EUGENIE wil de kenniskloof dichten. Omdat tot nu toe het ziektestadium de belangrijkste prognostische factor was, willen we het moleculaire risicoclassificatiesysteem verbeteren door het ziektestadium te integreren in de moleculaire subgroepen. Als…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Metastasen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Doelstellingen van de studie:
De primaire doelstelling van de studie is om het verspreidingspatroon van de
ziekte voor elke moleculaire groep te onderzoeken. Deze kennis zal chirurgische
stadiëringsprocedures op maat maken en de begeleiding van adjuvante behandeling
optimaliseren. De secundaire doelstelling is om de associatie tussen
ziektestadium en prognose in elke moleculaire subgroep te onderzoeken.
Daarnaast streven we ernaar om het huidige risicoclassificatiesysteem te
verbeteren door ziektestadium en moleculaire classificatie te integreren, wat
een nauwkeurigere schatting van het risico op recidief of algehele overleving
bij EC-patiënten mogelijk maakt.
Tot slot willen we de associatie tussen moleculair subtype en locatie van
metastase (lymfeklieren, peritoneum, omentum en/of systemisch) onderzoeken,
waarbij we zowel metastase bij diagnose als recidief in overweging nemen.
Primaire doelstelling:
De primaire doelstelling is om de associatie tussen moleculaire classificatie
en ziektestadium te bepalen.
Moleculair type bestaat uit vier moleculaire subgroepen (POLE-ultra gemuteerd
(POLE), p53 abnormaal (p53abn), mismatch repair deficiënt (MMRd) en
niet-specifiek moleculair profiel (NSMP).
Ziektestadium is gebaseerd op het aantal en type van de voorgemetastaseerde
ziekte en bevat de volgende niveaus: IA-IB; II A-IIB; III A IIIB IIIC; IVA IV B
Het primaire eindpunt is de prevalentie van de ziektestadia bij diagnose in
elke moleculaire subgroep.
Secundaire uitkomstmaten
Het secundaire doel is om te evalueren of en hoe het stadium van de ziekte in
elk van de moleculaire subgroepen verband houdt met de prognose.
De bestudeerde eindpunten zijn de tijd tot recidief en de algehele overleving.
De tijd tot recidief is de tijd tussen de diagnose en het eerste recidief of
overlijden van welke oorzaak dan ook. Patiënten die leven en zonder recidief
worden gecensureerd bij hun laatste follow-up.
De algehele overleving is de tijd tussen de diagnose en het overlijden van
welke oorzaak dan ook. Patiënten die leven worden gecensureerd bij hun laatste
follow-up.
De plaats van recidief wordt bestudeerd als een verkennend eindpunt voor de
tijd tot gebeurtenis. Dit eindpunt wordt gedefinieerd als de tijd tussen de
diagnose en het eerste recidief, met de plaats van recidief (lymfeklieren,
peritoneum, omentum en/of systemisch) als concurrerende gebeurtenissen.
Patiënten zonder recidief worden gecensureerd bij hun laatste follow-up.
Achtergrond van het onderzoek
Endometriumkanker (EC) is de meest voorkomende gynaecologische maligniteit in
ontwikkelde landen. In België krijgen jaarlijks ~1500 patiënten de diagnose EC.
De huidige behandeling voor EC omvat een hysterectomie met bilaterale
salpingo-oöforectomie. Verdere chirurgische stadiëringsprocedures
(lymfadenectomie, peritoneum- en/of omentumbiopsieën) kunnen worden uitgevoerd,
kunnen metastasen detecteren en het stadium van de ziekte bepalen. Het type en
de omvang van deze chirurgische stadiëring zijn afhankelijk van een
preoperatieve risicobeoordeling en sturen adjuvante behandeling (chemo- of
radiotherapie). Deze preoperatieve risicobeoordeling op basis van histologie en
beeldvorming is echter relatief onnauwkeurig. Deze strategie is om
verschillende redenen verre van optimaal. Ten eerste vertoont preoperatieve
histologie een hoge intersubjectieve variabiliteit, wat leidt tot een slechte
reproduceerbaarheid bij het toekennen van histotype, met name bij tumoren met
een hoge graad.(1) Bovendien is de overeenstemming tussen preoperatieve
histologie en uiteindelijke histologie slecht, aangezien deze in ongeveer 33%
van de gevallen niet overeenkomt, hoogstwaarschijnlijk als gevolg van
oppervlakkige bemonstering en tumorheterogeniteit.(2,3) Bovendien zijn
preoperatieve beeldvormingsmodaliteiten duur, tijdrovend, gehinderd door
niet-perfecte nauwkeurigheden, vereisen ze gespecialiseerde expertise of
vertonen ze beperkingen in reproduceerbaarheid en beschikbaarheid.(4) Als
gevolg hiervan leidt dit tot een onjuiste risicoschatting van metastasen bij
diagnose bij EC-patiënten. Met name het risico op metastasering bij patiënten
met een laag en gemiddeld risico (80% van de EC-patiënten) wordt onderschat,
aangezien 10-15% van deze patiënten een recidiverende ziekte ontwikkelt.(5-8)
Bovendien presenteren niet alle patiënten met een gemiddeld tot hoog en hoog
risico zich met metastasen bij diagnose, en ~50% van deze patiënten krijgt geen
recidief. De suboptimale risicoschatting van metastasen bij diagnose resulteert
in een belangrijke over- en onderbehandeling van patiënten (2, 3) en
onnauwkeurige klinische onderzoeken.(9,10) Er is dus een dringende behoefte om
risicostratificatiestrategieën te ontwikkelen die de aanwezigheid en
lokalisatie van metastasen bij EC-patiënten beter voorspellen, en daarom
chirurgische stadiëringsprocedures efficiënter afstemmen.
