedures van het keuringsbezoek zijn onderdeel
van de reguliere kankerzorg en worden mogelijk ook uitgevoerd als de patiënt
niet aan het onderzoek meedoet. Als de patiënt er onlangs een aantal heeft
ondergaan, hoeven deze mogelijk niet herhaald te worden.
Belasting bestaat uit het bijhouden van een doseringsdagboek, lichamelijk
onderzoek (meten van lengte, gewicht, bloeddruk, ademhalingsritme, hartslag,
temperatuur en huidonderzoek), bloedafnames, afgifte urine, ECGs, CT- en/of
MRI-scans, afname tumor monsters, het oraal innemen van capsules, IV-injecties
en infusen (per infuus 120 minuten voor Cetuximab, 46-48 uur voor 5-FU en
afhankelijk van de behandelgroep 120 minuten voor Oxaliplatine, Leucovorine of
90 minuten voor Irinotecan, 120 minuten voor Leucovorine.
In de eerste cyclus moeten patiënten 4 keer naar het ziekenhuis komen, in
opvolgende cycli 2 keer.
Mogelijke risico's in toevoeging op die in vraag E9 (patiënten worden hierover
geïnformeerd):
Encorafenib heeft invloed op de mannelijke voortplantingsorganen. Het effect
van encorafenib bij zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven is niet
bekend.
Alle geneesmiddelen kennen een mogelijk risico op een allergische reactie die
(indien niet snel behandeld) levensbedreigend kan worden. Andere allergische
reacties kunnen huiduitslag of netelroos zijn.
Bloedafnames kunnen pijn of blauwe plekken veroorzaken. Per cyclus wordt
199-245 ml bloed afgenomen, afhankelijk van de groep waarin de patiënt zit.
Stralingsbelasting
Bij de beeldvormingstests: röntgenfoto*s en CT-scans, maken we gebruik van
röntgenstraling. De stralingsbelasting in dit onderzoek is 10 mSv per scan. De
straling die tijdens het onderzoek wordt gebruikt kan leiden tot schade aan de
gezondheid. Dit risico is echter klein.
Risico's van encorafenib
Vaak voorkomend (kunnen optreden bij maximaal 1 van de 100 mensen):
• Buikpijn
• Verandering in hoe voedsel smaakt of verandering in het smaakvermogen
• Constipatie
• Het gevoel dat u duizelig bent
• Hoge bloedsuiker
• Verhoogde waarde in het bloed bij controle van de werking van de lever
• Verhoogde waarde in het bloed bij controle van de werking van uw nieren
• Laag aantal rode bloedcellen
• Spierzwakte en -spasmen
• Nieuwe huidgroei, waaronder huidkanker
• Steelwratjes, nieuwe moedervlekken op de huid of veranderingen aan bestaande
moedervlekken
• Zwakte van de gezichtsspieren of verlies van beweging in het gezicht
Soms voorkomend (kunnen optreden bij maximaal 1 van de 1000 mensen):
• Ontsteking van het oog wat leidt tot pijn, roodheid en lichtgevoeligheid
• Ontsteking (zwelling) van de alvleesklier wat leidt tot pijn in de buik die
ook in de rug gevoeld kan worden en gepaard kan gaan met misselijkheid of
braken. De symptomen kunnen mild zijn en kunnen zonder behandeling verdwijnen,
maar in sommige gevallen kunnen ze ernstiger zijn en is een behandeling nodig.
Veranderingen in de elektrische activiteit van het hart, QT-verlenging genoemd,
werden gemeld bij sommige mensen die met encorafenib werden behandeld.
QT-verlenging kan een onregelmatige hartslag veroorzaken die levensbedreigend
kan zijn. Gerelateerde symptomen zijn onder meer kortademigheid, snelle of
langzame hartslag, een licht gevoel in het hoofd of flauwvallen.
