Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-515487-31-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het primaire doel van dit onderzoek is het beschrijven van de farmacokinetiek van antiretrovirale middelen, waarvan geen of…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
- Zwangerschaps-, weeën-, partus- en postpartumproblemen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Farmacokinetiek (AUC, Cmax, Cmin) van de middelen die onderzocht worden in het
derde trimester van de zwangerschap ten opzichte van de farmacokinetiek (AUC,
Cmax, Cmin) 4-6 weken na de bevalling.
Secundaire uitkomstmaten
Virale load van de zwangere vrouw bij keuring, week 20, 33 van de zwangerschap
en 4-6 weken na de bevalling.
Virale infectie van het kind. Overdracht van antiretrovirale middelen naar
moedermelk (melk/bloed ratio)
Achtergrond van het onderzoek
Van de meeste anti-HIV middelen is niet bekend hoe ze in het lichaam opgenomen
en verwerkt worden tijdens de zwangerschap. Door veranderingen in het lichaam
(bijvoorbeeld gewichtstoename en hormonale veranderingen) kan de hoeveelheid
van de anti-HIV middelen in het bloed bij zwangere vrouwen lager zijn dan bij
vrouwen die niet zwanger zijn. Dit zou kunnen betekenen dat de anti-HIV
middelen niet goed genoeg werken waardoor de kans dat het virus resistent wordt
tegen de middelen groter is. Hierdoor kan het voorkomen dat de middelen het
virus niet meer remmen.
In dit onderzoek zullen tenminste 11 anti-HIV middelen tijdens zwangerschap
onderzocht worden. Aan dit onderzoek zullen per middel 16 zwangere vrouwen
deelnemen. Er wordt onderzocht of tijdens zwangerschap de hoeveelheid van de
middelen in het bloed hoog genoeg is om het HIV-virus te remmen. Als het
HIV-virus in het bloed voldoende wordt onderdrukt, is de kans dat het kind door
tijdens de zwangerschap of geboorte besmet wordt heel klein. Daarnaast worden
mogelijke bijwerkingen (lichamelijke/psychische klachten) en ook de hoeveelheid
virus in het bloed onderzocht.
Sinds kort krijgen vrouwen met hiv de mogelijkheid om onder bepaalde
omstandigheden hun kinderen borstvoeding te geven. Voor de meeste
antiretrovirale middelen is de passage in de moedermelk onbekend. Daarom zullen
we, als een moeder besluit borstvoeding te geven en ten minste één van de
stoffen vermeld in bijlage 1 gebruikt, moedermelk, plasma van de moeder en
plasma van de baby (alleen voor het cabotegravir/rilpivirine-regime) verzamelen
tijdens ten minste één bezoek dat ze moet melden aan het ziekenhuis voor
controles van de virale belasting (meestal maandelijks gedaan tijdens de
borstvoedingsperiode).
Neonaten moeten soms met dezelfde anti-HIV medicijnen behandeld worden als de
moeder. Voor de zeer jonge kinderen (neonaten) is geen of zeer weinig
informatie beschikbaar over het bereiken van werkzame concentraties in het
bloed. Daarom willen we de concentraties van de anti-HIV middelen in het bloed
van het kind bepalen als het behandeld moet worden met de anti-HIV middelen die
onderzocht worden.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-515487-31-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het primaire doel van dit onderzoek is het beschrijven van de farmacokinetiek
van antiretrovirale middelen, waarvan geen of weinig farmacokinetische
informatie beschikbaar is, in het tweede en derde trimester van de zwangerschap
en 4-6 weken na de bevalling.
Daarnaast wordt farmacokinetiek bepaald in neonaten indien behandeling met een
van de middelen die in dit onderzoek worden onderzocht nodig is.
De overdracht van moedermelk in het geval van borstvoeding te beschrijven en de
blootstelling bij het kind tijdens de borstvoeding te beoordelen.
Secundair doel is de veiligheid van de antiretrovirale middelen tijdens de
zwangerschap beschrijven en de effectiviteit onderzoeken aan de hand van de
virale load van de moeder en de preventie van transmissie van het virus van
moeder op kind.
Onderzoeksopzet
Niet gerandomiseerd, open-label, parallelle groep, multi-center, fase IV studie
in HIV-geïnfecteerde vrouwen, gerekruteerd in verschillende HIV behandelcentra
in Europa.
Patiënten die met tenminste één van middelen die hieronder genoemd worden
behandeld moeten worden tijdens de zwangerschap worden gekeurd en PK evaluatie
zal plaatsvinden in Week 20 tweede trimester en Week 33 van de zwangerschap,
derde trimester en tussen 4 en 6 weken na de bevalling (als de behandeling met
het middel doorgaat na de bevalling). De patiënten zullen tijdens de gehele
zwangerschap een HAART regime gebruiken met één of meer van de middelen die
hieronder staan vermeld. Veiligheid en effectiviteit (inclusief overdracht van
moeder op kind) zullen ook onderzocht worden.
Middelen die onderzocht worden: raltegravir QD, tenofovir alafenamide
fumarate, dolutegravir, bictegravir (nieuw), doravirine (nieuw),
etravirine, enfuvirtide, fosamprenavir, etravirine, maraviroc, efavirenz,
rilpivirine, abacavir, atazanavir, emtricitabine, tenofovir (TDF), tirpanavir,
indinavir, (cobicistat boosted darunavir en elvitegravir armen zijn gesloten).
Inschatting van belasting en risico
Bijwerkingen van de anti-HIV-middelen (die de patiënten voor het onderdrukken
van het HIV-virus moeten gebruiken, niet in het kader van dit onderzoek).
De naalden die gebruikt worden voor bloedafname kunnen ongemak of pijn op de
prikplaats veroorzaken. Gekwalificeerd personeel zal de handelingen verrichten.
De patiënten worden niet met andere medicatie behandeld voor het onderzoek. Ze
zullen max 3 maal een dagopname hebben waarop bloed afgenomen wordt. De
hoeveelheid bloed die afgenomen wordt is niet groot (max 140 mL). In de
toekomst kunnen zwangere HIV-besmette vrouwen beter behandeld worden.
Dit geldt ook voor neonaten. Bij de neonaten wordt maximaal 12 mL bloed
afgenomen.
Publiek
Geert Grooteplein Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. HIV-geïnfecteerd, gedocumenteerd door positieve HIV test en bevestigd door
Western Blot.
2. Tenminste 18 jaar op moment van keuring.
3. Proefpersoon is in staat en bereid het Informed Consent Formulier voor de
keuring te tekenen.
4. Behandeld met een HAART regime dat tenminste 1 van de stoffen bevat die
genoemd worden in appendix 1 van het protocol; dit middel moet tenminste 2
weken voor de eerste PK curve gebruikt zijn.
5. Duur van de zwangerschap niet langer dan 33 weken op moment van keuring
6. Proefpersoon kan zich houden aan de voedselinname voorschriften.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Relevante ziektegeschiedenis of huidige toestand die geneesmiddelopname,
verdeling, omzetting of uitscheiding van het geneesmiddel kan beïnvloeden
2. Niet in staat om de soort en omvang van het onderzoek te begrijpen.
3. Grade III/IV anaemie (Hb <4.6 mmol/L of <7.4 g/dL)
4. gebruikl van oraal cabotegravir/rilpvivirine
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-515487-31-00 |
EudraCT | EUCTR2008-006158-16-NL |
CCMO | NL26028.091.08 |