Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-507475-21-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primair:Het beoordelen van de werkzaamheid van cobolimab + dostarlimab + docetaxel in vergelijking met docetaxel alleen bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Overall Survival (OS) wordt gedefinieerd als overleving vanaf de
randomisatiedatum tot de datum van overlijden door welke oorzaak dan ook.
Secundaire uitkomstmaten
OS wordt gedefinieerd als overleving vanaf de randomisatiedatum tot de datum
van overlijden door welke oorzaak dan ook.
Bevestigde ORR wordt gedefinieerd als het percentage deelnemers dat bevestigde
CR of bevestigde PR heeft bereikt, vastgesteld door de onderzoeker aan de hand
van RECIST v1.1
• PFS wordt gedefinieerd als de tijdsduur tot ziekteprogressie, gemeten vanaf
het moment van randomisatie tot de vroegste beoordelingsdatum waarop
ziekteprogressie is vastgesteld door de onderzoeker aan de hand van RECIST v1.1
of tot overlijden door welke oorzaak dan ook
• DOR wordt gedefinieerd als de tijd vanaf de eerste vastgelegde respons
(CR/PR) tot de tijd waarop voor het eerst ziekteprogressie is vastgesteld door
de onderzoeker aan de hand van RECIST v1.1 of tot overlijden, welke van de twee
zich het eerst voordoet.
• TTD bij longkanker wordt gedefinieerd als tijd vanaf randomisatie tot
betekenisvolle achteruitgang op een samengesteld eindpunt van dyspneu, pijn op
de borst en hoesten, op basis van EORTC-QLQ-LC13
• Verandering ten opzichte van baseline zoals beoordeeld aan de hand van
EORTC-QLQ-C30- en EORTC-QLQ-LC13-domeinen
De incidentie van tijdens de behandeling optredende bijwerkingen, ernstige
bijwerkingen, immuungerelateerde bijwerkingen, tijdens de behandeling
optredende bijwerkingen die leiden tot overlijden en bijwerkingen die leiden
tot stopzetting die optreden terwijl deelnemers de behandeling krijgen of tot
90 dagen na de laatste dosis onderzoeksbehandeling. Klinische
laboratoriumparameters (hematologie, chemie, schildklierfunctie en
urineanalyse), lichaamsfuncties, performancestatus volgens ECOG,
ECG-parameters, lichamelijke onderzoeken en het gebruik van gelijktijdige
medicatie worden verzameld.
Bevestigde ORR wordt gedefinieerd als het percentage deelnemers dat bevestigde
CR of bevestigde PR heeft bereikt, vastgesteld door de onderzoeker aan de hand
van iRECIST
• PFS wordt gedefinieerd als de tijd tot bevestigde ziekteprogressie, gemeten
vanaf het moment van randomisatie tot de vroegste datum van iRECIST iCPD op
basis van het oordeel van de onderzoeker of tot overlijden door welke oorzaak
dan ook. Aanvullende farmacokinetische parameters van cobolimab en dostarlimab
worden vastgesteld, indien van toepassing.
ADA*s voor cobolimab en dostarlimab (inclusief NAb*s voor dostarlimab), met
bijbehorende geneesmiddelconcentraties. Het aantal en het percentage deelnemers
die aantoonbare ADA*s en NAb*s ontwikkelen.
Verkennend:
Biomarkers in het bloed omvatten, maar zijn niet beperkt tot cytokinen in het
serum, circulerende immuuncellen en ctDNA.
Biomarkers in tumoren beoordelen de expressie op baseline van TIM-3 en PD-L1 en
staan in verband met ORR en veranderingen in immuuncellen, zoals CD8-T-cellen,
na de behandeling, in paarsgewijze biopten. Biomarkers in tumoren, wanneer
weefsel beschikbaar is, kunnen ook gebruikt worden voor genexpressieprofilering
voor immuun- en tumorgerelateerde eiwitten en de beoordeling van tumorgenoom
voor mutaties en/of genomische veranderingen.
