Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-513521-23-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Voor alle doelstellingen betreffende werkzaamheid en veiligheid zullen enzalutamide plus leuprolide en monotherapie met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Voortplantingsorgaanneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd, mannelijk
- Urogenitale aandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Metastase-vrije overleving (MFS) tussen enzalutamide plus leuprolide en placebo
plus leuprolide
Secundaire uitkomstmaten
Het evalueren van werkzaamheid, zoals gemeten bij
* MFS tussen enzalutamide monotherapie versus placebo plus leuprolide.
* Tijd tot prostaat-specifiek antigeen (PSA) progressie;
* Tijd tot het eerste gebruik van nieuwe antineoplastische therapie;
* Algehele overleving
Overige secundaire eindpunten:
* Tijd tot metastasen op afstand
* Deel van patiënten per groep dat 2 jaar behandelingsvrij blijft na
opschorting van de behandeling met het onderzoeksmiddel in week 37 als gevolg
van onaantoonbaar PSA
* Deel van patiënten per groep met onaantoonbaar PSA 2 jaar na opschorting van
de behandeling met het onderzoekmiddel in week 37 als gevolg van onaantoonbaar
PSA
* Deel van patiënten per groep met onaantoonbaar PSA bij 36 weken met
onderzoeksmiddel
* Tijd tot hervatten van enige hormoontherapie na opschorting in week 37 als
gevolg van onaantoonbaar PSA
* Tijd tot castratieresistentie
* Tijd tot symptomatische progressie
* Tijd tot eerste symptomatisch skelet-gerelateerd voorval
* Tijd tot klinisch relevante pijn
* Kwaliteit van leven
* Veiligheid
Achtergrond van het onderzoek
De progressie van prostaatkanker verloopt in een reeks kenmerkende klinische
toestanden die zowel de natuurlijke geschiedenis van de ziekte als de respons
op de behandeling weergeven. Na de eerste evaluatie en diagnose van
prostaatkanker ondergaat ongeveer 90% van de mannen in de Verenigde Staten
primaire plaatselijke behandeling met curatieve opzet. Hiervan krijgt ongeveer
een derde toenemend prostaatspecifiek antigeen (PSA) of biochemische recidief
na de primaire behandeling. Deze toename van PSA geeft op uniforme wijze
recidief van de prostaatkanker aan, de waarschijnlijke aanwezigheid van
micrometastatische ziekte en een toegenomen risico op morbiditeit en
mortaliteit door prostaatkanker.
Ondanks het recidiveren van prostaatkanker krijgen de meeste mannen met
biochemische terugkeer na primaire therapie geen metastasen of overlijden ze
niet aan prostaatkanker. Echter, een subgroep van mannen met toenemende PSA na
primaire therapie zal klinisch zichtbare metastasen ontwikkelen en als gevolg
van de ziekte overlijden. Ondanks beschikbare prognostische factoren, worden
geen behandelingen goedgekeurd voor hormoongevoelige, hoog-risico
non-metastatische prostaatkanker met bewijs van recidief van de ziekte volgens
PSA, maar zonder klinisch manifeste metastases.
Ten behoeve van mannen met de ziekte in een vroeg stadium en kenmerken die
wijzen op een hoog risico op morbiditeit en mortaliteit als gevolg van
progressie van de prostaatkanker, moet een gewenste behandeling een positief
veiligheidsprofiel en goede werkzaamheid aantonen voor het vertragen van
metastase en overlijden door prostaatkanker, dat wil zeggen, het verlengen van
metastase-vrije overleving (MFS). Idealiter kan korte behandeling met een
dergelijke therapie de manifestaties van de ziekte gedurende een langere
periode opheffen of onderdrukken, waarbij de noodzaak van blootstelling aan de
schadelijke effecten op lange termijn van chirurgische of medische castratie
afneemt.
