Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-510481-27-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Deze studie evalueert het potentieel van NIR-fluorescentie beeldvorming als bijkomend chirurgisch hulpmiddel voor visualisatie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Bepaling van de prestaties van SGM-101 als fluorescerende tracer voor
NIR-fluorescentie-geleiding (FLI) tijdens chirurgische pancreasresecties na
neoadjuvante therapie voor beoordeling van de (lokale) tumoromvang en
afbakening van de primaire tumor, lokale lymfeklieren en potentiële
afstandsmetastatische ziekte.
Uitkomstmaat: De mogelijkheid om de primaire pancreastumor, de lokale
tumoromvang en resectabiliteitsstatus, met aangrenzende lymfeklieren en ook
mogelijke afstandsmetastatische laesies nauwkeurig te visualiseren, met behulp
van SGM-101 en specifieke NIR-beeldvormingssystemen. De visualisatie wordt
gemeten aan de hand van de tumor-achtergrondverhouding (TBR) in in-vivo en
ex-vivo setting. Een tumor-achtergrondverhouding (TBR) van ten minste >=1,5
biedt voldoende contrast voor adequate visualisatie/afbakening en zal daarom
worden gebruikt als afkapwaarde.
Secundaire uitkomstmaten
- Concordantie tussen het fluorescentiesignaal en de tumorstatus van
gereseceerd weefsel, alsmede overeenstemming tussen het fluorescentiesignaal en
de tumorstatus van de resectieranden.
Eindpunt: Overeenstemming met pathologieresultaten met betrekking tot de
aanwezigheid van kanker en de beeldvormingsbeoordeling, gebaseerd op
fluorescentiesignaal en de tumorstatus (incl. mate van CEA-expressie) van
gebiopteerd of gereseceerd weefsel. Gemeten door berekening van de gevoeligheid
voor nauwkeurig (tumor+) signaal.
- Beoordeling van intraoperatieve wijzigingen in het chirurgisch plan op basis
van FLI (bv. uitbreiding, verkleining van de resectierand of aanvullende
resectie) en correlatie van de nauwkeurigheid met de histopathologische ground
truth.
Eindpunt: Registreren van aantal (en %) patiënten waarbij een intraoperatieve
wijziging van chirurgisch plan werd doorgevoerd op basis van FLI en deze
wijzigingen correleren met de histologische ground truth.
Achtergrond van het onderzoek
Alvleesklierkanker is een van de meest voorkomende doodsoorzaken in de
Verenigde Staten. Met een mediane overleving vanminder dan 6 maanden is de
prognose erg slecht. Na diagnose, is de 1 en 5-jaars overleving rond de 25% en
10%, respectievelijk.Chirurgische resectie is de enige curatieve behandeling,
maar resulteert ook in betrekkelijk lage overleving en aanwezigerecidiefkans,
afhankelijk van het stadium. In de zwelfde orde van grote is ook galweg kanker
te vinden, deze kan worden ingedeeldop basis van ligging binnen of buiten de
lever, extrahepatische galegtumoren houden veel anatomisch verband
metalvleeskliertumoren, chirurgische behandeling is dan ook vaak hetzelfde:
(partiele) alvleesklierresectie. Tijdens chirurgie, is hetmoeilijk om
onderscheid te maken tussen maligne en benigne weefsel, met name als patiënten
neoadjuvant behandeld zijn. Op ditmoment is nabij-infrarood fluorescentie
imaging een techniek met veel potentie om belangrijke structuren op te doen
lichten tijdensde operatie. Fluorescerende stoffen kunnen intraveneus worden
geïnjecteerd, die vervolgens specifiek hechten aan maligne cellenof
tumor-geassocieerde structuren, zoals stroma of bloedvaten, en licht uitzenden
in het nabij-infrarood spectrum (700-900 nm). Metspeciaal uitgeruste
camerasystemen, lichten tumoren dus letterlijk op en kan de chirurg tijdens de
operatie real-time de tumorencompleet weghalen. cRGD-ZW800-1 is een nieuw
ontwikkelde fluorescerende stof, die bindt aan integrines, welke
geassocieerdzijn met de neo-angiogenese, en heeft de potentie om tumorcellen in
de pancreas beter zichtbaar te maken tijdens chirurgie om zomeer complete
chirurgische (R0) resecties te bewerkstelligen.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-510481-27-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Deze studie evalueert het potentieel van NIR-fluorescentie beeldvorming als
bijkomend chirurgisch hulpmiddel voor visualisatie en beoordeling van de lokale
omvang en resectabiliteitsstatus van neoadjuvante behandelde gelokaliseerde
pancreastumoren, lokale lymfeklierbetrokkenheid en potentiële
afstandsmetastatische ziekte met behulp van een enkele intraveneuze dosis van
10mg SGM-101. Met als doel een verbeterde intra-operatieve chirurgische visuele
guidance om nauwkeuriger te kunnen opereren, waar mogelijk de al het
tumor-(geassocieerde) weefsel te verwijderen en gezond weefsel te sparen.