Verandering ten opzichte van baseline in de NSCLC-SAQ
• Frequentie en ernst van door de patiënt gemelde bijwerkingen op basis van
PRO-CTCAE en FACT-GP5
• Verandering ten opzichte van baseline in algemene ernst van de symptomen op
PGIS/PGIC
• Verandering ten opzichte van baseline zoals beoordeeld aan de hand van
EQ-5D-3L
Aantal en duur van bezoeken in verband met de gezondheid buiten het protocol
om, zoals bezoeken aan zorgverleners of de eerste hulp, ziekenhuisopnames,
medicijnen, tests en ingrepen
Achtergrond van het onderzoek
In dit onderzoek wordt cobolimab in combinatie met dostarlimab en docetaxel
(chemotherapie met taxanen) bestudeerd voor de behandeling van gevorderde
NSCLC, omdat deze patiëntenpopulatie een hoge onvervulde medische behoefte
heeft. Dit onderzoek en geselecteerde cohorten uit het lopende fase 1-onderzoek
4020-01-001 (AMBER; GSK-onderzoek 213348) en het lopende fase 1-onderzoek
204691 (INDUCE-1) zijn op dit moment de enige lopende onderzoeken naar
cobolimab voor NSCLC van de opdrachtgever. De geschiktheidsvereisten in de
AMBER-uitbreidingscohorten B2 (dostarlimab 500 mg + cobolimab 100 mg), B3
(dostarlimab 500 mg + cobolimab 300 mg) en B4 (dostarlimab 500 mg + cobolimab
900 mg) zijn onder meer histologisch bewezen gevorderde of metastatische NSCLC
die erger is geworden na behandeling met een anti-PD-(L)1-antilichaam en er is
geen limiet voor eerdere behandellijnen tegen kanker voor gevorderde of
metastatische ziekte.
Op 1 december 2019 stonden 84 deelnemers ingeschreven in cohorten B2, B3 en B4.
In alle 3 cohorten samen hadden in totaal 10 deelnemers een partiële respons
(PR), waarvan 6 werden bevestigd volgens RECIST v1.1. Tekenen van gecombineerde
activiteit waren groter in cohort B3 (300 mg cobolimab) in vergelijking met
cohort B2 (100 mg cobolimab) of cohort B4 (900 mg cobolimab); er waren 4
bevestigde partiële responsen (cPR*s) volgens RECIST v1.1 in cohort B3 in
vergelijking met 1 cPR elk in cohort B2 en B4. In alle cohorten werden duurzame
responsen en stabiele ziekte (SD) gezien na behandeling met cobolimab +
dostarlimab van wie 5 deelnemers langer dan een jaar werden behandeld. Na de
data cut-off bleven 3 deelnemers de behandeling gebruiken.
Longkanker is wereldwijd de vaakst voorkomende oorzaak voor overlijden door
kanker en de tweede vaakst voorkomende vorm van kanker bij zowel mannen als
vrouwen. De meest recente incidentiecijfers voor long- en bronchuskanker in de
VS uit het Surveillance, Epidemiology and End Results-programma schatten een
incidentiecijfer van 54,9 per 100.000 op basis van de gegevens uit 2016. De 2
belangrijkste vormen van longkanker zijn NSCLC en kleincellige longkanker.
NSCLC is een heterogene ziekte die bestaat uit adenocarcinoom, grootcellig
carcinoom en plaveiselcelcarcinoom en vertegenwoordigt ongeveer 84% van alle
vormen van longkanker. De gemiddelde leeftijd bij diagnose is ongeveer 70 jaar.
Ondanks vooruitgang met vroeg opsporen en standaardbehandeling wordt de
diagnose NSCLC vaak pas in een gevorderd stadium gesteld, heeft het een slechte
prognose en is het wereldwijd de belangrijkste oorzaak voor overlijden. In de
VS is het OS-percentage na 5 jaar voor alle stadia van NSCLC ongeveer 19%.
Patiënten met een gevorderde vorm (stadium IIIB/IV) hebben een OS-percentage na
5 jaar van <5%.
PD-(L)1 vormt een immuunremmend mechanisme dat door tumoren wordt gebruikt om
de immuunrespons te ondermijnen en verstoring van deze as versterkte de
tumorcytolyse door T-cellen. Meerdere klinische onderzoeken naar tumoren als
melanoom, niercelcarcinoom en NSCLC hebben positieve gegevens opgeleverd
wanneer anti-PD-(L)1-gerichte behandelingen werden gebruikt.