Dit fase 3 gerandomiseerd onderzoek is opgezet voor het voldoen aan deze
onbeantwoorde medische behoeft bij een patiëntenpopulatie van mannen met
hormoongevoelige non-metastatische prostaatkanker met een hoog risico welke
progressie vertoont na definitieve therapie, en zal bepalen of enzalutamide
plus leuprolide of monotherapie met enzalutamide effectiever is dan placebo
plus leuprolide. Prostaatkanker met hoog risico wordt in dit onderzoek
gedefinieerd als biochemisch recidief met een verdubbelingstijd voor PSA van
* 9 maanden en PSA-drempel bij screening van >= 2,0 ng/ml voor patiënten die
eerder radicale prostatectomie ondergingen of >= 5,0 ng/ml en hoger dan of
gelijk aan de laagste waarde + 2 ng/ml voor patiënten die eerder radiotherapie
ondergingen.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-513521-23-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Voor alle doelstellingen betreffende werkzaamheid en veiligheid zullen
enzalutamide plus leuprolide en monotherapie met enzalutamide versus placebo
plus leuprolide worden vergeleken.
Onderzoeksopzet
Een internationaal, fase 3, gerandomiseerd onderzoek naar enzalutamide plus
leuprolide, monotherapie met enzalutamide, en placebo plus leuprolide
Onderzoeksproduct en/of interventie
Behandeling met onderzoeksmiddel zal ononderbroken doorgaan in de afwezigheid van ziekteprogressie tot de PSA-evaluatie in het centraal laboratorium in week 36. Op basis van PSA-waarden in week 36 zal behandeling met onderzoeksmiddel of doorgaan of worden opgeschort in week 37. Na week 37 worden PSA en testosteron elke drie maanden gemeten door het centraal laboratorium. Behandeling met onderzoeksmiddel zal weer worden gestart indien daaropvolgende PSA-waarden in het centraal laboratorium toenemen tot >= 2,0 ng/ml voor patiënten met eerdere prostatectomie of >= 5,0 ng/ml voor patiënten zonder prostatectomie. Behandeling met onderzoeksmiddel kan tijdens dit onderzoek slechts eenmaal worden opgeschort (in week 37) als gevolg van onaantoonbaar PSA. Patiënten met aantoonbare PSA-waarden in week 36 worden doorbehandeld zonder opschorting totdat aan de criteria voor stopzetting van permanente behandeling is voldaan.
Inschatting van belasting en risico
Tot en met augustus 2019 hadden meer dan 9000 patiënten met prostaatkanker,
meer dan 400 vrouwelijke patiënten met borstkanker, 100 patiënten met
hepatocellulair carcinoom (HCC) en meer dan 300 patiënten zonder bekende kanker
(waaronder gezonde mannelijke patiënten en patiënten met een leveraandoening)
ten minste 1 dosis enzalutamide gekregen in voltooide en lopende onderzoeken.
Beschikbare gegevens voor enzalutamide bij mannen met metastatische
prostaatkanker die progressie heeft vertoond ondanks therapie met een
luteïniserend hormoon afgevend hormoon (LHRH), analoge of bilaterale
orchidectomie ondersteunen een positief baten-risicoprofiel voor het gebruik
van enzalutamide als experimenteel middel voor behandeling van prostaatkanker
in een vroegere fase, waaronder patiënten met non-metastatische prostaatkanker
met hoog risico welke progressie vertoont na definitieve behandeling.
Publiek
235 East 42nd Street 0000
New York NY 10017
US
Wetenschappelijk
235 East 42nd Street 0000
New York NY 10017
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd van 18 jaar of ouder en bereid en in staat om geïnformeerde
toestemming te verlenen.
2. Histologisch of cytologisch bevestigde adenocarcinoom van de prostaat bij
eerste biopsie, zonder neuro-endocriene differentiatie, zegelringcel of
kleincellige eigenschappen.
3. Prostaatkanker die eerst is behandeld met radicale prostatectomie of
radiotherapie (waaronder brachytherapie) of beide, met curatieve opzet.
Prostaat-cryoablatie wordt niet als een definitieve therapie voor dit onderzoek
beschouwd, maar is niet uitgesloten voorafgaand aan gebruik.
4. Tijd van verdubbeling van PSA <= 9 maanden zoals berekend door de sponsor.
5. Screening van PSA door het centraal laboratorium is >= 1 ng/ml bij patiënten
die een radicale prostatectomie (met of zonder radiotherapie) hebben ondergaan
als primaire behandeling voor prostaatkanker en ten minste 2 ng/ml boven de
nadir bij patiënten die alleen radiotherapie hebben ondergaan als primaire
behandeling voor prostaatkanker.