Risico's van cetuximab
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij 1 van de 100 of meer
mensen):
• Hoofdpijn
• Vermoeidheid
• Irritatie en roodheid van het oog
• Diarree
• Te veel vochtverlies, wat het gevolg kan zijn van diarree of verminderde
vochtinname
• Zich ziek of misselijk voelen
• Braken
• Gebrek aan eetlust of verlies van eetlust
• Afname van calciumconcentraties in het bloed
• Ernstige infusie-gerelateerde reacties, in sommige gevallen met dodelijke
afloop
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij 1 van de 1000 of meer
mensen):
• Bloedstolsels in de aderen van de benen
• Bloedstolsels in de longen
• Ontsteking van het ooglid of het voorste deel van het oog
• Ontsteking van de longen (interstitiële longziekte genoemd)
Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 van de 10.000
mensen):
• Blaarvorming of afschilfering van de huid, wat kan wijzen op een ernstige
huidreactie, die het *syndroom van Stevens-Johnson* genoemd wordt. Als u deze
symptomen ervaart, laat het uw arts dan onmiddellijk weten.
Niet bekend (kan niet worden ingeschat op basis van de beschikbare gegevens):
• Huidreacties kunnen leiden tot superinfecties en sepsis, wat in zeldzame
gevallen kan leiden tot overlijden
• Ontsteking van de bekleding van de hersenen
Risico's van irinotecan
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij 1 van de 100 of meer
mensen):
• Te veel vochtverlies, wat het gevolg kan zijn van diarree of verminderde
vochtinname
• Koorts en verminderd aantal witte bloedcellen
• Infecties
• Verminderd aantal bloedplaatjes
• Constipatie
• Verhoogde creatinineconcentraties in het bloed (nierfunctie)
• Verhoogde bilirubineconcentraties in het bloed (leverfunctie)
• Verhoogde waarden van bepaalde leverenzymen in het bloed
Risico*s van oxaliplatine
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij 1 van de 100 of meer
mensen):
• Verstopte neus/loopneus
• Infecties van de bovenste luchtwegen
• Ontstekingsreactie op infectie
• Koorts met laag aantal witte bloedcellen
• Te veel vochtverlies, wat het gevolg kan zijn van diarree of verminderde
vochtinname
• Verlaagde calciumconcentraties in het bloed
• Depressie
• Slapeloosheid
• Duizeligheid
• Spierzwakte
• Stijfheid van de nek veroorzaakt door ontsteking
• Roodheid van het oog
• Visuele stoornis
• Bloedingen
• Blozen
• Bloedstolsels in de aderen van de benen
• Hoge bloeddruk
• Hik
• Bloedstolsels in de longen
• Indigestie
• Gastro-oesofageale reflux
• Gastro-intestinale bloeding
• Rectale bloeding
• Hand- en voetsyndroom dat roodheid, zwelling en pijn van de handpalmen of
voetzolen veroorzaakt
• Roodheid van de huid
• Uitslag
• Overmatig zweten
• Nagelaandoening
• Gewrichtspijn
• Botpijn
• Bloed in de urine
• Pijn bij het plassen
• Abnormale frequentie van plassen
• Verhoogde creatinineconcentraties in het bloed (nierfunctie)
• Gewichtsafname (gemetastaseerde setting)
• Onstabiel zijn, wat kan leiden tot vallen
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij 1 van de 1000 of meer
mensen):
• Infectie waardoor uw immuunsysteem uw lichaam aanvalt
• Elektrolytenstoornis
• Nervositeit
• Schade aan het binnenoor
• Obstructie of blokkade in de darm als gevolg van minder darmbeweging die
gepaard kan gaan met buikpijn, een opgeblazen gevoel en misselijkheid en braken
• Darmverstopping
In zeer zeldzame gevallen (kan optreden bij 1 van de 10.000 mensen), kunt u
last krijgen van:
• Verminderd aantal bloedplaatjes als gevolg van een allergische reactie
• Rode cellen die niet goed functioneren
• Motorische spraakstoornis
• Omkeerbare zwelling in de hersenen
• Omkeerbare veranderingen in het oog en het gezichtsvermogen
• Doofheid
• Ontsteking van de longen (interstitiële longziekte genoemd)
• Verdikking van het longweefsel
• Ontsteking van het slijmvlies
Publiek
Hudson Boulevard East 66
New York NY 10001
US
Wetenschappelijk
Hudson Boulevard East 66
New York NY 10001
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Opnamecriteria voor moleculaire prescreening
1. Voor de Safety Lead In (SLI): mannelijke of vrouwelijke deelnemers ouder dan
18 jaar op het moment van geïnformeerde toestemming. Voor fase 3 en Cohort 3:
mannelijke of vrouwelijke deelnemers leeftijd >= 16 jaar op het moment van
geïnformeerde toestemming / instemming. Zie bijlage 4 voor
voortplantingscriteria voor mannelijke (paragraaf 10.4.1) en vrouwelijke
(paragraaf 10.4.2) deelnemers.