De introductie van anti-PD-(L)1-behandeling in de eerstelijnssituatie heeft de
uitkomsten verbeterd voor patiënten met NSCLC zonder een afwijking in een
driver-oncogeen. Veel patiënten met NSCLC reageren echter niet op een
eerstelijnsbehandeling met anti-PD-(L)1 (45% ORR bij patiënten met een tumor
proportion score [TPS] >=50% die monotherapie met pembrolizumab kregen; 48% ORR
bij patiënten met niet-squameuze NSCLC die behandeld werden met pembrolizumab +
chemotherapie) en bij de meeste patiënten die wel reageren, wordt de ziekte
doorgaans binnen een jaar erger. Voor patiënten bij wie de ziekte erger wordt
na behandeling met een anti-PD-(L)1-antilichaam en chemotherapie op basis van
platina zijn er geen goedgekeurde geneesmiddelen en is er in dat verband geen
vastgestelde gebruikelijke zorg. Geneesmiddelen die zijn goedgekeurd voor de
tweedelijnsbehandeling van NSCLC na een behandeling op basis van platina
(docetaxel, ramucirumab in combinatie met docetaxel of pemetrexed [alleen voor
niet-squameuze NSCLC]), bieden beperkte voordelen met responspercentages die
variëren van 5,5 tot 23% en een progressievrije overleving (PFS) van 3 tot 4,5
maand.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-507475-21-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primair:
Het beoordelen van de werkzaamheid van cobolimab + dostarlimab + docetaxel in
vergelijking met docetaxel alleen bij deelnemers met gevorderde NSCLC bij wie
de ziekte erger is geworden na eerdere anti-PD-(L)1-behandeling en
chemotherapie.
Het beoordelen van de werkzaamheid van dostarlimab + docetaxel in vergelijking
met docetaxel alleen bij deelnemers met gevorderde NSCLC bij wie de ziekte
erger is geworden na eerdere anti-PD-(L)1-behandeling en chemotherapie.
Secundair:
Het beoordelen van de werkzaamheid van cobolimab + dostarlimab + docetaxel in
vergelijking met dostarlimab + docetaxel
Het beoordelen van aanvullende maten van klinisch voordeel voor cobolimab +
dostarlimab + docetaxel in vergelijking met docetaxel alleen
Het beoordelen van aanvullende maten van klinisch voordeel voor dostarlimab +
docetaxel in vergelijking met docetaxel alleen
Het beoordelen van aanvullende maten van klinisch voordeel voor cobolimab +
dostarlimab + docetaxel in vergelijking met dostarlimab + docetaxel
Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van cobolimab +
dostarlimab + docetaxel en dostarlimab + docetaxel vs. docetaxel alleen
Verkennend:
Het beoordelen van bevestigde ORR en PFS volgens iRECIST
Het karakteriseren van de farmacokinetiek van cobolimab, dostarlimab en
docetaxel
Het beoordelen van de immunogeniciteit van cobolimab en dostarlimab op
vastgestelde tijdstippen
Het beoordelen van biomarkers in verband met de onderzoeksbehandeling in alle
behandelgroepen
Het beoordelen van PRO*s voor de werkzaamheid en verdraagbaarheid van de
behandeling in alle behandelgroepen met
specifieke PRO-instrumenten
Het beoordelen van het gebruik van gezondheidszorgvoorzieningen in alle
behandelgroepen
Onderzoeksopzet
Een multicenter, open-label, 3-armig fase 2/3-onderzoek waarin parallelle
groepen werden behandeld ter vergelijking van de werkzaamheid van cobolimab +
dostarlimab + docetaxel en dostarlimab + docetaxel en docetaxel alleen bij
mannelijke en vrouwelijke deelnemers van 18 jaar of ouder met gevorderde NSCLC
die erger is geworden na eerdere anti-PD-(L)1-behandeling en chemotherapie. In
dit onderzoek is het niet toegestaan over te stappen van de ene op de andere
behandelgroep.