6. Serumtestosteron >= 150 ng/dl (5,2 nmol/l) bij screening.
7. Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)-performantiestatus 0 of 1 bij
screening.
8. Verwachte levensverwachting van >= 12 maanden.
9. Kan het onderzoeksmiddel inslikken en aan onderzoekseisen voldoen.
10. Tijdens het gehele onderzoek moeten de patiënt en zijn vrouwelijke partner
die kinderen kan krijgen 2 aanvaardbare anticonceptiemethodes gebruiken
(waarvan 1 een condoom is als barrièremethode van anticonceptie) vanaf de
screening tot en met 3 maanden na de laatste dosis onderzoeksmiddel of volgens
lokale richtlijnen waarbij een nadere omschrijving van anticonceptiemethodes
vereist is. Twee aanvaardbare anticonceptiemethodes zijn dus de volgende:
• Condoom (barrièremethode is vereist)
EN
• Eén van de volgende is vereist:
- Bewezen en continu gebruik van orale, geïnjecteerde of geïmplanteerde
hormonale anticonceptiemethode door de vrouwelijke partner
- Plaatsing van een spiraaltje of intra-uterien systeem bij de vrouwelijke
partner
- Aanvullende barrièremethode waaronder anticonceptiesponsje en cervixkapje
met zaaddodend schuim/gel/laagje/crème/zetpil bij de vrouwelijke partner
- Dichtbinden van eileiders bij de vrouwelijke partner tenminste 6 maanden vóór
de screening uitgevoerd
- Vasectomie of andere ingreep die onvruchtbaarheid tot gevolg heeft (bijv.
bilaterale orchidectomie) ten minste 6 maanden vóór de screening uitgevoerd
11. De patiënt moet gedurende het hele onderzoek een condoom gebruiken indien
hij seks heeft met een zwangere vrouw.
12. Moet ermee instemmen geen sperma te doneren vanaf de eerste dosis
onderzoeksmiddel tot en met 3 maanden na de laatste dosis onderzoeksmiddel.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Eerder of huidig bewijs van verre metastasering, vastgesteld door middel van
computertomografie (CT), magnetische resonantie beeldvorming (MRI) of een
röntgenfoto van borstkas voor metastasering in het zachte weefsel en een
botscan met radionucliden van het hele lichaam voor uitzaaiingen in het
botweefsel. Patiënten met metastasering in het zachte weefsel in het bekken
komen mogelijk in aanmerking indien de korte as van de grootste lymfeklier < 20
mm is voor lymfeklieren onder de splitsing van de aorta. Indien de botscan bij
de keuring een laesie laat zien die kan wijzen op metastasering, komt de
patiënt alleen in aanmerking indien een tweede beeldmodaliteit (gewone film, CT
of MRI) geen botmetastase laat zien. Indien de beeldvormingsresultaten niet
eenduidig zijn of wijzen op metastasen bij beoordeling door de centrale
radiologieafdeling, komt de patiënt niet in aanmerking voor insluiting tenzij
anders besloten door de opdrachtgever.
Positron-emissie tomografie (PET) is geen evalueerbare beeldmodaliteit voor
deze studie.
2. Eerdere hormoontherapie. Neoadjuvante/adjuvante therapie voor de behandeling
van prostaatkanker gedurende <= 36 maanden en >= 9 maanden vóór randomisatie, of
een enkele dosis of korte kuur (<= 6 maanden) met hormoontherapie die >= 9
maanden vóór randomisatie is toegediend voor een stijgende PSA is toegestaan.
3. Eerdere cytotoxische chemotherapie, aminoglutethimide, ketoconazol,
abirateronacetaat of enzalutamide voor prostaatkanker.
4. Eerdere systemische biologische therapie, waaronder immunotherapie, voor
prostaatkanker.
5. Grote operatie binnen 4 weken vóór randomisatiedatum.
6. Behandeling met 5-α reductaseremmers (finasteride, dutasteride) binnen 4
weken na randomisatie.
7. Voor patiënten die eerder een prostatectomie ondergingen, een geschikte
kandidaat voor conservatieve radiotherapie zoals bepaald door de onderzoeker
met inachtneming van toepasselijke richtlijnen (bijv. American Society for
Radiation Oncology/American Urological Association [ASTRO/AUA]; European
Association of Urology [EAU]).