2. Lichaamsgewicht >=40 kg.
3. Deelnemers met histologisch of cytologisch bevestigd colorectaal
adenocarcinoom.
4. Deelnemers met bewijs van stadium 4 gemetastaseerde ziekte.
Opmerking: Patiënten met een oligometastatische aandoening die eerder curatief
zijn behandeld, komen in aanmerking voor deelname aan het onderzoek, zolang ze
een meetbare ziekte bij aanvang hebben volgens RECIST 1.1.Oligometastatisch
colorectale kanker wordt gekenmerkt door een beperkte uitgezaaide verspreiding
van ziekte. Oligometastatische ziekte wordt gedefinieerd als de betrokkenheid
van maximaal 3 sites met 5 of soms meer metastasen, die voor hun anatomische
lokalisatie ontvankelijk zijn voor lokale therapieën, waardoor de patiënt
ziektevrij gemaakt wordt.
5. In staat om een **voldoende hoeveelheid representatief tumormonster te
leveren voor het centraal testen van de BRAF V600E-mutatiestatus en tumor
weefsel beoordeling.
Opmerking: Tumormonster kan gearchiveerd of de novo zijn (nieuw verzameld vast
biopsiemonster) en moet zich in een FFPE-blok bevinden, of minimaal 15
ongekleurde objectglaasjes van analyseerbaar weefsel. Dit weefselmonster moet
verkregen uit een biopsie of operatie die binnen 2 jaar is uitgevoerd
voorafgaand aan de studie-inschrijving. Deelnemers met minder dan de vereiste
aantal objectglaasjes met analyseerbaar weefsel kan in aanmerking komen als:
Sponsor stelt vast dat de glaasjes voldoende zijn voor centrale toetsing.
6. In staat om ondertekende geïnformeerde toestemming / instemming te geven
zoals beschreven in bijlage 1, waaronder naleving van de vereisten en
beperkingen die zijn vermeld in de ICD en in dit protocol.
Opname criteria voor screening
7. Deelnemers die aan alle inclusiecriteria voor Molecular Prescreening hebben
voldaan.
8. Deelnemers die bereid en in staat zijn zich te houden aan alle geplande
bezoeken, behandelplan, laboratoriumtesten, leefstijloverwegingen en andere
onderzoeksprocedures.
9. Aanwezigheid van een BRAF V600E-mutatie in tumorweefsel of bloed (bijv.
Genetisch testen van ctDNA). Het volgende is acceptabel:
een. Lokale laboratoriumtest (alleen op PCR of NGS-gebaseerd) uitgevoerd op elk
moment voorafgaand aan screening met behulp van tumorweefsel of bloed.
b. Centrale laboratoriumtest uitgevoerd tijdens de screeningperiode met alleen
tumorweefsel (niet bloed).
Opmerking: voor deelnemers die zijn ingeschreven op basis van een lokale
BRAF-mutatietest, moeten tumormonsters zo snel mogelijk na ondertekening van de
ICD worden ingediend bij het centrale laboratorium voor BRAF-testen. De
BRAF-status moet uiterlijk 30 dagen na de eerste dosis studie-interventie
worden bevestigd.
