Deze studie heeft tot doel de veiligheid en effectiviteit van het AeriSeal-systeem te onderzoeken bij het beperken van collaterale ventilatie tussen een target lobe en de aanliggende kwab(ben) van de long. Daarnaast om longvolumereductie te bereiken…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Luchtwegaandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het percentage proefpersonen waarbij behandeling met AeriSeal succesvol leidt
tot aanwezigheid van collaterale ventilatie naar weing tot geen collaterale
ventilatie in de te behandelen target lobe, gemeten met Chartis, 45 dagen na de
laatste AeriSeal behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
De volgende eindpunten worden beoordeeld bij geconverteerde proefpersonen
(proefpersonen die succesvol geconverteerd zijn van CV+ naar CV-) vanaf
baseline tot maand 6 na plaatsing van de Zephyr-klep:
• Post-bronchodilatatie FEV1: percentage proefpersonen met een toename van >= 12%
• RV: percentage proefpersonen met een afname van >= 310 mL
• TLVR door HRCT: percentage proefpersonen met een afname van >= 350 mL
• SGRQ totale score: percentage proefpersonen met een >= 4-puntsafname
Aanvullende eindpunten
De volgende eindpunten zullen worden beoordeeld bij alle proefpersonen vanaf
het begin tot het aangegeven tijdstip.
De volgende eindpunten worden beoordeeld bij alle proefpersonen vanaf baseline
tot het aangegeven tijdpunt
• Post-bronchodilatatie FEV1: absolute, procentuele en procentueel voorspelde
verandering (maand 3, 6, 12, 24), percentage proefpersonen met een toename van
>= 12% (maand 3, 12, 24)
• RV: absolute en procentuele verandering (maand 3, 6, 12, 24) en percentage
proefpersonen met een afname van >= 310 mL (maand 3, 12, 24)
• TLVR door HRCT: absolute verandering (dag 45, maand 6, 12), percentage
proefpersonen met een afname van >= 350 mL (dag 45, maand 12) en percentage
proefpersonen met een afname van >= 50% (dag 45, maand 6, 12)
• RV/TLC-verhouding: absolute en procentuele verandering (maand 3, 6, 12, 24)
• FVC: absolute en procentuele verandering (maand 3, 6, 12, 24)
• DLCO: absolute en procentuele voorspelde verandering (maand 6, 12)
• CAT-score: absolute verandering en percentage proefpersonen met een >=
2-puntsafname (maand 3, 6, 12)
• mMRC-score: absolute verandering en percentage proefpersonen met een >=
1-puntsafname (maand 3, 6, 12)
• SGRQ totale score: absolute verandering (maand 3, 6, 12) en percentage
proefpersonen met een >= 4-puntsafname (maand 3, 12)
• 6MWT: percentage proefpersonen met een toename van >= 26 m in 6MWD (maand 6,
12)
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met ernstige emfyseem en hyperinflatie komen mogelijk in aanmerking
voor behandeling met endobronchiale ventielen. Dit kan leiden tot verbetering
van longfunctie, inspanningstolerantie en kwaliteit van leven. Dit is alleen
mogelijk als er geen collaterale ventilatie is tussen de target lobe (de te
behandelen longkwab) en de aanliggende longkwab(ben).
De meeste patiënten hebben wel collaterale ventilatie en kunnen niet worden
behandeld met ventielen. Als de collaterale ventilatie zou kunnen worden
geblokkeerd, zouden patiënten mogelijk in aanmerking kunnen komen voor
behandeling. Deze studie is bedoeld voor patiënten die niet in aanmerking komen
voor behandeling met ventielen vanwege de aanwezigheid van collaterale
ventilatie.
Dit is een prospectieve, open-label, multi-centre, single-arm studie die is
ontworpen om 200 proefpersonen met heterogeen emfyseem en collaterale
ventilatie (CV) in de target lobe te includeren.
Proefpersonen zullen behandeld worden met AeriSeal, nadien zal de aanwezigheid
van collaterale ventilatie gemeten worden met het Chartis Pulmonary Assessment
System (Pulmonx Corporation, Redwood City, CA, USA).