De 3 behandelgroepen zijn als volgt:
1. Groep A: cobolimab + dostarlimab + docetaxel
2. Groep B: dostarlimab + docetaxel
3. Groep C: docetaxel
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers worden in een verhouding van 2:2:1 gerandomiseerd naar de 3 behandelgroepen en krijgen, na het ondergaan van de voor het bezoek verplichte beoordelingen, de eerder genoemde behandelingen als volgt: • Groep A: cobolimab + dostarlimab + docetaxel > 300 mg cobolimab via een intraveneus infuus van 30 (-5 en +15) minuten Q3W (als eerste toegediend) > 500 mg dostarlimab via een intraveneus infuus van 30 (-5 en +15) minuten Q3W (als tweede toegediend) > 75 mg/m2 docetaxel via een intraveneus infuus van 60 minuten Q3W gedurende ten minste 4 cycli (als derde/laatste toegediend) • Groep B: dostarlimab + docetaxel > 500 mg dostarlimab via een intraveneus infuus van 30 (-5 en +15) minuten Q3W (als eerste toegediend) > 75 mg/m2 docetaxel via een intraveneus infuus van 60 minuten Q3W gedurende ten minste 4 cycli (als tweede/laatste toegediend) • Groep C: docetaxel > 75 mg/m2 docetaxel via een intraveneus infuus van 60 minuten Q3W gedurende ten minste 4 cycli
Inschatting van belasting en risico
Cobolimab
De volgende bijwerkingen komen vaak voor:
* Huidafwijkingen, waaronder huiduitslag en jeuk
* Longproblemen, waaronder kortademigheid, pijn op de borst, nieuwe of
verergerde hoest
* Hormonale problemen, waaronder veranderde werking van de schildklier,
bijnieren of de hypofyse (structuur in de hersenen dat verschillende hormonen
aanmaakt)
Zeer zeldzame, maar ernstige immuungerelateerde bijwerkingen bij gebruik van
cobolimab in combinatie met andere geneesmiddelen:
* Tintelingen, gevoelloosheid, gevoelsverlies of een branderig gevoel in de
ledematen (perifere motorische neuropathie)
Dostarlimab:
Van de volgende bijwerkingen wordt gezegd dat ze (zeer) vaak optraden bij
patiënten die dostarlimab gebruikten:
• anemie
. traag werkende schildklier
• misselijkheid
• braken
• diarree of dunne ontlasting
• pruritus
• huiduitslag
• pyrexie
• verhoogde concentraties van stoffen in het bloed die worden aangemaakt door
de lever en die kunnen wijzen op leverschade (verhoogde ASAT; verhoogde ALAT)
(verhoogde transaminasen)
• Bijnierinsufficiëntie
• Hyperthyreoïdie
• Pneumonitis
• Pancreatitis
• Colitis
• Myalgie
• Koude rillingen
• Hepatitis
Minder vaak voorkomende bijwerkingen:
• Auto-immuun hemolytische anemie
• thryreoïditis
• hypofysitis
• diabetische ketoacidose
• diabetes mellitus type 1
• Ontsteking van de hersenen
• Ontsteking in het oog (uveitis)
• Ontsteking van de hartspier
• Polymyalgia reumatica
• Ontsteking van de nieren (nefritis)
• Myasthenia gravis
. Immuungemedieerde artritis
• Ontsteking van het maagslijmvlies
• Slokdarmontsteking
• Ontsteking van de dunne darm
• Ontsteking van de bloedvaten in het maagdarmkanaal
• Ontsteking van de spieren, gepaard gaande met spierzwakte, zwelling en pijn
• Ontsteking in het gehele lichaam, wat leidt tot of koorts of juist een lage
lichaamstemperatuur, lage bloeddruk, versnelde hartslag, versnelde ademhaling
en ofwel te veel ofwel te weinig witte bloedcellen.
De volgende bijwerkingen zijn zeldzame maar ernstige immuungerelateerde
bijwerkingen :
• hemofagocytaire lymfohistiocytose
- Guillain-Barré syndroom
- Tintelingen, gevoelloosheid, gevoelsverlies of een branderig gevoel in de
ledematen
- Spierpijn en spierzwakte, zwelling, roodheid of verdikking van de huid
Andere risico*s, zogenoemde klasse-effecten, die zijn gezien bij patiënten die
andere geneesmiddelen kregen die op dezelfde manier als dostarlimab werken.