10. De onderzoeker moet voorafgaand aan cyclus 1 dag 1 (SLI) of datum van
randomisatie (fase 3 en cohort 3) voldoende tumorweefsel (primair of
metastatisch, archief of nieuw verkregen) verkrijgen voor indiening bij een
centraal laboratorium voor bevestiging van BRAF V600E en tumor weefsel
beoordeling.
Opmerking: Zodra de mutatiestatus van de BRAF V600E is bepaald door het
centrale laboratorium (tumorweefsel), worden de resultaten als definitief
beschouwd om in aanmerking te komen. Er worden geen herhaalde tests uitgevoerd.
Opmerking: het ontbreken van de BRAF V600E-bevestiging door het centrale
laboratorium kan te wijten zijn aan onenigheid tussen de lokale assay en de
centrale laboratoriumresultaten (mogelijk vals-positieve lokale
assayresultaten), of aan een inadequate of slechte monsterconditie voor
centraal testen (onbepaalde resultaten). Als er op enig moment in het onderzoek
geen BRAF V600E-bevestiging is in totaal 6% van de totale geplande inschrijving
van het gerandomiseerde deel van het onderzoek (42 deelnemers) of een
discrepantie tussen de lokale test en het centrale laboratorium van 3% van de
totale geplande inschrijving (21 deelnemers), moeten alle volgende deelnemers
de BRAF V600E laten bepalen door het centrale laboratorium voor behandeling
(dwz lokale BRAF-tests worden niet langer geaccepteerd om in aanmerking te
komen voor de proef).
Opmerking: bij deelnemers van wie het monster als ontoereikend is vastgesteld
of die een onbepaald resultaat hebben bij centraal testen, kunnen aanvullende
tumormonsters worden ingediend voor testen.
Zie paragraaf 5.1 van het protocol voor een volledige lijst.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Uitsluitingscriteria voor moleculaire prescreening
1. Andere medische of psychiatrische aandoening, waaronder recente (in het
afgelopen jaar) of actieve zelfmoordgedachten / -gedrag of
laboratoriumafwijkingen die kan het risico van deelname aan het onderzoek
vergroten of, naar het oordeel van de onderzoeker, de deelnemer ongeschikt
maken voor het onderzoek.
2. Aanwezigheid van acute of chronische pancreatitis.
3. Leptomeningeale ziekte.
4. Geschiedenis van chronische inflammatoire darmaandoeningen die medische
tussenkomst vereisen (immunomodulerende of immunosuppressieve medicatie of
operatie) <=12 maanden voorafgaand aan randomisatie.
5. Bekende DPD-deficiëntie; refereer naar lokale fluorouracil- of
capecitabine-label of lokale klinische richtlijnen, voor DPD status advies
vooraf aan start behandeling.
6. Syndroom van Gilbert of bekend homozygoot UGT1A1 * 28 / * 28- of UGT1A1 * 6
/ * 6-genotypen of dubbel heterozygoot UGT1A1 * 6 / * 28-genotype:
a. SLI: Deelnemers met gedocumenteerd Gilbert-syndroom of bekende homozygote
UGT1A1 * 28 / * 28- of UGT1A1 * 6 / * 6-genotypen of dubbel heterozygote UGT1A1
* 6 / * 28-genotype worden uitgesloten van Cohort 1 (EC + FOLFIRI) van de SLI.
b. Fase III: deelnemers met gedocumenteerd syndroom van Gilbert of bekend
homozygoot UGT1A1*28/*28 of UGT1A1*6/*6 genotypen of dubbel heterozygoot
UGT1A1*6/*28 genotype kunnen worden ingeschreven, maar ontvangen mogelijk geen
FOLFOXIRI indien gerandomiseerd naar de controle-arm.
C. Cohort 3: deelnemers met gedocumenteerd of bekend syndroom van Gilbert of
homozygoot UGT1A1*28/*28 of UGT1A1*6/*6 genotypen of dubbel heterozygoot
UGT1A1*6/*28 genotype worden uitgesloten van cohort 3 Arm D en Arm E (EC +
FOLFIRI en FOLFIRI ± bevacizumab).