Als er geen collaterale ventilatie meer is (CV-), ullen de ventielen (Zephyr
Valve (Pulmonx Corporation, Redwood City, CA, USA)) geplaatst worden.
De studiehypothese is dat de behandeling met van AeriSeal de collaterale
ventilatie zal blokkeren waardoor de target lobe behandeld kan worden met
ventielen. Dit kan resulteren in vermindering van hyperinflatie en verbetering
van longfuncties en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven.
Doel van het onderzoek
Deze studie heeft tot doel de veiligheid en effectiviteit van het
AeriSeal-systeem te onderzoeken bij het beperken van collaterale ventilatie
tussen een target lobe en de aanliggende kwab(ben) van de long.
Daarnaast om longvolumereductie te bereiken met behulp van Zephyr-valves en de
longfunctie, hyperinflatie en kwaliteit van leven te meten.
Ook beoogt de studie de langetermijnveiligheid van het AeriSeal-systeem te
beoordelen.
Onderzoeksopzet
Prospectief, multicenter, eenarmig registratie onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
1. Het blokkeren van de collaterale ventilatie door het inbrengen van AeriSeal 2. Het plaatsen van ventielen indien er geen collaterale ventilatie meer is na behandeling om bronchoscopische longvolumereductie te bewerkstelligen
Inschatting van belasting en risico
Deze studie onderzoekt de mogelijkheid van het dichtmaken van de collaterale
ventilatie kanalen om CV+ (aanwezigheid van collaterale ventilatie) longkwabben
om te zetten naar CV- (afwezigheid van collaterale ventilatie) in de long door
middel van het inbrengen van AeriSeal.
Het is mogelijk dat de patienten geen baat zullen hebben bij deelname aan dit
onderzoek als de omzetting naar CV- niet succesvol is.
Risico's geassocieerd met de Chartis meting en het plaatsen van de
eenrichtingsventielen in de long zijn voornamelijk de risico's die geassocieerd
zijn met een routine bronchoscopie namelijk een zere keel en bronchitis. Het
plaatsen van de eenrichtingsventielen is daarnaast nog geassocieerd met een
risico op een pneumothorax. De specifieke risico's geassocieerd met het
inbrengen van AeriSeal zijn onder andere een infectieuze COPD exacerbatie en
longontsteking.
De patienten die deel zullen nemen aan deze studie hebben weinig
behandelopties. Vanwege het fenotype COPD en emfyseem met incomplete
longfissuren zijn andere reguliere bronchoscopische longvolume reductie
behandelmethoden niet mogelijk. Patienten zullen alleen worden gevraagd voor
deelname aan deze studie als de consensus van het bronchoscopische long volume
reductie team is dat deelname aan deze studie de beste optie is voor de
patient. Andere studies hebben al laten zien dat een bronchoscopie veilig kan
worden uitgevoerd in patienten met ernstig emfyseem. Het inbrengen van AeriSeal
kan mogelijk de CV+ omzetten naar CV- waardoor de patient alsnog baat kan
hebben bij een behandeling met de eenrichtingsventielen. Potentieel kan de
bronchoscopische long volume reductie behandeling door middel van
eenrichtingsventielen leiden tot een significante verbetering van longfunctie,
kortademigheid, inspanningsvermogen en kwaliteit van leven in een groot deel
van de patienten.
Publiek
Chesapeake Drive 700
Redwood City CA 94063
US
Wetenschappelijk
Chesapeake Drive 700
Redwood City CA 94063
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De proefpersoon is bereid en in staat om geïnformeerde toestemming te geven
en deel te nemen aan de studie.
2. De proefpersoon is >= 22 jaar en <= 80 jaar op het moment van de datum van
ondertekening van het ICF.
3. De proefpersoon heeft een gedocumenteerd longrevalidatieprogramma (in een
kliniek of thuis) voltooid binnen 6 maanden voorafgaand aan de baseline.