Deze effecten zouden ook kunnen optreden met dostarlimab of cobolimab. De
belangrijkste klassegerelateerde bijwerkingen zijn *immuungerelateerde*
bijwerkingen die worden veroorzaakt door toegenomen activiteit van het
immuunsysteem, wat meerdere organen in het lichaam kan treffen, waaronder het
maagdarmstelsel, het hormoonstelsel, het hart- en vaatstelsel, de longen, de
lever, de huid, het skeletspierstelsel en het zenuwstelsel. Deze andere
immuungerelateerde bijwerkingen kunnen levensbedreigend of fataal zijn.
Een ander mogelijk risico zijn infuusgerelateerde reacties die kunnen optreden
binnen 24 uur na het krijgen van een intraveneus infuus; deze kunnen ook nog
tot zo*n 2 weken later vertraagd optreden. Symptomen van infuusgerelateerde
reacties kunnen bestaan uit duizeligheid of flauwvallen, overmatig blozen,
huiduitslag, koorts, koude rillingen, kortademigheid, hogere of lagere
bloeddruk, toegenomen hartslag, zwelling van de lippen, de tong of het gezicht,
misselijkheid, rugpijn of pijn op de infuusplaats. Hoewel symptomen van
infuusgerelateerde reacties doorgaans omkeerbaar zijn, kunnen ze wel ernstig of
levensbedreigend zijn.
Risico*s die gepaard gaan met onderzoekshandelingen/ tests staan hieronder:
• Bloedafnames: wanneer een patiënt bloed afstaat, kan hij of zij zich flauw
voelen of last krijgen van milde pijn, een blauwe plek,irritatie of roodheid
door de naald.
• CT scans: de cumulatieve blootstelling aan straling door deze tests wordt
beschouwd als klein en heeft waarschijnlijk geen negatieve invloed op de
patiënt of de ziekte van de patiënt. De effecten van straling stapelen zich
echter tijdens het leven op. Het is mogelijk dat door het ondergaan van een
aantal van deze tests het risico van de patiënt op letsel of ziekte groter
wordt.
• MRI: sommige mensen kunnen geen MRI ondergaan, omdat ze een soort metaal in
hun lichaam hebben. Sommige patiënten worden bang of angstig in kleine ruimten
(claustrofobisch). De MRI scanner maakt harde bonkende geluiden tijdens het
scannen. Er worden oordopjes of speciaal ontworpen koptelefoons gebruikt om het
lawaai te onderdrukken.
Gezien de maatregelen die zijn genomen om het risico voor onderzoeksdeelnemers
te minimaliseren zijn de mogelijke risico*s die zijn vastgesteld in verband met
cobolimab in combinatie met dostarlimab en docetaxel gerechtvaardigd vanwege de
verwachte voordelen die behandeling kan opleveren voor deelnemers met NSCLC bij
wie de ziekte erger is geworden na een behandeling met een
anti-PD-(L)1-antilichaam en chemotherapie op basis van platina.
Het gebrek aan voordeel van de huidige behandelopties voor patiënten met NSCLC
kan komen door aanvullende immuunonderdrukkende mechanismen, zoals die
gemedieerd worden door TIM-3. Een vroege combinatiebehandeling zorgt voor de
beoordeling van de TIM-3- en PD-1-blokkade om de novo-resistentie tegen
anti-PD-1-blokkade aan te pakken en gelijktijdig een van de mechanismen te
voorkomen die kan leiden tot resistentie tegen anti-PD-1-monotherapie.
Samenvattend biedt de mogelijkheid om het klinische voordeel van
immuuntherapieën te verbeteren voor patiënten met gevorderde/metastatische
NSCLC met beperkte behandelopties een kans om de klinische uitkomsten te
verbeteren. Gezien de klinische activiteit van antilichamen die zich richten
tegen de PD-1-as bij een groot aantal solide tumoren wordt verwacht dat
patiënten met NSCLC klinisch voordeel hebben met de toevoeging van
TIM-3-blokkering en chemotherapie met taxanen.
Publiek
Van Asch van Wijckstraat 55H
Amersfoort 3811 LP
NL
Wetenschappelijk
Van Asch van Wijckstraat 55H
Amersfoort 3811 LP
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Deelnemer is >=18 jaar
2. Deelnemer heeft histologisch of cytologisch bevestigde gevorderde of
metastatische NSCLC, en alleen plaveiselcel- of niet-squameus carcinoom.