8. Deelname in een klinisch onderzoek van een experimenteel middel dat de
androgeenreceptor of androgene synthese remt (bijv. TAK-700, ARN-509, ODM-201);
patiënten die placebo kregen worden toegelaten.
9. Gebruik van andere experimentele middelen binnen 4 weken vóór
randomisatiedatum.
10. Bekende of vermoede hersenmetastase of actieve leptomeningeale ziekte.
11. Voorgeschiedenis van andere invasieve kanker binnen 3 jaar vóór screening,
met uitzondering van volledig behandelde kankers met een geringe kans op
recidief. De medische toezichthouder en onderzoeker moeten het ermee eens zijn
dat de kans op recidief gering is.
12. Absoluut aantal neutrofielen < 1500/µl, aantal bloedplaatjes < 100.000/µl
of hemoglobine < 10 g/dl (6,2 mmol/l) bij screening. OPMERKING: Heeft mogelijk
geen groeifactoren of bloedtransfusies gekregen binnen 7 dagen voorafgaand aan
de hematologiewaarden verkregen bij screening.
13. Totale bilirubine (TBili) >= 1,5 keer de bovengrens van normaal (behalve
patiënten met gedocumenteerde ziekte van Gilbert) of alanine-aminotransferase
(ALAT) of aspartaat-aminotransferase (ASAT) >= 2,5 maal de bovengrens van
normaal bij screening.
14. Creatinine > 2 mg/dl (177 µmol/l) bij screening.
15. Albumine < 3,0 g/dl (30 g/l) bij screening.
16. Voorgeschiedenis van aanvallen of een aandoening die kan leiden tot
aanvallen (bijv. eerdere corticale beroerte of ernstig hersenletsel).
Voorgeschiedenis van verlies van bewustzijn (tenzij van cardiale oorsprong) of
transiënte ischemische aanval in de 12 maanden vóór randomisatie.
17. Klinisch significante cardiovasculaire ziekte waaronder de volgende:
• Myocardinfarct binnen 6 maanden vóór screening
• Onstabiele angina binnen 3 maanden vóór screening
• New York Heart Association class III of IV congestief hartfalen of een
voorgeschiedenis van New York Heart Association class III of IV congestief
hartfalen tenzij een echocardiogram bij screening of multigated
acquisition-scan (MUGA) uitgevoerd binnen 3 maanden vóór de randomisatiedatum
een linkerventrikel ejectiefractie >= 45% aantoont
• Voorgeschiedenis van klinisch significante ventriculaire aritmiën (bijv.
aanhoudende ventriculaire tachycardie, ventriculaire fibrillatie, Torsades de
Pointes)
• Voorgeschiedenis van Mobitz II tweedegraads of derdegraads hartblok zonder
een permanente pacemaker
• Hypotensie zoals aangegeven door systolische bloeddruk < 86 mm Hg bij
screening
• Bradycardie zoals aangegeven door een hartslag van <= 45 slagen per minuut op
het elektrocardiogram (ECG) bij screening
• Ongecontroleerde hypertensie zoals aangegeven door minimaal 2
achtereenvolgende bloeddrukmetingen die een systolische bloeddruk > 170 mm Hg
of diastolische bloeddruk > 105 mm Hg bij screening aangeven
18. Maagdarmstoornis die absorptie beïnvloedt.
19. Overgevoeligheidsreactie op enzalutamide of een van de componenten van de
capsule, waaronder labrasol, butylhydroxyanisol en butylhydroxytolueen.
20. Contra-indicaties voor het gebruik van leuprolide, zoals een eerdere
overgevoeligheidsreactie op een LHRH-analoge stof of een van de hulpstoffen in
de leuprolide-injectie.
21. Continu drugs- of alcoholmisbruik naar het oordeel van de onderzoeker.
22. Enige gelijktijdige ziekte, infectie of comorbide aandoening waardoor de
patiënt niet aan het onderzoek kan deelnemen, die de patiënt onnodig risico
doet lopen of de interpretatie van gegevens ingewikkeld maakt volgens de
onderzoeker of medische toezichthouder.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-513521-23-00 |
EudraCT | EUCTR2014-001634-28-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02319837 |
CCMO | NL52476.056.15 |