In 2013 ontwikkelde het Cancer Genome Atlas (TCGA) Research Network een nieuw
moleculair gestuurd classificatiesysteem, dat EC-tumoren verdeelt in vier
moleculaire subgroepen (POLE-ultra gemuteerd (POLE), p53 abnormaal (p53abn),
mismatch repair deficiënt (MMRd) en niet-specifiek moleculair profiel (NSMP).
De moleculaire classificatie heeft aangetoond histologische subtypering en
gradering te overtreffen om de prognose efficiënter te voorspellen en heeft het
potentieel om een **paradigmaverschuiving te vertegenwoordigen in het beheer
van EC-patiënten.(11)
De relatie tussen de vier moleculaire subgroepen en het risico op
tumorverspreiding buiten de baarmoeder bij diagnose is echter tot nu toe
onvoldoende onderzocht. Er is gesteld dat de toekomst moleculair is en dat
chirurgische stadiëring minder relevant zal zijn. Als gevolg hiervan wordt de
nieuwe classificatie snel opgenomen en wordt het gebruik van
stadiëringschirurgie om de aanwezigheid van metastasen te beoordelen,
afgeraden. Dit is onbegrijpelijk, aangezien de aanwezigheid en lokalisatie van
metastasen (ziektestadium) tot nu toe de belangrijkste voorspeller van
prognose, en de impact ervan op elk van de vier risicosubgroepen is tot nu toe
niet bekend.
Wij geloven dat de toekomst ligt in het integreren van morfologische en
moleculaire bevindingen, dus de preoperatieve diagnose zal ook nauwkeurige
chirurgische besluitvorming ondersteunen. Als de nieuwe moleculaire
classificatie volledig wordt geïmplementeerd zonder het belang van het
ziektestadium bij diagnose in elk van de moleculaire subgroepen te kennen, zal
het extreem moeilijk, zo niet onmogelijk, zijn om dit in de toekomst te
onderzoeken. Door de traditionele classificatie (gebaseerd op histotype en
stadium) te vervangen door alleen de moleculaire classificatie, zullen we
belangrijke informatie verliezen en stellen we daarom voor om stadium en
moleculaire classificatie te integreren.
Doel van het onderzoek
EUGENIE wil de kenniskloof dichten. Omdat tot nu toe het ziektestadium de
belangrijkste prognostische factor was, willen we het moleculaire
risicoclassificatiesysteem verbeteren door het ziektestadium te integreren in
de moleculaire subgroepen. Als eerste stap verzamelen we prospectief de unieke
gegevens van een groot cohort EC-patiënten die allemaal volledig gestadieerd
zijn. Vervolgens evalueren we of het ziektestadium geassocieerd is met het
moleculaire type. Dit bepaalt de geïndiceerde chirurgische procedure in elke
subgroep. Ten tweede beoordelen we hoe de informatie over het stadium in
combinatie met het moleculaire type zich verhoudt tot de prognose. Deze
gegevens informeren ons over de noodzaak van adjuvante behandeling voor elke
combinatie van stadium en moleculaire subgroep. De resultaten van het project
zullen uiteindelijk leiden tot een geïntegreerd, gepersonaliseerd management
van alle EC-patiënten.
Onderzoeksopzet
EUGENIE is een prospectieve multicenterstudie met 1.000 EC-patiënten. Patiënten
worden opgenomen gedurende de eerste vier jaar van de studie en de follow-up
duurt twee tot zes jaar. Patiënten met FIGO-stadium I-IV EC worden opgenomen.
Er wordt een chirurgische stadiëringsprocedure uitgevoerd, waaronder een
hysterectomie met bilaterale salpingo-oophorectomie (BSO) en beoordeling van
lymfeklier- en peritoneale/omentale metastasen. De moleculaire classificatie
wordt bepaald op basis van het tumormonster. Adjuvante behandeling wordt
voorgesteld op basis van patiëntkenmerken, pathologie en stadium, volgens
Europese richtlijnen en lokale praktijk. Follow-up is zoals in de
routinepraktijk en wordt ten minste twee jaar na de behandeling gedocumenteerd.
Het primaire doel is om de associatie te bepalen tussen moleculaire
classificatie en het ziektestadium. Het secundaire doel is de associatie tussen
het ziektestadium in elk van de moleculaire subgroepen en de prognose.
Inschatting van belasting en risico
De omvang van de last en het risico die gepaard gaan met deelname zijn minimaal.
Er is een dringende behoefte aan het ontwikkelen van
risicostratificatiestrategieën die de aanwezigheid en lokalisatie van
metastasen bij EC-patiënten beter voorspellen en daarom chirurgische
stadiëringsprocedures efficiënter kunnen afstemmen.
Publiek
Herestraat 49
Leuven 3000
BE
Wetenschappelijk
Herestraat 49
Leuven 3000
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Voorafgaand aan eventuele screeningprocedures is vrijwillige schriftelijke
geïnformeerde toestemming van de deelnemer of zijn wettelijke vertegenwoordiger
verkregen
2. Vrouwen >= 18 jaar
3. Eerste diagnose van EC, alle ziektestadia en alle histotypes
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Deelnemer heeft een voorgeschiedenis van bekken- of para-aorta
lymfeklierdissectie of -monstering, eerdere bekken- (en/of para-aorta)
radiotherapie, eerdere neoadjuvante chemotherapie
2. Elke aandoening die naar de mening van de onderzoeker de veiligheid van de
deelnemer of de naleving van het protocol in gevaar zou kunnen brengen
3. Elke eerdere of gelijktijdige behandeling(en) die de veiligheid van de
deelnemer in gevaar zou kunnen brengen of die de integriteit van het onderzoek
in gevaar zou brengen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT06354738 |
CCMO | NL88029.041.24 |