De primaire onderzoeksvraag van deze studie is of sociale ondersteuning door een partner of vriend en de behandeling van illness perceptions de mate van therapietrouw aan een beweegopdracht aan patiënten met lagerugpijn beïnvloed vergeleken met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
aspecifieke lagerugpijn
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is wandelen en/of fietsen volgens de Nederlandse Norm
Gezond Bewegen en ervaren sociale steun.
Secundaire uitkomstmaten
Andere uitkomsten zijn:
1. metingen van illness perceptions
2. metingen van comorbiditeit, BMI, het aantal episoden van aspecifieke
lagerugpijn en de metingen van atitude en intentie tov. lichamelijke activiteit
3.metingen van weigering tot deelname aan deze studie
Achtergrond van het onderzoek
De wereldwijde last van lagerugpijn is enorm. Resultaten van de Global Burden
of Disease, Injuries and Risk Factors studie bevestigen dat lagerugpijn het
meest bijdraagt aan ervaren ongezondheid met een jaarprevalentie van 39,9%
(SD±24.3%). Schattingen van recidieven van lagerugpijn lopen van 24% tot 80%
(Hoy et al., 2010, Hoy et al., 2012, Buchbinder et al., 2013, Manchikanti et
al., 2014). Oorzaken van lagerugpijn zijn meestal onbekend, in 90% van de
gevallen kan de lagerugpijn niet toegewezen worden aan een aandoening, waardoor
lagerugpijn gedefinieerd wordt als aspecifieke lage rugpijn (Staal et al.,
2013). Factoren geassocieerd met recidivering van lagerugpijn zijn leeftijd,
laag activiteitenniveau, roken, algemene slechte gezondheid, comorbiditeit,
obesitas en het niet hebben van betaald werk (Hestbaek et al., 2003, Shiri et
al., 2010, Nilsen et al., 2011, van Oostrom et al., 2012, Hartvigsen et al.,
2013, Shiri et al., 2013). In de meeste omstandigheden lijkt aspecifieke
lagerugpijn, vooral die met een langdurig beloop, niet succesvol behandeld te
kunnen worden door individuele interventies van welke soort ook (Friedly et
al., 2010). De frequentie en aantallen recidieven van lagerugpijn zou
verminderd kunnen worden en de tijd tot een volgend recidief zou verlengd
kunnen worden door het adviseren van een actieve leefstijl (Staal et al.,
2013). Daarnaast is er een positief effect van een actieve leefstijl inclusief
lichamelijke activiteiten op de uitkomsten van pijn en beperkingen (Ooijendijk
et al., 2007, Wai et al., 2008, Smith et al., 2010, Choi et al., 2010, van
Middelkoop et al., 2010, Dahm et al., 2010, van Middelkoop et al., 2011,
Hendrick et al., 2011, Staal et al., 2013). Dit protocol behandeld
fysiotherapie voor aspecifieke lagerugpijn in de dagelijkse praktijk met
daarbij toegevoegd een advies om lichamelijk regelmatig te bewegen.Het geven
van een beweegadvies aan patiënten met aspecifieke lagerugpijn betekent een
beroep doen op de therapietrouw van de patiënt aan dit advies. Veel patiënten
met aspecifieke lagerugpijn blijken niet therapietrouw te zijn aan de adviezen
van een fysiotherapeut (Kolt et al., 2003, Beinart et al., 2013). In onze
voorgaande studies bleek slechts 8% van de patiënten met lagerugpijn
therapietrouw te zijn aan een beweegadvies en bleek zelfrapportage van bewegen
onbetrouwbaar te zijn (Zandwijk et al., 2015, van Koppen et al., 2016). Wanneer
patiënten met musculoskeletale klachten worden behandeld buiten het
gezichtsveld van de behandelaar (beweegadviezen, huiswerkoefeningen) is er
sterk bewijs dat slechte de therapietrouw van deze patiënten wordt geassocieerd
met laag niveau van activiteiten op baseline of in voorgaande weken, slechte
therapietrouw met oefenen in de praktijk, lage self-efficacy, ervaren illness
perceptions, depressie, angst, gevoel van hulpeloosheid, slechte sociale
ondersteuning in activiteiten, een groter aantal ervaren barrières voor oefenen
en toegenomen pijn tijdens oefenen (Medina-Mirapeix et al., 2009,
Medina-Mirapeix et al., 2009, Jack et al., 2010,). Het beinvloeden van deze
factoren zou de therapietrouw gunstig kunnen beïnvloeden (Goulding et al.,
2010, Olander et al., 2013).
Na het proces van Intervention Mapping bleven er twee belangrijke interventies
over die therapietrouw gedrag positief beïnvloeden. Deze bestaan uit
'behandelen van illness perceptions' en 'organiseren van sociale
ondersteuning'. Uit Leventhal's 'self-regulation model' blijkt dat maladaptieve
illness perceptions maladaptief gezondheidsgedrag en beperkingen in
activiteiten in een verscheidenheid van ziektes en aandoeningen, inclusief lage
rugpijn, voorspellen. Deze illness perceptions kunnen worden gezien als
behandeldoel en kunnen positief worden beïnvloedt (Siemonsma et al., 2013).