Onderzoeksopzet
Dit is een single-center prospectieve klinische cohort studie bij patiënten met
neoadjuvant behandelde (borderline) resectabele en lokaal gevorderde (LAPC)
pancreaskanker die een geplande chirurgische resectie ondergaan. In totaal
zullen 48 patiënten (24 part A, 24 part B - gezonde vrijwilligers) prospectief
worden geïncludeerd in deze studie. Met als doel om de prestaties van
NIR-fluorescentiebeeldvorming te evalueren als een extra chirurgisch hulpmiddel
voor de visualisatie en bepaling van de lokale omvang van de primaire tumor,
lymfeklierbetrokkenheid en occulte lever- en buikvliesmetastatische ziekte bij
patiënten die een enkele dosis van 10 mg SGM-101 krijgen. De gekozen dosis is
gebaseerd op de preklinische en fase I/II-resultaten bij patiënten met
pancreas- en colorectale kanker.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Interventie: Eenmalige intraveneuze toediening van SGM-101 3-5 dagen voor de operatie. Intra-operatieve in-vivo beoordeling van NIR-fluorescentie van tumor, lymfeklieren, mogelijke verre metastasen en anatomisch gerelateerde structuren. Na resectie ex-vivobeoordeling van NIR-fluorescentie van al het geresecteerde weefsel, op grove-macroscopie, bread-loafs en microscopic slides. Daarnaast zullen, als exploratief doel, tijdens en na de operatie bloedmonsters worden genomen om de concentratie van SGM-101 gelabelde extracellulaire vesicles te bepalen en de quantificatie van circulerende weefselmacrofagen (TiMa's) te beoordelen. Onderzoeksgeneesmiddel: Intraveneuze enkelvoudige bolusinjectie van de getargete NIR-fluorofoor SGM-101. Deze fluorescente stof bestaat uit de fluorofoor ZW800-1 geconjugeerd aan anti-CEA antilichaam Beeldvorming: Intraoperatieve beeldvorming zal worden uitgevoerd met een CE-gemarkeerde nabij-infrarood (NIR) fluorescentiebeeldvormingssysteem: Quest Spectrum imaging platform (v2/3.0) voor open procedures. Met een NIR-beeldvormingssysteem kan een fluorescerend signaal van de tumorworden geëvalueerd. Bovendien zal het Quest Spectrum-platform ook worden gebruikt voor de evaluatie van ex-vivo fluorescentie van gereseceerd weefsel op de back table (back table imaging) en de pathologieafdeling (ex-vivo imaging), die tijdens en na elke procedure zal worden uitgevoerd.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten die deelnemen aan deze studie zullen intraoperatieve
NIR-fluorescentie beeldvorming ondergaan na injectie van een enkele
bolusoplossing met de SGM-101 NIR-fluorofoor 3-5 dagen voor hun geplande
operatie. In totaal moeten de deelnemers zich committeren aan een extra bezoek
aan het ziekenhuis (ongeveer 4 uur) voor de toediening van het
studiegeneesmiddel, alle andere onderzoeksactiviteiten vallen samen met de
chirurgische opname en het standaardzorgtraject. Alle toedieningen van het
studiegeneesmiddel vinden plaats in de kliniek onder medisch toezicht. De
patiënten die het studiegeneesmiddel krijgen toegediend, blijven na de
toediening van het studiegeneesmiddel twee uur in de kliniek en worden de dag
van de operatie opnieuw opgenomen. Aldus kunnen de patiënten tijdens de
verschillende behandelingen nauwlettend worden gevolgd op eventuele
bijwerkingen. Eerdere klinische fase II en lopende fase III studies toonden
geen ernstige bijwerkingen in verband met SGM-101. Hoewel het bij de toediening
van een onderzoeksproduct mogelijk is dat onbekende bijwerkingen of
(over)gevoeligheidsreacties optreden. Op basis van ervaring met andere
fluorescerende tracers zijn dergelijke reacties over het algemeen mild en van
voorbijgaande aard. Eerdere klinische fase II en lopende fase III studies
toonden geen ernstige bijwerkingen in verband met SGM-101. Hoewel het bij de
toediening van een onderzoeksproduct mogelijk is dat onbekende bijwerkingen of
(over)gevoeligheidsreacties optreden. Op basis van ervaring met andere
fluorescerende tracers zijn dergelijke reacties over het algemeen mild en van
voorbijgaande aard.