3. Deelnemer heeft niet meer dan 2 eerdere behandellijnen gekregen voor
gevordere metastatische ziekte, waaronder enkel doublet chemotherapie op basis
van platina en een anti-PD-(L)1-antilichaam. Deelnemers die gerichte
behandelingen hebben gekregen waaronder angiogense inhibitoren kunnen niet
meedoen.
a. Twee van de bestanddelen moeten als volgt in dezelfde lijn zijn toegediend
of als afzonderlijke behandellijnen:
• Maximaal 1 behandellijn met een chemotherapie op basis van platina in de
metastatische setting en
• Maximaal 1 behandellijn met een anti-PD-(L)1-antilichaam
4. Deelnemer heeft een meetbare ziekte, dat wil zeggen dat die zich
manifesteert met ten minste 1 meetbare laesie volgens RECIST v1.1
5. Deelnemer heeft vastgelegde radiologische ziekteprogressie na eerdere
chemotherapie op basis van platina en na eerdere anti-PD-(L)1-behandeling
volgens RECIST v1.1.
6. Deelnemer stemt in met het afstaan van een gearchiveerd
FFPE-tumorweefselmonster dat is afgenomen bij of na de diagnose van
metastatische ziekte van (een) plaats(en) die niet bestraald zijn vóór de
biopsie.
7. Deelnemer heeft een vastgelegde PD-L1-status aan de hand van het
22C3-pharmDx-assay (Agilent/Dako), een SP263 Assay (Roche) of een LDT met
gepubliceerd bewijs van vergelijkbaarheid met de 22C3 pharmDx-assay. Als een
eerder PD-L1-resultaat met deze testmethoden niet beschikbaar is op het moment
van de screening, moet de deelnemer gearchiveerd of vers tumormonster afstaan,
welke getest wordt met behulp van 1 van deze testmethoden, of, indien niet
beschikbaar, centraal met behulp van de 22C3 pharmDx-assay.
8. Deelnemer heeft een ECOG-performancestatus van 0 of 1.
9. Deelnemer heeft een levensverwachting van ten minste 3 maanden en het wordt
verwacht dat hij/zij de 4 cycli van de docetaxel-behandeling kan afronden.
10. Deelnemer heeft voldoende orgaanfunctie zoals vastgelegd in het protocol.
11. Deelnemer is hersteld tot graad <=1 van eventuele eerdere
behandelingsgerelateerde toxiciteiten op het moment van randomisatie. Een
deelnemer met alopecia van graad 2 is een uitzondering op dit criterium en kan
in aanmerking komen voor dit onderzoek.
12. Gebruik van anticonceptiemiddelen door mannelijke en vrouwelijke deelnemers
moet in overeenstemming zijn met de lokale voorschriften over
anticonceptiemethoden voor deelnemers aan klinische onderzoeken
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Deelnemer is eerder behandeld met een anti-PD-(L)1- of anti-PD-L2-middel dat
leidde tot definitieve stopzetting vanwege een bijwerking.
2. Deelnemer is eerder behandeld met een anti-TIM-3- of anti-CTLA-4-middel of
docetaxel.
3. Deelnemer heeft een vastgelegde sensibiliserende EGFR-, ALK- of
ROS-1-mutatie. Deelnemers
van wie de tumoren niet zijn getest op deze driver-mutaties en die derhalve een
onbekende driver-mutatiestatus hebben, kunnen niet meedoen. Deelnemers met
plaveiselcelhistologie hoeven niet op deze driver-mutaties getest te worden.
4. Deelnemer had radiologische of klinische ziekteprogressie in de <=8 weken na
de start van een eerder anti-PD-1- of anti-PD-L1-antilichaam. De klinische
ziekteprogressie dient bevestigd te zijn door een daaropvolgende radiologische
scan.
5. De long van de deelnemer is bestraald met >30 Gy in de 6 maanden voor de
eerste dosis onderzoeksbehandeling.
6. Deelnemer heeft palliatieve bestraling afgerond in de 7 dagen voor de eerste
dosis onderzoeksbehandeling.
