Meten van sensitisatie tegen nieuwe voedsel eiwitten

Duurzaamheidsoverwegingen vragen om vervanging van dierlijke eiwitten door op
planten of microben gebaseerde alternatieven, en stimulering van de valorisatie
van afvalstromen uit bestaande processen. Er is een snelgroeiende vraag naar de
productie van deze (plantaardige) eiwitten die, voor commercieel te kunnen
warden gebruikt, getest moeten warden op veiligheid voor consumptie. Een van de
belangrijkste veiligheidsaspecten is het screenen van nieuwe producten op het
vermogen een allergische reactie te kunnen veroorzaken. Een allergische reactie
treedt alleen op als de persoon gesensibiliseerd is. Hierbij is er sprake van
aanwezigheid van specifiek immunoglobuline E (sIgE) tegen het betreffende
allergeen (sensitisatie), aangetoond in de skin prik test (SPT) of in het
bloed. Zonder aanwezigheid van sIgE kan de patiënt niet allergisch op een eiwit
reageren. Er zijn geen geschikte diermodellen beschikbaar om sensitisatie in de
mens te voorspellen. Het doel van dit onderzoek is het vergelijken van
resultaten van metingen van sensibilisatie (positief of negatief) in huidtest
en bloedtest, voor nieuwe voedsel eiwitten in voedsel-allergische patiënten.

Het doel van dit onderzoek is het vergelijken van resultaten van metingen van
sensibilisatie (positief of negatief) in huidtest en bloedtest, voor nieuwe
voedsel eiwitten in voedsel-allergische patiënten.

Observationeel onderzoek met invasie ingrepen

Tijdens het bezoek zal een SPT (maximaal N=9) verricht worden met extracten van
nieuwe voedingsmiddelen, fylogenetisch/ biologisch gerelateerd aan de eiwitten
waar de patiënt bewezen allergisch voor is. Deze nieuwe voedingsmiddelen worden
door de industrie geleverd en de patient wordt getest met 2 eiwitten per
industrie, maximaal 3 van de zeven industrieën) per patiënt. Dit om de
belasting voor de patiënt zo laag mogelijk te houden. Verschillen tussen de 2
monsters per industrie, ligt in de voorbewerking zoals verhit of on-verhit,
bevroren of gevriesdroogd, eiwit isolaat of heel product. De biologische
achtergrond blijft daarbij ongewijzigd.
Voor de skin prik test (SPT) wordt per individuele patiënt een keuze gemaakt
uit de eiwitten van de zeven industrieën, met een maximum van 3 industrieën.
Er worden alleen eiwitten van Industrieën gekozen die fylogenetisch/ biologisch
gerelateerd zijn aan eiwitten waarvoor de patiënt voedsel allergisch is.
Eiwitten van andere industrieën, die fylogenetisch/ biologisch niet gerelateerd
zijn aan de eiwitten waarvoor de patiënt voedsel allergisch is, worden niet in
de patiënt getest.
Voorbeeld: Een patient is allergisch/ gesensibiliseerd voor tarwe. Er is 1
bedrijf dat een nieuw tarwe gerelateerd eiwit levert: Cargill R&D Centre
Europe. De patient wordt alleen getest met 2 nieuwe vergelijkbare eiwitten van
dit bedrijf naast de gebruikelijke 3 controles. (totaal 5) Een andere patient
is allergisch/ gesensibiliseerd voor koemelk. Er zijn drie bedrijven met elk 2
nieuwe koemelk gerelateerde eiwitten. Er worden 3x2 = 6 nieuwe eiwitten getest.
Eiwitten van andere industrieen worden niet in de getest.
Mogelijk ontstaat 15 minuten na de SPT een rood jeukend bultje, welke vanzelf
weer zal verdwijnen. Reacties elders in het lichaam komen niet voor bij een
SPT, ook niet met nieuwe voedsel allergenen. De extracten worden in huis in een
oplossing van 10% in PBS gemaakt, zoals vermeld in het huidige protocol in KIS.
Er worden 3 buizen bloed afge-nomen. Mogelijk ontstaat na de bloedafname een
blauwe plek welke vanzelf weer zal verdwijnen. Het bezoek zal 1 uur in beslag
nemen.