4. De proefpersoon is ten minste 8 weken gestopt met roken vóór de datum van
ondertekening van het ICF, zoals bevestigd door carboxyhemoglobine- of
cotininewaarden.
5. De proefpersoon heeft een HRCT van de onderzoeksinstelling binnen 3 maanden
na de datum van ondertekening van het ICF, met de volgende bevindingen (bij
-910 Hounsfield-Units):
a. Ten minste één (1) kwab met destructiescore >= 50%.
b. De proefpersoon heeft heterogeen emfyseem, gedefinieerd als een verschil in
destructiescore van >= 15 tussen de score van de target lobe en de ipsilaterale
non-targetlobe (gemeten met QCT-rapport op een % voxel dichtheid van < -910 HU).
c. LUL, LLL, RUL, RLL of RUL+RML zijn targets voor behandeling met ventielen
d. De proefpersoon heeft een defect in de interlobaire fissuur die overeenkomt
met één of meer segmenten en de fissuur die contact maakt met het target lobe
is >= 80% compleet (QCT-rapport).
e. 98% van het fissuurdefect is begrensd tot maximaal 3 segmenten binnen het
doellob per Fissure Targeting Report (FTR).
6. De proefpersoon heeft een 6MWD >= 250 m en <= 450 m.
7. De proefpersoon heeft klinisch significante dyspneu met een mMRC-score van >=
2.
8. De proefpersoon heeft post-bronchodilatoire FEV1 >= 15% voorspeld en <= 45%
voorspeld.
9. De proefpersoon heeft een FEV1/FVC-verhouding van < 0,7.
10. De proefpersoon heeft post-bronchodilatoire TLC, gemeten met
bodyplethysmografie, >= 100% voorspeld.
11. De proefpersoon heeft post-bronchodilatoire RV >= 175% voorspeld, gemeten
met bodyplethysmografie.
12. De proefpersoon heeft post-bronchodilatoire DLCO >= 20% voorspeld.
13. De proefpersoon heeft preventieve vaccinaties ontvangen tegen potentiële
luchtweginfecties, inclusief COVID-19, in overeenstemming met lokale
aanbeveling of beleid.
14. De proefpersoon staat onder optimale medische behandeling gedurende meer
dan een maand voorafgaand aan de datum van ondertekening van het ICF.
15. De proefpersoon heeft collateral ventilation (CV+) zoals bevestigd door de
Chartis-beoordeling vóór de AeriSeal Procedure.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De proefpersoon heeft eerder longvolumereductiechirurgie, lobectomie of
pneumonectomie, longtransplantatie, plaatsing van luchtwegstent, pleurodese, of
BLVR van welk type dan ook gehad, behalve BLVR met gebruik van Zephyr Valve met
< 50% TLVR na 6 maanden, gevolgd door klepverwijdering > 6 maanden voor de
datum van ondertekening van het ICF.
2. De proefpersoon heeft een zichtbare radiologische afwijking op de HRCT-scan,
zoals een longnodule groter dan 0,8 cm in diameter (niet van toepassing als
aanwezig gedurende 2 jaar of langer zonder toename in grootte of als goedaardig
beschouwd na biopsie) of actieve longinfectie (bijv. onverklaarde parenchymale
infiltratie, significante interstitiële longziekte of significante pleurale
ziekte).
3. Post-COVID-19 pathologie op CT, inclusief grondglasopaciteiten al dan niet
met consolidatie, verdikking van aangrenzende pleura, verdikking van
interlobulaire septa of luchtwegbronchogrammen.
4. Grote bullae die meer dan 1/3 van de totale long omvatten.
5. De proefpersoon heeft 3 of meer COPD-exacerbaties gehad die ziekenhuisopname
vereisten binnen 12 maanden voorafgaand aan de datum van ondertekening van het
ICF, of een COPD-exacerbatie die ziekenhuisopname vereiste binnen 8 weken na de
datum van ondertekening van het ICF.
6. De proefpersoon heeft astma als primaire diagnose.
7. De proefpersoon heeft chronische bronchitis (gedefinieerd als meer dan 4
eetlepels sputumproductie per dag) als primaire diagnose.