In deze studie wordt de invloed van illness perceptions en sociale
ondersteuning bij patiënten met aspecifieke lage rugpijn op therapietrouw
gedrag onderzocht.
Doel van het onderzoek
De primaire onderzoeksvraag van deze studie is of sociale ondersteuning door
een partner of vriend en de behandeling van illness perceptions de mate van
therapietrouw aan een beweegopdracht aan patiënten met lagerugpijn beïnvloed
vergeleken met alleen maar de behandeling van illness perceptions.
Afgeleide vragen zijn;
1) Of door het behandelen van illness perceptions van patiënten maladaptieve
illness perceptions veranderen in realistische illness perceptions,
2) Of onrealistische illness perceptions, co morbiditeit en/of overgewicht
en/of het aantal doorgemaakte episoden van aspecifieke lagerugpijn en/of
attitude en intentie tot fysieke activiteit invloed heeft op therapietrouw aan
een beweegopdracht.
Onderzoeksopzet
Deze studie is een multicenter gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met
controlegroep. Gedurende een twaalf weken durende interventieperiode krijgt één
groep patiënten een beweegopdracht bovenop de gebruikelijke behandeling,
inclusief de behandeling van de illness perceptions (C-groep). De andere groep
krijgt een beweegopdracht en de interventie die bestaat uit het organiseren van
sociale steun door de partner of vriend bovenop de gebruikelijke behandeling en
de behandeling van de illness perceptions (SoSup-groep). Metingen vinden plaats
tijdens de baseline, en na één, zes en twaalf weken. Rekrutering van patiënten
is gepland van oktober 2016 tot juli 2017. De studie wordt uitgevoerd in 12
praktijken voor fysiotherapie in de provincie Zuid-Holland, Nederland.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In zowel de C-groep als de SoSup-groep wordt een beweegopdracht toegevoegd aan de gebruikelijke behandeling. De beweegopdracht luidt: wandel of fiets buitenshuis conform de Nederlandse Norm Gezond bewegen (NNGB) (Hildebrandt et al., 2007). In beide groepen vind cognitieve behandeling van illness perceptions volgens het common sense model plaats aan de patiënt in het bijzijn van de partner of vriend. Gedurende een maximum van twee keer een half uur wordt door middel van een gestandaardiseerde dialoog maladaptieve gedachten en gevoelens over de aard, beloop, oorzaak, controleerbaarheid en behandelbaarheid van lagerugpijn geïnventariseerd en getoetst en alternatieve percepties geformuleerd (Siemonsma et al., 2013). In de SoSup-groep (de interventiegroep) wordt het organiseren van sociale steun door een partner of vriend, afhankelijk van de voorkeuren van de patiënt hoe dit vorm te geven, toegevoegd. Gedurende een maximum van twee contacten van een half uur (een voor uitleg en een voor evaluatie) wordt in een gestandaardiseerde discussie de partner of vriend gestimuleerd om de patiënt bij het uitvoeren van de beweegopdracht te ondersteunen. Gedurende twaalf weken moet de sociale ondersteuning door de partner of vriend ten minste 5 maal per week plaats vinden.
Inschatting van belasting en risico
De sociale ondersteuning zoals beschreven in deze studie is ontworpen om mensen
met lagerugpijn meer in beweging te krijgen.Het is niet bewezen dat deze
interventie betere uitkomsten geeft op ervaren pijn en beperkingen. Daarom
veronderstellen wij dat patiënten in de SoSup groep geen nadeel ondervinden van
de interventie t.o.v. de patiënten in de C-groep. Patiënten in beide groepen
krijgen dezelfde best bewezen behandeling voor hun lagerugpijn volgens de
KNGF-richtlijn Lage rugpijn (Staal et al., 2013). Van de interventie worden
geen nadelige effecten verwacht. Er worden geen ethische implicaties verwacht
door de uitvoering van dit onderzoek, de behandeling van alle patienten
gedurende het onderzoek vindt plaats volgens de KNGF-richtlijn Lage rugpijn
(Staal et al., 2013).
Publiek
Ooltgensplaathof 20
Rotterdam 3086ND
NL
Wetenschappelijk
Ooltgensplaathof 20
Rotterdam 3086ND
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
patiënten van 18 jaar en ouder met ten minste een tweede episode van
aspecifieke lagerugpijn worden gerekruteerd voor de studie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten worden geexcludeerd als er sprake is van rode vlaggen in de
voorgeschiedenis conform de KNGF-richtlijn Lage rugpijn, patiënten die actief
volgens de NNGB. Ook patiënten met een ziektegeschiedenis met kanker,
osteoporose, reumatoïde artritis, TBC, traumata en breuken in de lagerug en
recente infecties in het musculoskeletale systeem. Ook patiënten die
onvoldoende de Nederlandse taal kunnen spreken, schrijven of lezen worden
geexcludeerd.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT02996955 |
CCMO | NL58005.096.16 |