Primaire doelen• Identificeren van circulerende micro-RNA biomarkers die verband houden met pulmonale hypertensie in bloedmonsters.• Ontwikkelen van signaturen voor het opsporen van patiënten met een hoog risico op pulmonale hypertensie. Dit om te…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Longvaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Identificatie van potentiële micro-RNA biomarker signaturen zou helpen bij de
vroege diagnose van PAH. Vooral patiënten met een risico op PAH en CTEPH zullen
baat hebben bij een eerdere diagnose, omdat deze patiënten vaak jarenlang
symptomen hebben voordat een diagnose wordt gesteld. Uitkomst: verzameling van
biomarker monsters op Dag 1.
Tijdschema van het protocol, inclusief duur van de opvolging: keuringsperiode
(max. 60 dagen), beoordelingen op 1 dag, aanvullend beoordelingsbezoek (indien
nodig) tot 60 dagen na Dag 1.
Secundaire uitkomstmaten
NAP
Achtergrond van het onderzoek
Relevantie
PH (5 hoofdgroepen) is een zeldzame pathofysiologische aandoening die formeel
wordt gedefinieerd als een gemiddelde pulmonale arteriële druk in rust, waarbij
meerdere klinische aandoeningen betrokken kunnen zijn en die tot complicaties
kan leiden bij diverse hart- en vaatziekten en longaandoeningen.
Omdat alle vormen van PH pas worden gediagnosticeerd als de ziekte ernstig is,
wordt een niet-invasieve test die helpt bij PH-detectie en mogelijk patiënten
stratificeert op basis van PH-risico, en daarmee eerdere diagnose en
interventie mogelijk maakt, beschouwd als een onvervulde behoefte.
Het voorgestelde onderzoek betreft de eerste fase van het ontwikkelingsplan van
Actelion voor biomarkers. Dit plan is gericht op het karakteriseren van de
expressieniveaus van 100-200 (en tot 600) micro-RNA's in serum- of
plasmamonsters om micro-RNA biomarkers te identificeren die verband houden met
PH.
Wetenschappelijke grondslag voor de onderzoeksopzet
Verhoogde of verlaagde spiegels van diverse circulerende micro-RNA*s blijken
verband te houden met klinische fenotypen van PAH en PH (Miao 2018). Toenemend
bewijs suggereert dat veel van deze circulerende micro-RNA*s een sleutelrol
spelen bij het reguleren van de expressie van genen die betrokken zijn bij de
fysiologische en pathologische processen van PH en PAH. Sommige van deze
circulerende micro-RNA*s zijn ook voorgesteld als de hoofdregulatoren die
meerdere signaalroutes coördineren en reguleren die betrokken zijn bij de
pathogenese van PH en die PH-geassocieerde klinische fenotypen bevorderen. Het
zou daarom mogelijk zijn om een micro-RNA biomarker signatuur te ontwikkelen
voor vroege detectie van PH of onderscheidende subtypes van PH, bijvoorbeeld
PAH en CTEPH.
Doel van het onderzoek
Primaire doelen
• Identificeren van circulerende micro-RNA biomarkers die verband houden met
pulmonale hypertensie in bloedmonsters.
• Ontwikkelen van signaturen voor het opsporen van patiënten met een hoog
risico op pulmonale hypertensie. Dit om te helpen bij de diagnose van pulmonale
hypertensie versus niet-pulmonale hypertensie (vastgesteld met rechter
hartkatheterisatie) bij patiënten met atypische kortademigheid.
• Inschatten van de sensitiviteit, specificiteit, en positief en negatief
voorspellende waarde van de biomarker signaturen bij het identificeren van
patiënten met pulmonale hypertensie. Dit wordt gedaan door de biomarker
signaturen te vergelijken met rechter hartkatheterisatie.
• Vergelijken van de sensitiviteit, specificiteit, en positief en negatief
voorspellende waarde van de biomarker signaturen met de sensitiviteit,
specificiteit, en positief en negatief voorspellende waarde van het
trans-thoracale echocardiogram bij patiënten bij wie pulmonale hypertensie werd
vastgesteld met rechter hartkatheterisatie.
Secundaire doelstellingen
• Analyseren van de bruikbaarheid van de verschillende biomarkers in diverse
groepen van pulmonale hypertensie, in het bijzonder pulmonale arteriële
hypertensie, chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie en geïsoleerde
pre-capillaire versus post-capillaire pulmonale hypertensie.
• Beoordelen van de bruikbaarheid van de biomarker signaturen bij patiënten
met pulmonale hypertensie die PAH-specifieke medicamenteuze behandelingen
krijgen (zoals bepaald door hun arts in overeenstemming met de bestaande
zorgstandaard) versus patiënten met pulmonale hypertensie die geen
medicamenteuze behandeling krijgen, en per behandelingsklasse voor pulmonale
arteriële hypertensie.
Verkennende doelstellingen
• Beoordelen van het onderscheidend vermogen van de biomarker signaturen voor
niet-pulmonale hypertensie (gemiddelde pulmonale arteriële druk <=20 mmHg)
versus patiënten met 20 mmHg < gemiddelde pulmonale arteriële druk van <25 mmHg
versus patiënten met een gemiddelde pulmonale arteriële druk van >= 25 mmHg.
• Beoordelen van de bruikbaarheid van de biomarker signaturen bij patiënten
met verschillende subgroepen van pulmonale arteriële hypertensie, inclusief
maar niet beperkt tot erfelijke vormen van pulmonale arteriële hypertensie en
patiënten met systemische ziekten.