Bij patiënten met verschillende solide tumoren, waaronder alvleesklierkanker,
is gebleken dat NIR-fluorescentiebeeldvorming met behulp van tumorgerichte
verbindingen veilig kan worden gevisualiseerd. Het extra risico van het gebruik
van deze intraoperatieve camerasystemen voor NIR-fluorescentiebeeldvorming
wordt verwaarloosbaar geacht wanneer in de workflow gestandaardiseerde
intraoperatieve procedures voor interpretatie en besluitvorming op basis van
NIR-fluorescentiesignalen worden geïmplementeerd. Indien het medisch
verantwoord is ('safety and potential benefit') en de
NIR-fluorescentiebeeldvorming extra omvang van de laesie in het operatievlak of
aangrenzende lymfeklieren of afstandsziekte aantoont die niet zichtbaar is
tijdens de eerste klinische beoordeling en WLI, zou de chirurg kunnen besluiten
dit extra weefsel te resecteren wanneer dit veilig en chirurgisch haalbaar is.
Aangezien deze fluorescentie+ verdachte laesie afzonderlijk naar de patholoog
wordt gestuurd en geen invloed heeft op de preoperatief geplande chirurgische
strategie (bv. afwijken van de geplande chirurgische resectie op basis van
informatie die uitsluitend afkomstig is van fluorescentiebeeldvorming), wordt
het chirurgisch plan voor de resectie niet gewijzigd. Volgens dit principe
blijft de klinische beoordeling met WLI de gouden standaard tijdens de ingreep.
Alle perioperatieve wijzigingen in het chirurgisch plan of de postoperatieve
behandeling worden geregistreerd in het CRF. Op basis van deze strategie zou
het voordeel van deelname voor de patiënten kunnen bestaan in een verbeterde
intra-operatieve visualisatie van de lokale tumorstatus en -omvang, de
(vasculaire) resectabiliteit en het chirurgische resectievlak aldaar.
Postoperatief zal de patholoog, in aanvulling op de standaard
histopathologische analyses, de extra (FLI+, WLI-) biopten/weefsel die
afzonderlijk zijn gereseceerd beoordelen op de aanwezigheid van maligne
weefsel. Indien uit pathologisch onderzoek blijkt dat het extra (FLI+, WLI-)
gereseceerde weefsel "true positive" is, d.w.z. tumor+, kan dit een
(oncologisch) voordeel voor de patiënt opleveren. Indien uit pathologisch
onderzoek blijkt dat het extra (FLI+, WLI-) verwijderde weefsel 'vals
positigereseceerde weefsel is minimaal in vergelijking met de omvang van de
geplande operatie, de kans op schade door mogelijke resectie op basis van een
fout-positief signaal kan als minimaal worden aangemerkt. Daarom wordt de
potentiële schade voor de patiënt verwaarloosbaar geacht in vergelijking met
het potentiële voordeel van een vollediger verwijdering van de tumor.
Publiek
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
Leiden 2333 ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten (Part A):
1. Ondertekende geïnformeerde toestemming voorafgaand aan elke door het
onderzoek voorgeschreven procedure;
2. Patiënten ouder dan 18 jaar;
3. In staat zijn goed te communiceren met de Onderzoeker in de
Nederlandse/Engelse taal en bereid zijn zich te houden aan de
studiebeperkingen.
4. Neoadjuvant behandelde (gelokaliseerde) alvleesklierkanker en gepland voor
een curatief-intent resectie
Deel B - Gezonde vrijwilligers
1. Eerdere toediening van SGM-101;
2. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven;
3. Elke aandoening die volgens de onderzoeker het welzijn van de patiënt of de
studiedoelen in gevaar kan brengen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patienten (Part A):
1. Voorgeschiedenis van klinisch significante anafylactische reacties;
2. Eerder gebruik van SGM-101;
3. Zwangere vrouwen, of vrouwen die borstvoeding geven;
4. Elke aandoening die volgens de onderzoeker mogelijk het welzijn van de
patiënt of de studiedoelen in gevaar kan brengen.
Part B - Healthy volunteers
1. Previous administration of SGM-101;
2. Pregnant women, or women giving breast feeding;
3. Any condition that the investigator considers to be potentially jeopardizing
the patient*s well-being or the study objectives.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-510481-27-00 |
EudraCT | EUCTR2023-000026-28-NL |
CCMO | NL82221.058.23 |