7. Deelnemer is niet geschikt als sprake is van een van de volgende
leverkenmerken:
a.Alanineaminotransferase (ALAT) >2,5 × ULN
b. Alanineaminotransferase (ALAT) en/of aspartaataminotransferase (ASAT)
>1,5 × bovengrens van normaal (ULN) tegelijk met alkalinefosfatase (ALP)
>2,5 × ULN
c. Bilirubine >1 × ULN
d. Huidige actieve lever- of galwegziekte
8. Deelnemer heeft een gecorrigeerd QT-interval (QTc) >450 msec.
9. Deelnemer heeft een zware operatie ondergaan in de 3 weken voor de eerste
dosis onderzoeksbehandeling of is niet voldoende hersteld van bijwerkingen (tot
graad <=1) en/of complicaties van een zware operatie.
10. Deelnemer heeft nog een maligniteit of een voorgeschiedenis van een eerdere
maligniteit, met uitzondering van adequaat behandelde basaalcel- of
plaveiselcelhuidkanker, baarmoederhalscarcinoom in situ of blaascarcinoom in
situ zonder bewijs van ziekte of bij wie een maligniteit is behandeld met
curatief oogmerk en zonder bewijs van recidivering van de ziekte gedurende 5
jaar na de start van die behandeling.
11. Deelnemer heeft bekende nieuwe of progressieve hersenmetastasen en/of
leptomeningeale
metastasen.
12. Deelnemer is positief getest tijdens de screening of 3 maanden voor de
eerste dosering onderzoeksbehandeling op:
a. de aanwezigheid van het hepatitis B-oppervlakteantigeen
b. de aanwezigheid van hepatitis C-antilichamen, bij het ontbreken van een
RNA-test voor het hepatitis C-virus.
13. Deelnemer heeft een actieve infectie waarvoor systemische behandeling nodig
is 1 week voor de verwachte eerste dosis onderzoeksbehandeling.
14. Deelnemer heeft bekende hiv (positief voor hiv-1- of hiv-2-antilichamen).
15. Deelnemer heeft een actieve auto-immuunziekte waarvoor in de afgelopen 2
jaar systemische behandeling nodig was, is volgens de onderzoeker
immuungecompromitteerd of krijgt een systemische immuunonderdrukkende
behandeling.
17. Deelnemer heeft symptomatische ascites of pleurale effusie.
18. Deelnemer heeft een actuele interstitiële longziekte, actuele pneumonitis
of een voorgeschiedenis van pneumonitis waarvoor het gebruik van orale of
intraveneuze glucocorticoïden nodig was om te helpen met de behandeling.
19. Deelnemer heeft een voorgeschiedenis of huidig bewijs van een medische
aandoening, behandeling of laboratoriumafwijking die mogelijk een verstorende
invloed heeft op de onderzoeksresultaten, die de deelname voor de volledige
duur van de onderzoeksbehandeling zou kunnen beïnvloeden of die erop wijst dat
deelname niet in het belang van de deelnemer is.
20. Deelnemer heeft klinisch actieve diverticulitis, een intra-abdominaal
abces, maagdarmstelselobstructie of peritoneale carcinomatose.
21. Deelnemer heeft reeds bestaande perifere neuropathie van graad >=2 volgens
(NCI-CTCAE) v5.0-criteria.
22. Deelnemer heeft in de 30 dagen voor de eerste dosis onderzoeksbehandeling
een levend vaccin gekregen.
23. Deelnemer is gevoelig voor een of meer onderzoeksbehandelingen, of
bestanddelen daarvan, of heeft een voorgeschiedenis van een geneesmiddel- of
andere allergie.
24. Deelnemer kan niet stoppen met aspirine of andere niet-steroïdale
ontstekingsremmers (NSAID*s).
25. Deelnemer heeft een eerdere behandeling tegen kanker gekregen in de 21
dagen, of minder dan 5 keer de halfwaardetijd van de meest recente behandeling,
voor onderzoeksdag 1, welke van de twee het kortst is.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | 213410/COSTAR |
CTIS | CTIS2023-507475-21-00 |
EudraCT | EUCTR2020-003433-37-NL |
CCMO | NL78624.056.21 |