• Beoordelen van de bruikbaarheid van de biomarker signaturen bij patiënten
in Functionele Klasse II versus patiënten in Functionele Klasse III/IV.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief onderzoek op meerdere onderzoekslocaties om biomarker
signaturen in het bloed te ontdekken, te ontwerpen en te ontwikkelen voor
patiënten met PH.
De onderzoekspopulatie omvat eerder gediagnosticeerde en nieuw
gediagnosticeerde patiënten die een rechter hartkatheterisatie hebben
ondergaan. Patiënten worden ingedeeld in de volgende subgroepen:
eerder gediagnosticeerde niet-PH (rechter hartkatheterisatie binnen 6 maanden),
of nieuw gediagnosticeerde niet-PH (rechter hartkatheterisatie binnen 6 weken),
of nieuw gediagnosticeerde PH (rechter hartkatheterisatie binnen 6 weken), of
eerder gediagnosticeerde PH zonder of met pulmonale arteriële hypertensie (PAH)
behandeling (rechter hartkatheterisatie binnen 18 maanden). Dit zal voldoende
monsters opleveren voor het ontdekken van de biomarker signatuur en het
valideren van de prestaties. Het aantal deelnemers in elke groep zorgt voor
vertegenwoordiging van de hoofdgroepen van PH waarin we het meeste
geïnteresseerd zijn, namelijk PAH en chronische trombo-embolische pulmonale
hypertensie (CTEPH).
Op het moment van insluiting in het onderzoek worden bloedmonsters genomen en
wordt voor elke deelnemer een trans-thoracaal echocardiogram (TTE) gemaakt.
Alle TTE*s worden centraal en op een geblindeerde manier afgelezen.
TTE-metingen zullen worden gebruikt om de diagnostische prestaties van de
biomarker signatuur(en) te vergelijken met de huidige beste manier voor een
niet-invasieve diagnose van PH.
Er zijn in dit protocol geen genetische/genomische testen gepland. Wel worden
er bloedmonsters met witte bloedcellen verzameld om toekomstige analyse
mogelijk te maken met gebruik van het meest geschikte genomische
analyseplatform voor genomisch onderzoek, indien nodig en waar de lokale
regelgeving dit toelaat. Deelname aan het genomische onderzoek is optioneel.
Inschatting van belasting en risico
NAP
Publiek
Graaf Engelbertlaan 75
Breda 4837 DS
NL
Wetenschappelijk
Graaf Engelbertlaan 75
Breda 4837 DS
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Man of vrouw.
2. Ten minste 18 jaar oud.
3. Heeft in de afgelopen 18 maanden (eerder gediagnosticeerde PH-patiënten) of
afgelopen 6 maanden (eerder gediagnosticeerde niet-PH-patiënten) een rechter
hartkatheterisatie ondergaan, of heeft in de afgelopen 6 weken of zal in de
komende 6 weken een rechter hartkatheterisatie ondergaan (nieuw
gediagnosticeerde patiënten). De resultaten van de rechter hartkatheterisatie
(nieuw gediagnosticeerde patiënten) of van de meest recente rechter
hartkatheterisatie (eerder gediagnosticeerde patiënten) zullen worden gebruikt
om de deelnemer in te delen in een van de categorieën voor de
onderzoekspopulatie.
4. Medisch stabiel op basis van lichamelijk onderzoek, medische
voorgeschiedenis en vitale functies bij keuring. Eventuele afwijkingen moeten
consistent zijn met de onderliggende ziekte in de onderzoekspopulatie. Deze
bepaling moet worden vastgelegd in de brondocumenten van de deelnemer en
ondertekend worden (met intialen) door de onderzoeker.
5. Moet een formulier voor geïnformeerde toestemming (PIF) ondertekenen (of hun
wettelijk aanvaardbare vertegenwoordiger moet deze ondertekenen) om aan te
geven dat hij of zij het doel van en de vereiste procedures voor het onderzoek
begrijpt en bereid is om deel te nemen aan het onderzoek.
6. Moet toestemming geven (of hun wettelijk aanvaardbare vertegenwoordiger moet
deze ondertekenen) als hij of zij ermee instemt om een optioneel (DNA)-monster
voor het onderzoek te verstrekken (waar de lokale regelgeving dit toestaat).
Weigering om toestemming te geven voor het optionele (DNA)-monster sluit een
deelnemer niet uit van deelname aan het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Deelnemers die nierdialyse nodig hebben.
2. Voorgeschiedenis met long- of harttransplantatie (deelnemers met een
wachtlijststatus of overweging voor een wachtlijst zijn toegestaan).
3. Ernstige linkerventrikeldisfunctie: linkerventrikelejectiefractie <35%.
4. Voortdurende besmettelijke luchtwegaandoening.
5. Deelnemers die eerder bloedmonsters hebben gegeven voor de analyse van
biomarkers in retrospectief onderzoek van Actelion naar biomarkers voor PH.
6. Deelnemers die niet in staat zijn om ten minste 2 buisjes met 10 ml bloed af
te laten nemen (d.w.z. één 10 ml plasmabuisje en één 10 ml serumbuisje).
7. Voor nieuw gediagnosticeerde patiënten: behandeling met een PAH-specifiek
geneesmiddel voorafgaand aan het verzamelen van de biomarker monsters.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT04193046 |
CCMO | NL74376.029.20 |