7. Personeel ter plaatse van de onderzoeker of werknemers van Pfizer die
rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van het onderzoek, personeel van
de site dat anderszins onder toezicht staat van de onderzoeker, en hun
respectievelijke familieleden.
8. Colorectaal adenocarcinoom dat RAS-mutant is of waarvoor RASmutatiestatus
onbekend is.
9. Lokaal bevestigd dMMR- of MSI-H colorectaal carcinoom of onbekende MSI/MMR
status. Indien de deelnemer lokaal is bevestigd dMMR of MSI-H en vanwege een
reeds bestaande medische aandoening niet in staat is om
immuuncontrolepuntremmers te ontvangen, kan deze worden ingeschreven.
Uitsluitingscriteria voor screening
10. Verminderde gastro-intestinale functie (bijv. Ongecontroleerde
misselijkheid, braken of diarree, malabsorptiesyndroom, dunne darmresectie) of
ziekte die de absorptie van orale studie-interventie of recente veranderingen
in de darmfunctie significant kan veranderen, wat wijst op een huidige of
dreigende darmobstructie.
11. Klinisch significante cardiovasculaire aandoeningen, waaronder een van de
volgende:
een. Voorgeschiedenis van acuut myocardinfarct, acute coronaire syndromen
(inclusief onstabiele angina, coronaire bypass-graft, coronaire angioplastiek
of stenting) <= 6 maanden voorafgaand aan randomisatie;
b. Congestief hartfalen dat behandeling vereist (New York Heart Association
graad klasse II en daarboven);
c. Recente voorgeschiedenis (binnen 1 year voorafgaand aan randomisatie) van of
aanwezigheid van klinisch significante hartritmestoornissen (inclusief
ongecontroleerde atriumfibrilleren of ongecontroleerde paroxismale
supraventriculaire tachycardie);
d. Voorgeschiedenis van trombo-embolische of cerebrovasculaire voorvallen <= 12
weken voorafgaand aan randomisatie. Voorbeelden zijn onder meer voorbijgaande
ischemische aanvallen, cerebrovasculaire accidenten, hemodynamisch significante
(dwz massieve of sub-massieve) diepe veneuze trombose of longembolieën.
Opmerking: Deelnemers met diepe veneuze trombose of longembolieën die niet
resulteren in hemodynamische instabiliteit mogen deelnemen zolang ze gedurende
ten minste 4 weken een stabiele dosis anticoagulantia krijgen.
Opmerking: Deelnemers met trombo-embolische voorvallen die verband houden met
verblijfskatheters (inclusief PICC-lijnen) of andere procedures kunnen worden
ingeschreven.
e. Drievoudig gemiddeld QTcF-interval >=480 ms of een voorgeschiedenis van
verlengd QT-syndroom.
Opmerking: deelnemers met een bundeltakblok (BBB) **of met een geïmplanteerd
pacemaker, kunnen na overleg met de sponsor deelnemen.
f. Congenitale LQTS.
12. Bewijs van actieve niet-infectieuze pneumonitis.
13. Bewijs van actieve en ongecontroleerde bacteriële of virale infectie, met
bepaalde uitzonderingen, zoals hieronder vermeld, voor chronische infectie met
HIV, hepatitis B of hepatitis C, binnen 2 weken voorafgaand aan de start van de
studie-interventie.
14. Deelnemers die positief zijn voor hiv, komen niet in aanmerking, tenzij ze
aan alle volgende voorwaarden voldoen:
een. Een stabiel regime van zeer actieve antiretrovirale therapie dat niet
gecontra-indiceerd is (zie rubriek 6.5);
b. Geen behoefte aan gelijktijdige antibiotica of antischimmelmiddelen voor de
preventie van opportunistische infecties;
c. Een CD4-telling> 250 cellen / mcL en een niet-detecteerbare HIV-virale
lading op standaard PCR-gebaseerde tests.
Zie sectie 5.2 van het protocol voor een volledige lijst.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-509405-77-00 |
EudraCT | EUCTR2020-001288-99-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04607421 |
CCMO | NL75120.028.20 |