8. De proefpersoon heeft klinisch significante bronchiëctasieën.
9. Personen met bewijs van actieve luchtweginfectie moeten alleen na
bevredigende oplossing worden overwogen voor inschrijving.
10. De proefpersoon heeft invasieve ventilatoire ondersteuning nodig.
Opmerking: Het gebruik van Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) of
BiPAP-apparaten voor slaapapneu is toegestaan.
11. De proefpersoon heeft ernstige gasuitwisselingsafwijkingen, gedefinieerd
door een van de volgende tests, uitgevoerd in rust, op omgevingslucht, zoals
getolereerd.
• PaCO2 >= 50 mm Hg (7,3 kPa)
• PaO2 < 45 mm Hg (6,0 kPa)
12. De proefpersoon heeft pulmonale hypertensie, gedefinieerd als een
gemiddelde pulmonale systolische druk > 45 mmHg.
13. De proefpersoon heeft bekende gedocumenteerde
alfa-1-antitrypsinedeficiëntie.
14. De proefpersoon heeft een klinisch significante hematologische aandoening.
15. De proefpersoon heeft recent significant ongepland of onverklaarbaar
gewichtsverlies of andere relevante comorbiditeiten die de onderzoeker zou
kunnen beschouwen als mogelijk verwarrend of beperkend voor de deelname van de
proefpersoon aan de studie.
16. De proefpersoon heeft niet-atriale hartritmestoornissen of
geleidingsstoornissen op een ECG
17. De proefpersoon heeft een hoog cardiaal risico na het ondergaan van een
cardiaal risico-evaluatie volgens gepubliceerde richtlijnen (Fleisher 2007) of
heeft ischemische hartziekte, congestief hartfalen, cerebrovasculaire ziekte
(beroerte of TIA binnen 6 maanden na de datum van ondertekening van het ICF) of
serumcreatinine > 2,0 mg/dL (177 µmol/L).
18. De proefpersoon heeft ongecontroleerde inspanningsgebonden syncope.
19. De proefpersoon heeft bewijs van ernstige ziekte die volgens de beoordeling
van de onderzoeker de verwachte behandelingseffecten of het overleven van de
proefpersoon kan compromitteren voor ten minste 12 maanden.
20. De proefpersoon heeft elke andere aandoening waarvan de onderzoeker gelooft
dat deze interferentie zou hebben met de bedoeling van de studie of deelname
niet in het belang van de proefpersoon zou zijn, inclusief maar niet beperkt
tot alcoholisme, hoog risico op drugsmisbruik of non-compliance bij het
terugkeren voor follow-upbezoeken.
21. De proefpersoon kan geen corticosteroïden of relevante antibiotica
verdragen.
22. Het gebruik van systemische corticosteroïden > 20 mg/dag prednisolon of
equivalent binnen vier (4) weken na de datum van ondertekening van het ICF.
Personen kunnen opnieuw worden overwogen voor toekomstige inschrijving.
23. Het gebruik van immunosuppressieve middelen binnen vier (4) weken na de
datum van ondertekening van het ICF. Personen kunnen opnieuw worden overwogen
voor toekomstige inschrijving.
24. De proefpersoon kan tijdelijk geen heparines en orale anticoagulantia
(bijv. warfarine, dicumarol) stopzetten volgens lokale pre-procedurele
protocollen. Opmerking: Antiplatelet-medicijnen, waaronder aspirine,
thienopyridines en ticagrelor, zijn toegestaan.
25. De proefpersoon heeft een allergie of gevoeligheid voor medicijnen die
nodig zijn om veilig bronchoscopie onder bewuste sedatie of algehele anesthesie
uit te voeren.
26. De proefpersoon heeft bekende allergie voor de volgende
apparaatcomponenten: Polyether block amide (PEBAX), Polyvinyl Alcohol of
Glutaraldehyde, Nitinol (nikkel-titanium) of de samenstellende metalen (nikkel
of titanium) of Silicone.
27. De proefpersoon is een vrouw die zwanger is
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT06035120 |
CCMO | NL85762.042.23 |